Ben Arts: afscheid met tikje weemoed finale JUNGLE ZATERDAG 14 MAART 1987 BADHOEVEDORP - Ben Arts is in zijn leven zoveel hindernissen tegengekomen, dat hij van obsta kels niet meer schrikt. Ook niet als ze hem zelf in de weg staan. Na 28 jaar trouwe dienst als chef d'équipe van de Nederlandse springruiters achtte de Nederlandse Hippische Sportbond (NHS) het wenselijk zich te houden aan de ongeschre ven wet dat begeleiders in deze tak van sport op hun zeventigste van hun „pensioen" mogen gaan genie ten. Jammer alleen dat niemand van de bond dat Ben Arts echt goed duidelijk maakte. Vandaar dat zich toch een iet wat wrang gevoel meester maakte van de Amsterdammer, die anderhalf jaar geleden domicilie koos in het zo rustige Badhoevedorp en inmiddels is opge volgd door de ook als bondscoach optre dende Henk Nooren. Maar Ben Arts klaagt niet en geeft zich niet over aan rancuneuze gedachten. „De manier waarop alles gegaan is*heb ik niet als zo prettig ervaren. Dit af scheid is niet helemaal van mezelf uitge gaan. Ik merkte ook wel dat er achter de coulissen wat gebeurde. De aanstelling van Nooren is buiten me omgegaan, ja. Maar ik begrijp het heel goed, anderen moeten natuurlijk ook een keer aan de beurt komen". Zwijgen Over zijn vertrek doet Ben Arts er ver der liever het zwijgen toe. De oud-direc teur van een farmaceutische fabriek graaft liever in de herinnering van vele jaren sport, waarin conflicten nooit lan ger dan een dag duurden. „Dan was ik het weer vergeten, want wil je presteren, dan moet je vrienden zijn". Ooit was hij zelf een begenadigd allroun- der, die het moeilijk moet hebben ge vonden zijn meest favoriete tak van sport te noemen. Hij was een zeer geta lenteerd zwemmer, een vaardig spring ruiter en een alleszins redelijk schaatser. Die laatste tak van sport beoefent hij trouwens nog altijd actief, op de Jaap Edenbaan, waarvan hij ook voorzitter is. Maar de grootste bekendheid geniet Ben Arts natuurlijk in hippische kringen. Al zullen wellicht nog weinigen zich herin neren dat hij zelf als internationaal springruiter rondreed op Rockett, een door de vaderlandse regering uit Ierland geïmporteerd beestje, waarop destijds prinses Irene haar kwaliteiten als amazo ne etaleerde. Later droeg Arts het vaan del over aan zijn dochters Poetske en Pia om zelf zijn aandacht te richten op organisatorische taken. Met de onlangs overleden chirurg Hans Tetzner („Met zijn dood heb ik een dikke vriend verlo ren") maakte hij een begin met Jumping Amsterdam, dat dit jaar zijn dertigste editie zal beleven. En Arts nam ook het initiatief tot de oprichting van de Neder landse Federatie van Springruiters, waarvan hij begin april het voorzitter schap zal neerleggen. De jaren zijn om gevlogen, stelt hij met enige weemoed vast. Want hij herinnert zich nog goed dat concours m het Belgische Spa, toen hij als international voor de eerste keer tevens als chef d'équipe optrad, een functie die hij uiteindelijk 28 jaar lang „vast" zou gaan bekleden. Twee dagen „Kort na de oorlog was je twee dagen onderweg voor een wedstrijd in Gronin gen, omdat je maar een gebrekkig autoo tje had. Nu rijden de ruiters in een wip naar Parijs of Boedapest met superluxe vrachtwagens. Het is allemaal veel pro fessioneler geworden. De eerste vijf jaar dat ik chef d'équipe was, betaalde ik de reis zelf en je moest maar zien dat je er kwam. In de beginjaren van Jumping moesten we echt alles bij elkaar scharre len, ook de hindernissen. Zelf heb ik in de oude RAI nog proef gesprongen om te zien of we niet door de bodem gingen. Ik weet ook nog goed dat je een eerste prijs won