Keukenhof snakt naar een paar dagen zon 4 W V ET 1mm v^(5 Programma Keukenhof 1 £eidóc Somont1 ZEIL jol, 2 fiT( ?Ca Ike d Zo'n vijf maanden geleden zijn ze de grond in gegaan, en als de vorst geen roet in het eten gooit, komen ze in de komende acht weken allemaal tot bloei: tussen de zes en zeven miljoen bloembollen, te bezichtigen op de Keukenhof in Lisse. Daar zal 's werelds grootste bolbloemenshow tussen 27 maart en 24 mei weer bestormd worden door duizenden toeristen uit binnen- en buitenland. Bestormd, want in die twee maanden komen naar schatting meer dan 800.000 mensen een kijkje nemen bij de narcissen, tulpen, hyacinthen en al die andere soorten bolgewassen die de Bollenstreek, met de Keukenhof als onvermijdelijk middelpunt, tot een toeristische trekpleister van wereldallure maken. Deze dagen wordt de laatste hand gelegd aan de voorbereidingen van de achtendertigste tentoonstelling, die dit jaar wordt geopend door de ambassadeur van West-Duitsland, O. von der Gablentz. \kj^ De keukenhof op zijn mooist. De vraag is wanneer de nationale bloemententoonstelling er dit jaar zo uit ziet. grot&ssE i;Het mooiste zou natuurlijk irstafW als de hele Keukenhof overdekt zou Tjn". Hij zegt het op een serieuze toon, laar zijn gezicht verraadt dat het een rapje is. G. van der Velde, plaatsver- 561 Bngend tuinchef van de Keukenhof, pelt het de laatste weken voor de ope- iVN, ing van de bloembollententoonstelling r. tuiiiet makkelijk gehad. Doordat de vorst f. 3nger aanhield dan normaal, is de bloei an gras en bollen geremd. Het groei- ^AVjmpo is zelfs dusdanig vertraagd, dat 070-ft de vraaS er by de °PeninÊ al -77-rjts bloeit. En daar gaat het in Lisse toch gericiM1- Van der Ve'de is echter optimistisch vord^stemd. „Het is al jarenlang goed ge- ?7920|an. We hebben verscheidene stormen i metyerleefd. Dus nu moet het ook weer 48«ken". Jan der Velde staat niet alleen in zijn "ptimistische toekomstverwachting. Ook Jet van de Burg is er van overtuigd dat re aanblik van het 28 hectare metende fcrk binnen korte tijd weinig zal ver skillen van de kleurrijke reclameposter de Keukenhof - uiteraard - op z'n oist laat zien: als één grote bloemen ie. „De natuur regelt zichzelf', ver jaart het 50-jarige „manusje van alles" an de Keukenhof. En dan mag hij een iag om de arm houden door te zeggen Bt hij het „nog nooit zö erg" heeft mee- imaakt, Van de Burg beroept zich op >fcn winter waarin de „hal", de vorst in e grond, roet in het eten dreigde te 17boien maar de warmte van de zon het 3n firwei alsnog op tijd klaarde. „Twee da- en scheen hij, en het verschil was onge- aanfoflijk. Waar eerst helemaal niets te [en was geweest, kwam opeens van alles kar boven", vertelt hij met een triom-1- t voptelijk gezicht dat wil zeggen: mij hoef .1 echt mets wijs te maken. "'"'raar Van de Burg zich meer zorgen puiyer maakt, is het gras. Tenslotte is hij jeciaal belast met de zorg voor de groe- n n<% mat. „Dat is te zeggen: ik maai de USSfft van bet gras in het bos, hier bij- Oorbeeld". En hij wijst plaatsen aan die nog akelig zwart uitzien. Zit er eigen- der ft wel zaa(* 'n &on(M »0 ja"> verze- ert Van de Burg, „dat gebeurt al voor jbruari. Dat is het belangrijkste. Ons IQ vf°b'eem 's meer dat er door de vorst ergens graszoden zijn te krijgen. Meest- tezj komen ze uit Brabant, daar is het q b/£ak wat warmer dan in deze omgeving. u *Haar ik vraag me af of we ze daar nu linnen krijgen. Maar ach", spreekt Van e Burg zichzelf