Nieuwe Mazda 929 nog niet perfect WEGWkJS „Eisen aan banden moeilijlp met elkaar te verenigen" Droombus Futura vliegt de wereld rond VRIJDAG 13 Aan ons land kwam de eer toe als eerste buiten Japan de nieuwe topserie van Mazda te mogen aanschouwen. Behalve die eer, weggelegd voor ieder een die de RAI bezocht, moch ten we er ook als een van de eersten mee rijden. Daartoe bracht men ons naar Portugal, waar het helaas nog een stuk slechter weer bleek dan bij in Nederland. De storm en regen mochten echter de pret nau welijks drukken in de riante li mousine, waarmee nu ook Mazda de aanval op de top merken uit Europa inzet. Mazda begon voor de nieuwe 929 vrijwel geheel opnieuw, al leen het principe van een vier- deurs sedan met achterwiel aandrijving bleef. Op andere markten bleef ook de tweeliter inspuitmotor, bij ons worden uitsluitend de nieuwe motoren met drie kleppen per cilinder aangeboden. Dat zijn er drie: een 2,2 liter viercilinder met carburateur (85 kW/115 pk), diezelfde motor met inspuiting (100 kW/136 pk) en een drieli ter V6 (140 kW/190 pk). De carrosserie kreeg een betere stroomlijn, grotere afmetingen en ook een veel stijvere con structie. Het gewicht nam daarbij ook flink toe, met zo'n tweehonderd kilo. De wielop hanging is geheel nieuw, rond om onafhankelijk en met ach teraan een systeem dat verge leken wordt met het vijfarmen- systeem dat Mercedes Benz ontwikkelde. Het nieuwe koetswerk ziet er strak en gladgelijnd uit, maar het mist een beetje persoon lijkheid. Ook het interieur biedt weinig verrassingen. Het dash board is vrij simpel van opzet, wel goed overzichtelijk en voorzien van een echte nep- houtafwerking. De bekleding is mooi, de stoelen zijn ruim ge noeg en voldoende verstel baar, waarbij ook nog aan een verstelbaar stuurwiel is ge dacht. Achterin is er behoorlij ke ruimte voor zowel benen als hoofd, de bagageruimte is eveneens van redelijke grootte. De uitrusting is bij de GLX wel verzorgd, doch iets opvallends zit er niet bij. Opvallend is eer der dat er bij de LX zelfs al geen van binnenuit verstelbare buitenspiegels afkunnen en dat is toch wel wat armoedig voor een auto die dan nog veertig mille kost. Stuurbekrachtiging is er al evenmin meer bij, en die is wel nodig. De GLX kent dat gerief wel. doch daarmee zijn nog niet alle stuurproblemen de Mazda 929 van binnen en van buiten. wereld uit. De viercilinders be schikken over variabele be krachtiging, die van het motor toerental afhankelijk is. De be sturing gaat dan wel licht (erg licht zelfs), maar biedt in de rechtuit-stand weinig gevoel zodat de auto niet erg stabiel aanvoelt. Nu werden we wel geplaagd door zeer sterke zij wind, waardoor dit euvel ex treem opviel. Veel minder last hadden we daarvan bij de zes cilinder, die computergestuur de bekrachtiging heeft. Een mogelijk onderscheidings- punt voor de 929 zouden de prestaties kunnen zijn met de nieuwe motoren. Wederom biedt hier alleen de zescilinder werkelijk onderscheid. De oude 929 was bepaald be scheiden gemotoriseerd, en wat dat betreft is ook de 2,2 li ter carburateurmotor al een verbetering. De geluidsontwik keling is helaas nogal fors. PRIMA VERING Een positief punt bij alle ver sies was de comfortabele ve ring zonder te veel weekheid, waarbij ongetwijfeld de verbe terde carrosseriestijfheid een woordje meespreekt. Dat laat ste zorgt tevens dat geen ram mels of kraakjes optreden. Wat betreft de wegligging lie ten de omstandigheden geer. uitgebreide experimenten toe. De auto leek nogal onder- stuurd en wilde niet van harte een bocht in, doch het kan Automobisibedrift P. Waagenaar en Zn. Sub-dealer Blois v. Treslongstraat 40 Tel. 070-557009 of 545409 Scheveningen Toen