final Wonen maan - ZATERDAG 7 MAART 1987 „Wonen op de maan" luidt de titel van een tentoonstelling die in het Planetarium te Amsterdam gehouden wordt. Een grapje, bedoeld om jonge studenten aan de Academie van Bouwkunst hun plaats te leren. Hoe serieus zijn ondertussen de plannen om de maan te gaan koloniseren waarvan tijdens het spectaculaire Apollo-project zo vaak sprake was? Of liever: waarom is het stil geworden op de maan? „Met Mars valt meer eer te behalen", denkt ruimteonderzoeker prof. De Graaff. AMSTERDAM - „De studenten die zich hier laten inschrijven", zegt docent Ponsen aan de Academie van Bouw kunst te Amsterdam met iets van een ge mene grijns, „denken dat ze alles al we ten. Om ze in één klap van die waan te verlossen, plegen we ze meteen bij het binnenkomen een onmogelijke opdracht te geven. Dan leren ze het wel af'. Dit jaar luidde de onmogelijke opdracht: wonen op de maan. En hoe de studenten zich eruit gered hebben, valt te zien in hel Planetarium aan de Amsterdamse Krom wij kdreef, want daar zijn hun werkstukken tentoongesteld. De opening van de expositie werd ver richt door de hoogleraar in ruste prof. W. de Graaff, ooit medegrondvester van het Laboratorium voor Ruimte-onder zoek aan de Utrechtse universiteit. Hij was het ook die de studenten duidelijk maakte waar ze zo ongeveer op de maan rekening mee zouden moeten houden al vorens ze aan het ontwerpen sloegen. Maar hoe staat het tegenwoordig met de maan? Waarom wordt er zo weinig meer van vernomen? Het toeval wil dat prof. De Graaffs echtgenote, mevrouw dr. G. Reijnen, als enige in Nederland ruimte recht onderwijst. Zij doet dat aan de Utrechtse universiteit. Een goede gele genheid om meteen maar te vragen: als er al ooit op de maan gewoond gaat wor den, wie mogen dat dan? Hebben even tuele gegadigden al uitgemaakt van wie de maan eigenlijk is? Herhaling Wonen op de maan dus. Het gesprek van de dag nadat de Amerikaanse astro nauten Neil Armstrong en Edwin Aldrin er op 21 juli 1969 met hun maanlander „Eagle" waren neergestreken en de ach terblijvers in dit ondermaanse hadden doen weten: „Het landschap hier is van een kale schoonheid; van een grootse verlatenheid". Een gesprek echter dat sindsdien is verstomd. „Ik stap nu van de maanlander af. Dit is een kleine stap voor mij, maar een reuzensprong voor de mensheid", had Armstrong die histo rische julidag naar beneden gejuicht. Desondanks zou het stil worden op en rond de maan. Wanneer komt de defini tieve sprong er eindelijk eens aan? En wie zullen zich het eerst op de maan gaan vestigen, de Amerikanen of de Russen? AMSTERDAM - Tim Se verin maakt een intens tevreden indruk. En met reden. De boeken van de Ierse ontdekkingsreiziger over zijn reizen in het spoor van Sint Bran- daan (van Ierland naar Amerika), Sinbad de Zeeman (van Arabië naar China) en de Griekse held Ja son (van de Griekse oostkust tot diep in de Sovjet-Unie) trekken over de hele wereld een miljoenen publiek. Zoals ook de tv-verslagen van die reizen gretig aftrek vinden in tal van landen, waaronder Ne derland. Se verin maakt er zijn specialiteit van te reizen zoals duizenden jaren voor hem ook de ware ontdekkingsreizigers dat de den. Het liefste richt hij zich dan ook nog op reizen waarvan het onduidelijk is of ze ooit gemaakt zijn. Als dus de legen de verhaalt dat de Griekse held Jason drieduizend jaar geleden met zijn schip de Argo een zeetocht ondernam naar het oosten, op zoek naar het Gulden Vlies, dan pakt Se verin zijn bullen en maakt die reis. Met geld van zijn uitgever, die inmiddels zoveel vertrouwen heeft in de opbrengst van zijn boekverslagen dat hij zonder