van tachtig gulden. Man, dat was wat in die dagen. Tegenwoordig is de RAI een compleet dorp en gaat het bij wedstrijden om de World Cup soms om tienduizenden gulden. En dan die paardenhandel, ongelooflijk". Gentleman als hij is veroordeelt hij der gelijke ontwikkelingen niet. „Het is ge woon een gevolg van de economie", stelt hij vast. „Er is, misschien buiten het verzamelen van postzegels, geen sport waar de commercie niet heeft toegesla gen. Ik stoor me daar niet aan, al geeft het wel een heel ander beeld van de zaak. Misschien ook komt de sport eer der in de knel nu overal het materiële zo zwaar telt. Maar het is niet anders, het hoort erbij, is zelfs niet meer weg te den ken. Tegenwoordig wordt veel meer van buitenaf door sponsors en eigenaren, richting gegeven aan de sport. Dat kun je jammer vinden, maar het is de reali teit. Op topniveau presteren is zo duur geworden, dat je dat nooit zelf meer kunt opbrengen. Vroeger mocht je je ei gen naam niet eens op het zadel voeren, tegenwoordig bepaalt reclame of je nog mee kunt doen. Natuurlijk geeft dat aan de sport een bepaalde beperking. Als het bedrag dat gewonnen kan worden de vreugde van je sportbeoefening moet be palen, is dat uiteraard niet ideaal. Maar het is anno 1987 niet anders". Zelf hoefde hij nooit een slaaf van de commercie te zijn. „Ik ben altijd een amateur gebleven, maar verkeerde ook in de omstandigheid dat ik dat k'on. Ik had ten opzichte van niemand verplich tingen en ben desondanks overal geweest met de équipe, in Australië, Canada, Afrika en Ameril En daar ben ik dank baar voor". Hoogtepunt Het absolute hoogtepunt voor Ben Arts Ben Arts: „Je hebt geluk als je een goed paardje hebt. Nog meer geluk als het paardje ook goed blijft". kwam in 1977 toen Nederland een ster ke afvaardiging naar het Europees kam pioenschap stuurde. Johan Heins vero verde met Seven Valleys de individuele titel van het continent en samen met Henk Nooren (Pluco), Anton Ebben (Jumbo Design) en Harry Wouters van den Oudeweijer (Salerno) eiste Oranje ook nog eens het landenklassement voor zich op. Een jaar later, met Dick Wieken op Sil Z als vervanger van Harry Wou ters en Salerno, werd vervolgens zilver gegrepen tijdens het wereldkampioen schap in Aken. Nog altijd heeft hij een zwak voor men sen als Heins en Ebben. Of een Jan Maathuis die hij eerder als ruiter in het team meemaakte en van wiens zoon hij peetvader is. „Johan zit in de sport nog altijd vol amateuristische gevoelens, Toontje en Maathuis hebben er dichtbij gestaan. Als je in die sport zit, dan moet je ervan houden. Als de liefde voor het paard ontbreekt zal het je vroeg of laat altijd opbreken. Maar je moet ook reëel zijn. De tijd dat Wiel Hendrickx peetva der werd van één van mijn dochters en ik van een zoon van Maathuis is voorbij en komt niet terug". Voor de wind Uitgerekend op een moment dat het de vaderlandse ruitertop weer wat meer voor de wind lijkt te gaan, haakt Ben Arts af. „Ik hoop echt dat het goed zal gaan, maar je moet je realiseren dat prestaties in de regel naar de verhoudin gen van de grootte van de landen zullen zijn. Ruiters hebben we beslist. Een Rob Ehrens, een Eric van der Vleuten, van dat soort zijn er een heel stel. Neem nou Wiljan Laarakkers, die knokt in Londen zo aan de top mee. Je kunt dus partij ge ven, maar de grotere landen gaan eerder met de eer strijken. Frankrijk, Duitsland en Engeland hebben gewoon veel meer armslag. Al is de Nederlander natuurlijk wel een Chinees en hebben we hier een fantastische fokkerij. Als je dan in Ame rika komt, dan zie je heel wat van die Hollandertjes