BOVA de slaapbus introduceerde, werd bet bedrijf uitgelachen. Maar nu is er geen touroperator meer die niet een of meer slaapbussen op de weg beeft BOVA BLIJFT SPECTACULAIR GROEIEN best zijn dat een gevoeligere en preciezere besturing er een heel andere auto van zou ma ken. In elk geval is de drie-li terversie al een heel andere auto dan de oude 929. In het algemeen mag je van motoren met meer dan twee kleppen per cilinder een mooi gelijkmatige trekkracht ver wachten. Ook de viercilinders vielen in dat opzicht wat tegen Wel gedragen ze zich in het midden- en hogetoerengebied gewilliger dan de oude 929- aandrijving. We moeten helaas nog wat doorgaan met de kri tiek, en wel ten aanzien van de automatische transmissie. De handgeschakelde doet het, zo als in vrijwel elke Japanse auto, zonder meer uitstekend. De automaat lijkt veelbelo vend, want hij beschikt over vier versnellingen. Achteraf blijkt het om een elektrisch in te schakelen overdrive op de derde versnelling te gaan. Het terugschakelen naar drie zon der overdrive gebeurt pas na krachtig aandringen en heeft dan een behoorlijk grote sprong in toerental (dus ook motorgeluid) tot gevolg. In het algemeen reageert de auto maat wat traag met schakelen. 2o wordt het eindoordeel toch wat moeilijk. Om te beginnen moeten we daarbij vermelden dat de nieuwe 929 ook in een nieuwe prijsklasse valt. De goedkoopste versie gaat voor 39.995,-, het gamma vierci linders loopt dan verder uit naar 49.900,-; de zescilinder komt meteen op 57.500,-. Het staat buiten kijf dat de nieuwe 929 een belangrijke vooruitgang biedt ten opzichte van de oude. Hij is ruimer en comfortabeler, doet ook kwali tatief hoogstaander aan. Maar aan de andere kant haalt hij niet de klasse van een BMW of Mercedes, de geijkte maatsta ven, en kun Je voor hetzelfde geld ook een Opel Omega ko pen die al een beter wegge drag biedt. Het lijkt dus wel verstandig dat de Nederlandse Mazda-importeur de verkoop verwachtingen bescheiden stelt op een stuk of vijfhonderd voor dit jaar. Tegen het najaar komen overigens nog versies met katalysator van de 2,2i en V6. Voorlopig blijft de oude 929 nog als stationcar lever baar. Het liefst, zo gaf de im porteur aan de Japanse gast heren ter overdenking mee, zou hij een 626 stationcar-vari ant hebben om die oude 929 te vervangen. PETER FOKKER Autobusfabrikant BOVA in Valkenswaard verwacht dat de spectaculaire groei van de afgelopen jaren vooralsnog blijft doorgaan. „We rekenen tot en met 1990 op een jaarlijkse groei van de omzet met twintig procent. Dat komt dus neer op een verdubbe ling", aldus directeur Wolf Lijmer. Onlangs opende staatssecretaris A. Even huis van economische za ken een nieuwe fabriek van BOVA in Valkens waard. De capaciteit van het bedrijf is daardoor al twee keer zo groot gewor den. De omzet van BOVA groeide van elf miljoen gulden in 1977 tot ruim honderd miljoen nu. Tien jaar geleden exporteerde BOVA alleen nog maar naar België, momenteel rijden de Valkenswaardse bussen in veertien landen, waaronder Ja pan, Australië en Taiwan. Het personeelsbestand groeide van 95 werknemers tot 350. Het bedrijf is in 1870 gesticht door de familie Bots. Aanvan kelijk werd van alles gemaakt. later ging het fabriekje zich toeleggen op het maken van carrosserieën voor vrachtau to's. Na de Tweede Wereldoor log ontstond er vooral vraag naar bussen. In 1954 ging het bedrijf over in andere handen. Bijna vijfentwintig jaar later, in 1978, werd het gekocht door Wolf Lijmer en Piet van Door- ne, zoon van Wim van Doorne, één van de grondleggers van Daf Trucks in Eindhoven. Zowel Lijmer als Van Doorne maakte op dat moment deel uit van de hoofddirectie van Daf. „We hebben het