„In Marokko wacht ons alleen de bedelstaf r Ontluistering troef in Nederlandse Korea-film Blonde Dolly mag blijven draaien TOT UITZETTING VEROORDEELDE FAMILIE AJDIDI: is- Bette Davis dient dochter van repliek BINNENLAND FILM £eidóc6owuuti VRIJDAG 20 MAART 1987 PAGINA j- ESinÉ DEN HAAG Een Ma- rokkaans gezin van ne gen personen, met aan het hoofd de invalide Mo hammed Ajdidi, moet op uiterlijk 29 maart Neder land verlaten. Het voltal lige gezin woont al twee jaar in een gemeentewo ning aan de Hertenrade in Den Haag. Geen enkel gezinslid heeft een ver blijfsvergunning, maar de Ajdidi's werden tot nu toe door de overheid ge doogd. Nu de Haagse rechtbank in een kort geding heeft beslo ten dat het gezin het land uit moet bevindt het zich in een situatie die maar één uitzicht kent: terug naar Marokko om daar als bede laars te verkommeren. „Als we het land worden uitgezet kunnen we alleen naar Marokko. In andere landen zullen ze ons niet toelaten. Maar in Marokko hebben we niets. Ik kan niet meer werken vanwege mijn been en mijn heupen. Er is daar niemand die ons kan helpen. Ik zal moeten gaan bedelen. Mijn oudste zoon heeft gezegd dat hij weg loopt als we het land wor den uitgezet", aldus de heer Ajdidi. Gekleed in een kaf tan zit hij er verslagen bij op een bank in de kleine, sober ingerichte huiskamer. „Ik ben vandaag nog naar de dokter geweest. Hij zei dat het heel slecht gaat met mijn been. Omdat mijn rechterbeen twee keer ach ter elkaar is gebroken, is het zes-en-een-halve centimeter korter geworden. De dokter zegt dat het andere been nu ook verkort moet worden. Dat betekent dat ik weer voor drie maanden het zie kenhuis in moet. Als de dokter mij niet opereert kan ik nog een half jaar lopen, met behulp van een schoen met een hoge zool en kruk ken. Daarna niet meer, want dan zijn mijn heupen te ver afgesleten." Bang Nadat hij heet water in kop jes met oploskoffie heeft ge goten schuift hij het oude sa lontafeltje met waarop de kopjes naar zijn gasten. Dan begint hij met een zucht aan zijn droeve relaas. De 49-ja- rige Marokkaan kwam al in 1965 als gastarbeider naar Nederland. Een jaar later kreeg hii een verblijfs- en een werkvergunning. Ajdi di: „Ik werkte vanaf dat moment bij een melkfabriek in Gorinchem, later bij een steenfabriek in Culemborg, toen bij een autobandenfa briek in dezelfde plaats en tenslotte bij een conserven- fabriek in Geldermalsen. Op een avond in april 1973 zat ik in de trein op weg naar huis, toen bij Driebergen een andere trein frontaal op de onze botste. Ik raakte - daarbij gewond aan mijn hoofd en m'n rechter been. In het ziekenhuis in Gouda namen artsen foto's van mijn hoofd. Omdat ik nog wel kon lopen zouden ze de volgende dag pas foto's van mijn been maken. Maar ik had zo'n angst voor het zie kenhuis en al die mensen in witte jassen, dat ik naar huis ben gevlucht. Door het on geluk was ik zo in de war geraakt dat ik een paar da gen later naar Marokko ging om bij m'n gezin en familie op verhaal te komen." In zijn vaderland verslech terde zijn toestand echter. Het was zijn bedoeling ge weest na een paar weken weer naar Nederland terug te keren, maar zijn medische toestand liet dat niet toe. Ja renlang werd hij afwisse lend opgenomen in en weer ontslagen uit het ziekenhuis van de Marokkaanse stad Al Hoceima. Op 14 juli 1978 kwam Ajdidi ten val na een blackout en liep hij een ge compliceerde beenbreuk op. Na tal van operaties in Ma rokko keerde hij op 15 au gustus 1979 terug in Neder land. Hij was nog geen maand hier of tengevolge van een nieuwe blackout viel Ajdidi van de trap en brak opnieuw zijn been. Een jaar lang was hij daarom op genomen in achtereenvol gens het Westeinde Zieken huis en het Academisch Zie kenhuis in Leiden. Tijdens zijn langdurige ziekenhuis