rondhuppelen. Punt is dat ze niet gereden worden door Nederlan ders". Maar, weet Arts ook, succes is niet te koop. Ook niet door de Stichting Neder lands Olympiade Paard (NOP), hoe goed van opzet die mag zijn. „Of je nu NOP of keuterboertje in Drente bent, heb je een goed paard, dan heb je geluk. Blijft hij heel, dan heb je nog veel meer maz zel. Koop je een paard van een zeer be kende vader en moeder, maar presteer je niet, dan heb je het niet, zo simpel is dat". En zo is alles volgens Arts terug te voe ren op de realiteit. „Dat ik het zo lang heb volgehouden als chef d'équipe moet je ook niet als een prestatie uitleggen, eerder als een stuk slapheid van mijn kant dat ik de boot niet eerder heb afge houden". WILLEM PFEIFFER door Frank Werkman De voetbalwereld is een jungle. Daarmee zeg ik niets nieuws. Maar er 1 zijn symptomen die wijzen op een ongekende verdichting van het oerwoud. En de geluiden die daar de I laatste weken uit opstijgen stemmen i niet vreugdevol. i Laat ik beginnen met de praktijken van ene Harmsen. nog steeds voorzitter van Ajax en junglevechter bij uitstek. Om het allemaal overzichtelijk te houden beperk ik me tot diens 1 optreden sinds die weinig verheffende veldslag in hel Zuiderpark. Met een rood-wit bord van ongekende afmetingen voor de kop vraagt Harmsen zich na het gekrakeel in Den1 Haag doodgemoedereerd af waarom j Van der Louw en Hogewoning niet ter plekke zijn. Het betreft toch een wedstrijd met verhoogd risico? Daar I moeten genoemde heren bij aanwezig zijn. orakelt Harmsen. nota bene L_. collega van het door hem gescnrobbeerde bestuurders-duo. Over tuss loyale collega 's gesproken. oaa Maar waar is bestuurder Harmsen bij van pakweg FC Den Haag-F'eyenoord of Bel; Go Ahead Eagles-PEC Zwolle? Ook risicovolle wedstrijden. Dan zit un, Harmsen gewoon thuis. Hij is slechts om één reden in het Zuiderpark: zijn club speelt daar. r** En waar is Harmsen bij het Pee voorzittersoverleg van begin vorige ten; week? Daar wordt gepraat over een vee thema dat alle voetbalbestuurders fug ernstig bezig heeft te houden, het jor; vandalisme. Maar Harmsen reist Ln gewoon af naar Malmö. Waar de Ijl* weergoden hem alsnog op zijn l0 nummer zetten door de Europa- r Cupwedstrijd te belemmeren. Pn Blijft Harmsen in Zeist dus (rer onopgemerkt, in Zweden niet. Hij doei fa daar enige pittige uitspraken over lOp meelopers, profiteurs en ander Saai uitnemersvolk, waarvan het wemelt in Jra; de voetballerij. Die al lang niet meer ce i de glamour heeft van weleer, maar ing waarin velen zich wel een dergelijke le grandeur aanmeten. Waarin het Ajax van Harmsen bijvoorbeeld tolereert datP*] een riike supporter zich in alle J111! mogelijke bestuurlijke kringen mag 'eei bewegen. Alleen vanwege het feit dat *e Ajax de centjes van deze mecenas heel ff goed kan gebruiken. En dan presteert Rar Harmsen het ook nog om ernstig Le gebelgd te reageren als zijn pittige Lr. uitspraken vanuit Malmö onze pers halen. Harmsen kan zich dat allemaal m veroorloven. En daarin is hij als twee druppels water Cruijjf. Die roept, ook I g] niet gehinderd door schroom en puur (Dr( ingegeven door eigenbelang, dat hij heik Nederlands elftal boycot als Wouters niet tegen PSV mag spelen. En Cruijjfrü. krijgt zijn zin. Dat kan allemaal maar iccl in Nederland. teu: Zoals Cruijjf het ook voor elkaar krijglfa dat Ajax dit seizoen voor de competitievar niet meer terug hoeft naar het Rij; Zuiderpark. In het tumult na het ^ee staken van de wedstrijd tegen FC Denj. Haag spreekt de technisch directeur onvervaard dat zijn ploeg de onheilsplek niet meer zal aandoen. J101 Om vervolgens