Valkens waardse bedrijf overgenomen om te bewijzen dat het op de dag van vandaag ook nog mo gelijk is een kleine onderne ming groot te maken. Daar komt bij dat het werken bij een groot bedrijf als Daf naast alle voordelen ook beperkingen kent", aldus Lijmer. De grote klapper maakte BOVA enkele jaren geleden met de introductie van de Fu tura, een bus met een opval lende druppelvormige voor kant. „We zijn daarmee na tuurlijk niet over één nacht ijs gegaan. Toch was het een gok. We stonden voor een keus. Moesten we als kleine buspro ducent de bestaande ontwik kelingen blijven volgen of wil den we trendsetter worden. We wisten dat we in dat laatste geval veel op het spel zouden zetten. Een nieuwe trend kan mislukken en dan is het verlies gigantisch". De Futura werd een groot succes. OPMERKELIJK De groei van BOVA is des te opmerkelijker omdat de totale internationale markt voor auto bussen de afgelopen jaren drastisch is teruggelopen. Dat is enerzijds het gevolg van het vrijwel helemaal wegvallen van het groepsvervoer van en naar het werk. „Daar komt bij dat bussen momenteel langer mee gaan en intensiever worden gebruikt", aldus Lijmer. Hij voegt daar overigens meteen aan toe dat de cijfers ook zijn beïnvloed door een overinves- tering drie jaar geleden. „Toen zijn er aanmerkelijk meer bus sen verkocht dan strikt geno men verantwoord was". De ge volgen spreken voor zich. In- Engeland zakte de totale markt in met ongeveer zestig pro cent, in West-Duitsland met veertig procent en in België met vijftig procent. BOVA groeide desondanks ge staag door, dank zij het succes van de Futura. Onlangs werden de eerste twee bussen in Ja pan verkocht. In Australië rij den bu6sen die zijn voorzien van een speciaal hekwerk om aanrijdingen met kangoeroes veilig te kunnen doorstaan. Inmiddels is met Australië een assemblagecontract afgeslo ten. Dit jaar worden er zeven tien bussen gebouwd, volgend jaar 26 en daarna steeds 45 per jaar. „Het was wel nodig om in Australië zelf te gaan as sembleren. Aanvankelijk ver scheepten we complete bus sen, maar dat kost aan invoer rechten en transport honderd duizend gulden. Door de koersdaling van de Australi sche dollar was dat niet langer verantwoord", aldus Lijmer. De expansie van het bedrijf heeft ook een onverwacht pro bleem opgeleverd. Het lukt nog maar nauwelijks om aan goed geschoolde vakmensen te komen. BOVA is vooralsnog niet bezig met het ontwikkelen van een compleet nieuwe wagen. „De levensduur van een bepaald model bus is maximaal tien jaar. Ik voorzie dat de Futura zeker vijftien jaar meekan. Voor de ontwikkeling van een nieuwe bus, waarmee zo'n drie jaar is gemoeid, hebben we dus nog alle tijd". Dat wil niet zeggen dat BOVA stil zit. Het bedrijf besteedt per jaar 3 procent van de omzet aan research en ontwikkeling. Dat leidde onder meer tot de bouw van de speciaal uitgerus te pendelbus, de fietsbus en de slaapbus. „Toen we de slaapbus introduceerden, lach te bijna heel autobusonderne- mend Nederland ons uit. Nu is er geen touroperator meer die niet één of meer slaapbussen op de weg heeft". Bandenfabriyi terug op beujT olid Na een afwezigheid van laar ie V/raHoclaln tanin ra SCfl iec*inr «terv »r ar'ys h "te If! 0° im ter end niel eerf volg lt em* Ontwikkelingstesten (onder) zijn medebepalend voor bet profiel dat in een band wordt gesneden. IR. DIJKS VAN VREDESTEIN: De overheid heeft haar in het bedrijf teruggebi 49 procent en sinds d< 1986 zijn certificaten vi delen Vredestein weer teerd op de officiële mai renlang ging het uite slecht met de bandenf maar het bedrijf is ii bijna uit het diepe dal men. Het zelfvertrouwen rug. Over 1983 leed Vredg' nog een verlies van rur^ miljoen