moed in, „desnoods ha- in we ze uit het buitenland. Dat doen tje t met het corso immers ook? Die men- jyii hebben al ik weet niet hoeveel nar- Verlaten Voor Van der Velde geldt dat probleem minder. Het werk van hem en zijn twin tig medewerkers speelt zich namelijk niet alleen buiten, maar ook binnen, in de twee grote kassen af. En daar kan hij de temperatuur zelf regelen. Vandaar dat daar wel al de eerste bloemen te zien zijn. „Ja, het scheelt een stuk of je bui ten of binnen zit", zegt hij met een blik op een wagen waar kratten met bloeien de hyacinthen op staan. „Maar de be doeling is dat mensen er vooral buiten van kunnen genieten". Om alles op tijd klaar te krijgen voor de opening, is er de laatste dagen met koortsachtige haast gewerkt op het voor malige landgoed van gravin Jacoba van Beieren. Niet alleen aan de bollen, maar ook aan niet-natuurlijke zaken. De hek ken bij de hoofdingang werden voorzien van een nieuwe laag verf en met man en macht werd het wegdek op die plaats vernieuwd. Tegelijkertijd bood het kan toor een min of meer verlaten aanblik vanwege een uitbreiding. Enkele bureaus met toebehoren bleven tot op het laatste ogenblik staan, want het werk ging in middels „gewoon" door. Wie echter denkt dat alleen de opening voor het nodige werk zorgt, slaat de plank mis. „Er is hier altijd veel te doen", roepen Van der Velde en Van de Burg in koor. En om dat te onderstrepen somt Van der Velde in hoog tempo op hoe een jaar op de Keukenhof voor hem ongeveer verloopt, nadat de laatste be zoekers het terrein hebben verlaten. Het is dan eind mei. „In juni en juli gaan we rooien. Daarna komt het spitten en mes ten en gaan we de vakken uitzetten. Dat wil zeggen dat we aan de hand van een tekening de grond gaan indelen: hier komt dit te staan, daar dat. De eerste bollen die dan de grond in gaan zijn de narcissen. Dat is in oktober. Als alle bol len er in zitten, gaan we blad ruimen. We kunnen veel bladeren als mest laten liggen, maar niet alles. De grond wordt geègaliseerd en even na nieuwjaar wordt het gras ingezaaid. In totaal vijfduizend kilo, ook weer goed voor zes weken werk". Waarna de start van het nieuwe seizoen alweer nadert en de handen uit de mouwen gaan om de puntjes op de i te zetten. „En dat is lang niet alles hoor", verze kert Van der Velde. „Als ik er eens goed voor zou gaan zitten, zou je papier te kort komen om het allemaal op te schrij ven wat we hier doen. Echt, dat onder schatten de meeste bezoekers. Die den ken: de bollen gaan de grond in en klaar is Kees". Wat dus op een groot misver stand blijkt te berusten, want elk jaar gaan alle bollen er uit en worden er weer zes k zeven miljoen ingestopt. Risico „We zouden de bollen kunnen laten zit ten", geeft p.r.-man C. van der Groen toe. „Maar dat zou ten koste gaan van de kwaliteit en dat risico willen we niet nemen". Daarom leveren zo'n honderd inzenders jaarlijks de bollen die de Keu kenhof nodig heeft. Deze inzenders zijn bollenkwekers of exporteurs die bijna al len uit de Bollenstreek komen en maar al te graag gratis bollen ter beschikking stellen voor de bloemententoonstelling omdat hun naam duidelijk wordt ver meld op de bordjes bij de perken. Een mooiere gelegenheid voor reclame is er immers niet. De animo bij kwekers is dan ook groot om het beste van het bes te in te zenden. Er zijn zelfs kwekers die teleurgesteld moeten worden en tevergeefs bij de Keu kenhof aankloppen met het verzoek of zij een bijdrage