Waar\ je nou pappc Ouders in principe welkom Tien jaar „Kind en Ziekenhuis" Wie neemt het voortouw? BUTLER 'Ccidóc SouACMit' Het bevorderen van het welzijn van het kind vóór, tijdens en na een opname in het ziekenhuis. Dat is de doelstelling van de landelijke vereniging Kind en Ziekenhuis, die dit jaar haar tweede lustrum viert. „Veel is bereikt", zegt voorzitster mevrouw M. van Loon. „Niet langer benaderen ziekenhuisartsen het kind louter en alleen vanuit een medisch-technische invalshoek. Steeds meer l krijgen ze oog voor het totale welzijn van het kind, inclusief zijn geestelijke noden". j Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat dank zij de inspanningen van de vereniging verreweg de meeste ziekenhuizen in ons land nu geen grenzen meer I stellen aan de tijden waarop kinderen bezocht kunnen worden. Ook de regelingen om 's nachts naast het kind in het ziekenhuis te blijven slapen zijn verruimd. Een concrete doelstelling waar de vereniging momenteel veel energie in steekt is de mogelijkheid voor vader of moeder om te allen tijde aanwezig te kunnen zijn, wanneer hun kind onder narcose wordt gebracht. Mevrouw van Loon: „De inleiding in de narcose is voor een kind een heel angstige ervaring. Op zo'n moment mag het nooit gescheiden worden van zijn ouders. Veel anesthesiologen staan daar nog huiverig tegenover. En bij de ouders ontstaan vaak misverstanden over de vraag of ze er nu wel of niet bij mogen zijn wanneer hun kind met een kapje of een prik in slaap wordt gemaakt". Een onzer redacteuren bracht een praktijkvoorbeeld van zo'n misverstand in kaart. En vroeg de anesthesioloog dr. Hans Póli, van het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag, hoe huiverig hij is voor de hete adem van de ouders. ^EN HAAG - „Waar was pappa vroeg Esmé ter Stege (3) na |loop van de operatie in het Haag- Bronovo-ziekenhuis, waarbij NO-arts dr. B. E. Glazenburg in k van haar oren een buisje plaat- e. Ja, waar was pappa? Dagenlang id hij zijn dochtertje bezworen at hij tot het moment waarop ze >u inslapen, bij haar zou blijven. Wees maar niet bang, Esmé, wan eer de dokter komt gaan we sa- ïen naar binnen. Dan krijg je een ipje op, en ga je vanzelf slapen, 'anneer je wakker wordt, zijn lamma en ik er allebei weer", oen kwam de dokter, n verbrak de vader zijn belofte. zijn mooie woorden ten spijt, oeg hij de huilende Esmé over in een vreemd persoon en bleef :lf veilig op de gang. De witgejaste eemdelingen, de rare lampen, het aar sinaasappel riekende gas - smé moest haar angstig avontuur iteindelijk toch in haar dooie een- ondergaan. Waar was je nou, fcppa? ie heer E. ter Stege: „Esmé was al eer- ;r door dokter Glazenburg geopereerd, orig jaar heeft hij haar neusamandelen wg epeld. Toen mocht één van de ouders 'hadt 1 aanwezig zijn bij de inleiding in de arcose. Wij veronderstelden dat dit nu ok weer zo zou zijn. We hebben er niet ipliciet naar geïnformeerd, maar niets ■It - s er°P dat we er niet bij mochten ijn. Pas op het allerlaatste ogenblik sp°Teek ons dat de regeling bij amandel- Operaties anders is dan die bij buisjes ntotnbrengen. We hoorden het van de ou- van een kindje dat Joost heet, en - Ti?1 vóór Esmé werd behandeld. Ook de gliders van Joost dachten dat ze bij de .krcose aanwezig mochten zijn, en zij )l Hvamen ons geschrokken vertellen dat it niet zo was", et j' het niet beter geweest op dat mo- Ment met de dokter te overleggen over "jjogelijk uitstel van de ingreep.r "Achteraf gezien: ja. Maar ik was zo °l, zverdonderd door de situatie, dat ik „jen heldere afweging kon maken. Be- L' rijp goed dat je als vader of moeder óók °*°prveus bent wanneer je kind onder het les moet. Je staat daar met je dochter ESMÉ TER STEGE: tje in je armen, er gebeurt iets totaal on verwachts, en je moet acuut een