door het sectiebestuur jot met alle egards te worden behandeld, kra USI De stand bij het afbreken van het treffen wordt tot einduitslag gebombardeerd. Probleem opgelost, Cruijjf zijn zin. Achteraf, als alles in kannen en kruiken is, verklaart Cruijjf dat hij beide opmerkingen heeft gemaakt in een emotionele bui, een beetje uit boosheid. Maar dat ontgaat de heren van het sectiebestuur kennelijk. Die zien ook die grote koppen in de ma; kranten en nemen alle loze kreten van mei de ongediplomeerde coach voor lief. De heren staat slechts één ding voor ogen:™1? Ajax te vriend houden. Er zijn al sores binnenkort weer in actie komen en dan zijn de spelers van Cruijjf weer hard nodig. LJ, Ondertussen verloedert het vaderlandseïy voetbal verder. Waarbij ook anderen jeij een stevige duit in het zakje doen. jan Ruud Gullit hangt een partijtje vuile hon was buiten van PSV. En zet zijn jon geloofwaardigheid daarmee helemaal van op de tocht. Tekent eerst een contract het voor een jaar of vijf. Gaat vervolgens hen rustig praten met een Italiaanse club i en ontkent daarna glashard dat hij inC Milaan is geweest. Terwijl de kranten P- daar uitgebreide fotoreportages I publiceren over zijn visite. En laat zichvm vervolgens doorzagen door een naar ?nt< sensatie spittend weekblad, dat hem hon tenslotte een aantal saillante P° uitspraken ontlokt. Tot slot stuurt Rinus Israel zijn voor ?.et een miljoen aangetrokken pupil René Vtr Hofman weg van de training. Die heefvF? zich in een bui van teleurstelling een t paar kritische uitspraken over zijn |tar coach laten ontvallen. Die Ln onmiddellijk in woede ontsteekt en de jer| speler in kwestie de deur wijst. nen Eventueel definitief. voc Als Ajax vanmiddag in Malmö verliest fa zijn er ongetwijfeldmensen die in /wfltnei vuistje lachen. bro Als Gullit bij PSV de rest van het relt seizoen in het tweede mag spelen idem. Vai Als Israel bij Feyenoord wordt POi ontslagen dito. f® Geef die mensen eens ongelijk. 'eeidóe&hi/umit1 DEVENTER - Het begint er naar uit te zien dat wielrennen uitgroeit tot een van de gevaarlijkste sport en. Het seizoen bij de beroepsren ners is amper één maand gevor derd, of er zijn al drie doden te be treuren. Nadat de Spanjaard Vin- cente Mata-Ventura onlangs het le ven moest laten schrok het profpe loton onlangs op van de dood van de Belg Michel Goffin en de Portu gees Fernando Almeida. Afgelopen donderdag belandde de Belg Nico Emond zwaar gewond in een zie kenhuis en in een Spaans hospitaal bevindt zich Ismael Lejarreta nog steeds in levensgevaarlijke toe stand. In Triest ligt de Italiaanse amateur Robert Galleazzo in coma. Alleen in Nederland en België is het ge bruik van een valhelm verplicht. Gerrie Knetemann, een geroutineerde Neder landse prof die zeli al eens het slachtof fer was van een ernstig ongeluk, vindt dat het hoog tijd wordt om meer aan dacht te besteden aan de veiligheidsas pecten. Knetemann laat aan duidelijk heid niets te wensen over als hij stelt: „Wielrennen is gevaarlijker dan motor sport". Het belangrijkste bezwaar van Knetemann geldt de omvang van het pe loton. Naar zijn oordeel worden te veel renners toegelaten in een wedstrijd, met als gevolg dat er levensgevaarlijke toe standen ontstaan. „Kijk, ongelukken voorkomen is uiteraard onmogelijk. Maar de kans daarop kun je wel verklei nen. Om te beginnen de reglementen zo danig aanpassen dat er minder renners per ploeg mogen starten", oppert Knete mann, die erkent dat een bijkomend na deel is dat veel wielrenners dan niet kunnen rijden en dus het risico lopen brodeloos te worden. „Maar de wielrenner zelf treft