De belasting
ambtenaar:
van grimas
naar glimlach
Finale
De kracht van
radio schuilt in
lokale omroep'
198?!
ZATERDAG 14 MAART 1987
Dezer dagen wordt in de Neder
landse huiskamers heel wat afge-
tierd. Het jaarlijks presentje van
de belastinginspecteur - het
aangiftebiljet - moet vóór 1
april de deur uit en dat zet der
halve menig zweetkliertje tot
overproduktie aan. Ruim vijf
miljoen aangiftebiljetten verlie
ten in februari de belastingkanto
ren. Er zijn van die mensen die
het aangiftebiljet in een handom
draai verzendlüaar hebben. Het
leeuwedeel der belastingplichti
gen heeft echter een helpende
hand nodig. Volgens de cijfers
van het Directoraat-Generaal der
Belastingen (het ministerie van
financiën) weet slechts 22 pro
cent van de belastingplichtigen
de eigen fiscale boontjes te dop
pen; zij maken hooguit gebruik
van schriftelijke informatiebron
nen. Dan is er nog de dertien
procent die zelf het biljet invult
na eerst derden te hebben ge
raadpleegd. De overige 65 pro
cent laat het biljet door anderen
invullen of doet het samen met
een beter ingevoerde (familie,
kennissen, belastingconsulenten,
vakbonden).
Niet zelden is de „hulpverlener"
de verzender van het aangiftebil
jet: de belastinginspectie. Daar
waar de belastinginspecties in de
jaren zestig, zeventig maar
mondjesmaat en zeker niet op ei-
)EN HAAG - Het wantrouwen
ussen burger en belastingambte-
ïaar bestaat niet meer. Plaatsver-
angend Directeur-Generaal der
belastingen mr. J. N. van Lunteren
regt het heel resoluut. „Dat de be-
langen van belastingplichtige én be-
ziin lastingamt)tenaar recht tegenover
fclkaar staan, is een misvatting. Wat
heeft een individuele belastingamb-
e fenaar er voor belang bij iemand te
?n veel te laten betalen of te weinig te
rug te laten krijgen? Niets. Hij
torgt er alleen maar voor dat men-
jen geen cent te veel betalen, maar
Jat ze wel betalen wat er betaald
moet worden", aldus Van Lunte
ren.
Vertrouwen over en weer heeft ook nog
doellndere voordelen, denkt Van Lunteren.
,0p het moment dat de belastingambte
naar een tip geeft in de trant van „u
?lt in Jraagt te veel af', heeft dat onmiddellij
ker ie invloed op het gedrag van de belas-
ir ingplichtige. Er ontstaat zoiets van: Hé,
jke Ie belastingdienst zorgt er voor dat ik
4jax 5e'd terugkrijg, waarom zal ik dan nog
■t ffa/taan knoeien? Een betere verstandhou-
ling komt de moraal ten goede", conclu-
jp leert de topambtenaar van het ministe-
jat ie van financiën.
De grote voorlichtingscampagnes van de
teert patsle jaren hebben er in de ogen van
Van Lunteren niet in de laatste plaats
»e bijgedragen dat het contact tussen
jiurger en belastingambtenaar sterk is
rs verbeterd. „De belastingambtenaar is in
gen initiatief informatie aan de
belasting betalende burger ver
strekten, is de laatste vier jaar
sprake van een rigoureuze om
mezwaai. Een gesprek met de
plaatsvervangend Directeur-Ge
neraal der Belastingen mr. J.N.
van Lunteren over het succes van
de belastingtelefoon, het veran
derde imago van de belasting
ambtenaar, de radio/tv-spotjes
én eenvoudiger aangiftebiljetten.
de ogen van de mensen vriendelijker ge
worden. Vroeger was de overheid en dus
ook de belastingdienst onbenaderbaar en
dat kwam het imago van de belasting
ambtenaar niet ten goede. We merken
nu dat het vertrouwen in de goedwil
lendheid van de belastingambtenaar
steeds groter wordt".
