p ll mal Ie r Islamitisch fanatisme voor ons haast niet te begrijpen -W1 v ■MRlli '£cidóc(2ou^cmt' V Nagelbijters moeten even doorbijten ZATERDAG 14 FEBRUARI 198ï[ LEIDSE ARTS NA MAANDEN IN AFGHANISTAN: LEIDEN - „Bedreigd heb ik me daar niet echt gevoeld. De Russen zorgen er wel voor dat er geen buitenlanders gewond raken of sneuvelen, want dan komt er veel negatieve publici teit". De Leidse arts Ronald Rijnders (30) blikt nuchter terug op zijn maandenlange verblijf in Afghanistan, waarvan hij on langs terugkeerde. Met acht Fransen en een Canadees vertrok hij in augustus in het geheim vanuit Pakistan naar een zieken huisje in het Afghaanse gebergte, opgezet door de Franse orga nisatie Médecins Sans Frontières (MSF). Een zware tocht van twintig dagen was nodig om daar te komen. Onlangs keerde hij terug, na de nodige ontberingen en wederwaardigheden in de streng islamitische cultuur. Rijnders, in 1983 afgestudeerd aan de Leidse universiteit, was voor zijn missie naar Afghanistan al eerder uitgezonden door MSF, in Nederland bekend als Art sen Zonder Grenzen. Hij was enkele maanden in het Midden-Amerikaanse Honduras en verbleef in het voorjaar van 1986 in Mozambique. Bij terug komst uit het Afrikaanse land vernam hij dat er enkele weken later een MSF- équipe naar Afghanistan zou vertrekken. In korte tijd trof hij voorbereidingen voor zijn tocht naar het land, dat sinds het einde van de jaren zeventig over heerst wordt door de Sovjet-Unie. De MSF-équipe bereidde zich in het Pa kistaanse Peshawar voor op de tocht, die begeleid zou worden door zo'n honderd Afghaanse verzetsstrijders, de moedjahe- dien. „We hadden 2500 kilo medicijnen en apparatuur bij ons, die we van tevo ren zo economisch mogelijk hebben in gepakt. De westerlingen kleedden zich in Afghaanse kledij en verfden het blonde haar een paar tinten donkerder. „Dat was om niet direct door de mand te val len. We moesten bijvoorbeeld 's nachts een douanepost passeren. Maar overdag maakte die vermomming weinig ver schil. We kwamen onderweg mensen te gen die in het Engels vriendelijk „hello" zeiden", aldus Rijnders. O mweg De karavaan, bestaande uit de MSF- ploeg, zo'n honderd moedjahedien, tach tig ezels en elf paarden, vertrok eerst naar het noorden van Pakistan. Dat was weliswaar een enorme omweg, maar de route naar het uiteindelijke doel was vei liger. De ongeveer zeshonderd kilometer lange tocht nam zo'n twintig dagen in beslag. De kortste weg had niet meer dan vijf dagen gekost, maar ook bedui dend meer risico's ingehouden. Geheel gevaarloos was de tocht overigens ook weer niet. „We moesten 's nachts een Russische post passeren op driehonderd meter afstand. Daar werden om de zo veel minuten lichtkogels afgevuurd, dus we moesten opletten. Kijk, omdat we buitenlanders waren hoefden we niet bang te zijn dat we beschoten zouden worden. Het was natuurlijk wel gevaar lijk op de momenten dat we niet als bui tenlanders herkenbaar waren. Vanuit de verte en vanuit de lucht bijvoorbeeld. Als er MIG's overvlogen doken we ook altijd weg tussen de rotsblokken. We moesten een keer echter een vlakte van een paar hon'derd meter oversteken zon der dekking. Dat was dus wel eng". In de vijf jaar dat MSF medische hulp aan de Afghaanse bevolking biedt, zijn er nooit slachtoffers onder de westerlin gen gevallen. „MSF is daar ook zeer op gebrand. Niemand mag in gevaar ge bracht worden. Er is wel eens iemand van MSF gearresteerd op valse beschul diging van spionage, maar dat heeft di rect ook de nodige publiciteit tot gevolg gehad", aldus Rijnders. „Het MSF-hos- pitaaltje is wel eens gebombardeerd, maar precies twee weken nadat er een équipe vertrokken was. Men had kenne lijk op het vertrek gewacht". Wisselgeld Niet alleen Russische MIG's, ook Af ghaanse commandanten van de diverse valleien die gepasseerd moesten worden, vroegen de nodige aandacht. Bij vorige missies was gebleken dat ze vaak^medi- Onderweg naar het ziekenhuisje in Afghanistan kwamen de Artsen Zonder Grenzen" geen wegrestaurants tegen. Voor het eten moesten zij zelf zorgen. Hier dr. Ronald Rijnders