beslis sing nemen. Ik heb natuurlijk bezwaar gemaakt. Kenbaar gemaakt: „Ik ben het hier absoluut niet mee eens". En mijn vrouw, even geladen als ik, heeft gezegd: „Dit overkomt me geen tweede keer". Maar we zijn toch gezwicht. Voor de au toriteit van de dokter - die Esmé al had meegenomen voor we er goed en wel erg in hadden". Te bont De geschiedenis rond Esmé en dr. Gla zenburg gaat nog verder. Want dr. Gla zenburg staat erom bekend dat hij van kritische patiënten houdt, maar ze moe ten het niet te bont maken. In dit geval hadden de heer en mevrouw Ter Stege het duidelijk te bont gemaakt. Terug uit de operatiekamer deed zich een verbaal incident voor tussen de dokter en het echtpaar, dat ertoe heeft geleid dat hun relatie thans voorgoed is verbroken. Over de formuleringen die daarbij zijn gebruikt lopen de lezingen uiteen. De heer en mevrouw Ter Stege: „Dr. Gla zenburg kwam boos naar ons toe en zei: „Ik wil u niet langer als patiént. Zodra :uui Hans Poll: „Sommige kinderen huilen en zijn bang, anderen gedragen zich heel is tig. Hoe dat nou komt, weet je gewoon niet". Foto: MILAN KONVALINKA. i Andere ziekenhuizen Welke regeling hanteren de overige ziekenhuizen in de Haags/Leidse regio voor de aanwezigheid van ouders bij de inleiding in de narcose van hun kind? Daarover valt nauwelijks algemene informatie te geven. De regelingen kunnen niet alleen per ziekenhuis en per operatie, maar ook per kind verschillen. Daar om een dringend advies: informeer altijd zelf bij de behandelend arts wat de mogelijkheden zijn in het individuele geval van uw kind, en maak een duidelij ke afspraak. Op alle regels zijn uitzonderingen, en de geschiedenis van Esmé ter Stege leert tot welke ellende een onduidelijke afspraak leidt. Om toch enigszins de gedachten te bepalen: de meeste ziekenhuizen stellen zich op ongeveer hetzelfde standpunt als het Juliana Kinderziekenhuis, dat kort sa mengevat hierop neerkomt: buisjes en amandelen: aanwezigheid geen probleem overige operaties: na overleg niet uitgesloten. Voor het Bronovo-ziekenhuis geldt dat de aanwezigheid van de ouders alleen bij amandel-operaties is toegestaan. Voor andere operaties gebruikt Bronovo een operatie-complex waartoe, om redenen van steriliteit, geen buitenstaanders worden toegelaten. ZATERDAG 21 MAART 1987 Esmé: angstig avontuur in haar dooie eentje doorstaan. Foto: MILAN KONVALINKA. Esmé is uitgeslapen kunt u haar meene men". De dokter ontkent dit pertinent, zoals hij alles ontkent dat er ook maar in de verste verte op zou kunnen wijzen dat hij zijn dag niet had. Dr. Glazenburg: „Ik heb het echtpaar laten weten dat naar mijn inzicht aan onze relatie de vertrouwensbasis was ontvallen. Op grond daarvan heb ik voorgesteld de re latie te beëindigen. Met dat voorstel hebben ze ingestemd". Ook de woorden die zijn gebezigd vóór dat Esmé de operatiekamer inging zijn door de geheugens van het echtpaar Ter Stege enerzijds en dr. Glazenburg ander zijds verschillend geregistreerd. Volgens de heer Ter Stege heeft de dokter de ont stane probleemsituatie samengevat in de vraag: „Moet ik haar nou meenemen of niet?". De dokter echter weet dat hij zich aan zienlijk genuanceerder heeft uitgelaten: „Gezien de verwachting van Esmé dat een van haar ouders bij de inleiding in de narcose aanwezig zou zijn, heb ik overwogen of de ingreep nu wel of niet doorgang moest vinden. Daarbij heb ik twee kwaden tegen elkaar afgewogen. Het kwaad van de teleurstelling dat ze alleen de operatiekamer in moest. En het De vereniging Kind en Ziekenhuis telt zeventig regionale werkgroepen die in hun gebied ijveren voor het welzijn van kinderen in ziekenhuizen. De werkgroepen bestaan uit ouders en soms verpleegkundigen. Ze voeren over leg met de ziekenhuizen in hun gebied en verschaften, bijvoorbeeld op ou