ook blaam", steekt de voormalige wereld kampioen de hand in eigen boezem. „Vroeger kende iedereen zijn plaats in het peloton. Je had kopmannen en knechten. Tegenwoordig wanen knech ten zich kopman en handelen dienover eenkomstig. Dat maakt het er bepaald niet veiliger op. Soms lijkt het er wel op dat de renner die het hardst smijt, duwt, gooit en trekt winnaar wordt, en niet de gene die het hardst fietst. In een cyni sche bui roep ik wel eens onder de koers: „Ik heb medelijden met de jongens die nog tien jaar voor de boeg hebben". Ik durf te beweren dat het wielrennen ge vaarlijker is dan motorsport. Een motor race wordt gehouden op een afgesloten circuit en ongelukken gebeuren als ge volg van eigen falen, overmoed of mate- riaalpech. Wij zijn voor een groot deel afhankelijk van externe factoren, zoals mensen die plotseling het parkoers over steken. Die dingen heb je niet in de hand. Dat er nu in één maand tijd twee doden zijn gevallen is extreem, maar in die zin goed, dat de gevaren van de wie lersport weer eens onder de aandacht worden gebracht. Hopelijk verandert er dan eindelijk iets". Smalle B-wegen Het beste voorbeeld van spotten met de veiligheid is volgens Gerrie Knetemann de Tour de France. Waar tien jaar gele den nog zo'n honderd renners over mooie brede Franse asfaltwegen werden gestuurd, moet de laatste jaren een pelo ton van meer dan tweehonderd man zich over doorgaans smalle B-wegen wurmen. „Dat moet wel fout gaan", meent Knetemann, die verder als voor over doping-gebruik, maar daaraan zijn er tot op heden nog niet zoveel gestor ven. De laatste was Tommy Simpson, en daar hebben ze het nu nog over". Een ander slachtoffer van de wielersport is Hans Langerijs, die net als Gerrie Knetemann ernstig gewond raakte bij een ongeluk in de koers. Knetemann herstelde volledig van zijn crash tegen een auto, maar de 33-jarige Langerijs was gedwongen te stoppen. Vorig jaar heeft hij nog wel gefietst, maar hij on dervond zoveel hinder van de rug, die gebroken is geweest, dat het ondoenlijk was om verder te gaan met wielrennen. Vorig jaar september stapte hij voorgoed van de wielrenfiets na negen jaar tussen de beroepsrenners te hebben gereden. Nazorg „Maar niet omdat ik bang was voor op nieuw een ongeluk", beweert Langerijs. „Eerlijk gezegd heb ik nooit zo bij de ge varen stilgestaan. Je weet dat je als wiel renner risico's loopt. Desondanks vind ik dat er meer aandacht aan de veilig heid van de renners kan worden besteed. Het gebeurt nog te vaak dat afzettingen niet deugen. Een goede eerste stap zou inderdaad het terugbrengen van het aan tal deelnemers zijn. Ook vind ik dat ho gere eisen aan organisatoren moeten worden gesteld, en bij niet naleving van de reglementen straffen uitgedeeld moe ten worden. De renners worden immers wel aan alle kanten gepakt." Op de nazorg van slachtoffers van een ongeluk heeft zowel Knetemann als Lan gerijs geen kritiek. Beiden melden door hun toenmalige sponsor goed en correct te zijn behandeld. Daarover geen klach ten. Het enige minpunt geldt de KNWU, waarvan Hans Langerijs meent nog geld te moeten krijgen. „Als wielrenner ben je ook via je licensie verzekerd. Nu ik niet meer kan fietsen om medische rede nen zou ik voor een deel moeten worden afgekeurd. Mijn rug voel ik nog dage lijks. Dus kom ik in aanmerking voor een uitkering van de verzekering. Als ik niets van de wielerbond hoor, zal ik er binnenkort zelf eens achteraan gaan". Wie ook actie gaat ondernemen is Dick Groeneweg, de voorzitter van de Belan genvereniging voor Beroepswielrenners (BVBW). Groeneweg, die tevens lid is van de sectie