die samen met een van de moedjahedien vis bakt. fcvy rir camenten en zelfs een team van artsen en verpleegkundigen eisten. Daarom had de karavaan ook wat „wisselgeld" mee genomen. Enige medici en een deel van de medische bagage konden onderweg eventueel achterblijven. Dat bleek niet nodig. De meeste commandanten waren zeer welwillend tegenover de westerlin gen, die onderweg vaak in de plaatselijke moskeeën mochten slapen. „Als een soort tegenprestatie hielden we 's a- vonds consulten voor de plaatselijke be volking". Gaandeweg stak Rijnders wat op van de taal. Ook kreeg hij een beetje een beeld van de streng islamitische cultuur en de verschillende groepen die de Afghaanse samenleving kent. Contact had hij alleen met mannen. Vrouwen bleven voor het mannelijk oog verborgen achter sluiers en hielden zich zeer nadrukkelijk op de achtergrond. Dat was in verschillende opzichten wennen. „Ik maakte tijdens de tocht eens een paar foto's in een dorpje, totdat iemand mij waarschuwde dat dat zeer gevaarlijk was. De kans be staat namelijk dat er een vrouw op de foto staat en dat is streng verboden. Er was een jaar daarvoor al eens iemand in de buurt van dat dorpje gedood omdat hij een foto van een vrouw nam", aldus Rijnders. Doetjes Onder de tien westerse artsen en ver pleegkundigen waren vier vrouwen. Een van hen was een Franse tandarts, die voor de Russische inval jaren in de Af ghaanse hoofdstad Kaboel had gewoond. Zij was de leidster van de équipe en voerde voornamelijk het woord met de Afghanen. Een voor islamitische cultu ren ongebruikelijke situatie. Rijnders: „Het maakte het voor de Afghanen moeilijk ons voor vol aan te zien. De leidster was een vrouw en de overige vrouwen mochten gaan en staan waar ze wilden. Dat lieten we allemaal maar toe. Dan word je snel als een „doetje" ge zien. Niet dat ze dat zeiden, maar je merkte het aan de ondertoon in gesprek ken. De vrouwen werden wel door de Afghanen gerespecteerd, want de leidster wist duidelijk wat ze wilde en de vrou wen kwamen bij de reis ook de moeilijk ste bergpassen over". Het reizen te paard door het hooggeberg te bleek een vermoeiende heid. Kortademigheid en 'hoofdpijn speelden aanvankelijk de ongeoefende westerlingen parten. De grote basaltblok ken leverden de paarden en ezels vaak verwondingen op. „We hebben zo'n twintig ezels verloren. Dat valt in verge lijking met de verliezen van de vorige missies wel mee. Ezels raak je vaak kwijt in snelstromende rivieren die je over steekt, of op steile berghellingen. De plaatselijke bevolking hoopt er ook vaak op dat je gewonde dieren achterlaat. Die kunnen ze dan inpikken en laten herstel len. Bij een dorp werden we door Afgha nen langs een moeilijke berghelling ge stuurd. Ze hoopten dat we er ezels zou den kwijtraken". Ziekenhuis Na twintig dagen bereikte de MSF-équi pe het einddoel van de reis, een vallei ten zuiden van de stad Faizabad op zo'n honderd kilometer van de grens met de Sovjet-Unie. Daar had MSF enkele jaren geleden een ziekenhuisje gebouwd, vlak buiten een dorpje, in een bocht van de vallei achter een rotsblok. „Tegenover het ziekenhuisje was een kleine kazerne, waar moedjahedien voor de bewaking zorgden. Ze hadden een afweergeschut waarmee ze af en toe op overvliegende MIG's en helikopters schoten. Dat af weergeschut stelde overigens niet echt veel voor. Vanwege de komst van de zoon van de commandant van de vallei werd er eens een vreugdesalvo afgescho ten. Dat ding viel prompt van z'n stan daard". Rijnders verbaasde zich vooral over de moed van de Afghaanse verzetsstrijders. „Die is werkelijk enorm. Het hangt sa men met de islamitische heilige oorlog, de Jihad. Als je daarvoor sterft kom je in het paradijs terecht. Ze doen alles voor Allah. Ook dingen waarbij de kans op overlijden groot is. In het verleden hebben ze dus bijvoorbeeld Russische tanks met stokken aangevallen. Voor ons is dat moeilijk te begrijpen. Het is het fanatisme dat je ook in Iran ziet. Voor de familie van gesneuvelden is het verdriet even groot als hier, maar als troost is er de wetenschap een martelaar in de familie te hebben. Dat werkt sta tusverhogend". Rijnders werd in alle geledingen van de Afghaanse maatschappij geconfronteerf met het islamitische geloof. „De rechjB^ spraak is sterk gebaseerd op de islamitj^ sche beginselen. Andere godsdienster zijn niet toegestaan". Ook de dagelijksj gang van zaken in het ziekenhuis werf10' door de islam bepaald. Zo mocht di - deur aan de voorkant alleen worden gl bruikt door vrouwen en kinderen; maBamD nen kwamen aan de andere kant van hl j, gebouwtje binnen via een raam. Dr vrouwelijke verpleegkundigen behander.