problemen de pecunia beschik baar stelt. Een gegeven dat Severin tij dens een kort verblijf in Amsterdam verleidt tot een grote grijns en de consta tering: „What a great way to make a li ving!". De vriendelijke, goedlachse Severin is in ons land voor de promotie van „In de ban van het Gulden Vlies", de Neder landse uitgave van het verslag over zijn reis in het spoor van Jason. Severin bouwde de Argo na, pakte het verslag dat Appollonius van Rhodos in 300 voor Christus over Jasons reis maakte in zijn plunjezak en voer met een beman ning van twintig hedendaagse „Argonau- ten" de Egeïsche zee op. Op weg naar een gebied - het Russische Georgië dat slechts zelden door westerlingen wordt bezocht - waar Jason zijn Gulden Vlies gevonden zou hebben. Orakel Volgens de legende stuurde Koning Pele- as zijn halfzoon Jason op zoek naar het Gulden Vlies in de hoop dat hij nooit van die onbestemde reis zou terugkeren. De koning was namelijk door een orakel gewaarschuwd dat hij de dood zou vin den door een man die op één blote voet de stad inkwam. Toen Jason op een dag dan ook op één sandaal bij de stad kwam - de andere had hij bij het over steken van de rivier verloren - werd hij ijlings op reis gestuurd. Met onder zijn bemanning van de Argo illustere namen uit de Griekse mythologie als Hercules, Castor en Pollux. Prof. De Graaff blijkt er niet zwaar aan te tillen. „Die extreme temperaturen zijn temperaturen aan de grond", zegt hij. „Omdat er op de maan geen lucht is, is er ook geen luchttemperatuur. Als je tij dens de maan-dag een beetje in bewe- I ging blijft, een beetje ronddraait, bereik je binnen je ruimtepak hooguit een aar- Qi dig kamertemperatuurtje. En tijdens de maannacht zou je het ruimtepak van binnen elektrisch kunnen verwarmen, j De woningen op de maan zou je tegen extreme temperatuurwisselingen kunnen beschermen door ze ondergronds te bou- wen en te bedekken met een laag maan- aarde. Wat die meteorieten betreft, in- derdaad hebben we lang gedacht dat I daar een enorm gevaar school, maar j sinds de Apollo-landingen weten we be- ter. Tot nu toe is geen enkele mens op de maan en geen enkel daarheen ge- bracht instrument of voertuig ooit door j een meteoriet getroffen. De kans daarop, weten we nu, staat gelijk aan het risico hier op aarde. Een echt grote brok, dat komt maar eens in de zoveel eeuwen voor. Kleine brokjes, ja, die hier in de dampkring verbranden en ginds niet. Nou, daar kun je een dik pak tegen dra- p gen, maar dat moet je toch al en een helm heb je ook al op". A 21 Ajax De grootste risico's van wonen op de zij maan zouden wel eens in de mens zelf I per kunnen zitten. Houden de toekomstige kolonisten het met elkaar uit, op een kluitje als ze zullen hokken in hun her metisch afgesloten maanhuizen. Dat zal j ervan afhangen hoe groot de kolonies worden, denkt prof. De Graaff. „In het begin, als de maanwoningen niet veel ruimer zullen zijn dan een aards flatje en als er daar maar een paar van zijn, lijkt het me verstandig mensen uit te zoeken die met elkaar kunnen blijven opschieten zonder dat ze elkaar nu en dan hoeven te ontlopen. Heel stabiele, evenwichtige mensen. Geen driftkikkers. Naarmate de vestigingen groeien, kun je dan wat meer rek in je selectie brengen. Want aan zo'n kolonie kun je eindeloos door blijven breien. Je zult op den duur iets krijgen wat nauwelijks verschilt van een dorp, een stad op aarde, behalve dan dat er geen buitenlucht is. Compleet met allerlei recreatievoorzieningen. Ja, zwembaden, overdekte parken, waarom niet? Voetballen of tennissen, dat zal vanwege de geringe zwaartekracht moei lijk gaan, maar de toekomstige