De ongemakken van een Rietveldhuis —ficidócSouwnt ZATERDAG 28 MAART 1987 TRECHT - „Wanneer er een ereldranglijst van de meest waar- levolle bouwwerken uit de mense lijke beschaving bestond, welke tlaats het Schröderhuis daar op iu innemen?". Architect Mulder, loor de bezige werklieden om hem teen gemeenzaam met Bertus aan gesproken. krabt achter zijn oor. ,,Laat ik het zo zeggen. Het Schrö derhuis komt voor op de Unesco- lijst van te beschermen monumen ten. Nou, die eer is maar aan wei nig bouwwerken beschoren. Het -paleis op de Dam? De Dom van Utrecht? Die staan er geheid niet op. Zo belangrijk voor de cultuur- ^historie is het Schröderhuis". m2l)uur dus, het Schröderhuis? Per slot ^van rekening was de ontwerper ervan, (Gerrit Thomas Rietveld, een artistieke geestverwant en evenknie van Piet Mon- 'erfodriaan en sinds de rel rond Hilversum' '"'aar ze diens schilderij „Compositie iet twee lijnen" willen veilen teneinde Ie gemeentekas te spekken, weet de we- eld wat een werk waard is wanneer er Mondriaan op staat, namelijk tussen de ijf en acht miljoen. Welnu: wonen in 'het Schröderhuis aan de Utrechtse Prins iHendriklaan, dat is zoiets als wonen in ,een Mondriaan. Duur? Architect Mulder krabt achter het andere oor. „De restau- „ratie waar ik nu vrijwel mee klaar ben, heeft 377.000 gulden gekost. Bij de brandverzekering staat het voor een mil joen genoteerd. Maar als je weet dat on langs op een veiling zo'n Birza-stoel van Rietveld al 130.000 gulden heeft gedaan, dan begrijp je dat een miljoen maar een fractie is van de werkelijke waarde. Echt een belachelijk lage prijs voor deze unie- ke, onvervangbare schepping". q Bochten Aanleiding voor het gesprek met Mulder eet: is het feit dat het Schröderhuis vanaf 7 aiie( april, compleet met de oorspronkelijke, ook door Rietveld ontworpen meubelen, )Q voor het publiek wordt opengesteld. Een -jd gebeurtenis van internationaal belang, want tot voor kort is het Mondriaan- achtige bouwwerkje bewoond geweest oor door de advocatenweduwe Truus Schrö- der-Schrader die er ook haar naam aan gegeven heeft, en kon van Rietvelds we reldvermaarde creatie slechts de buiten kant worden aangegaapt. Dat gebeurde druk en gebeurt nog steeds, getuige de Japanners en Amerikanen die zich de middag van het interview iri vreemde bochten wringen teneinde elk detail van de kubistische gevels goed voor de lens te krijgen. Er kwamen, vertelt Mulder, ar op den duur zoveel mensen het huis be kijken dat mevrouw Schroder het gevoel had geen enkel stukje ruimte meer voor zichzelf te hebben. Daarom liet ze Riet veld er een kamertje op het dak bijbou wen waar ze eindelijk met zichzelf alleen kon zijn. Maar de bouwmeester vond het geen aanwinst voor het huis. Hij voerde de opdracht met lichte tegen zin uit en toen er in 1958 ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag een grote overzichtstentoonstelling van zijn werk werd georganiseerd, sloopte men er de ontsiering weer af. In 1985 kwam Truus Schroder op de ge zegende leeftijd van 96 jaar te overlij den. De gemeente Utrecht kreeg het huis in erfpacht en besloot dat het plaatselijk Centraal Museum dit puntgave voor beeld van de artistieke stroming uit de jaren twintig die als „De Stijl" te boek staat, bij wijze van museumstuk zou gaan beheren. Architect Mulder, zelf een leerling van Rietveld, had toen de res tauratie van de buitenkant al voltooid en nu is ook de binnenkant op een oor na gevild. Ondertussen is in een belen- dend pand een informatiecentrum inge- JA richt en daar staat sinds het nieuws van de openstelling de telefoon niet meer stil. „Het loopt storm", stelt Mulder blij vast. „De mensen beschouwen het als vonden", verklaart Mulder de lokatie. „Aan het eind van een straat aan de rand van de stad. In Rietvelds eigen woorden: een verlaten hoekje waar ie dereen die een kleine boodschap moest doen. dat dus tegen die vieze, ouwe muur maar deed. Nietwaar, zo'n stukje grond van niks was het. Maar met een weids uitzicht over de Johannapolder. Die was opgenomen in de toenmalige waterlinie, hetgeen