Amerikaanse hengst moet de drafsport versterken Langlauf komt langzaam van bejaarden-imago af TONI '£eidóc Somcwit' BOB DE BRUIN NIET UIT HET VELD GESLAGEN: ovei Ikope an in alaats ixclu-1 (ca. lapie- erna- itie is 3r de BARENDRECHT Bob de Bruin heeft onlangs in Amerika voor een behoorlijk be drag een nieuwe vieijarige draver aangekocht. Het is niet de eerste keer dat de zakenman uit Baren- drecht in Amerika zo'n aankoop doet met de poging de Nederlandse drafsport met een topper te verster ken. De nieuwe hengst, Reunited, is nu in training gegeven bij Arnold Mollema in Wolvega. Afgelopen woensdag maakte Mollema op Duindigt enkele trainingsritjes en komende woensdag komt hij voor het eerst in een Nederlandse drave rij uit. Op het eerste gezicht een draver met pure snelheid en een uitstekende draf. Bob de Bruin, directeur en eigenaar van Merwestad Van Nie IJzer en Staal, is ondanks de nodige tegenslagen in de paardesport de laatste jaren, duidelijk niet uit het veld geslagen. Vier jaar gele den kocht hij Roper Dean in Amerika. Een paard dat de stal aan het nodige succes moest helpen. Vorige week zater dag won Roper Dean voor de tweede keer op Nederlandse bodem. Een belo ning voor het ijzer sterke geduld van ei genaar De Bruin. Immers, andere eige naren hadden Roper Dean al lang op een onopvallende plaats in een of andere slagerij laten hangen. Maar bij de paar- den-liefhebber bij uitstek kreeg Roper Dean een eerlijke kans. Niettemin hoopt De Bruin dat zijn tweede Amerikaanse avontuur meer succes zal opleveren. Handdoek „Kijk, er zijn voor mij uitstekende tij den in de paardesport geweest. Als het dan een paar jaar tegenzit, moet je niet gelijk de handdoek in de ring gooien. De laatste jaren ging het niet goed met de drafsport. Het prijzengeld liep terug, de sport was op sterven na dood. Toen kwam Ladbroke die de totalisator over nam. De Engelse firma stopt er nu een hoop geld in om de sport gezond te krij gen. Bij veel eigenaren is daardoor het vertrouwen in betere tijden teruggeko men. Men gaat weer investeren en paar den kopen. Zonder Ladbroke hadden we de paardesport gewoon kunnen verge ten". De interesse voor de drafsport is voor Bob de Bruin begonnen in zijn stam kroeg, het Rotterdamse café Rustburcht op het Zuidplein. Dat is niet alleen het trefpunt van de aanbidders van Feye- noord maar ook van de drafliefhebbers. In dat café werden de vrienden Bob de Bruin en John van Nieuwenhuizen het eens over de oprichting van Stal Marco. Een stal die begon met de tweejarige Marco Cavaljos in het begin van de ja ren zeventig en uitgroeide tot een stal met meer dan 25 dravers. Waaronder de onbetwiste topper Bailly II, die in 1972 in Frankrijk werd gekocht en in 1974 een uitnodiging kreeg om in Amerika aan de wereldkampioenschappen mee te doen. Bailly II was zeker geen miskoop. Voor de heren De Bruin en Van Nieu wenhuizen verdiende deze topper maar liefst 550.000 gulden. Prachttijd Bob de Bruin: „Dat was een prachttijd. We waren natuurlijk trots op de uitnodi ging voor de wereldkampioenschappen. Als eerste en nu nog steeds enige Neder landse stal kwamen we daarvoor in aan merking. Alles werd betaald. Om daar met de beste van de wereld te kunnen meedoen was Bailly II niet goed genoeg. Maar alleen al het feit daar te mogen starten was natuurlijk een eer". Zo'n zeven jaar geleden stapte John van Nieuwenhuizen, eigenaar van een groot schildersbedrijf in de Maasstad, uit Stal Marco. Bob de Bruin ging alleen verder. „Nieuwenhuizen is altijd een vriend van me gebleven. Maar zijn zoon was hele maal gek van de springsport en daar kocht hij wat paarden voor. Het was het één of het ander. Maar het grote succes in de paardesport hebben we samen ge had. Daarom hoop ik altijd nog dat hij terugkomt in de drafsport. Hij komt re gelmatig weer op Duindigt en misschien kan ik hem zover brengen dat we Stal Marco in ere herstellen. We waren im mers een gouden koppel. Elke maandag gingén we naar