deravonden, informatie over de problemen waarvoor kinderen komen te staan als ze „onder het mes moeten". Uitgerekend de regio Den Haag ech ter, moet zo'n werkgroep tot nu toe ontberen. Ook al gezien de ervaringen van Esmé ter Stege, lijkt het voor Haagse ouders nuttig eveneens een orga nisatorisch verband aan te gaan. Wie neemt het voortouw? Het landelijk bureau van de vereniging Kind en Ziekenhuis is gevestigd aan de Weren- gouw 23, 1024 NL Amsterdam, tel. 020-363712. kwaad van een nieuwe afspraak, waar door ze de spanningen vóór de operatie nóg eens zou moeten ondergaan. Naar mijn inzicht woog het tweede kwaad zwaarder. Dit heb ik de ouders uiteenge zet en tegen deze achtergrond heb ik ze voorgesteld de ingreep toch uit te voe ren. Daarmee zijn ze akkoord gegaan". Als we dr. Glazenburg mogen geloven, en waarom zouden we hem niet mogen geloven, ligt de oorzaak van alle ellende trouwens bij de moeder van Esmé. Want natuurlijk heeft de dokter niet vergeten om tijdens consulten voorafgaande aan de ingreep de Bronovo-regeling met na druk onder haar aandacht te brengen: bij amandel-operaties mogen de ouders wél en bij „buisjes" mogen ze niet aanwezig zijn bij de inleiding in de narcose. Als mevrouw Ter Stege beter naar de dokter had geluisterd, waren er überhaupt geen problemen ontstaan, zegt hij. DR. PÖLL VAN HET JULIANA KINDERZIEKENHUIS: Huiver voor de aanwezigheid van* ouders bij het inleiden in de narco se? „Nee", ontkent de anesthesio loog (zeg maar: narcotiseur) dr. Hans PöU van het Juliana Kinder ziekenhuis in Den Haag. „Integen deel zelfs. Ik vind het prettig als een van de ouders er bij is. Al durf ik dat nauwelijks hardop te zeggen. We moeten voorkomen dat ouders het gevoel krijgen dat ze te kort schieten als ze om welke reden dan ook de inleiding in de narcose niet willen meemaken. De besüssing „wel of niet aanwezig zijn" moet in volkomen vrijheid worden geno men". De mogelijkheid voor vader of moeder om er bij te zijn en het kind vast te hou den wanneer het onder narcose wordt gebracht bestaat in het Juliana Kinder ziekenhuis nu twee jaar. De ervaringen zijn positief, al wil dr. Póli benadrukken dat niemand weet of het nu „objectief beter" is voor het kind. „Bij mijn weten is het wetenschappelijk nooit aange toond. Als ik op mijn eigen ervaringen afga zie ik geen gedragsverschillen tussen kinderen die alleen de operatiekamer binnenkomen en kinderen die door een ouder worden begeleid. Sommige kinde ren huilen en zijn bang, anderen gedra gen zich heel rustig. Hoe dat nou komt, weet je gewoon niet". De reden waarom het Juliana Kinderzie kenhuis in principe ,ja" zegt tegen de aanwezigheid van vader of moeder is dan ook dat de ouders zelf er prijs op stellen. Op emotionele gronden zou ook Póli „er bij" willen zijn als een van zijn drie kindertjes onder narcose werd ge bracht. „Toch", zegt hij, „kunnen we de aanwe zigheid van vader of moeder niet altijd en onder alle omstandigheden toestaan. Voorwaarde is namelijk dat ie de ouders een zekere begeleiding geeft. Dat kost aandacht, tijd, mankracht - en die zijn niet altijd voorhanden. Een kind dat on der narcose wordt gebracht, gedraagt zich anders dan een kind dat slaapt. On der narcose ziin de oogleden bijvoor beeld maar half gesloten. Het kind draait met de ogen, maakt soms onverwachte bewegingen. Als je dat voor het eerst ziet, is het eng en maak je je zorgen. In het Juliana Kinderziekenhuis geven we daarover vóór de operatie al zoveel mo gelijk voorlichting. Maar dan nog moet ik tijdens mijn werk de ouders gerust stellen en hun vragen beantwoorden. Onder normale omstandigheden is dat geen probleem, maar als ik te maken heb met een kind met een verhoogd risi co - een long- of hartafwijking bijvoor beeld - heb ik daarvoor niet altijd gele genheid. De