1
II
inal
Ie
Japanse
kunst
volop in
beweging
'foidóc Qowuvnt
ZATERDAG 14 MAART 19i
George Kooymans groeide de laatste
jaren uit tot een multi-functionele
muziekmaniak. Hij is niet alleen al
meer dan vijfentwintig jaar gitarist,
componist en tekstschrijver van het
succesvolle Haagse kwartet de Golden
Earring, maar timmert ook als directeur
van Ring Records aan de weg.
Bovendien is hij eigenaar van de Ring
Side Studio in het Belgische Rijkevorsel.
Alsof het niet genoeg is, pikte hij vorig
jaar zijn solo-carrière weer op. Zestien
jaar na het verschijnen van ,,Jojo" komt
volgende week zijn tweede solo-elpee uit,
die hij simpelweg ..Solo" doopte. Een
gesprek over het idealisme van een
platendirecteur, de ouderdom en de
leuke kanten van een solo-uitstapje.
DEN HAAG - „Ik ga door tot ik een
jaar of vijfenzestig, zeventig ben. Kooy,
die op krukken het podium op komt.
Dat zal op generatiegenoten een positie
ve uitwerking hebben Kijk, je moet
het zo zien: de mensen die met je zijn
meegegroeid - generatiegenoten - vin
den het gewoon tof als ze zo'n dwaas
zien die nog gewoon op het podium
staat te springen als een jonge hond. Ze
zullen denken: Kijk we zijn nog niet zo
oud", aldus een lachend George Kooy
mans.
In 1985 kondigde de gitarist van de Gol
den-Earring zijn tweede solo-elpee aan
en als er niet allerlei zaken tussen waren
gekomen, had de plaat al lang in de win
kel gelegen. George: „In september '85
ben ik begonnen met het uitwerken van
wat ideeën, maar toen moest de Earring-
elpee „The Hole" opgenomen wordt en
dat vergt gewoon toch veel tijd, weet je
wel. Daarna hebben we een groot aantal
concerten gedaan en wat produkties
voor onder meer Boom Boom Mancini.
Eigenlijk zou de langspeler eind vorig
jaar zijn uitgekomen, maar platenmaat
schappij Ariola wilde wachten. Ik heb
die tijd gebruikt om nog wat aan „Solo"
te sleutelen. Zo heb ik er een nummer
bijgemaakt, maar daar moet je op een
gegeven moment mee ophouden, anders
blijf je bezigIk vind het een toffe
plaat geworden, zelfs nu ik er na een
paar maanden weer naar luister".
„Het leukste van een solo-elpee is, dat je
geen muzikale beperkingen hebt. Je kunt
je dus heerlijk uitleven en dat heb ik ook
gedaan. Kijk, rock roll is wel aardig,
maar als iic een paar nummers heb ge
speeld, denk ik toch: nu even wat an
ders. Vandaar dat er een song als het
funky „Shoot The Man Down" op staat.
Daar heb ik bewust voor gekozen. Ik
wilde een aantal composities met een
verrassend element, anders kun je net zo
goed een Earring-elpee opzetten. Dat er
straks mensen zullen roepen dat het net
een Golden-Earringplaat is, vind ik niet
erg. Daar ontkom ik toch niet aan, ook
omdat Barry Hay mij met twee teksten
heeft geholpen. Bovendien heb ik in het
verleden nummers gecomponeerd waar
voor ik ook de tekst heb geschreven als
„Twilight Zone" en „Mission Impossi
ble" bijvoorbeeld, dus die vergelijking
dringt zich op. Maar ik heb liever een
goede tekst dan een niemendalletje.
Kijk, een tekst schrijven is geen pro
bleem. Het moet echter wel iets aparts
zijn of een leuk gegeven tot onderwerp
hebben. Aan een tekst die over „love"
gaat of leuk op de backseat van je auto
zitten, heb ik niets. Daar word ik op een
gegeven moment een beetje treurig van.
Vandaar dat ik ook John Fenton, mijn
vriend uit Engeland, heb ingeschakeld.
Ik heb hem een band met muziek ge
stuurd en hij kwam onder meer met „I'll
Never Give In To You' op de proppen".
„Het is een toffe tekst geworden, een
anti-rook song, wat toch wel vreemd is.
In het begin lijkt het alsof ik verslaafd
ben aan een vrouw, wat kan gebeuren
natuurlijk, maar aan het eind van het
nummer blijkt het om een sigaret te
gaan en verhaalt hij over hoe slecht ni
cotine is. Ik heb er wel even aan moeten
wennen, want ik ben niet zo'n anti
mens. Toch vind ik wel dat er in teksten
negatieve dingen mogen worden gezegd.