onze trainer Jan van Dooyeweerd in Hoofddorp en dan na men we alles met hem door. Zoals bij voorbeeld de vraag waar we de paarden zouden laten lopen. Dat gebeurde niet alleen in Nederland, maar ook in België, Frankrijk en West-Duitsland. Bailly II is ZATERDAG 7 MAART 1987 Trainer en rijder Arnold Mollema uit Wolvega (links) en eigenaar De Bruin met hun nieuwe aanwinst de Amerikaanse hengst Reunited (foto: Milan Konvalinka). zelfs nog een tijdje in Duitsland in trai ning geweest". De paarden van Bob de Bruin lopen voor een groot deel op naam van zijn zaak. „Door de paardesport doe ik goede zaken. Met bijvoorbeeld de bekende springruiter Alwin Schockemöhle. Hij doet ook in staal. En daarnaast heb ik door de paardesport er aardig wat klan ten bijgekregen. De nieuwe Amerikaanse draver zal er dus aan kunnen gaan bij dragen dat het in het zakendoen straks nog beter gaat". Geen geheim De Bruin doet graag zijn verhaal over Roper Dean en de laatste vier jaar in de drafsport. Daar maakt hij zeker geen ge heim van. „Met stal Marco kon het niet op. De ene overwinning na de andere. De laatste jaren hebben mijn paarden het niet al te best gedaan. Alles wat te gen kon zitten, zat ook tegen. Henny Hielkema was vele jaren in Amerika als trainer-pikeur werkzaam en wilde terug naar zijn vaderland. Hij bracht voor mij Roper Dean mee, een paard dat in Ame rika al enkele belangrijke koersen had gewonnen. Over bedragen praat ik liever niet maar de hengst heeft aardig wat ge kost. Een goed paard hoeft niet goed koop te zijn en je koopt zo'n hengst om daar natuurlijk internationaal mee te kunnen koersen. Dat is er niet van geko men". Hij gaat verder: „Het was helemaal mis met zijn luchtaanvoer. We hebben wat gedokterd met dat paard. Er werd een buisje in zijn luchtpijp gemaakt. Hij moest enkele operaties ondergaan en nog niet zolang geleden is het buisje weer weggehaald. Hij kwam bij Arnold Mollema in training en die had ondanks alles toch het nodige vertrouwen in hem. Vorige week zaterdag won hij de Grote Winterprijs van Weststellingwerf'. „Ik heb het allemaal op video staan. Er was nog een eerste prijs van vijfduizend gulden ook. Net als bij de eerste over winning van Roper Dean was ik er ook nu niet bij. Door werkzaamheden in het buitenland. Maar ik heb er vertrouwen in dat het niet bij deze tweede overwin ning op Nederlandse bodem zal blij ven". Toen Roper Dean in Nederland kwam, was het de bedoeling dat hij ook in de fokkerij dienst zou gaan doen. Door zijn prestaties in Amerika zou hij zonder twijfel goedgekeurd zijn. Maar Roper Dean werd niet voor de keuring aange meld, waarvan men natuurlijk later spijt heeft gehad. De nieuwe aanwinst van Bob de Bruin is inmiddels goedgekeurd en gaat naast koersen ook zijn vaderlijke plichten vervullen als dekhengst. De aanvragen van merries zijn al binnen. Begrijpelijk, want het is heel goed bloed dat De Bruin in Amerika heeft aange kocht. ARTHUR VAN RIJSWIJK ISNY - Is langlauf nu een bejaar- densport of met? Volgens Sidney Teeling, langlaufcoach bij de Ne derlandse Ski Vereniging (NSV), kan het antwoord zowel ontken nend als bevestigend luiden. „De meeste mensen halen twee zaken door elkaar; langlaufen en ski-wan delen. Je kunt het vergelijken met fietsen in de Tour de France of fietsen op de Nederlandse hei. An ders gezegd: een zware, lang niet gemakkelijke sport, en een veel rustiger variant daarop". Om die verwarring uit de weg te ruimen is het dringend nodig dat er meer pro motie voor langlauf wordt gemaakt, zo meent de NSV. Daar is men er intussen van overtuigd dat langlauf steeds serieu zer wordt genomen, al is de weg lang en moeilijk. „Laat ze desnoods maar den ken dat het een bejaardensport is", aldus Teeling. „Het gaat er nu eerst om dat er meer langlaufers komen. Via, via horen anderen dan wel wat langlaufen werke lijk inhoudt". Bij die laatste uitspraak dacht Teeling ook aan de recreatieve langlaufers, die hun krokusvakantie de afgelopen