kolonis ten zullen er ongetwijfeld alternatieve sporten voor verzinnen. Bovendien zul len er regelmatig veerdiensten van de I fgj aarde langskomen. Dat geeft dezelfde af- wa leiding als vroeger de komst van een i jn{( schip in een havenstad. En nog iets. Zo'n maankolonie zal altijd in directe verbinding met de aarde staan. Ik bedoel aar dit. Je ziet vanaf de maan de aarde altijd j ter op precies dezelfde plek aan de hemel en wel vier keer zo groot als wij vanaf onze i bei aarde de maan zien. Het contact met die j\je aarde via geluid en beeld vergt maar één tjej en een kwart seconde. Je bent dus voort- pj, durend vrijwel direct met je thuisbasis i pev verbonden. Een doelpunt van Ajax krijg j jn je bijna gelijktijdig in je maanwoning op 1 het scherm. Het valt dus wel mee met gec dat isolement. Sterker: ik kan me voor- stellen dat je op de maan naar het jour- me naai zit te kijken waarin een aardse scf sneeuwstorm wordt getoond of een over- ve] stroming en dat je opgelucht tegen je i sle huisgenoten zegt: dat hebben we hier j js tenminste niet". ,iai PIET SNOEREN PPr wil vaarlijke reis wel te doen was met zo'n kal schip, of dat het toch allemaal fabeltjes toe waren. Wij hebben aangetoond dat het Vai kon gjj'' Mag dat al een prestatie heten, het meest iev overtuigende bewijs van de echtheid van de2 Jasons reis vond de bemanning van de nieuwe Argo in Georgië, dat in de oude verslagen vermeld staat als Colchis. Het bezoek van de moderne Argonauten aan die Sovjet-republiek vormt de apotheose in Severins boek. Het is het deel waarin hij schrijft over zijn bezoek aan Svane- tië, een streek in de Kaukasus, en zijn kennismaking- met de Svans, een geïso leerd levend bergvolk met een cultuur die volgens historici ten minste vierdui zend jaar teruggaat. Een streek boven dien waar tot aan het eind van de Twee de Wereldoorlog nog goud gewonnen werd. Bewijs Tim Severin, nu op het puntje van zijn stoel: „Er zijn nog drie Svans die vroe ger als goudzoeker werkten. Zij lieten zien hoe het goud, dat toentertijd nog werd opgekocht door de regering, met behulp van schapevellen gewonnen werd. Het vel werd op een raam gespan nen, verzwaard en op de bodem van de rivier gelegd. Het goud dat werd meege voerd uit de bergen werd vastgehouden in de haren van de vacht, dat langzaam veranderde in een „gulden vlies". Het was dus precies wat de naam aangeeft, een vlies van goud". Dat goud ook in de tijd van Jasons reis al zo gewonnen werd haalt Severin uit de geschriften van de Griekse geograaf Strabo, die in de derde eeuw voor Christus schreef: „Er wordt beweerd dat de barbaren goud winnen met behulp van doorboorde troggen en vliezige huiden". Sevenn is ervan overtuigd dat Jason er met één van die vliezen vandoor is ge gaan en misschien zelfs met meer. Het verhaal van de speurtocht naar het Gul den Vlies klopt, zo meent de Ier. „Goud was al ten tijde van Jason erg gewild, maar ook zeer zeldzaam. Ik vermoed dat hij gewoon de opdracht heeft gekregen op zoek te gaan naar goud en daarbij in Georgië terechtkwam. In Georgié zijn bovendien bij archeologische opgravin gen nog allerlei andere symbolen uit de legende teruggevonden. De slang (die het vlies bewaakte) en de stieren (die Jason moest temmen om bij het vlies te ko men) werden er in de Bronstijd veelvul dig gebruikt als tempelbewaarders, zo blijkt uit allerlei afbeeldingen. De my thologie van het verhaal is er in de loop der eeuwen bijgekomen: de reis van Ja son vond men zo fantastisch, dat men zich niet kon voorstellen dat hij die zon der hulp van de goden voltooid kon heb ben. Dus werden alle goden te hulp ge roepen om zijn succes te