K
I BIP1 Pl=
Ik zeg niet
wat je wel
of niet
moet dragen...
MET EEN
GROTE
Mannen
zetten
zijden
das
weer
klem
Alle zo zorgvuldig tot nette pakketjes gevouwen kleding
wordt op bed wordt uitgespreid. Jean nette: „De heren
staan bij mij binnen zes minuten in hun ondergoed".
Foto: CEES VERKERK x
vs,;* 1 -r
■.m
Een hedendaags garderobe
advies heeft blijkbaar "veel
met de stadsreiniging te
maken. „Ben je bang voor
vuilniszakken?", is één van
de eerste vragen die Jean-
nette Keizer stelt als een
datum is afgesproken voor
een paar uur grasduinen in
het persoonlijk textiel van
de verslaggever. „Ja inder
daad, een vuilniszak", ver
duidelijkt ze vastberade-
n.„Als jij het er mee eens
bent dan doen we weg wat
echt niet meer kan. Ik ben
niet kinderachtig, hoor!".
Op de Grote Dag staat het
koffieapparaat zenuwachtig
te pruttelen. Wie zijn uiterlijk
wil laten beoordelen zal ook
een deel van zijn ziel bloot
moeten leggen, en dat is
toch een enge aangelegen
heid. Je wilt zo goed moge
lijk voor de dag komen,
maar dat valt niet mee met
rommelige kasten en een al
legaartje aan weinig chique
kleren. Die kledingkasten
worden dus keurig opge
ruimd en alles waarover
maar enige twijfel kan rijzen
wordt alvast terzijde gelegd.
Dezelfde logica die mensen
aan het poetsen zet voordat
de werkster langs komt?
Hoe dan' ook: Jeannette
houdt van aanpakken, of de
betreffende cliënt nu een or
dentelijk en net persoon is
of niet. „De heren staan bij
mij binnen zes minuten in
hun ondergoed" meldt ze
kordaat, terwijl in het slaap-
kamervertrek alle zo zorg
vuldig tot nette pakketjes
gevouwen kleding op bed
wordt uitgespreid. Het da
gelijkse kloffie moet uitge
trokken worden en een
groot aantal combinaties
„aan den lijve" uitgepro
beerd. Les één van de gar
derobe-styliste: kleren ma
ken de man pas als ze zijn
aangetrokken. Niet eerder
kan het effect beoordeeld
worden.
VERWONDERING
Het idee een garderobe-ad
viseuse te raadplegen, wek
te overigens bij vriend en
vijand hevige verwondering.
„Je bent hartstikke gek",
had een collega gemeend.
„Je laat je toch door abso
luut niemand vertellen wat
je aan moet trekken? Ik
dacht dat we die tijd waarin
moeder de vrouw 's avonds
de kleren voor mannie al
vast op de stoel klaarlegde,
wel achter ons hadden".
Toch druist het garderobe
advies volgens Jeannette
niet in tegen de moderne
opvatting dat er geen hoger
goed is dan het „zelf". Zelf
bewuste mensen die ook
nog eens vinden dat ze het
zelf moeten maken, horen
bij uitstek tot haar doel
groep. Jeannette: „Ik vertel
niemand wat hij of zij wel of
niet moet dragen. Ik bekijk
heel nauwkerig wie ik voor
me heb en dan zoeken we
samen uit welke mogelijkhe
den een bepaalde gardero
be biedt. Eventueel ga ik na
afloop samen met de klant
winkelen, om hier en daar
tekorten wat aan te vullen.
En dat hoeft overigens ze
ker niet duur te zijn".
Jeannette zelf van kraag
tot knie in wollig zwart ge
stoken, halverwege onder
broken door een polsdikke
ceintuur heeft haar ken
nis omtrent de verschij
ningsvormen van de moder
ne mens in de praktijk op
gedaan. Ze werkte enige ja
ren als collectie-agente voor
Italiaanse confectie-fabri-
kanten. Daarna verdiende
ze het brood en beleg bij
marktonderzoekbureaus,
waar ze leerde interviewen
en observeren. Niet onver
meld moet blijven het jaren
lange kijken naar mensen
op straat. Jeannette: „Altijd
al een hobby van me ge-,
weest: mensen bekijken.
Wat dat betreft kun je in
Amsterdam je hart ophalen.
Wat ik niet om aan te zien
vind? Vrouwen met kwab-
berarmen in bloemetjes
bloesjes zonder mouwen.
Brrr... Maar verder wil ik
niet persoonlijk worden
hoor!".
DRIEHONDERD
GULDEN
Een garderobe-advies van
Jeannette kost 150 gulden
voor een hele middag, drie
honderd pieken voor een
ganse dag. Dat lijkt veel,
maar in verhouding tot de
enorme bedragen die met
de aanschaf en het onder
houd van een beetje kle
dingcollectie gemoeid zijn,
valt het volgens Jeannette
nog best mee.
Bij de persoonlijke „proef
op de som" blijken kleding
stukken die al lang waren
afgeschreven in elk geval
toch nog verrassende com
binaties op te leveren. De
vuilniszak waarvoor tevoren
zo krachtig gewaarschuwd
was, blijft zo goed als leeg.