Het moet echter niet allemaal te down
worden. Als je daar van houdt, moet je
maar een blues-elpee kopen".
Voor George was het nummer, als niet-
roker, een schot in de roos. Kooymans;
„Ik kan er absoluut niet tegen. Ik word
echt doodziek als ik rook. Vroeger, als
we met het busje naar een optreden re
den, mocht ook niemand een sigaret op
steken. Daar hadden ze natuurlijk alle
maal lak aan. Dan was het van: „Maar
we moeten roken" enzo. Als ze het dus
toch deden dan konden ze mij uit het
busje dragen en achter het podium neer
leggen. „Nee", zegt hij lachend, „het
rock roll-leven gaat niet over rozen".
Hoewel George vanaf 28 maart een solo
tournee onderneemt, die hem op 3 april
in Het Paard in Den Haag brengt, is het
niet de eerste keer dat hij zonder de Gol
den Earring het podium opgaat. Als
voorproefje op de opnamen van zijn
solo-elpee bespeelde de gitarist in 1985
een paar kleine clubs en stond hij op het
Haagse Parkpop Festival. George: „Uit
die periode heb ik drie nummers overge
houden: „The Beat Goes On" (de jaren
zestig, klassieker van Sonny Cher),
„Give It All You Got" en „World Of
Our Own". Aan dat laatste nummer
kleeft trouwens een mooi verhaal. Barry
en ik hadden het voor Julya Loko ge
schreven in de tijd dat er sprake van was
dat wij een elpee voor haar zouden pro
duceren. Op het moment dat ze het
hoorde, vond ze er echter niets aan. Het
was in haar ogen te commercieel, dus
heb ik het zelf maar gebruikt. Dat num
mer heeft overigens een heel proces
doorgemaakt. Op het moment dat we
het aan Julya lieten horen, was het up
tempo. Voor de concerten heb ik het be
werkt en uiteindelijk heb ik er in de stu
dio nog wat mee gerommeld. Ik denk
dat ze heel verrast zal zijn als ze het
hoort. De elpee-uitvoering is wat meer
gedragen terwijl het nummer ook iets
meer inhoud heeft gekregen".
Mijmerend: „Ik zou wel de discipline
willen hebben van mensen die een gewo
ne kantoorbaan hebben, dus werken van
negen tot vijf. Daar ben ik verschrikke
lijk slecht in. Ik werk wel, maar alleen
als het echt moet, dan ga ik ook meestal
door tot diep in de nacht. Met de elpee
is het zo geweest dat ik als een bezetene
bezig ben geweest. In de eerste twee we
ken heb ik nog drie dagen per week ge-
George Kooymans: „Ik zou
wel de discipline willen
hebben van mensen die een
gewone kantoorbaan
hebben".
werkt, ook omdat ik vaak in het week
einde met de Earring speelde, maar al
gauw was ik dag en nacht bezig. In die
periode is Shell Schellekens (producer en
drummer) ook niet meer mijn deur uit
gekomen. We zijn toen echt tot het ui
terste gegaan; je werkt zo hard dat je et
bijna bij neervalt. Er ontstaat dan zo'n
roes-achtige affaire, ook omdat je zo
goed weet waar je mee bezig bent. Er
gens is dat wel tof. Het heeft een bepaal
de charme, maar je moet uitkijken dat j<
jezelf niet voorbij loopt. Je moet vrese
lijk oppassen dat je dan niet ineens op
de grond ligt en je plotseling hoort: He, C.'