-1 den de vrouwen en kinderen en pas w toestemming van een mannelijk familie lid mocht er eventueel een mannelijk L arts bij komen. L v, De omstandigheden waaronder de MSlPee^ équipe moest werken waren zeer primfn tief. „We hadden wel aardig wat medfan,8' cijnen, maar materiaal om diagnoses lpnae stellen was er weinig. Echt ernstige gia" vallen konden we niet behandelen. wrei moesten mensen dan doorverwijzefaar naar Faizabad, Kaboel of Pakistaijj,sle Vrouwen waren echter afhankelijk vaF^' toestemming van hun man, vader oudste zoon en voor mannen dreig(fe^a het gevaar dat ze in de stad opgepaiaü 1 zouden worden voor militaire dienrea5 Mannen die niet gingen, zag je vaak hef"., snel achteruit gaan. Dat is erg triest. W,Z1J hebben in enkele gevallen wel eenvoud?11" ge operaties verricht. Dat moest buiter11 op een houten tafel. Binnen was het ruBd donker en er was een stoffig rieten pl(BR] fond. Veel klachten waren trouwens psyjer<j chosomatisch, bijvoorbeeld de onduideonj lijke buikklachten die veel mensen hao^ den". Le en z lelja Hygiëne e ti il.ex De belangrijkste taak die de westerse a%ar1 sen hadden, lag vooral op het gebied vaU0j de hygiëne. „We hebben ook Afghanejpe opgeleid om ze wat globale medisclf' kennis bij te brengen, vooral op het bied van hygiëne. Het water van de vier is stroomopwaarts nog wel te drii^ ken, maar je moet erg uitkijken. ManneW bidden dagelijks bij de rivier, wass{jjj| zich daar ook en doen er hun behoeftiHÉ Het besmettingsgevaar stroomafwaarts Ijl dan ook vrij groot", aldus Rijnders. De Leidenaar wacht thuis nu weer «le een eventuele uitzending naar een andfijel land. De ontwikkelingen in Afghanistan blijft hij echter op de voet volgen. „D,an verschillende verzetsgroepen in Afgh|00r nistan blijken steeds meer bereid zich t,aar bundelen. Ik heb de indruk gekregen d{en de Russen ook wel weg willen. Ze zitte|eeic wel in de grote steden, maar kunnen oif h( de gebieden buiten de steden geen v^n krijgen. De Russen blijken niet opgewal sen tegen de guerrilla. Ze hebben grol verliezen geleden". Hij hoopt vooral dl het Afghaanse vluchtelingenprobleec meer aandacht krijgt. „Er zitten andej half miljoen Afghaanse vluchtlingen c Iran en 3,5 miljoen in Pakistan. Dat j ongeveer de helft tot een derde van hl totaal aantal vluchtelingen in de w reld". s o bite PAUL VAN DER BIJ?oe> [wei APELDOORN - Goed nieuws voor nagelbijters. Zij kunnen van hun kwaal worden afgeholpen, mits ze daar een paar centen voor over hebben. Het recept is simpel. Men neme tien kunstnagels en laat die deskundig aanbrengen door een nailstyliste. Vervolgens regelmatig terugkomen voor controle en na verloop van enige tijd ziet de nagel bijter zijn of haar eigen nagels on der het kunstwerk groeien. Het is wel zaak bijtwerk achterwege te la ten en zo weinig mogeüjk aan de kunstnagels te peuteren. Lida Altman (36) uit Apeldoorn is zo'n nailstyliste. Hardnekkige kluivers weten haar makkelijk te vinden. „Zeker tachtig procent van de nagelbijtsters die ik hier heb gehad zijn van hun probleem ver lost", beweert Lida. Nagelbijtsters, want de heren laten het in de meeste gevallen afweten. Weliswaar komt er wel enig manvolk, maar slechts in twee van de tien gevallen kunnen zij genezen worden verklaard. Echte doorbijters dus. „Nagelbijten is een sociaal probleem", aldus Lida. „Een onderzoek heeft uitge wezen dat ongeveer twaalf procent van de Nederlandse bevolking nagelbijt. In verreweg de meeste gevallen is het een gewoonte, slechts een klein deel bijt uit nervositeit. Maar