Betrouwbaar
Van Lunteren haalt een onderzoek aan
naar de ervaringen van de belasting
plichtige met hulp bij de aangifte, dat in
1985 in opdracht van het ministerie van
financiën werd verricht. Onder het kopje
„houding ten opzichte van de belasting
dienst", komen de onderzoekers tot de
conclusie dat de meerderheid van de be
lastingbetalers (64 procent) de belasting
dienst „betrouwbaar en behulpzaam"
acht.
Vier jaar geleden werd een eerste aanzet
gegeven tot een actief voorlichtingsbe
leid. Van Lunteren over die koerswijzi
ging: „Het invullen van een belastingfor
mulier bleek voor de meeste mensen
heel ingrijpend en ingewikkeld te zijn.
Het was duidelijk dat de belastingplich
tige hulp nodig had om er uit te komen.
Ook speelde de fraudenota die in 1982
door de Tweede Kamer werd aangeno
men een belangrijke rol in die stap naar
actieve voorlichting. Naast de categorie
hardnekkige fraudeurs, bleek er ook een
groep belastingplichtigen te zijn die door
onwetendheid dreigde af te glijden in de
richting van fraude. Biljetten werden ge
woonweg fout ingevuld. Op dat moment
is gezegd: de belastingdienst zelf heeft
hier een belangrijke taak in".
Het voorlichten van de burger over fis
cale zaken door de rijksoverheid raakte
in een stroomversnelling met de invoe
ring van de tweeverdienersregeling. Die
bleek zoveel vragen op te roepen, dat in
allerijl besloten werd een telefonische
hulpdienst in te stellen. De stap naar de
belastingtelefoon, waar toch al plannen
voor waren, lag voor de hand. In 1985
werden de eerste lijnen van het (gratis)
06-nummer opengesteld.
Lokale omroepen
De burger moet er haast wel naar uitge
keken hebben; de belastingtelefoon
maakte vanaf de eerste dag overuren.
Vorig jaar ging de belastingtelefoon
(06-0543) ruim 225.000 keer over; in de
invulmaanden - februari/maart - wa
ren drieduizend telefoontjes op één dag
eerder regel dan uitzondering. Dit jaar is
het al niet anders. Er zijn, aldus Van
Lunteren, dagen bij dat de belastingtele
foon in de piekuren nagenoeg onbereik
baar is wegens - hoe treffend - overbe
lasting. Zestig lijnen en even zoveel me
dewerkers blijken dan niet voldoende.
Bij de honderd belastinginspecties is het
al niet anders. Daar komen jaarlijks een
kleine 400.000 aanvragen voor hulp bin
nen. Dan zijn er ook nog eens de vak
bonden, bureaus voor rechtshulp, de
wetswinkels, rechtswinkel en belasting
winkels die in totaal jaarlijks ruim
150.000 belastingplichtigen advies geven
of helpen bij het invullen van het biljet.
Plaatsvervangend Directeur-Generaal der Belastingen Van Lunteren: „De belastingambtenaar is vriendelijker geworden".
Voor zover mogelijk is de voorlichtings
campagne rond het aangiftebiljet nog
verder geïntensiveerd. Zo geeft de belas
tingdienst dit jaar voor het eerst voor
lichting via de lokale omroepen. In sa
menwerking met de Organisatie van Lo
kale Omroepen Nederland (OLON)
heeft de belastingdienst complete pro
gramma's samengesteld, die door 49 lo
kale radio- en 23 tv-zender worden uit
gezonden. En voor degene die dat mist
is er nog de informatie die via teletekst
de huiskamer (pag. 511/512) binnenrolt.
Voorts zijn de honderd afzonderlijke be
lastinginspecties elk op hun eigen wijze
actief. De meeste inspecteurs meesten
trekken langs bejaardentehuizen, dorps-
zaaltjes en gemeentehuizen. Er wordt op
een aantal plaatsen klassikaal lesgegeven
in het invullen van het aangiftebiljet.
Kosten noch moeite worden gespaard; er
worden zelfs tijdelijke krachten - veelal
studenten fiscaal recht - ingehuurd om
de niet aflatende stroom van vragen
naar behoren te kunnen afwerken.