Twee truien, één t-shirt en
een te krap overhemd wor
den met de grootst mogelij
ke meerderheid van stem
men weggekieperd. En na
enkele uren passen en me
ten verkeer ik zowaar in de
veronderstelling mijzelf
voortaan smaakvol te kun
nen kleden.
Jeannette is inmiddels zelf
overgeschakeld op een ko
baltblauwe koltrui; „Voor de
fotograaf". Want dat was de
laatste les van onze char
mante garderobe-styliste:
voor elke gelegenheid is er
een uitmonstering. Jeannet
te, schalks lachend: „Dat
geldt ook voor mensen zo
als jij die zich niet snel wil
len conformeren".
PAUL KOOPMAN
KUNSTSTOF
Synthetische stoffen zijn
jarenlang door de coutu
riers hooghartig afgewe
zen. De kleren die zij
maakten moesten op zijn
minst van pure katoen,
linnen of pure zijde zijn,
terwijl een polyamide/ly-
cramengsel van goede
kwaliteit toch ook voor
ontwerpers behoorlijk
aan de prijs was.
De Britse pers meldt nu
dat Jean Paul Gautier sa
men met Engelse stylis
ten bezig is een nieuw
soort synthetisch materi
aal te verwerken, dat de
mode van de negentiger
jaren gaat bepalen. Gau
tier is vast van plan de
synthetische vezel de
haute couture binnen te
leiden.
De eerste acryls als kle-
dinggrondstof versche
nen in de vijftiger jaren.
Kleding behoefde door
toepassing daarvan niet
te worden gestreken: no-
iron heetten de overhem
den toen en iedereen was
ermee in zijn schik. Maar
in de jaren zeventig vie
len de synthetische stof
fen in ongenade. Tot nu
toe hebben ze nog een
voet tussen de deur kun
nen houden, maar door
de kleermakers met een
grote K worden ze nog
steeds niet voor vol aan
gezien. Dankzij het en
thousiasme van Gautier,
worden de synthetische
garens echter „uit de
mottenballen" gehaald.
Doordat de zakkerige
mode verdwenen is, zijn
het nu juist die garens
die uitermate geschikt
zijn voor bijna transpa
rante jurkjes en zelfs jas
jes die nauwer om het lijf
sluiten.
Ook trenchcoats zullen er
komen van rayonzijde
(Azzedine Alaia verkoopt
die nu al in Londen voor
£495.- (ca. 1.450.-),
terwijl Gautier de stof
heeft verwerkt in een ko
raalkleurig japonnetje
met een bra-bovenstukje
en een strak om de heu
pen spannend rokje, ge
ïnspireerd op lingerie
389). Het materiaal is
dun doordat het bestaat
uit een polyester/lycra-
mengsel dat door zeer
goede fabrikanten voor
ondergoed wordt ge
bruikt.
Zelfs het bolwerk der En
gelse traditie, Jaeger, is
door het voorbeeld van
Gautier en zijn makkers
overgehaald zomerjurkjes
te maken uit genopte vis
cose. En als Jaeger door
de knieën gaat, dan kun
nen ook topontwerpers
zich veroorloven met de
materialen uit de rea
geerbuis te werken. Ze
ker nu ook Jean Paul
Gautier als vaandrager
fungeert.
Dank zij een steeds ruimere keuze aan herenmode-accessoires kan de
moderne man een pak naar zijn hart dragen.
De terugkeer van het
tweedelige (kwaliteit-
s)pak heeft behalve
voor een hernieuwde
belangstelling voor de
das ook geleid tot een
comeback van de chi
que herenmode-acces
soires, zoals das-siera
den, manchetknopen,
reversspelden, boord-
spelden, zegelringen,
kettingen, riemen,
dassen, strikjes, sjaal
tjes, pochettes, mouw-
sok- en broekophou
ders.
Van de grote waren
huizen heeft vooral
Vroom en Dreesmann
zich met een breed
assortiment op die
groeiende markt ge
stort. Volgens de heer
J. Zwart van de afde
ling inkoop van
Vroom en Dreesmann
Nederland in Amster
dam is bij hun ver
koop van die accessoi
res het laatste jaar
sprake van een stij
ging van 25 procent.
„Dat is redelijk veel",
meent Zwart, „want
dat is een landelijk
cijfer voor onze wa
renhuizen. Per wa
renhuis is dat ver
schillend. Wat de ver
koop van das-acces
soires betreft, gaat de
dasschuif het beste,
het daskettinkje het
minst. De verkoop
van manchetknopen
is gigantisch. Zestig
procent van onze
overhemden leveren
we nu al met de mo
gelijkheid daar be
taalbare man
chetknopen bij te dra
gen".
De heer J. Stolk, re
gio-verkoopmanager
van het bekende ju-
weliersbedrijf Siebel
dat vestigingen heeft
in de hele Randstad,
vertelt over de das-
accessoires: „Die ople
ving is begonnen in
mei/juni vorig jaar.