Beroepswielrennen van de KNWU, heeft bij de Omloop Het Volk met de secretaris van de Europese Be langenvereniging voor Wielrenners afge sproken binnenkort bijeen te komen om over de veiligheidsaspecten te praten. Dat besloten zij naar aanleiding van de twee dodelijke ongelukken in februari. „Het is natuurlijk verschrikkelijk wat er is gebeurd, maar het vinden van een op lossing is niet gemakkelijk. Daar zitten nogal wat haken en ogen aan", beweert Groeneweg. „Het terugbrengen van het aantal renners per wedstrijd kan een op lossing zijn, maar is voor ons als belan genvereniging natuurlijk moeilijk te ver dedigen. Wij zijn er niet voor om te zor gen dat de renners thuis moeten blijven. Maar, ik geef toe, wat het zwaarst is zal het zwaarst moeten wegen. Overigens gelden de problemen met name voor buitenlandse wedstrijden. ïn Nederland zijn de gevaren voor de renners minder groot. Over het algemeen hebben de or ganisatoren hun zaakjes goed voor el kaar. In de Tour de France gebeuren in derdaad ontoelaatbare dingen. Meer dan tweehonderd renners laten starten kan echt niet. Maar ja, verander dat maar eensOverigens ben ik van mening dat mensen zich steeds minder van de wielerkoersen aantrekken, in die zin, dat als zij worden tegengehouden om het pe loton te laten passeren, toch het par koers oprijden. Ook de instelling van het publiek zal moeten veranderen". HENK STOUWDAM Valpartijen als deze komen met de regelmaat van de klok voor in de wielersport, maar leveren relatief weinig ernstig gewonden op. Het is anders als een renner valt tijdens een afdaling of bij een eindsprint als gevolg van de dan gereden hoge snelheid. beeld de onlangs gereden semi-klassieker Nice-Alassio noemt. „In die wedstrijd gingèn maar liefst driehonderd renners van start. Bij vlagen was het gekken werk, ook al omdat het slecht gesteld was met de afzetting van wegen. Je hoef de niet vreemd op te kijken als je een vrachtwagen tegenkwam. Of zoals vorig jaar in de Ronde van Zwitserland, toen plotseling een auto de weg opreed. Ren ners reden er tegenop. Gelukkig zonder dodelijke afloop; slechts een Italiaan brak zijn been. Als amateur heb ik in de Ronde van Algerije meegemaakt dat jonge toeschouwers er een sport van maakten om zo lang mogelijk op de weg te blijven staan als het peloton naderde. Op het laatste moment sprongen ze dan weg. Ze werden daarmee blijkbaar de held van het dorp, maar het was wel le vensgevaarlijk. Maar ja, weet je wat het met de meeste wedstrijden is. De show must go on. En daar worden wij cou reurs de dupe van". Te LINK Het wordt volgens Knetemann hoog tijd dat de UCI (Internationale Wielren Fe deratie) maatregelen gaat nemen om de gevaarlijkste toestanden uit te bannen. Naast het terugschroeven van het aantal renners noemt hij de mogelijkheid om koersen af te gelasten en meer sancties in te stellen voor organisatoren, bijvoor beeld door hun te beboeten bij niet nale ven van reglementen of zelfs te verbie den opnieuw een wedstrijd te organise ren. Knetemann: „De UCI moet veel stren ger optreden tegen organisatoren. Waar om zou een wielerkoers niet kunnen worden afgelast, net zoals een voetbal wedstrijd. Als het te link wordt dan ge last ik de wedstrijd voor mezelf wel af, dat is geen punt. Dan word ik maar een dag later rijk. En waarom organisatoren niet mogen worden beboet, terwijl wij om het minste of geringste moeten dok ken. Voor één keer wateren heb je al een boete te pakken, terwijl ik de eerste orga nisator die wordt gestraft nog moet mee maken. De UCI maakt wel veel drukte

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 26