Met die explosieve groei van voorlich
tingsactiviteiten wordt de laatste jaren
nogal wat extra gevraagd van de belas
tingsambtenaar, die nog niet eens zo
lang geleden nauwelijks contact met de
burger onderhield. „Natuurlijk is dat een
overschakeling geweest. Maar in de ba
sisopleiding wordt zeker de laatste jaren
veel aandacht aan dit onderdeel besteed.
Wanneer nodig geven wij extra scholing.
Zoals aan het administratief personeel,
dat ook geregeld bij de voorlichting
moet worden ingezet".
De vraag dringt zich op in hoeverre een
verdere vereenvoudiging, c.q. verduide
lijking, van de aangiftebiljetten de nood
zaak van dergelijke hulp zal verminde
ren. Topambtenaar mr. Van Lunteren:
„Bij de inspectie Gouda zijn we vorig
jaar op proef begonnen met een vereen
voudigd aangiftebiljet. Dit jaar heeft dat
experiment op grotere schaal een ver
volg gekregen. Dat systeem is er vooral
op gericht dat mensen zoveel mogelijk
zelf hun aangiftebiljet kunnen invullen.
Wij blijven zeker ons best doen het zo
eenvoudig mogelijk te maken".
Stap in de goede richting kunnen de
voorstellen van de commissie-Oort zijn,
die moeten leiden tot een sterke vereen
voudiging van het Nederlandse belas
tingstelsel. Minder tariefschijven, een
ineenschuiving van belastingen en pre
mies volksverzekeringen en een vereen
voudiging van de aftrekposten vormen
de hoofdmoot. Het gevolg zal zijn dat,
afhankelijk van de mate waarin de voor
stellen door het parlement worden over
genomen, het totaal aantal jaarlijks te
versturen aangiftebiljetten van ruim vijf
miljoen met een half tot een miljoen te
ruggebracht kan worden. Het kabinet
heeft een groot aantal adviezen van de
commissie-Oort overgenomen. Op 23
maart buigt de vaste kamercommissie fi
nanciën zich er over. Op z'n vroegst
kunnen in 1988 wijzigingen worden
doorgevoerd.
Traag
De verhouding burger-belastingambte
naar mag dan in de ogen van Van Lun
teren aardig zijn verbeterd, feit is wel
dat aan het gemor over de traagheid van
handelen bij de inspecties geenszins een
einde is gekomen. Met andere woorden:
het duurt allemaal zo lang. Want ook
dat werd duidelijk in het hierboven door
de heer Van Lunteren al aangehaalde
onderzoek: 72 procent van de belasting
plichtigen vond in 1985 de belasting
dienst te bureaucratisch en te traag.
Maar ook die lucht is volgens de top
ambtenaar van het ministerie van finan
ciën de laatste twee jaar al aardig aan het
opklaren. Hij wijst op het „voorrangs
hoekje" rechtsboven op het aangiftebil
jet, waarmee de cliënt die op een nega
tief inkomen uitkomt, kan aangeven dat
zijns inziens tot een snelle teruggave
dient te worden overgegaan. Dat dit tot
gevolg heeft dat eventuele teruggave
vóór 30 november 1987 zal plaatsvin
den, is volgens Van Lunteren geen loze
belofte: „We kunnen de verzekering ge
ven dat deze groep, mits er geen specifie
ke omstandigheden zijn, vóór die 30e
november dit jaar teruggave kan ver
wachten. En dat is een hele verbetering.
Er wordt keihard gewerkt om die wacht
tijden terug te dringen".
Dat de gemiddelde belastingplichtige
huizenhoog opziet tegen het jaarlijkse
fiscale invulkarwei, wordt volgens Van
Lunteren niet alleen ingegeven door de
samenstelling van het biljet. „Het is
soms meer de schrik van „en nu moet ik
alle nota's en overzichten over dat hele
jaar bij elkaar zoeken", dan van het
daadwerkelijke invullen. Ach, ik weet
zelf hoe het gaat. Bij mij is het niet an
ders".