Kooy opstaan, je plaat ligt in de win
kei
Directeur
Pu;
23'
Behalve muzikant is George Kooymans
samen met Barry Hay, ook directeur van r—
Ring Records. Twee jaar geleden had he
label een vliegende start met de Haagst C
groep Boom Boom Mancini. George F
„Het ging heel goed, maar de groep v
kreeg ruzie op het moment dat de elpe*
net in de winkel lag. Ze hebben zichzel' i
en ons een beetje genekt door zich noga
puberaal op te stellen. Dat vond ik eer
enorme teleurstelling, echt waar. Ruzie
komt in de beste groepen voor, maar b
dan moet je je gewoon realiseren dat ji
aan een carrière werkt. Ze hadden hur
eerste hitsingle al binnen en heel vee
goodwill gekweekt en dan spring je zi H
onzorgvuldig om met dat succes. Daa #j
ben ik echt van geschrokken. Ik kijk nJljj
beter uit voordat ik een groep ondel)
contract neem. Het idealistische tintj
dat Barry en ik het label hebben meege
geven, is dab ook zo goed als verdwe
nen. Ik ben een stuk zakelijker gewor 1
den. Ja echten ze zeiden dat ik al z<
zakelijk was, nou volgens mij was da PP
helemaal niet zo. Je bent zelf muzikan Y!e
dus toen die jongens van Boom Boon
Mancini naar mij toe kwamen en zeider1®'
dat het niet zo tof ging, heb ik ze ge^ie
woon wat meer studio-tijd gegeven om de
dat je hun probleem begrijpt. Een nor
male platenbaas zou zeggen: je hebt j(tnu
poen opgebruikt, geef hier die nummers
weet je wel. Dus je bent wat soepeler ei
dan word je geconfronteerd met het [jJ*
amateuristische praktijken. Net als PiiWl
Piu trouwens. Die groep heeft twaalf da°I
gen studio-tijd gekregen om wat num j®^
mers op te nemen. Ze brengen een singl
uit en die flopt en dan houden die gaste
er mee op. Nou, daar zakt mijn broetoe
van af. Het weerhoudt mij er echter nie1tee
van om gewoon naar de cassettes die milen
worden toegestuurd te blijven luisteren
Ik weet zeker dat als er weer iets leuk Er
tussen zit, ik het niet zal nalaten opder
nieuw in het diepe te springen". pe
ho]
HANS PIË' i1"
DEN HAAG - Ruim honderd jaar
geleden vond in de Japanse ge
schiedenis een omwenteling plaats
die in één klap een einde maakte
aan de geïsoleerde positie waarin
het land van de rijzende zon ver
keerde. In Kaganawa werd een
handels- en vriendschapsovereen
komst getekend met de Verenigde
Staten. Binnen een paar jaar volg
den Frankrijk, Rusland en Groot-
Brittannië. Nederland, dat al eeu
wen een aparte positie innam met
zijn eigen handelspost in Nagasaki,
tekende eveneens een verdrag. Ja
pan zou, zo stond in al die over
eenkomsten, zijn grenzen en ha
vens openstellen voor buitenlandse
handel, en de veiligheid van de
buitenlanders die daar werkten ga
randeren.
Het betekende een radicale verandering
in <Je Japanse houding ten opzichte van
het Westen. Met de opensteling van de
grenzen kwamen Westerse kennis, tech
nologie, handelswaar, kunst en levensge
woonten het land binnen. En gevolg van
die invloeden was onder meer dat de po
litieke structuur van het land eveneens
sterk veranderde. Met als direct gevolg
de val van de laatste Shogun en de te
rugkeer van het keizerlijk gezag. Dat
laatste zou gebeuren onder de naam
„Meiji", „verstandig bewind".
„Meiji" zou tevens de aanduiding wor
den van een tijdperk, ruwweg beperkt
van 1868 tot 1912. Een tijdperk waarin
het land met beide benen in de moderne
tijd kwam te staan, de invloeden onder
vond van de industriële revolutie, in een
tempo dat nauwelijks was bij te benen.
Binnen het tijdsbestek van één generatie
kwamen 35 miljoen mensen terecht in
een compleet andere tijd. Er kwam een
grondwet, het land kreeg treinen, zieken
huizen, zware industrie, scholen, tele
foons, kortom, het werd „opengegooid".
De invloed van deze openstelling werd
ook zichtbaar op artistiek gebied. De
veranderingen op politiek gebied, die
vooral de rijke landeigenaren, beroeps
militairen en samoerai troffen, beteken
de een verlies van een belangrijke groep
opdrachtgevers voor de Japanse kunste
naars. Daarvoor in de plaats kwamen nu
de industriëlen, kooplieden en de wester-
In Haags
Gemeentemuseum:
Twee delen van een drieluik
van de Japanse
prentkunstenaar Yoshitoshi.
se markten, die grote belangstelling
toonden voor wat er in Japan gemaakt
werd.
Gevolgen
Het Haags Gemeentemuseum toont van
21 maart tot en met 24 mei met de ex
positie „Meiii, Japanse kunst in bewe
ging", wat de gevolgen waren van die
maatschappelijke veranderingen op de
Japanse kunst. De tentoonstelling begint
één dag nadat in Japan de eveneens
door het Gemeentemuseum samenge
stelde expositie „De School van Barbi
zon" wordt geopend. De belangstelling
voor de wederzijdse kunstgeschiedenis is
blijkbaar groeiende.