verklaren. Dat werd de legende van het Gulden Vlies". KOOS VAN WEES „Ik zou het niet weten", zucht prof. De Graaff. „Het klinkt misschien raar wat ik nu ga zeggen, maar wat ze allebei te genhoudt, is het feit dat ze er allebei al geweest zijn, de Amerikanen in levenden lijve weliswaar en de Russen alleen met wagentjes, maar toch. Alles wat ze nu zouden ondernemen, zou neerkomen op een herhaling. Het zou louter meer van hetzelfde betekenen. Ik kan me dus nog eerder voorstellen dat de Amerikanen en de Russen een wedloop naar Mars zullen beginnen dan dat ze zouden willen te rugkeren naar de maan om die te koloni seren, Want op Mars is nog wel eer te behalen en ruimte-onderzoek, ach, dat is - gezien de reusachtige aanslag die het pleegt op het bruto nationaal inkomen van een land - toch vooral een kwestie van politieke eer. Er staan in elk geval voor de komende tijd geen nieuwe mis sies op het programma. Het wordt wach ten, misschien wel op de jaren 2005 of 2010. Althans, wat de Amerikanen be treft. Van de Russen weten we niets. Jammer, ja, dat uitstel. Want elk ant woord waarmee de Apollo-astronauten van hun in totaal zeven maanlandingen op aarde zijn teruggekeerd, heeft tien nieuwe vragen opgeworpen. Voor de we tenschap blijft de maan buitengemeen interessant. En voor de commercie toch ook wel, denk ik". Maar als de kolonisatie van de maan uiteindelijk ter hand zou worden geno men - De Graaff: „Technisch is er niets wat de mensheid in de weg hoeft te staan" - beginnen de problemen wel licht pas echt. Ruimterechtdeskundige mevrouw Reijnen tenminste: „Die plan nen van de Amerikaanse president Reagan voor Star Wars vormen een re gelrechte aanfluiting. Een flagrante in breuk op het wereldbreed aanvaarde, in internationale verdragen vastgelegde be ginsel dat de ruimte slechts mag worden aangewend voor vreedzaam gebruik. Ik vind het een teken aan de wand dat het ruimterecht, pas twintig jaar oud toch, nu al zulke ernstige lacunes blijkt te ver tonen. Want van een ruimteschild naar militaire installaties op de maan, dat is slechts een stap. Hetgeen je brengt bij de vraag van wie de maan is. Krachtens ar tikel 11 van de maanovereenkomst die in 1984 werd opgesteld, moeten de maan en zijn natuurlijke hulpbronnen be schouwd worden als een gemeenschap pelijk erfdeel van heel de mensheid. Net als het Zuidpoolgebied. Het Zuidpool- verdrag uit 1959 heeft dan ook model gestaan voor alle ruimteverdragen die er inmiddels gesloten zijn. Maar hoewel er binnen de Verenigde Naties eenstem migheid was over de tekst van de maan overeenkomst, is hij nog pas door vijf landen geratificeerd. De grote mogend heden blijken er sterk tegen gekant te zijn, omdat het stuk in duidelijke be woordingen is gesteld en weinig te raden overlaat. Hoe dan ook: voor de maan zal gelden dat, wie het eerst komt, ook het eerst maalt. Latere kolonisten zullen hooguit beleefd bij de eerste pioniers kunnen aankloppen, en dat ze eikaars rechten zouden betwisten, acht ik verre van uitgesloten". Zuurstof Maar dat is toekomstgekletter. Wonen op de maan behoort tot de mogelijkhe den, daar gaat het hier om. „De Russen zijn nu al meer dan tweehonderd dagen achter elkaar in de ruimte gebleven. En wonen op de maan", aldus prof. De Graaff, „is in principe precies hetzelfde als wonen in een ruimteschip. Het enige verschil is dat een ruimteschip zweeft en een maanwoning op de bodem staat of in de bodem zit. De eerste maanwonin gen zullen dan ook, denk ik, uit de ruim teschepen-bestaan waarmee de astronau ten op de maan zijn geland. Pas later, als de nodige materialen vanaf de aarde zijn aangevoerd, zullen er verblijven