GOOS DE BOER
Den
(wee
°°k LEIDEN - De financiële voor-
'.""r jprong die Radio West heeft op
Dmroep Rijnland zit hoofdredac-
ruijjkm Paul van der Burg en zijn
^^rechterhand, adjunct-hoofdredac
teur Mathieu Snijders, niet lekker.
krijgt let gesprek is dan ook doorspekt
etitie an harde guldens. Dat Omroep
fijnland zichzelf in die positie
leeft gemanoeuvreerd, geeft Van
Ier Burg op een gegeven moment
uiterlijk toe. Maar de vereniging
itond voor de keuze: óf wachten
uur [ot de lokale overheden de geld-
leld. paan zouden opendraaien zodat
fen streekomroep op poten zou
kunnen worden gezet óf gewoon
alvast beginnen.
Paul van der Burg: „We kozen voor het
laatste en dachten: over een paar jaar
in hen we wel, maar die financieringsbron
komt niet echt op gang. Er is het afgelo-
•ren pen jaar in het kader van de mediawet
ie [esproken over lokale etherreclame,
maar die is er weer net niet doorgeko-
vatipen. Nu is onze hoop gevestigd op de
f «heruitzendingen. Als kabel-omroep
padden we al een luisterdichtheid van
som[°'n vijf procent. Dat zal de komende
?t (naanden ongetwijfeld toenemen. Hope-
danv*- komen de lokale overheden dan
ird ver kmg- Bijvoorbeeld met (betaal
de) informatie over het ophalen van
j grofvuil. Zeg maar een soort „Postbus
r 51". Het zou een manier zijn om een re-
e jelijk inkomen te krijgen. Nu zijn we
langewezen op het tientje dat de negen-
l"e honderd leden jaarlijks betalen, op de
donaties van bedrijven en het verhuren
aal tan zendtijd aan bijvoorbeeld Moker,
ract het samenwerkingsverband van de ker-
ens ken in het Rijnland-gebied".
lub I
^«Experiment
zichPmroep Rijnland mag in principe vier-
ar intwintig uur per dag uitzenden. Dat
m komt doordat ze, in tegenstelling tot Ra
dio West die een NOS-omroep is, onder
deel uitmaakt van een experiment van
oor ?e PTT, waarbij ook Landsmeer en
ené ftrecht zijn betrokken. Mathieu Snij-
heefittTS' »In de mediawet staat dat elke lo-
?en P'e omroeP zijn eigen etherfrequentie
tan krijgen als hij de zender maar zelf in
Hand houdt. Dat betekent dat er straks
enorme hoeveelheid zenders in Ne-
n "^derland zijn en dat zou problemen kun
nen opleveren. Ze zouden elkaar bij-
roorbeeld kunnen storen. De PTT heeft
r^gd: „We zouden eens moeten experi-
«Mhmenteren om te kijken of zich inderdaad
problemen voordoen". Nou, wij mogen
Selukkig meedoen aan dat experiment".
iemSan der Burg: „Dat we daarna zouden
inoeten terugkeren naar kabeluitzendin-
ïen is vrijwel uitgesloten. In de brief die
jij over het experiment van WVC heb
ben gekregen staat, zij het niet met zo-
Omroep Rijnland heeft zich de afgelopen twee jaar (noodgedwongen) gespe
cialiseerd in het maken van low-budgetprogramma's met een professioneel
uiterlijk. Met honderd vrijwilligers vult de streekomroep voor Leiden en wij
de omgeving dertig uur zendtijd per week. Dat is ongeveer tweemaal zo veel
als de in Den Haag gevestigde regionale zender Radio West. Maar er zijii
meer verschillen. Zo heeft Radio West behalve een professioneel team jour
nalisten een budget van zo'n 2,8 miljoen gulden per jaar, terwijl Omroep
Rijnland zich staande moet proberen te houden door middel van donaties.