verblijf kon Ajdidi niet zelf een nieuwe verblijfsvergun ning aanvragen. Dat deed de Stichting Regionaal Cen trum Buitenlanders Zuid- Holland West (kortweg RCB) voor hem. Totdat er een beslissing over zijn ver blijfsvergunning zou worden genomen mocht hij in elk geval in Nederland blijven. Misbruik Door het langdurig verblijf van Ajdidi (van 1973 tot 1979) in Marokko was zijn verblijfsvergunning inge trokken. Overigens verloor Ajdidi bij het spoorwegonge val in 1973 al zijn papieren. Ze zijn nooit teruggevonden. Toen Ajdidi in 1979 naar Nederland terugkeerde, luk te het hem niet opnieuw een verblijfsvergunning te krij gen (mede door zijn opname in het ziekenhuis, waardoor hij niet persoonlijk naar de vreemdelingendienst kon). Ondanks zijn illegale ver blijf in ons land werd hij hier wel voorlopig gedoogd. De gemeente Den Haag wees hem in in december 1984 zelfs een vierkamerwo ning toe, op voorwaarde dat hij die binnen drie maanden met zijn gezin zou betrek ken. Hij wist niet beter of zijn gezin mocht hier komen èn blijven. In februari 1985 kwamen zijn vrouw en ze ven kinderen uit Beni Bouyaech, een klein dorp in het onherbergzame deel in Zuid-Marokko. Vijf van de kinderen gingen hier in Den Haag op school, één kon aan het werk en een ander bleef thuis bij haar ouders. Hafza (toen 17) en Moutach (15) werden zonder problemen aangenomen op de scholen gemeenschap in de Brandt- straat, terwijl Batoun (13), Mohammed (11) en Karima (10) naar de school aan de Marterrade gingen. Vader Mohammed staat vanwege zijn been nog steeds onder permanente behandeling van artsen in het Westeinde Ziekenhuis. Eén van zijn dochters (Batoun) kampt met groeistoornissen en is daarvoor ook nu nog doorlo pend onder behandeling in het Juliana Kinderzieken huis. Niets wees er op dat het gezin Nederland moest verlaten en alle gezinsleden waren ervan overtuigd dat ze mochten blijven. Totdat staatssecretaris mevrouw Korte-van Hemel van Justi tie op 30 juli 1986 besloot dat het gezin definitief geen verblijfsvergunning kreeg. Ajdidi is hiertegen in beroep gegaan bij de Raad van Sta te, maar de beslissing van de staatsecretaris werd niet ge schorst tot de uitspraak van dit hoge rechtsprekende col lege. ok niet na een kort geding dat Ajdidi tegen de uitzetting aanspande. Het lot van de familie Ajdidi werd hierdoor bezegeld. Vechten Paolo Giusepin (jurist en consulent van de afdeling voorlichting) en Helga Flei- scheuer (consulente van de het land moet afdeling maatschappelijke dienstverlening) vechten ■T namens het Regionaal C<hi trum voor Buitenland con (RCB) voor een verblijfv atie gunning voor de familie stiel didi en tegen uitwijzing v het gezin. Zo schreven brieven aan de ombi teams van de PvdA en CDA met het verzoek h kamerleden er bij de staa secretaris er op aan te lal dringen het uitzettingsbef" in te trekken. Zij zijn v mening dat Ajdidi er tere< op mocht vertrouwen dat in Nederland mocht blijvM I Paolo Giusepin: „Hij vf-M bleef immers al negen jg met een verblijfsvergunnii in Nederland en hij werd ^RI ter ook zonder deze vergden ning toch ruim zeven j»20 door de overheid gedoogo Op humanitaire grondt" H vindt het RCB de uitzettiLer nog verwerpelijker. Heï*fc Fleischeuer: „Door een o geluk is Ajdidi nu invaliiL Behandeling in Nederlaben blijft noodzakelijk, ornqjar die er in Marokko eenvq,bli< dig niet is. Zijn dochter l£iak toun van vijftien is vanwejvisi groeistoornissen onder p* de manente behandeling in fe re Juliana Kinderziekenhuboe ook deze behandeling is (van Marokko niet mogelif Daar komt bij dat vier de kinderen naar een derlandse school gaan en rugkeer naar Marokko h^^ nadelig voor hen zal zij Tot slot kunnen zij in rokko op niets en niem; terugvallen. Ze hebben geen huis, geen mogelijk heid om werk te vinden -i^e als het er al was vanwl nj( ge de handicap, geen fanjelij lie, geen enkele andere o)we< vang, geen medische verzd m< ging en geen inkomen." Ityme eindelijk is mevrouw Korlnaa van Hemel de enige die (én familie Ajdidi kan helpende Alleen zij kan het gezin vlgde de bedelstaf redden. ren' r jai EWOLD DE BRUIJW ■ihet DEN HAAG METROPOLE 1: „Field of honor" met Everett McGill, Ron Brandsteder en Bart Römer. Scenario: Henk Bos. Regie: Hans Scheepmaker. Een Nederlandse oorlogs films is - en dan hebben we het over een film met een front, vechten en sol daten - nog nooit ge maakt. „Field of honor" is de eerste, gaat over de Korea-oorlog en is met een een anti-oorlogsfilm. In elk geval een film die niet bij voorbaat enige heroiek wil ontlenen aan het feit dat er in uniform een vijand verslagen moet worden. Maar die tegelijkertijd evenmin een pamflet wil zijn. Een moeilijk uitgangspunt dat „Field of honor" dan ook - vanaf de allereerste voorverto ning in Cannes vorig jaar - een aantal hevig-negatieve reacties in de Nederlandse pers ople verde. Niet terecht. „Field of honor" begint met een hoofd- Everet McGill als Sire met achter hem Ron Brandsteder in „Field of honor" van regisseur Hans Scheepmaker. persoon die op geen enkele manier sympathiek is ge maakt. Sergeant De Koning komt naakt en doorgezopen uit een geïmproviseerd front- bordeel en moet z'n mannen in het gareel krijgen om ver der te gaan. Het zijn een stel ionge melkmuiltjes die nauwe lijks van toeten of blazen we ten en vertrouwend op de ge vechtservaring (tweede we reldoorlog, politionele acties in Indonesië) van de beroepsser geant meehobbelen. Er wordt een vijandelijk dorpje (dat on bewoond blijkt) verkend en er wordt - bijna tegen heug en meug - in een barak een fees- Se georganiseerd met veel rank en een tweetal vrouwen die zich met evenveel tegenzin tegen betaling laten misbrui ken. Dan slaat de oorlog hevig en bloedig toe. We zien sergeant De Koning weer wanneer de vijandelijke linies over hem heengewalst zijn en hij - zwaar gewond en schuilend onder een vrachtwa gen - met zijn been klem komt te zetten onder'een autowiel. Vanaf dat moment is „Field of honor" een andere film. De Amerikaanse acteur Everett McGill mag dan - na die on sympathieke start - pas begin nen zijn waardigheid te bewij zen. De camera zit hem dan bijna op de huid en maakt zijn gevecht steeds persoonlijker. Hij ontdekt een jonge Kore aanse vrouw (die zijn hond doodt en opeet) en een door een .shell-shock" verlamd jongetje die in dezelfde om standigheden tussen de fron ten in zitten. In dat niemands land krijgt de film zijn echte toon: de absurditeit van een oorlog en de zwaargewonde houwdegen die zich gaat be kommeren om dat Koreaanse tweetal, zijn menselijkheid herwint en inzet voor zijn lot genoten en uiteindelijk, mét het jongetje, overleeft. Producent en scenarioschrij ver Henk Bos kon de film, met Scène uit „Field of Honor". geld van Cannon, opnemen in Korea zélf. Hij koos voor een Engelstalige versie met het oog op de internationale markt en een Amerikaanse hoofdrol speler, Everett McGill. Die heeft de moeilijke taak de „menswording" van een door de oorlog verfomfaaid mens te laten zien en doet dat verras send knap. Vanaf het moment dat hij, in zichzelf mompelend, alleen op het slagveld in beeld is, kent „Field of honor" pas het echte drama. Regisseur Hans Scheepmaker heeft voor al die scènes met veel gevoel voor spanning in beeld ge bracht en weet je voorgoed aan McGill te kluisteren. En zelfs te ontroeren. „Field of honor" is op een aan tal momenten keihard en bloe derig. Een verbrande Ron Brandsteder - die overigens een onopvallende rol speelt - is uiteraard niet smakelijk om naar te kijken. Maar het is oorlog en op dat front hoef je van „Field of