komen die, althans van binnen, wat meer op aardse huizen lijken. Maar hermetisch afgesloten huizen, dat wel. Het is op de maan niet zo dat de bewoners kunnen zeggen: ik ga even een luchtje scheppen, want op de maan is geen lucht. De atmosfeer zoals wij die op aarde kennen, zal in de maanwoningen kunstmatig moeten worden nagebootst en ververst. Nieuwe zuurstof erin en het koolzuur er uit. Of die zuurstof vanaf de aarde voortdurend naar boven moet worden gebracht in flessen of zo? Niet noodzake lijk. Je kunt je een ecosysteem voorstel len van enorme kassen vol planten die de benodigde zuurstof aanmaken. Of je zou zuurstof kunnen winnen uit de mi neralen in de maanbodem. Geen pro bleem". Water ontbreekt ook totaal op de maan. Hoe moet dat? „Wacht even, er is geen water in vrije toestand", corrigeert De Graaff. „Maar water in vrije toestand was er oorspronkelijk op aarde ook niet. De atomen waaruit het watermolecuul bestaat, H20, kunnen heel wel voorko men in de gesteenten waaruit de maan is opgebouwd, en er langs chemische weg toe worden gebracht om water te gaan vormen, precies zoals dat in de geologi sche oertijd op aarde is gebeurd. Maar mocht deze oplossing onmogelijk blij ken, dan zullen we water omhoog moe ten brengen. Dit water zal na gebruik - met inbegrip van menselijke afvalpro- dukten - via chemische bewerking op nieuw in omloop gebracht dienen te worden. Het kan allemaal. De gewicht loosheid een probleem? Nou, ten eerste ben je op de maan niet gewichtloos, want er heerst aantrekkingskracht, zij het dat die zes maal zo zwak is als op aarde. Je zweeft niet en je behoudt je orièntatievermogen, want je weet wat boven en wat beneden is. Alleen zal je spierkracht zich dienen aan te passen. Lopen gaat bijvoorbeeld heel anders. Je hebt op de maan twee en een halve keer zoveel tijd nodig om een stap te zetten als op aarde. Springen op de manier van de kangoeroe lijkt me de beste wijze van voortbewegen daar. In elk geval wijzen proeven uit dat wonen op de maan bio logisch mogelijk is. Althans voor de duur van een maand of zeven. Maar ze ven jaar? Vanwege die vraag gaat men bij de experimenten uiterst behoedzaam te werk. Zelfs de Russen die erg trots zijn op hun verblijfsrecords in de ruim te, bouwen hun programma stapje voor stapje op. Heel verstandig van ze". Vijandig De maan is wel beschreven als een van de vijandigste omgevingen voor mense lijk leven die zich denken laten. Een atmosfeer zal hij nooit kunnen krijgen. De lage ontsnappingssnelheid die er heerst (2,4 kilometer per seconde) bete kent dat er geen dampkring kan worden vastgehouden. Mede daardoor heersen er extreme temperatuurverschillen. Tij dens de maannacht die twee weken duurt, kan het kwik dalen tot 150 graden onder nul. Bij zonsopgang vindt er een snelle stijging tot 60 graden boven nul plaats en als de zon in het zenit staat, wijst de thermometer 150 graden boven nul aan. Bovendien brengt het ontbre ken van een dampkring met zich mee dat neerstortende meteorietstenen niet verbranden of worden afgeremd. Ze re genen neer met snelheden van 100.000 kilometer per uur en hun inslag gaat ge paard met een explosie die qua intensi teit vergelijkbaar is met een atoombom van overeenkomstig gewicht. Wonen op de maan? Het werd een reis vol gevaren, waarbij slechts met de hulp van allerlei goden en halfgoden het uiteindelijke doel bereikt kon worden. Zelfs Eros werd daarbij in geschakeld. Zijn liefdespijl, afgeschoten op prinses Medea toen deze Jason voor het eerst ontmoette, zorgde ervoor dat de prinses zo verliefd werd dat ze bereid was haar eigen familie te verraden. Met behulp van haar magische