„Meiji, kunst in beweging" omvat bijna
vijfhonderd schilderijen, prenten en boe
ken, lakkunst, keramiek en „cloisonné",
geëmailleerd ijzer. Het is daarmee een
van de grootste tentoonstellingen die op
dit gebied de laatste tien jaar in West-
Europa zijn georganiseerd. De vele top
stukken werden voornamelijk verkregen
uit particuliere verzamelingen en uit de
befaamde Baur-collectie in Genève, die
nooit eerder zijn stukken uitleende. Uit
de expositie blijkt met name op de schil
der- en prentkunst de invloed van het
Westen onmiskenbaar.
De Japanse prentkunstenaar Yoshitoshi
(1839-1892), op de expositie met veertig
prenten vertegenwoordigd, maakte on
der invloed van het „Meiji" prenten uit
de Japanse mythologie in een typisch
westerse, expressieve stijl. Zijn tijdge
noot Kyochika deed het anders: hij
toonde een veranderend Japan, waarin
mensen zich anders kleedden en zich
een nieuwe architectuur aandiende, en
deed dat met in het Westen gebruikelijk
perspectief, belichting en schaduw. Kyo-
sai, volgens de deskundigen de belang
rijkste vertegenwoordiger van de Meiji-
periode, werkte in verschillende stijlen.
Hij maakte de meest uiteenlopende on
derwerpen, en beheerste zowel de ty
pisch Japanse als westerse technieken en
stijlen. De „Meiji"-prentkunstenaars
hadden allen gemeen dat ze werkten met
pasteltinten.
Afzetmarkt
Ook uit de andere kunstuitingen die op
de grootscheepse expositie in het Ge-
Lji
H;
meentemuseum te zien zijn, blijkt de
toenemende invloed uit het Westen. En
dan vooral het Westen als een afzet
markt van Japanse kunst. Via de wereld
tentoonstellingen drong de schoonheid
van die Japanse kunst door tot ver in de
westerse wereld en de belangstelling
voor met name de Japanse kunstnijver]
heid nam enorm toe. Het had tot gevolg
dat er een grote stroom van nogal smaj
keloze „export-kunst" werd geproduj
ceerd, wat het zicht op wat er werkelijl
aan moois werd geproduceerd nogal ver
troebelde.
Het Gemeentemuseum toont nooit eer
der geëxposeerde topstukken op het ge
bied van lakwerk, porselein en cloisoirj-g,
né, die in die jaren tot de meest begeerdt0V€
items behoorden. Zo is onder meer hel|ySe
lakwerk te bewonderen, dat onder toe-He
zicht van de Meiji-regering op special! ron
ateliers werd gefabriceerd en voor hel
eerst werd getoond op de Weense we R.I
reldtentoonstelling in 1873. De wester Ze'
lingen waren er zo van onder de indruk 1-3
dat bijvoorbeeld de tabaksmagnaat Al 14
fred Dunhill speciaal twee sigarettendo De
zen liet maken met dit lakwerk. Dezi
zijn ook te vinden op de expositie.
Van porselein en keramiek zijn op d<
tentoonstelling verschillende stromingen
te zien. Zo zijn voorbeelden aanwezijzo
van de grote aantallen porselein die wer
den gemaakt toen deze toegepaste kuns
ook bereikbaar werd voor de lagere klas
se in Japan, maar ook van het porseleii
waarin duidelijk de sporen te zien zijl
van Saksisch, Deens en Jugendstil-porse
lein. Verklaarbare invloeden, alleen a
omdat de Japanners voor moderniserin!
van de fabricage-technieken de hulp vat
westerlingen inriepen.
Het merendeel van wat in het Gemeen
temuseum wordt getoond is zoals gezegi
afkomstig uit particulier bezit en zeidei
of nooit eerder geëxposeerd. Het is ver
moedelijk ook de laatste keer dat ck
voorwerpen in een dergelijke thema-ten
toonstelling bij elkaar worden gebracht
Alleen dat gegeven al maakt „Meiji, Ja
panse kunst in beweging" een bezoekji
waard.
KOOS VAN WEE
11.
sch
„Meiji. Japanse kunst in beweging
Haags Gemeentemuseum. Stadhouden
laan 41. Den Haag. Van 21 maart tot
met 24 mei. Van dinsdag t/m vrijdag
opend van 10.00 tot 17.00 uur. weekend ja
en feestdagen van 12.00 tot 17.00 uur.