gebeurtenissen kunnen el kaar dan zo snel opvolgen, ik moet me zozeer concentreren op mijn eigenlijke werk, dat ik voor de begeleiding van de in zo'n geval natuurlijk zéér bezorgde ouders geen tijd heb". Als het kind eenmaal „ingeslapen" is en een andere specialist zich over hem of haar buigt om de operatie te verrichten, gaan de ouders weer de gang op. Vaak in een gespannen, soms zelfs in een ver dwaasde toestand, zo leert volgens dr. Póli de ervaring. Ook dan is er opvang nodig en ook dat vereist weer een func tionaris. Bij de huidige, financieel be perkte, stand van zaken, kan het Juliana Kinderziekenhuis niet garanderen dat daarvoor altijd iemand beschikbaar is. Waarmee we dus twee categorieën van gevallen hebben geformuleerd waarin het Juliana Kinderziekenhuis de aanwe- zighgeid van ouders niet toestaat. Het mag niet bij kinderen met een verhoogd risico en het mag ook niet als er onvol doende opvangmogelijkheden voor de ouders zijn. Er is nog een derde categorie, die dr. PöU omschrijft als „gevallen waarin de aanwezigheid om steriliteitsredenen niet mogelijk is". Kiemvrij Dit is een wat dubieuze categorie aange zien die „steriliteitsredenen" volop in discussie zijn. Om deze discussie te be grijpen dient men zich te realiseren dat de inleiding in de narcose traditioneel in dezelfde ruimte geschiedt als waar de operatie plaatsvindt. Technisch is het ui teraard mogelijk hiervoor twee verschil lende ruimten in te richten, maar zeker in oudere ziekenhuizen ontbreken wat dit betreft de bouwkundige voorzienin gen. Dr. Póli: „Om infecties te voorkomen plegen we operatiekamers zo veel moge lijk vrij van bacteriën te houden. Daar bij maken we onderscheid tussen kamers die bedoeld zijn voor de zogeheten kiemvrije operaties en kamers voor ope raties in lichaamsgebieden waarin van nature veel bacteriën voorkomen. In het keel-, neus-, oorgebied heb je altijd bac teriën. De opvatting van de meeste art sen is dat het in een operatiekamer die voor KNO-ingrepen wordt gebruikt, niets uitmaakt of daar met de komst van buitenstaanders nog wat extra bacterièn binnenkomen". „In de kamer voor kiemvrije operaties is de komst van buitenstaanders met hun extra bacterièn wel van betekenis, zo is de meest gehuldigde opvatting. Daarom wil men hier behalve de artsen, de ver pleegkundigen en de schoonmakers liefst niemand anders binnenlaten. Een lies breuk bijvoorbeeld wordt in zo'n „steriel mogelijke" operatiekamer gecorrigeerd, en daar wil men dan geen vader of moe der toelaten. Maar wat is die invloed van zo'n buitenstaander op de bacteriéle bevolking precies? Is het echt zo schade lijk? Daarover gaat de discussie, en steeds meer artsen neigen tot de opvat ting dat het schadelijk effect miniem is of afwezig. Zelf denk ik ook niet dat het kwaad kan. Maar hier in het ziekenhuis gaat de discussie nog voort". In afwachting van de uitkomst hiervan is het standpunt van het Juliana Kinder ziekenhuis inzake operaties in de „sterie le" operatiekamer: liever geen vader of moeder bij de narcose, maar als de ou ders zwaarwegende argumenten hebben om er toch bij te zijn, valt er over te pra ten. Wat betreft „buisjes aanbrengen" en amandel-operaties, de twee meest voor komende KNO-ingrepen bij kinderen, is de aanwezigheid van de ouders bijna al tijd mogelijk. Voor alle operaties geldt dat het kind vrijwel direct na het wakker worden uit de narcose naar een ruimte wordt ge bracht waar de ouders op hem of haar wachten. WILLEM SCHEER door Piel Snoeren ..Gezellig u weer in ons midden te hebben", groette de ober. hoewel het café leeg was. „De vorige keer had u ook iets groens aan. Zeker uw lievelingskleur. Maar toen was het effen groen, geen ruitje. Meneer gaat met ae mode mee. En u zat aan dal tafeltje daar, niet hier. Met uw rug naar de deur, niet