kunnen leveren aan de bloemenzee in Lisse. Het succes van de Keukenhof sluit uit dat een kweker, die eenmaal een plaatsje op het terrein heeft verworven, vrijwillig de pijp aan Maar ten geeft. En aangezien de Keukenhof onder het motto „never change a win ning team" er zelf wel voor uitkijkt om een inzender voor de eer te bedanken, kan het erg lang duren voordat een nieu we inzender een kans wordt geboden. „We hebben daar twee jaar geleden wat aan proberen te doen", aldus tuinarchi tect H.N.T. Koster. „We hadden toen een strenge winter achter de rug die de heidetuin ernstig had aangetast. Omdat de wachtlijst met potentiële inzenders steeds maar groeide, hebben we de hei detuin vervangen door een watertuin, waar we bollen bij nodig hadden. Op die manier konden we weer wat mensen toe laten". Maar het blijft dringen, is de er varing van Koster. „Als een bedrijf op houdt of er fuseren er een paar, dan ont staat er weer ruimte. Maar dat gebeurt niet zo vaak". De inzenders leveren niet willekeurig bollen aan. Het uiterlijk van de Keuken hof wordt namelijk jaarlijks van tevoren De Keukenhof houdt dit seizoen onder de naam „binnenparades" vijf bij zondere binnententoonstellingen. Vier hebben er plaats in het nieuwe Ko ningin Beatrix Paviljoen, te weten: amaryllis, freesia en hyacinthen (27 maart tot 7 april); tulpen en irissen (9 tot 21 april); narcissen (23 april tot 5 mei) en bijzondere bolgewassen (7 tot 14 mei). Tussen 14 en 24 mei is in de kassen de lelieparade. De perioden waarin de verschillende gewassen het best tot hun recht ko men zijn: tulpen: tussen half april en half/eind mei; narcissen: van begin april tot eind april; hyacinthen: half april tot eind april. De toegangsprijs is tien gulden (vijf gulden voor kinderen van vier tot en met twaalf jaar). Op woensdag mogen ouders hun kinderen tot en met twaalf jaar gratis meenemen. De Keukenhof is dagelijks geopend van 8.00 tot 18.30 uur. De NS heeft een gecombineerd trein/toegangsbiljet, geldig voor de treinreis naar Haarlem of Leiden en dan van daar per NZH-bus naar Lisse. De NZH heeft een speciale halte bij de Keukenhof. Er is voldoende parkeerge legenheid, ook tijdens topdagen, aldus de Keukenhof. Het gehele park is bereikbaar voor rolstoelers. Telefonische inlichtingen zijn verkrijgbaar onder nummer 02521-19034. bepaald door tuinarchitect Koster. Ter wijl het publiek geniet van de kleuren combinaties die door hem zijn bedacht, zet Koster in mei alweer zijn ideeèn voor het volgende jaar op papier. Hoe hij aan de ideeèn komt? Koster kan het eigenlijk niet goed onder woorden bren gen. „Dat groeit vanzelf', zegt hij. „Je speelt met kleuren, met figuraties en met lijnen. Uiteindelijk leidt dat tot een defi nitief plan". Succes Een plan waarin alles in het park is op genomen. De perken, de tuinen, de bo men en de vijvers. „De bedoeling is dat iedere inzender zijn eigen gezicht kan to nen. Maar tegelijkertijd moet alles bij el kaar één geheel opleveren. Het moet er als één park uitzien", noemt Koster de filosofie achter zijn ontwerp. Een ander uitgangspunt van Koster is dat er in het park van begin tot eind zo veel mogelijk verschillende kleuren zijn te zien. Een opzet waar de architect, ge tuige de reacties, al achttien jaar in is ge slaagd. „Ik krijg eigenlijk zelden negatie ve reacties. Kijk, het ligt heel simpel: de mensen zien elk jaar weer wat het resul taat is van mijn werk. Ik kan me niet achter excuses verschuilen, want wat er