betekende dat er niet gebouwd mocht worden. Truus Schroder zou zich van een magnifiek panorama verzekerd weten. Daarom maakte het Rietveld niets uit de achterkant van het Schröderhuis tegen de bestaande rijtjes woningen aan te bouwen. De voorkant en de zijkanten immers zouden gericht zijn op de weidsheid van de polder. Het Schröderhuis zou als een zwaluwennes tje aan de rand van de stad komen te hangen en zo was het goed. Weinig kon Rietveld in die dagen vermoeden dat de Johannapolder wel degelijk onder woon- en werkbeton bedolven zou worden. Toen hij het Schröderhuis bouwde, strookte de plek volledig met zijn den ken over ruimte. Dat aspect is helaas verloren gegaan, ja". Gebleven en op een bijna schokkende wijze herkenbaar echter zijn de revolu tionaire ideeën waarop Rietveld zijn ontwerp baseerde. Mulder „Vroeger maakten architecten muren met gaten erin voor de ramen. Rietveld is de eerste geweest die dit heeft doorbroken. Hij schiep gevelpartijen die op zichzelf ston den, en daarnaast raampartijen die op zichzelf stonden. Wat dicht moet zijn, is dicht en wat open moet zijn, is ook echt open. Daar zit het eeuwige streven van Rietveld naar duidelijkheid achter. Hij wilde de dingen op geen enkele manier vermengen. Helderheid, dat was zijn cre do. Ik zoek naar helderheid, zei hij al tijd. En wat hij ook wilde, dat was een binnenruimte die overging in de buiten ruimte. De architecten voor hem hadden de binnenruimte steeds afgeschermd van de rest. De binnenruimte werd door hen verzelfstandigd; er was geen relatie met het omringende, geen wisselwerking. Rietveld daarentegen maakte een bin nenruimte die met de buitenruimte ver vloeide. De ruimte in het huis en de ruimte daarbuiten zijn niet streng ge scheiden, maar lopen aan alle kanten via grote ramen, balkons, dakoverstekken en terrasjes in elkaar over. Het licht komt van alle kanten binnen, niet alleen van opzij door de ramen, maar ook van bo ven door een glazen opbouw op het dak en het trapgat. Het huis is dus heel open, en toch geeft het binnen een gevoel van beslotenheid dat je met behulp van de schuivende schotten naar wens kunt ver groten of verkleinen. Het geheel zag er in 1925 uit alsof het plotseling van een andere planeet was neergedaald en die indruk maakt het nog steeds". Rietveld en daarmee zijn Schröderhuis zijn een tijdlang in de vergetelheid ge weest. Mulder wijt dit aan het effect van de Tweede Wereldoorlog. „Ik denk dat die geweldige vernieuwingsdrang van de jaren twintig daardoor op een laag pitje is komen te staan. Veiligheid en gebor genheid kregen voorrang in het denken van de mensen en zoiets weerspiegelt zich natuurlijk in de bouwkunst. Men ging weer teruggrijpen op het verleden. De kentering heeft een behoorlijke tijd op zich laten wachten, maar zo vanaf 1950 zie je toch weer een aantal archi tecten opstaan die aansluiten bij de denkwereld van De Stijl. Plus de belang stelling uit het buitenland. Gaandeweg na de oorlg kwamen met name de Ame rikanen kijken wat er in Europa nog overeind stond van de bruisende jaren twintig en zo herontdekten ze Rietveld". De verheffing van het Schröderhuis tot museumstuk betekent de voorlopige be kroning van deze artistieke rehabilitatie. Hoe zei Rietveld zelf het ook weer? „Een schepping moet niet beantwoorden aan de geldende eisen en noodzakelijk heid, nee, een schepping moet zijn plaats veroveren". PIET SNOEREN a 1924 bouwde een ankomende architect en huis voor de jonge weduwe van een 5 a advocaat. De architect -ter vFette Rietveld, de ie du we heette Truus Wkrhröder en het huis is fcreldberoemd jjworden onder de Taam „het jhröderhuis". In trecht staat het en nnenkort gaat het oor het eerst in zijn staan open voor het ibliek. Een litenkansje, blijkt dat ^jubliek te vinden, want telefoon staat niet lil. Architect Mulder (ie tekent voor de pstauratie, legt uit yaarom het huis :recht zo vermaard is, (oewel er even moeilijk te wonen valt als het ngemakkelijk zitten is 4ont«{] Rietvelds stoelen. een buitenkansje, want tot dusver is het interieur, hoewel afgebeeld