week in Isny doorbrachten. In het Zuidduitse plaatsje met zo'n zesduizend inwoners had het nationaal kampioenschap lang lauf plaats, en het kampioenschap voor „low-landers" uit landen met minder dan twee maanden sneeuw per jaar. De NSV bood recreanten de mogelijkheid om daar te langlaufen en meteen de kampioenschappen mee te maken. „Het domste wat je kunt doen als je langlauf wilt promoten, is de recreanten te schei den van de langlaufers", licht Ton van Mechelen, supervisor van het recreatie ve gedeelte van het programma in Isny, toe. Vandaar dat het programma 's och tends uit wedstrijden bestaat en 's mid dags uit lessen. Doorweekt Een succesvolle combinatie, die echter staat of valt met de weersomstandighe den. En die lieten in Isny de eerste da gen veel te wensen over. De eerste dag, zondag, valt het programma meteen al in het water door de dooi (6 tot 10 gra den boven nul), de regen, die voortdu rend in sluiers over de bergen trekt, en de stormachtige wind. Er wordt uitgewe ken naar het op 1000 meter hoogte gele gen Eschach, een gehucht op twintig ki lometer afstand van het 250 meter lager gelegen Isny. Ook in Eschach is het land schap echter meer groen dan wit, maar daar blijkt het wel mogelijk een parcours uit te zetten dat voor wedstrijdlopers nog enigszins begaanbaar is. De recrean ten blijven 's middags wijselijk thuis na berichten van toeschouwers dat zij „tot op de huid" doorweekt zijn. „Ja", geeft Van Mechelen onmiddellijk toe, „dat zijn heel vervelende dingen, maar dat is nu net het enige waar we niets aan kunnen veranderen: het weer". Zou het misschien beter zijn geweest het NK ergens anders te houden? „Beslist niet", aldus Van Mechelen. „Isny ligt in derdaad niet zo hoog, maar neemt m de sneeuwstatistieken een topplaats in. Dat was voor de NSV drie jaar geleden mede aanleiding hier jaarlijks het NK te gaan organiseren". De eerlijkheid gebiedt Van Mechelen daar aan toe te voegen, dat de keuze voor Isny mede is ingegeven door de fi nanciële ruimte van de afdeling Langlauf en Rolski binnen de NSV. Relatief ge zien is dit redelijk, maar in de praktijk ontbreekt het geld om een volwaardig kampioenschap te kunnen organiseren. De NSV en Isny vonden elkaar drie jaar geleden dan ook omdat Isny best wat geld over had om bekend te worden als wintersportplaats. Een doel waarvoor de Duitsers, met burgemeester Christofl Eichert voorop, diverse faciliteiten ter beschikking stellen: het gemeentehuis met enkele computers, mankracht om de wedstrijden te begeleiden en het par cours te prepareren en apparatuur voor de tijdmeting. De officials van de NSV krijgen een tegemoetkoming in hun ver blijfkosten a 25 mark per dag. Prinses anne Een tegenprestatie voor al deze inspan ningen wordt van de NSV niet echt ver wacht. Als de naam Isny maar meer be kendheid krijgt, en om dat nog eens ex tra te bevorderen betaalt de gemeente het verblijf van de pers en stelt de plaat selijke skiverhuurder de vertegenwoordi gers van de media graag het duurste ma teriaal ter beschikking. Ook in dit geval uiteraard kosteloos. „De skiverhuurders beconcurreren elkaar in deze streek op leven en dood", aldus de eigenaar. De komst van de Engelse prinses Anne naar zijn zaak - zij komt kijken naar de pres taties van de Engelse low-landers - doet hem de strijd om het bestaan even ver geten. Als in de nacht van maandag op dinsdag de woorden van burgervader Eichert - „in Isny is de kans op sneeuw in deze tijd van het jaar 95 procent" - zowaar worden bewaarheid en er een dik pak sneeuw valt, lijkt de NSV toch gelijk te krijgen met de keuze voor Beieren. Maar is een dikke laag sneeuw een solide basis voor een geslaagde promotiecampagne? „Nee", gelooft J. de Ruigh, lid van het hoofdbestuur van de NSV en coördina tor van de promotie van de vereniging in het algemeen. „Maar we doen zo meer en de resultaten daarvan zijn dui delijk merkbaar. We groeien ontzettend snel en bij al die nieuwe leden zitten veel