Vanaf vandaag is de omroep niet langer alleen via de kabel (88.5 FM), maar
PAUL VAN DER BURG,
HOOFDREDACTEUR
OMROEP RIJNLAND:
ook via de ether (105.7 FM) te beluisteren, in een gebied dat zich mogelijk
uitstrekt tot voorbij Den Haag, Utrecht en Haarlem. De omroep betrekt van
daag bovendien een nieuw pand aan de Nieuwe Rijn in Leiden. Het ligt in de
„oksel" van de bekende Burchtzalen in het hartje van de Sleutelstad. Hoofd
redacteur Paul van der Burg vergelijkt in onderstaand interview het idealis
me van Omroep Rijnland met het professionalisme van Radio West. Hij
komt uiteindelijk tot de conclusie dat de regionale omroepen het op den duur
zullen verliezen van de lokale zenders.
Omroep Rijnland denkt eraan de vrijwilligers journalistiek te gaan scholen. De eerste ervaringen i
inmiddels achter de rug, want dank zij een door het ministerie van WVC gesubsidieerd migranten-project
heeft de omroep 34 buitenlanders kunnen scholen.
veel woorden, dat als het experiment is
afgelopen, we gewoon mogen doorgaan.
En gelukkig maar, want via de ether be
reik je ook al die mensen met transistor-
en autoradio's. Bovendien kunnen we
ons voor het eerst ook richten op de
kerkdorpen als Hoogmade, die niet op
het kabelnet zijn aangesloten, maar wel
een nauwe band hebben met Leiden en
omgeving.
Omroep Rijnland wil zich duidelijk pro
fileren als een zender met een eigen ge
zicht. Meehuppelen in de voetsporen
van Hilversum is niet het ideaalbeeld
dat het tweetal voor ogen heeft. Van der
Burg: „Wij zijn een informatieve zender.
Het draaien van plaatjes voor tante
Truus laten we aan de piraten over.
Weliswaar wisselen wij onze informatie
af met muziek, maar de verhouding is
dertig tot zeventig. We moeten het dus
hebben van interviews, actualiteiten en
nieuws. Een programma als „Popwetens
waardigheden" zou je amusement kun
nen noemen. Daarin worden echter niet
de laatste hits gedraaid, maar komen al
lerlei muzikale stromingen uit de regio
aan bod. Bovendien wordt het program
ma doorspekt met interviews en infor
matie over concerten en dergelijke".
Twee sporen
Dat de radio-uitzendingen met veel mu
ziek bewust heel beperkt worden gehou
den, heeft nog een andere reden. Van
der Burg: „Als je meer dan vijftig pro
cent muziek brengt, wordt het Buma/S-
temra-tarief dat je moet betalen aanmer
kelijk hoger. Hoewel wij nog geen vaste
overeenkomst hebben met deze organi
satie proberen we tot een regeling te ko
men waarbij de 250 gulden die wij nu
per kwartaal overmaken, contractueel
wordt vastgelegd. Momenteel probeert
de Buma/Stemra een tarief te berekenen
dat is afgestemd op onze potentiële luis
terkring. Dat bedrag ligt rond de elfdui
zend gulden per jaar. Nou, dat geld heb
ben we niet. Die berekening zou trou-
Omroep Rijnland richt zich in zijn actu
aliteiten op vijftien gemeenten. Met een
team dat uit honderd vrijwilligers-be
staat, wordt het gebied uitgekamd op ac
tuele gebeurtenissen. Daarbij wordt ge
bruik gemaakt van het zogenaamde
twee-sporenbeleid. Dat houdt in dat de
omroep zowel deel- als lokale redacties
heeft. De eerste groep is verplicht pro
gramma's te maken die voor de hele re
gio interessant zijn, de tweede heeft tot
taak zich specifiek te richten op de
plaats waar ze zijn gehuisvest. Het is een
systeem dat volgens Paul van der Burg
z'n vruchten heeft afgeworpen. „Ik ben
heel tevreden over de reportages die
worden afgeleverd. Je moet natuurlijk
niet vergeten dat het om vrijwilligers
gaat. Het zijn geen journalisten. Als ik
dan bijvoorbeeld naar de ochtenduitzen
ding van Radio West luister, dan denk
ik: bij Omroep Rijnland doen we het
een stuk beter". Van der Burg ziet Radio
West dan ook niet als een grote bedrei
ging. „Ik zeg altijd maar: voorlopig heeft
Radio West óns nodig en wij niet Radio
West".