gulden, bij een van 577 miljoen. De wint 1985 gestegen tot 15,$ joen, na een winst van 0, joen over 1984, die v< jarenlange verliezen. De" steeg vorig jaar met i procent van 554 miljoeet 625 miljoen gulden. Ovfnv eerste zes maanden afgelopen jaar bedroeg zet 294 miljoen gul miljoen over de eerste van 1985) en het netton was 5,1 miljoen tegen 2j joen gulden een jaar d< Er werken 3400 mensen bedrijf. Vredestein is hi van de werkmaatschappi destein Banden, die aut I landbouwbanden prod# en van Vredestein Icopr^n b industriële produkten zoals rubberlaarzen. lize (jinbi ulden wk< jize laa»kt» it*" io, ik t lupn I tg* Ergens aphteraf op het in dustrieterrein in Enschede staat een „geheimzinnig" gebouw van bandenfabri kant Vredestein. Daar staat een volautomatisch produktie-apparaat voor banden. Een dergelijk ver schijnsel is in de auto-in dustrie al niet veel bijzon ders meer, maar in de bandenindustrie is Vredes tein de enige die beschikt over een dergelijk volauto matisch produktieproces. Het is een van de gebieden waarbinnen de autobandenin dustrie zich ontwikkelt. Naast uiteraard de verbetering van het produkt. „De concurrentie tussen de verschillende ban- denmerken is hevig, dus als je winst wilt maken moet je zo slim en effectief mogelijk pro duceren. Dat betekent het op grote schaal gebruik maken van moderne computertechno logieën", vertelt ir. Albert Dijks, hoofd van de afdeling Ontwikkeling van Vredestein. „Je moet proberen constant te voldoen aan de steeds scher pere eisen die de auto-indus trie stelt, want bandenfabri kanten zijn toeleveranciers en automerken kunnen gemakke lijk van leverancier verwisse len". Een kwetsbare positie dus, waarin de relatief kleine ban denproducent Vredestein zich bevindt. Dijks: „Het feit dat we vrij klein zijn, heeft ook zijn voordelen. Het apparaat is minder bureaucratisch, zodat we sneller veranderingen kun nen doorvoeren in de organi satie of in het produktieproces. Een achterstand op het gebied van de research, vaak hét manco van kleine fabrikanten, is er niet of nauwelijks. Onze toeleveranciers, waaronder grote multinationals als Enka, Akzo en Shell, doen veel on derzoek en we hebben via een know-howcontract toegang tot de kennis van het Amerikaanse Goodrich-concern (een van de grootste bandenproducenten ter wereld, red.). In de Verenig de Staten wordt het onderzoek gedaan en de resultaten kun nen we hier uittesten". Nieuwe prototypes worden zo wel in het laboratorium als op de weg aan vele proeven on derworpen. Stevigheid, duur- vermogen, remvastheid, we gligging, veiligheid, bestendig heid tegen hoge snelheden en zovoort worden tot het uiterste getest, en met moderne appa ratuur verwerkt tot het meest optimale resultaat. TEGENSTRIJDIG De bandenfabriek in Enschede legt zich voornamelijk toe op de produktie van personenwa gen- en landbouwbanden, waarvan de eerste uiteraard de hoogste prioriteit hebben. Dijks: „Auto's worden niet al leen beoordeeld op rij-eigen- schappen, uiterlijk en topsnel heid, maar steeds meer op vei ligheid, onderhoudsvriendelijk- heid en minimale gebruikskos ten. Dat houdt in dat automer ken ook meer en strengere technische eisen gaan stellen aan de hun toegeleverde ban den. Wil je aan de autofabri kanten blijven leveren, dan zul je eerst aan die eisen moeten voldoen en pas in de tweede plaats attractief kunnen zijn bijvoorbeeld qua prijsstel ling voor de consument. Bovendien worden de techni sche eisen vaak zo hoog opge schroefd dat ze onderling on verenigbaar lijken". Midden in de winter kunnen zich bijvoorbeeld verschillende situaties voordoen, waarbij steeds van de band verwacht wordt dat hij koersvast is, vol doende trekkracht levert