langlaufers". De Ruigh zegt dat de groei vooral te danken is aan een aantrekkelijke verze kering die de NSV biedt. Een andere oorzaak is de bundeling van de langlau fers in een aparte afdeling van de NSV, waar in 1985 één op de vijf leden lang- laufer was. „En dat worden er veel meer, nu steeds meer skiërs ook gaan langlau fen", voorspelt hij. De Ruigh wijst ook op het succes van het wekelijkse winter sportpraatje in Veronica's Nieuwslijn. Een informatief gesprekje over allerlei onderwerpen die met wintersport heb ben te maken, dus ook over langlaufen. „We krijgen daar zeer positieve reacties op", weet De Ruigh. „Dit jaar was het nog een test, maar ik verwacht dat het een blijvertje wordt". Achter een boom Of langlaufen op de televisie net zo suc cesvol is te promoten, staat te bezien. Uit de reacties van kennissen is De Ruigh gebleken dat de NOS (nog) de vereiste ervaring mist voor een boeiende en goede langlaufreportage. De Ruigh: „Je moet langlaufen spectaculair in beeld brengen. Waarom kijken mensen naar schansspringen, dat in feite nogal saai is? Omdat ze hopen dat er springers vallen. Van langlaufen moeten dus snel le afdalingen in beeld worden gebracht. Dan raken de mensen vanzelf geïnteres seerd". Waarmee De Ruigh meteen het sleutel woord in de discussie over het imago Met langlauf is het net als met fietsen: zo goed als er een groot verschil is tussen de Tour de France en een fietstocht over de hei, zo is er ook verschil tussen langlauf en ski- wandelen. van langlauf heeft genoemd: het spekta kel. Sidney Teeling: „De mensen zouden wel anders praten als ze zelf eens met 60 tot 70 km per uur naar beneden razen, en dan ook nog een bocht moeten ne men. Dat zie ik skièrs niet zo snel doen. Al denken die wel dat het veel voorstelt waar ze mee bezig zijn. Maar kijk eens naar de praktijk: een recreatieve skièr heeft aan het eind van de dag hooguit een beetje pijn in zijn bovenbenen en gaat 's avonds net zo makkelijk naar de disco. Een langlaufer die een redelijke tocht, dus geen wedstrijd, heeft gemaakt, brengt dat echt niet meer op. Die is zijn energie al kwijtgeraakt". Teeling heeft alle vertrouwen in de toe komst van langlaufen in Nederland, al kan het daar door de bank genomen al leen maar op rolski's met wieltjes. „In Duitsland had langlaufen ook dat bejaar den-imago en daar is het ook verdwe nen. Het WK in Obersdorf trok dagelijks 45.000 toeschouwers. We proberen nu de jeugd naar ons toe te trekken en dat gaat goed. Die kleintjes vinden het prachtig. Als ze eenmaal op de langlauf- latten staan, komen ze er niet meer van af. In Nederland zie je steeds meer groe pen rolskièrs op de weg, ook met jeugd. Dat is voor mij het bewijs dat we de goede kant opgaan: als ik vroeger op rolski's trainde en ik hoorde dat er een auto aankwam, verschool ik me achter een boom. Dat is nu definitief verleden tijd. Het kan alleen maar beter worden". PIETER EVELEIN door Frank Werkman De naam George Knobel zegt Toni Schumachter waarschijnlijk niets. Maar als de Westduitser de Limburgse trainer had gekend had hij zich misschien wel tweemaal bedacht voor hij ,,Der Anpfijf' nu al het levenslicht had doen zien. Want Knobel was degene die in de jaren zeventig een dergelijke stunt uithaalde. Hij was een blauwe maandag trainer van Ajax en maakte op een bepaald moment evenmin van zijn hart een moordkuil. Tegenover de reporter van een sensatieblad liet Knobel zich in een bui van onnadenkendheid en zeldzame openhartigheid de historische woorden ontvallen dat Ajax kapot dreigde te gaan aan drank en vrouwen. Hoewel ik nimmer heb getwijfeld aan de eerlijkheid en het juiste waarnemingsvermogen van de Limburger heeft hij geen gelijk gekregen. Ajax bestaat nog steeds. Maar waarom zouden de drank en de vrouwen dan weg zijn? Knobel sprak in zijn argeloosheid toch de waarheid. Zoals Schumacher in zijn „beginsignaal" ongetwijfeld een feitelijk juist verslag heeft gedaan van wat zich in de Bundesliga allemaal