honor" geen ro mantiek te verwachten. In zijn blik op de Nederlanders in Korea doet de film van Hans Scheepmaker in feite in het klein wat Oliver Stone's „Pla toon" grootschaliger laat zien over de Vietnam-oorlog: ont luisteren. In de scènes met de Neder landse Korea-vrijwilligers (en dat waren vaak jongetjes van negentien) werkt hun knullig heid in hun nadeel, omdat het scenario ze verder geen gele genheid geeft zich te laten zien dan pas weer aan het slot, ver slagen, aangetast en verdwé So in een oorlog die niet van he De werkelijke gevechtssc^.22 met ontploffingen en kart schoten zijn in de minderhi maar regisseur Sheepmd; geeft ze in elk geval de sugf tie van méér. Al met a „Field of honor" als oorty film interessant door z'n I draaiing van de waarden. N da maal leer je in film je hoofl guren kennen en ga je mei en échter ze staand samenj |ni strijd in. Hier kijk je eerst Sé een afstand naar een aal zich misdragende waarvan je er één dan I leert kennen. En hij ziché m' Of het publiek in zo'n m draaiing mee wil is een vrij JJ| BERT JANSMA De ruzie tussen de Ameri kaanse filmactrice Bette Davis en haar dochter laait dezer dagen waarschijnlijk weer op, nu Bette een dezer dagen een boek publiceert. Twee jaar geleden had Bar bara Davis Hyman, geboren uit een van de huwelijken van haar moeder, in een boek dat heet „My Mother's Keeper", geschreven dat Bette Davis „dronk en ge welddadig, zelfzuchtig en neurotisch" was. In haar boek, „This 'n That", dat op 30 maart uitkomt, zegt de in april 79 jaar wordende ac trice: „Het lijdt geen twijfel datje als schrijfster van fic tie veelbelovend bent. Je kon altijd al goed verhaal tjes verzinnen". Volgens de actrice verwart Barbara Davis Hyman de Bette Da- vis van het witte doek met die van alledag. Bette Da- vis, die in 1983 werd getrof fen door een beroerte, voegt aan haar repliek toe: „Ik zal me nooit zo volledig her stellen van het boek van Barbara als van mijn be roerte". De Nederlandse film Blonde Dolly hoeft niet uit roulatie te worden genomen en kan rustig in de bioscoop blijven draaien. Dat heeft president mr. B.J. Asscher van de rechtbank in Amsterdam donderdag bepaald in een kort geding dat een 50-jarige man uit Helmond heeft aan gespannen tegen de maat schappij die de rolprent heeft uitgebracht, Riverside Pictu res. De man beweert dat hij de zoon is van Blonde Ma- rietje (in de film Marie of Marietje genoemd), een in 1959 vermoorde buurvrouw en collega van de prostituee Blonde Dolly. Volgens de man, die met een moeder als prostituee een problematische jeugd heeft gehad, werden er bij hem oude wonden opengereten bij het zien van de film. Hij meende bovendien dat hij door de film in opspraak is gekomen en zijn eer en goede zijn aangetast. Zijn raadsman mr. J. van Gastel betoogde tijdens het geding dat ook het portre trecht was geschonden, door het tonen van Marietje in de film. Mr. Knipscheer stelde als raadsman van de film maatschappij dat het portre trecht nooit geschonden kan zijn omdat Marieke van der Pol, die de rol van deze pros tituee speelt, helemaal niet op de echte Marietje lijkt, wat de man toegaf. De advo caat voerde ook aan dat de film pure fictie is, hoewel het leven van en de moord op Blonde Dolly de inspiratie bron vormden. Naar het le ven van Blonde Marietje is. geen enkel onderzoek ver richt en ook de andere figu ren en situaties zijn ontspro ten aan de verbeelding van Blonde Dolly:... verzonnen?. HBHobk de makers, aldus Mr. Knip scheer. Wat er overblijft is de subjec tieve pijn van de man bij het zien van de film. Het enige advies kan in dit geval zijn: ga dan niet naar de film| ken, zo voegde Knipscbj die vermoedde dat de met het kort geding finar le bedoelingen heeft, er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 20