Momenteel wordt gezocht naar een ge
zonde vorm van samenwerken. Zo heeft
Radio West besloten kabels naar de stu
dio van Omroep Rijnland te leggen, zo
dat een reportage die in Leiden wordt
gemaakt pijlsnel in hifi-kwaliteit naar
Den Haag kan worden doorgestuurd.
Van der Burg: „Het voordeel dat wij
hebben boven Radio West is dat wij bij
wijze van spreken de man of vrouw op
de hoek bereiken. Dat zal Radio West
nooit interessant vinden. De gemeente
politiek van Leiden bijvoorbeeld zal bij
hen in twee, hoogstens drie minuten
worden afgedaan".
Betalen
Om een graantje mee te pikken van het
budget dat Radio West tot zijn beschik
king heeft, is Paul van der Burg vast van
plan de omroep te laten betalen voor be
wezen diensten. De hoofdredacteur en
zijn rechterhand Snijders zijn er name
lijk van overtuigd dat Radio West zich
over een aantal jaren volledig uit de re
gio zal terugtrekken en haar uitzendin
gen louter zal richten op Groot-Den
Haag. Snijders: „Tot nu toe is dat bij
alle regionale omroepen gebeurd. Radio
Stad, die ook aandacht zou moeten be
steden aan Den Helder, richt zich volle
dig op Amsterdam. De Regionale Om
roep Zuid besteedt nauwelijks aandacht
aan Noord-Limburg en omroep Brabant
verdeelt zijn uitzendingen tussen Breda,
Eindhoven en Tilburg. Op die manier
worden die regionale omroepen een
soort veredelde lokale omroepen. Ik
neem het ze niet kwalijk hoor. Neem
Radio West bijvoorbeeld, die moet 58
heel verschillende gemeenten bestrijken.
Nou, dat gaat nooit. Wij hebben al
moeite met onze vijftien gemeenten. Bo
vendien, als Nederland straks een net
werk van lokale en streekomroepen
heeft, wat heeft een regionale zender dan
nog voor zin?".
„Ik heb", zegt Van der Burg, „het altijd
een slechte politieke beslissing gevonden
om twee regionale omroepen in Zuid-
Holland te vestigen. Ik had liever gezien
dat de politiek had gezegd: we verdelen
de 2,8 miljoen onder de lokale omroe
pen in Zuid-Holland zoals Omroep
Rijnland, Gouwestad en Omroep Delft.
Dan zou je een net van streekomroepen
hebben gekregen die met hun uitzendin
gen beter kunnen aansluiten op het luis
terpubliek. En voor een gebeurtenis als
de statenverkiezingen koppel je die loka
le zenders gewoon aan elkaar. Nu zit je
met twee dik betaalde omroepen in
Zuid-Holland - West en Rijnmond -
en de rest moet het maar doen met, om
het even heel zwart-wit te stellen, nood
lijdende lokale omroepen".
Ondanks de wat sombere geluiden blij
ven Van der Burg en Snijders streven
naar een professionele Omroep Rijn
land. Om de reportages en interviews
naar een hoger niveau te tillen wil het
tweetal na de zomer met een interne cur
sus radio-journalistiek beginnen. De eer
ste ervaringen hebben ze inmiddels ach
ter de rug, want dank zij een door het
ministerie van WVC gesubsidieerd mi
granten-project heeft de omroep 34 bui
tenlanders kunnen scholen. Van der
Burg: „We zijn vijftien weken op dins
dagavond bezig geweest om verschillen
de groepen migranten zaken bij te bren
gen als interview-techniek en montage".
Snijders: „Na de zomer willen we de
cursus in compactere vorm ook aan
onze medewerkers gaan geven. Het is
weliswaar vreselijk arbeidsintensief,
maar aan de andere kant is radio maken
ook onze hobby. Bovendien is het heel
bevredigend als blijkt dat de „leerlin
gen" er ook nog iets van hebben opge
stoken. Dat komt ook Omroep Rijnland
ten goede en daar doen we het tenslotte
voor".
HANS PIÈT
'ÊcidócSou^atit'