in elk zich zelf respecterend boek over architectuur, nooit in natura te bezichtigen geweest". Er blijkt echter een beperking. Om be schadiging aan de inrichting te voorko men, is bezoek alleen mogelijk na telefo nische reservering (030-517926) en het Centraal Museum laat niet meer dan acht personen tegelijk in het huis toe. De agenda puilt inmiddels uit. Bezoekers worden bovendien voor de keus gesteld hun schoenen uit te doen dan wel er plastic hoesjes over aan te trekken. Het Schröderhuis, dat is een soort Heilige der Heiligen. Lekker? Het gesprek met Mulder vindt plaats aan de blank houten tafel in de grote, lichte keuken beneden. Gezeten wordt op de beroemde zigzag-stoeltjes van Rietveld. Later, in de woonkamer op de bovenverdieping, bestaat er gelegenheid plaats te nemen in zijn al even vermaar de, a-symmetrische Berlijn-stoel of in de zo mogelijk nog bekendere rood-blauwe stoel. Na afloop is er dus op ettelijke honderdduizenden guldens gezeten, maar of het ook lekker zat? Om eerlijk te zijn, nee. Een paar uur op het zadel van een racefiets is comfortabeler. „Riet veld-stoelen dienen niet het gemak van de mens", geeft Mulder toe. „Zelf zou hij gezegd hebben: ze dienen niet de ge makzucht van de mens. Hij was er ook de man niet naar om te zitten. Veel te actief'. Hetgeen, in dit Heilige der Heili gen, een andere profane vraag oproept. Wanneer de Rietveld-stoelen verre van lekker zitten, hoe staat het dan met het huis? Is het in het Schröderhuis eigenlijk wel lekker wonen? iifc_ Foto linksboven: Architect Mulder: „Een heleboel mensen zouden dit huis niet prettig vinden om in te wonen". Foto boven: Het interieur van het door Rietveld ontworpen Schröderhuis dat binnenkort eindelijk „in natura" te bezichtigen is. Foto links: Het Schröderhuis, heel vreemd aangeleund tegen een rij fantasieloze burgermanshuizen. Foto's: MILAN KONVALINKA Dat hangt er vanaf, aarzelt Mulder. Zelf zou hij er niet in willen wonen, nee. „Ik heb er een grote bewondering voor, maar ik ben Bertus Mulder, niet Truus Schroder. Ik stel andere eisen aan mijn omgeving. Het Schröderhuis is namelijk niet makkelijk te bewonen. Ik bedoel: je kunt er niet passief in wonen, je kunt je er niet in nestelen en alles laten zoals het is. Je moet iets doen met dat huis, met de verschuifbare schotten die de ruimte al dan niet opdelen in verschillende ka mers. Je moet als het ware de hele dag de ruimte maken zoals je hem op dat moment wenst, afhankelijk van het weer, van de hoeveelheid licht die bin nenvalt, van de stand van de zon of het spel van de wolken. Bovendien zijn er veel uitklapbare toestanden in het inte rieur. Truus Schroder vond dat prachtig. Die wilde niet gehinderd worden door dingen om haar heen. Ze haalde iets pas tevoorschijn als ze het nodig had. Dat kwam doordat ze heel sterk bezig was met begrippen als vrijheid en zelfstan digheid. Het eigen lot in handen hebben. Dan ben je pas mens, zei ze altijd. En soberheid was voor haar een middel om tot zelfstandigheid te komen. Onthech ting. De dingen mochten van haar niet een dusdanige vorm hebben dat je eraan gehecht kon raken, zoals een mens wel eens hecht aan een klok of een vaas. Dat mocht van haar niet en daarom moest alles van haar veranderbaar zijn. De mens bepaalt zijn omgeving en niet an dersom, was haar filosofie. Voor haar betekende het huis dus een verrijking van haar leven, maar een heleboel men sen zouden, denk ik, al dat gedoe met die verschuifbare schotten en uitklapba re huishoudelijke elementen juist als een vervelende beperking ervaren. Niet pret tig om in te wonen". Maar bij de opvattingen van Rietveld, daar sloot de levenshouding van Truus Schroder wonderwel bij aan. „Rietveld zei altijd tegen me: ruimte is het enige medium van de architect", herinnert Mulder zich. „Tot het begin van onze eeuw zijn architecten vooral bezig ge weest met het begrenzen van de ruimte. Met het afsluiten, buiten houden. Maar Rietveld vond dat het omgekeerd moest. Het gaat juist om de ruimte. Dat is het enige waarmee een architect kan werken. Daarnaast