naar het biljart. Is het langer dan een jaar geleden dat u hier voor het laatst was? Ach, dat maakt geen verschil. Ik onthou iedere klant, al komt hij maar één keer. Nog steeds dezelfde auto, zie ik?". Misschien kan Jos Brink eens een kopie koffie gaan drinken in dal café. Geknipt voor Wedden Dat, de ober die hem er zal bedienen. Hoewel? Televisie was niks voor hem, liet hij weten, terwijl hij met ziin smetteloze servet een denkbeeldig vlekje op het tafelblad begon weg te werken. Hij speelde toneel. Zodoende. Amateurtoneel. Vooral butlers mocht hij graag spelen. Daar had hij een natuurtalent voor, al zei hij het zelf. De aangeboren butler in hem, die had hem uiteindelijk de horeca ingedreven. Want naar butlers is in deze genivelleerde maatschappij weinig vraag en lakei - op Prinsjesdag door de paardevijgen achter de gouden koets aan soppen - dat zou hem nou ook weer niet gelegen hebben. Zo was het al snel ober geworden en de aangeboren butler, die mocht er uit in zijn vrije tijd. Zou het gepermitteerd zijn als hij even kwam zitten? Het was nu toch stil. Zonder op antwoord te wachten, zeeg hij neer met een zucht die platvoeten deed vermoeden, schudde een wijsvinger naar een onzichtbare beklaagde waarvan later zou blijken dat het Marcel van Dam was. en opende de moordkuil van zijn hart. „Hebt u een tijdje geleden dat gesprek gezien van Ivo Niehe met zo'n dame die vogeltjes redt op de Waddenzee? Nee? Nou, op een gegeven moment zei Niehe: laat u de vogels dan maar zien, want het is uw zendtijd. Daar werd ik toch zo pissig van. Uw zendtijd. Ik betaal toch geen kijkgeld voor de zendtijd van Jan en Alleman? Koot en Bie, daar betaal ik voor". „En dat ettert maar door. In Hilversum moet alles goedkoper, dus wat doen ze? Jan en Alleman op de buis. want dat kost bijna niks. Ben je gek. Al die mensen geven een meier toe als ze met hun fieselemie op de televisie mogen. Die zetten het op de video zodat ze straks tegen de kleinkindertjes kunnen zeggen: zie je wel, dat is opa bij Will Luikinga in de Pats Boem Show. Of wat dacht u van de Soundmix Show? Ik ding niks af op Henny Huisman, maar mijn punt is: het kost niks. Het is armoe. Teren op andermans ijdelheid. Waarom ik me daar zo over opwind? Kijk, de VARA is er beroerd aan toe. Daar willen ze er dus ook graag van af dat ze hun zendtijd zelf moeten vullen. En Marcel van Dam heeft er het volgende op gevonden. Een gisse jongen, I 'an Dam, dat wisten we al sinds Jan Splinter. Wat las hij in het blad van het Nederlands Centrum voor Amateurtoneel? Dat daarbij wel achttienhonderd gezelschappen uit het hele land aangesloten zijn. Zo'n veertigduizend amateurs die toneel spelen. Nou. daar kun je bijna voor nop je hete zendtijd mee vullen. Er komt nu een competitie tussen al die gezelschappen. En vanaf oktober mogen de beste op de buis. Dat zal me een verkoop van video's geven. Maar het wordt de dood van het amateurtoneel, meneer. Jans Pommerans uit Nieuweschans ruikt haar kans. Allemaal Jeroen Krabbé'tjes en René Soutendijkjes gaan ze proberen te maken. Barend van Bracht uit Nooitgedacht speelt Guus Hermus die Cyrano de Bergérac speelt. En Marcel van Dam maar grijnzend in de coulisse loi toi loi roepen. Logisch, het kost hem niks. Boukje van Gorp uit Bollendorp die Jip Wijngaarden speelt die-Anne Frank speelt, zo zo, heb je je eigen toneeljurk genaaid, kind, wat geweldig, daar mag best even voor geklapt worden, dames en heren. Je kont krabben met de nagel van een ander, noem ik dat. En nou ga ik dat tweede kopje koffie voor u halen". Met waardige tred schreed hij richting buffet. Niks platvoeten. De moordkuil móest even leeg. Een butler van een ober. Wat hem betreft, zei zijn rug, kunnen ze bij de VARA hun fooitjes houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 23