afspeelt. De parallel tussen Knobel en Schumacher is everi opmerkelijk als onthullend. De moraal van beider wedervaren is dat je in de voetballerij veel mag zeggen. Maar het liefst over niets. Raak een taboe-onderwerp aan en je wordt regelrecht uitgekotst, neergesabeld. Knobel kon vertrekken bij Ajax, dat vond dal men zulke publiciteit kon missen als kiespijn. Schumacher kon FC Köln voor gezien houden. Eerlijkheid wordt niet op prijs gesteld in de voetballerij. En als het dan allemaal ook nog riekt naar geld verdienen is het al helemaal uit den boze. Knobel had indertijd geen enkele financiële bijgedachte. Hij zag slechts dat Randstedelingen moeilijk naar de pijpen van een Lintburger dansten en klaagde zijn nood. Hij had als zijn toekomst als trainer hem lief was geweest beter bij zijn vrouw kunnen uithuilen. Want Knobel werd niet alleen door Ajax uitgespuwd, heel Nederland moest op slag niets meer van de mogelijk eerlijkste maar tevens meest goedgelovige trainer hebben. Hij kon zijn heil verder zoeken bij onooglijke clubjes in het Verre Oosten, doorgaans een vergaarbak van geflopte en geflipte oefenmeesters en op hun retour geraakte voetballers. Het noodlot van een te weinig met berekening en achterdocht fezegende Limburger, die in het Westen apot ging. Die achtergrond heeft Toni Schumacher geen parten gespeeld. Der Toni stamt bepaald niet uit de provincie. Hij komt weliswaar uit een zeer eenvoudig milieu, maar heeft zich dank zij sportieve talenten, wilskracht en doorzettingsvermogen opgewerkt tot een persoonlijkheid met levenservaring. Iets teveel zelfbewustzijn, meenden zijn criticasters, maar die werden venvlgens de mond gesnoerd door wat Toni vooral voor de Mannschaft presteerde. Met twee rotte knieën, waarvoor hij in de normale maatschappij allang zou zijn afgekeurd. En de manier waarop bracht niet alleen chauvinistische Westduitsers ertoe Der Toni te beschouwen als één van de allerbeste doelverdedigers ter wereld van zijn generatie. Maar je kunt goed zijn. ook George Knobel was een meer dan gemiddelde voetbaltrainer die zelfs het Nederlands Elftal onder zijn hoede had. je bent nooit goed genoeg om een aanval van massale hysterie het hoofd te bieden. Ook Schumacher niet. De eigengereide doelman was immersiemand geworden die meende dat hij zich alles kon veroorloven, een gewild doelwit derhalve. De hoogmoed is Der Toni duur komen te staan. Aanvoerdersband weg, National Elf weg, FC Köln weg. Niets blijft hem bespaard. En alleen maar omdat hij de waarheid heeft verteld, dingen heeft geopenbaard waar ploeg en landgenoten slechts onder elkaar en in het genot van een oorlam samen over smoesden. Nu zijn die Genossen publiekelijk aan de schandpaal genageld en dan sluiten de rijen zich. Eenstemmig klinkt het feweeklaag over Toni's verraad, chumacher zou de wind niet zo van voren hebben gekregen als hij de publikatie van zijn boek pakweg twee jaar had uitgesteld. Maar de beslissing om het nu te doen typeert niet alleen net onafhankelijke karakter van Der Toni, maar staat tevens garant voor het waarheidsgehalte van zijn onthullende verhaal, waarin doping, drugs, lamlendigheid, goklust, dronkenschap en (vreemde) vrouwen centraal staan, ik denk dat we er wel een jaar of tien op kunnen wachten voor iemand in de voetballerij weer een dergelijk boekje opendoet. Dat moet een rustig gevoel geven aan de officials, die ook ruimschoots hun trekken hebben thuisgekregen. De voetballerij kan na een paar turbulente weken weer in slaap sukkelen. Maar kwam Knobel in Hong Kong weer aan de slag, ik zie Toni Schumacher binnenkQrt ook wel weer ergens tussen de palen staan. In landen als Italië en België, waar omkoopschandalen ooit de gemoederen bezig hielden, zijn ze tenslotte wel het nodige gewend. Ik ben intussen alwel benieuwd naar Schumachers tweede boek. De titel weet ik al: Der Abpfiff. Met als alternatief: Toni or not Toni.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 25