krachten kon Jason haar vader, Koning Aietes, het Gulden Vlies afhandig maken. En het was ook met haar hulp dat haar broer, die de achtervolging inzette, door Jason gedood kon worden. Een verraad dat la ter het hoofdthema zou worden in de klassiek geworden toneelstukken van tal van Griekse dichters. Roeien Het was een legende die Tim Severin tal van aanknopingspunten bood voor weer een nieuwe aflevering in zijn groeiende reeks reisavonturen. Severin wilde de zelfde route afleggen die de Argonauten volgden, en en passant ook nog wel wat duidelijkheid verkrijgen over wat dat Gulden Vlies nu eigenlijk was waar Ja son zijn leven voor op het spel zette. Want dat het verhaal meer was dan een legende, daarvan raakte de Ier na zijn voorbereidend onderzoek wel overtuigd. Severin: „Toen ik voor de reis contact opnam met de autoriteiten in Georgië, bleek al dat de legende van Jason en het Gulden Vlies daar enorm leeft. Het is een van de eerste verhalen die kinderen er op school leren. Er is zelfs een sigaret tenmerk dat het Gulden Vlies heet. De meest voorkomende meisjesnaam is Me dea. Dat waren al tekenen die er op we zen dat de legende van het Gulden Vlies iets meer is dan zomaar een verhaal". Maar Severin zou eerst nog een hele reis moeten maken voordat hij die gedachte &an de werkelijkheid kon toetsen: om precies te zijn vijftienhonderd zeemijl, af te leggen in een boot die volgens de zee- vaartwetten van drieduizend jaar gele den voornamelijk roeiend werd voortbe wogen. „Het was ongelooflijk hard wer ken", aldus Severin. „We hebben zeker zeventig procent van de reis geroeid, de rest konden we gelukkig zeilen. De in spanning die de bemanning moest leve ren was enorm. De Argo hadden we ge bouwd aan de hand van wat kleine over blijfselen die ooit van zo'n schip uit die tijd zijn opgegraven, van afbeeldingen en van beschrijvingen in gedichten. Dat alles bij elkaar leverde een beeld op van een schip dat volgens ons het meest in de buurt kwam van de Argo. Het enige verschil was dat de echte Argo vijftig mensen kon vervoeren, en die van ons slechts twintig. Een net zo groot schip als de echte Argo bouwen zou onbetaal baar zijn geweest, bovendien had ik nooit een bemanning van vijftig man bij elkaar kunnen krijgen. Wie wil er ten Pro/ De Graaff bij enige werkstukken op de tentoonstelling „Wonen op de Maan". Die werkstukken zijn het resultaat van een „onmogelijke opdracht", bedoeld om jonge studenten van de Amsterdamse Academie van Bouwkunst hun plaats te leren. (FOTO: CEES VERKERK) slotte drie maanden achter elkaar roei en?". Geen twijfel De Argo volgde de route die vrij nauw keurig staat aangegeven in het verslag van Apollonius van Rhodos. Hoewel dat verslag ongeveer duizend jaar na de reis van de echte Argo werd opgetekend, is er volgens Sevenn geen twijfel over de route die Jason volgde: „Die route is al lang bekend, is ook heel makkelijk op de kaart en aan de hand van dat verslag te volgen. Maar wij waren de eersten die het ook inderdaad uitprobeerden, met een schip uit die tijd". En dan, laconiek: „Dat is ook de belangrijkste kritiek die sinds de reis op me afgekomen is, dat ik iets bewezen had wat iedereen eigenlijk al wist, namelijk dat de Argo precies die route gevolgd had. Maar als niemand die reis maakt, blijft het een vermoeden. Vraag was bovendien of die niet onge- Om de mythologische figuur Jason op zijn speurtocht naar het Gulden Vlies te kunnen volgen, moest een schip worden gemaakt zoals die in de oudheid werd gebruikt. Aan het roer de hedendaagse ontdekkings reiziger Tim Severin. CeidóeSouAcmt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 26