Daarvoor is het vier
vijf jaar qrg rustig ge
weest. Wat wij heb
ben bijgekocht aan
das-sieraden is ruim
een verdubbeling van
vorig jaar. Ook is het
aanbod in de breedte
aangepast. Vooral de
daskettinkjes en das
klemmen zijn erg po
pulair; de dasspelden
minder. De klemtoon
ligt op goudkleurig.
Manchetknopen ko
men langzamerhand
ook meer in trek,
meestal in combinatie
met de dasklem".
Voor exclusieve das
spelden met bijvoor
beeld een diamant
erop is nog maar een
klein publiek. „Daar
voor is de Nederland
toch te calvinistisch",
meent de heer Stolk.
Dat ons land toch iets
rijper begint te wor
den voor de mondai
ne luxe blijkt uit de
verbouwingsplannen
van Siebel. Bij de Nieuw klassiek met tinnen of
Haagse vestiging aan katoenen pakken, waarvan
de Lange Poten zal voor Hierboven naar
men binnenkort ook een pyjama js gekeken.
een plaats inruimen
voor een vestiging
van het exclusieve
Van Kleef Arpels.
Jochies doen mee met de print mode: hier
een supergrote geprinte badge op een
sweatshirt.
DAS EN STRIK
De Cravat-Club in de
Haagse Passage is een
echte dassen-speciaal
zaak, die eerder klas
siek dan „onwijs" mo
dern georiënteerd is.
De meest gangbare
breedte van de bij
hem gekochte dassen
is volgens de heer R.
Gast van de Cravat-
Club 8 centimeter. De
dunnere zijn 5 centi
meter. De strikjes,
waarvoor steeds meer
belangstelling bestaat,
zijn niet te smal en
niet te breed, meestal
4 centimeter. Er is
sprake van lichte on-
dergrondkleuren met
daarop groen, hard
blauw een paars tot
lila. Weinig dassen
kennen de combinatie
van al die kleuren.
Geld speelt geen rol
meer: steeds meer
mensen kopen zijden
dassen.
HERMAN JANSEN
In de schaduw van aller
lei nieuwe ontwikkelin
gen is er in de mannen
mode ook een verschui
ving naar sobere ont
werpen. Al vroeg in dit
jaar bleek op de inter
nationale beurzen en
begin deze maand op
de shows in Milaan en
Parijs hoe de man er in
het voorjaarszonnetje
zal bij lopen. Het zwaar
tepunt valt op „nieuw
klassiek" waar binnen
de verscheidenheid niet
groot is. De yuppie
duikt op in zachte kleu
ren, pastels, naturels en
khaki. Pittige accenten
daarbij zijn groen en
paars.
Het Voorlichtingsbureau
Vlaslinnen in Amster
dam voorspelt dat lin
nen in de zomermode
een topper wordt voor
de man. Diverse collec
ties in deze stof liggen
gereed voor de boe
tieks. Het gaat daarbij
om levendige patronen,
maar ook in het „nieuw
klassiek" zijn deze stof
fen zeer bruikbaar. Een
combinatie van sierlijke
soberheid met „gemak
kelijk draagbaar". De
city-look omvat naast
de genoemde pastels
ook grijstonen, kalktint
en beige, opgevrolijkt
door eierdooigeel, zacht
lila, citroen en steen
rood.
In de vroege-lentecol-
lecties wordt de man
meegetroond naar de
wereld van computers
en science fiction. Swe
atshirts hebben opwin
dende opdrukken, uit
parachute-nylon ge
maakte jacks zijn be
drukt met space-shutt-
les, raketten en plane
ten. De kleuren zijn
muisgrijs, karmijnrood,
groen, wit en konings
blauw.
STREEPJE
Hier kijkt men niet op
een kleurtje meer of
minder. Maar er is ook
anthraciet voor de meer
behoudende types, die
toch met de ruimtemo
de willen meedoen. Hel
der en functioneel non
chalant geeft hier de
toon aan. Voor een
streepje extra gaat de
man niet uit de weg.
Jeans - van chic tot
sjofel - zijn helemaal
terua. zegt het Neder
lands Mode Instituut.
Een bepaalde groep
combineert denim bij
voorbeeld met meer for
mele kleding en dan
heet dit super noncha
lant. Montana en de En
gelse Katharine Ham-
nett haalden de versle
ten jeans uit de jaren
zeventig terug. De Ita
liaan Franco Moschino
verenigt in één jasje
klassieke weefsels als
pied-de-poule en prin-
ce-de-galles met jeans.
Voor de zomer zal de
wijde, hoge „arbeiders
broek" uit denim te zien
zijn, die vijf uur lang is
mishandeld om hem een
indruk te geven van fat
soenlijke armoede.
Vooral jongeren zien
deze stijl wel zitten.
Voor deze groep maken
ook bedrukte jeans met
vervagende effecten
een kans. Alles bijeen
geraapt: een no-non-
sens mode voor de man
van 1987.
TINY FRANCIS
Nieuw-
klassieke
blazer met een
forse streep.
Eronder een
wit shirt.
Materiaal:
comfortabele
katoen.