was soberheid een principe van hem. De mens mag zijn hulpbron nen niet verkwisten, vond hij. Hij mag niet alles zomaar opmaken. Die gedach te bepaalde zijn leven. Hij was een man die voor zichzelf nauwelijks iets nodig had. Hij woonde hier in Utrecht met zijn vrouw en zes kinderen gewoon op een boven-etage en dat was één grote ruimte, met alleen wat slaapnissen. Heel sober gemeubileerd; hij werkte aan de huiskamertafel. En een derde leidraad voor hem was de betrekkelijkheid der dingen. Alles is betrekkelijk, bleef hij herhalen; geen enkel gegeven is absoluut. Daarom moet alles ook veranderbaar zijn. Je moet nooit iets maken waardoor de mens wordt vastgepind, want de mens is dynamisch, met steeds wisselen de behoeften. Rietveld wilde dan ook op geen enkele manier bouwen voor de eeu wigheid. Een huis moest één of twee ge neraties meegaan en daarmee uit. In het Schröderhuis vind je die principes alle maal terug. Het is een licht huis, ook in materiële zin. Rietveld heeft er maar weinig materiaal in verwerkt. Dat blijkt uit het gewicht. Het huis weegt boven de grond 75.000 kilo, 35 procent minder dan de gemiddelde woningen die in die periode gebouwd werden". Niet voor de eeuwigheid. Toch wil de ironie dat uitgerekend dit huis in de adelstand van museumstuk met eeuwig heidswaarde verheven is. Onder de hoge bescherming van de Verenigde Naties. Een erfgoed van gans de mensheid. Wat maakt het Schröderhuis zo bijzonder? Dat hangt samen met de kunstzinnige aardverschuiving die in de jaren twintig teweeg werd gebracht door De Stijl, een groep kunstenaars en vormgevers rond de schilder en dichter Theo van Does burg. „Ze wilden inspelen op het aanbre ken van de nieuwe tijd", vat Mulder sa men. „Het was een poging om door middel van de kunst structuur aan te brengen in de maatschappij. Daartoe zochten ze hun heil bij cultuuruitingen die universeel waren, van alle mensen en van alle tijden. De vormen en kleu ren die ze gebruikten, mochten niet her inneren aan welk land of aan welke cul tuur dan ook. De wetten die zowel het heelal als de mens beheersen, daar ging het om. Universele harmonie. Heel be wust beperkten de kunstenaars van De Stijl hun beeldende vocabulaire tot de meest elementaire gegevens: de rechte lijn en de rechte hoek, de drie primaire kleuren rood, geel en blauw en de drie primaire niet-kleuren zwart, grijs en wit. Zie het maar als een soort zuiveringspro ces. De kunst, de architectuur, de vorm geving, alles moest ontdaan worden van overblijfselen uit vroegere stijlperiodes. Een ware revolutie". Ideaal koppel Rietveld die zichzelf, in de meubelmake rij van zijn vader, het vak geleerd had, trad in 1919 toe tot De Stijl. Met Truus Schroder kwam hij twee jaar later in contact. Ze was toen nog getrouwd met een vooraanstaand jurist en bewoonde een kast van een herenhuis aan de Bilt- straat te Utrecht. Daarin had ze een ei gen kamer en de aankomende architect mocht die van haar opnieuw inrichten. Toen kort daarop haar man overleed, kon de jonge weduwe het pand niet aan houden. Ze moest kleiner gaan wonen en uiteindelijk kreeg Rietveld de op dracht een passende behuizing voor haar en haar drie kinderen te ontwerpen. „Een ideaal koppel", prijst Mulder ach teraf. „Wat de één zei, dacht de ander. Er was geen sprake van een verhouding opdrachtgever-architect. Ze deden alles samen en hun opvattingen grepen volle dig in elkaar. Wanneer Truus Schroder Rietveld niet bad gehad, was dit nooit tot stand gekomen, maar het omgekeer de is even waar". Zo staat het daar nu in de Prins Hendrikstraat. Heel vreemd aangeleund tegen een rij fantasieloze burgermanshuizen. Bijna verpletterd on der de verhoogde vierbaans rondweg die Utrecht aansluit op het landelijke we genweb. Letterlijk overschaduwd door de torens aan de overkant waarin de Utrechtse universiteit zich heeft opgeslo ten. Wat een vreemde plaats voor een kunstwerk. „Het was toentertijd, in 1924, gewoon het enige stukje braakliggende grond dat Truus Schroder en Rietveld geschikt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 21