staat, heb ik zelf bedacht. Als mensen dus niet tevreden zijn, krijg ik dat ge woon te horen". Wat het geheim achter zijn succes is, weet Koster niet. Hij laat er tenminste weinig over los. Belangrijk onderdeel van zijn werk is in elk geval variatie in het uiterlijk van het park. Jaarlijks ver andert de architect bijvoorbeeld het ont werp van zo'n vijfentwintig tuinen, in omvang variërend van duizend tot twee duizend vierkante meter, met uitschie ters naar tienduizend vierkante meter. Eens in de vier jaar zet hij het gehele ontwerp „op z'n kop". Het hele gezicht van de Keukenhof wordt dan anders. Waar gras groeide komen bollen en om gekeerd, en er wordt gesleuteld aan de afmetingen van tuinen en perken. Deze zpgenaamde wisselteelt wordt overigens niet alleen uit esthetisch oogpunt toege past, maar is hoe dan ook noodzakelijk om de optimale kwaliteit van de grond te bewaren. Serieuze problemen ontmoet Koster niet tijdens het ontwerpen van het „nieuwe" park. Inspiratie, onontbeerlijk voor zijn soort werk, heeft hij te over. „De men sen hoeven zich geen zorgen te maken. Ik zit zeker voor de komende vier jaar nog boordevol ideeën", verzekert Koster lachend. Alleen de tulpen baren hem enige zorgen. „Er worden tegenwoordig veel minder late tulpen gekweekt dan tien, twintig jaar geleden. We kunnen daar niet meer aan doen dan de inzen ders te vragen daar meer aandacht aan te besteden". De late tulpen worden dan misschien minder gekweekt, het totaal aantal soor ten dat op de Keukenhof is te zien, be draagt volgens p.r.-man Van der Groen „meer dan duizend". Deze zijn deels te zien in de twee kassen waar ze in de be ginperiode van de tentoonstelling al in bloei staan. Een gedeelte van dit kassen complex is ingericht als overdekte show- tuin. Daar is een combinatie te zien van heesters en bloeiende bolgewassen. Een noviteit die door het publiek met in stemming is begroet. Ook het Koningin Juliana Paviljoen, dat in 1974 werd geo pend door de toenmalige vorstin, is een succesvol initiatief gebleken. Hier wor den verschillende demonstraties gegeven en exposities en tentoonstellingen gehou den. Zestig dagen Samen met andere uitbreidingen hebben deze nieuwe zaken de hoeveelheid werk die op de Keukenhof moet worden ver zet aanmerkelijk uitgebreid. En de tech niek mag het personeel dan wel te hulp zijn geschoten met allerlei machines, het blijft aanpoten. „En er gaat eigenlijk nooit wat mis", vertelt Van der Velde. Echt niet? „Nou ja, soms vergeten we wel eens bollen te planten in een perk. Maar dat is nog geen ramp, want dan zetten we er gewoon vaste planten in". Kortom: alleen het weer kan roet in het eten gooien. Zestig dagen staan er voor één seizoen Keukenhof. „Langer dan tot eind mei houden we hem in geen geval open", weet Van der Groen. „Er zijn wel eens mensen naar ons toegekomen met de vraag waarom we niet tot en met He melvaart open bleven. Dat was mis schien een week later dan de sluiting. Maar dat kunnen we niet maken. Dan ziet het er niet meer uit. En daar gaat het toch om. De Keukenhof is tenslotte het visitekaartje van de Bollenstreek". De vraag is alleen, of de natuur zich wil schikken naar de inzichten van de lei ding van de Keukenhof. Want wanneer de natuur aan die periode van zestig da gen begint, bepaalt zij zelf. En daar kan geen manusje van alles, plaatsvervan gend tuinchef of tuinarchitect iets aan veranderen. PIETER EVELEIN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 21