en een korte remweg mogelijk maakt. Bij ijs, dus bij tempera turen duidelijk onder nul, is zacht rubber het gunstigst. Bij natte sneeuw is een diep pro fiel vereist om er voor te zor gen dat er geen waterfilm ont staat, waardoor de band de greep op het wegdek verliest. Maar met winterhanden wordt ook op droge wegen gereden, waar een hoge hardheid en minder profieldiepte gewenst zijn om de spoorstijfheid te vergroten. Zeer tegenstrijdige eisen dus. Dijks: „De oplossing wordt ge zocht in het opstellen van bandeigenschappen die bij de ontwikkeling van een bepaald soort band de hoogste priori teit hebben. Bij het boven staande vraagstuk wordt de hoogste prioriteit gegeven aan een goed gedrag op een nat wegdek. Een profiel dat daar erg geschikt voor is, scoort niet zo hoog op een droge weg. Dat nadeel kan echter vaak gecompenseerd worden door voor een andere rubber samenstelling van het loopvlak te kiezen". RECYCLING Naast een groot aantal kwali teitseisen wordt er in toene mende mate gelet op secun daire zaken als minimale ge bruikskosten, brandstofbespa ring en milieuvriendelijkheid. Deze drie zaken willen nog wel eens in nauw verband met el kaar staan. Dijks: „Bij minima le gebruikskosten zou je kun nen denken aan de mogelijk heid om bij slijtage niet de hele band, maar alleen het loopvlak te vernieuwen. Dat houdt een zekere besparing in voor de consument, bovendien heeft het ook een milieu-aspect. Door een gedeelte van de band opnieuw te gebruiken, ontstaan er minder afvalstof fen. Met name in de truckban- densector is dit belangrijk. Verder heeft Vredestein een regeneraatfabriek om rubber van versleten banden weer ge schikt te maken als grondstof voor de rubberindustrie of voor andere toepassingen. Binnenkort openen we in Maastricht een nieuwe regene- raatfabriek voor rubber, de Sirootste in Europa". Vredes- ein overweegt zelfs de klom- penproduktie ter hand te ne men, waarvoor een materiaal nodig is waarin wellicht De toekomstige ontwikk* in de bandenindustrie volgens Dijks voorn, gen op het terrein van dei - dige automatisering vat 4 produktieproces, de 9 veranderende samenst jj van het bandenmateriaa slechts voor de helft ft uit rubber, en het vervoln 6 van de verschillende WINTERBANDEN De winterhanden vori het moment een speei het beleid van Vre Sinds een groot aantal de spijkerband verbode omdat die te veel schadtJQ bracht aan het wegdek, het gebied van winterb veel gaande. Vredestein zich op dat terrein een aanstaande positie veroveren op de markt. Een positie die drijf ook van plan is te Onder meer met de intri afgelopen jaar van de Snowstar, die in veel den hoge cijfers kr< belangrijke band, dat mi ken uit de woorden vi hoofd verkoop van de bi divisie, Karl-Heinz Hat „Winterhanden worden ste instantie voor ni» plaats aan de eisen nieuwe personenwagen^ ratie tegemoet dient te kt De typische winterhand» per is een automobilist d» uit meer rijdt dan het gt delde, in het bezit is va: grotere wagen en tot del verdienende beroepsgri behoort. Voor Vredesteü dat belangrijke redener ook deze markt in de toe» de volle aandacht te 9 ken". Dat betekent volgens I overigens niet dat Vred het accent verschuift goedkopere naar de dw banden. „De gewone tie blijft uiteraard onverail maar we gaan ons ietsF richten op de high-techJbo den. Dat wil zeggen: die aan de hoogste eis< moet kunnen komen, gens zijn de winterhand* alleen voor de hogere P mens. In Zuid-Duitsland.f seriand en Oostenrijk F vrijwel iedereen ze in defl^kf ge staan". (ADVERTENTIE) S.MAASLANDb Alfa Romeo Officialdealer sinds 1952 voor Den Hoog e Laan van Nieuw Oosteinde 115 - Voorburg - 070-874*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 26