ik heb niet alleen met nagelbijters te maken hoor", gaat ze ver der. „Hier komen ook mensen met slechte nagels of klanten die hun handen laten verzorgen. In Amerika is het heel normaal van tijd tot tijd naar een nail styliste te gaan. Daar lopen veel vrou wen met kunstnagels rond omdat ze dat mooi vinden. Hier zijn we nog niet zo ver. Veel mensen denken namelijk dat alleen rijke mensen zich door een nail styliste laten verzorgen. Een elitezaak. Dat is beslist niet waar. Je ziet weliswaar steeds meer vrouwen met kunstnagels, maar die hebben dan een setje tips ge kocht en denken dat die een tijd blijven zitten. Dat kan ook wel, als ze maar met de nodige vakkennis zijn aangebracht. Anders zijn ze er zo weer af. Zijn ze ech ter eenmaal goed aangebracht, dan kun je er alles mee doen. Beperkingen zijn er nauwelijks. Je moet alleen oppassen voor agressieve stoffen, bleekwater en vet bijvoorbeeld. Maar ze gaan zeker zes tot negen weken mee". Kunstnagels om nagelbijten tegen te gaan. Sjoukina Harleman (21) is voor de eerste keer bij Lida op bezoek. „Ik heb eigenlijk altijd al gebeten. Sinds een paar jaar vind ik het echt vervelend. Het staat gewoon afschuwelijk. Ik wil van die nare gewoonte af. Je gaat je op den duur schamen. Je probeert steeds je han den te verbergen". Ellen Hartgers, verkoopster in een wa renhuis, rekende zich tot de zware geval len. „Ik beet soms tot bloedens toe. Au tomatisch gingen mijn vingers naar mijn mond. Zeker als ik tv keek. Ik probeerde van alles. Smeerde spul op mijn vingers, maar dat was er na één keer handen wassen al weer af. Het kon zo niet lan ger. Ik ging soms op mijn handen zitten om ze maar niet te laten zien. Ik schaamde me dood. Zeker als ik moest werken op de afdeling cosmetica. Ik kreeg een kleur als klanten me vroegen welke nagellak ze moesten nemen. En horloges niet te vergeten. Het lukte me niet de pinnetjes van de horlogebandjes los te krijgen. In september ben ik naar Lida toegegaan en ze heeft me er van af geholpen. Als ik nu klanten krijg die ook nagelbijten, denk ik, bah wat smerig. En dan te bedenken dat ik het nog veel er ger Iteb gedaan. Ik ben nu een stuk zelf verzekerder geworden. Durf weer onder de mensen te komen en in het openbaar een sigaretje op te steken". Hardnekkige rokers weten nu hoe ze moeten stoppen. Nagelbijten. Lida: „Dat is een manier, ja, maar je krijgt er een ander probleem voor terug. En de mensen zitten er mee. Het is voor velen een grote stap naar mij toe te gaan omdat ze eerst hun schaamte moeten overwinnen. Soms moet ik klan ten echter wegsturen. Ontstekingen en schimmels, daar begin ik niet aan. Die mensen moeten maar eerst naar de spe cialist en vragen of ik ze mag helpen. Er zijn er ook die heel korte nagels hebben. Dan hebben ze zo erg gebeten dat er vrijwel geen nagel meer op hun vingers zit. Ik doe er dan wel wat aan, maar met behulp van een goedkope methode. Ik wil eerst resultaten zien, anders wordt het te duur". Een rekening waardoor j£ geen nagl meer hebt om je gat te krabben? Nee, jj sc] erg is het volgens Lida nu ook weer niw0g( „Maar een complete behandeling konjecie toch wel op zo'n tweehonderd gulde^ee De controle is gratis. Ik wil dat menstje terugkomen. Alleen op die manier bere|)0e1 je resultaat, want anders gaan ze toojer(; weer bijten. Of eraan peuteren. Dat laaSat ste ontkennen klanten vaak. Maar hfcge]j eind van het liedje is meestal dat ze \L kennen. Soms* echter komen ze helem%st niet meer terug. Met name heren. B|ag) hen gebruik ik doorzichtige harsnagel^ z want het is een misvatting dat je hier aen leen lange kunstnagels kunt krijgenL^ Sjoukina hoort met veel belangstellii|unn de ervaringen van haar voorgangers aatn „Het is fijn te horen dat je echt van h|n'e nagelbijten af kunt komen". „En niet aam, leen dat", besluit Lida. „Ik leer de klaye r ten ook hoe ze hun nagels moeten veL z zorgen. Want wie de nagels verzorgiav( heeft veel minder de neiging weer \L a bijten over te gaan. En ze weten het h[]s bijten gaat geld kosten". ranc DAVID LEVfcle

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 28