rodeliike injectie
pogen toedienen
Alleen arts zou
lank en zwart strijden
voor gemengde wijken
„Ziekenhuizen ontkomen niet aan duidelijke stellingname
m
-Genland/buitenland
C&tdaeSou/uwt
HOOFD VERPLEEGDIENST AZ NIJMEGEN
OVER EUTHANASIEAFFAIRE:
ZATERDAG 24 JANUARI 1987 PAGINA 9
verpleegkundigen
het Amsterdamse
■ziekenhuis zitten
lenteel in voorrar-
omdat ze drie coma-
ënten op eigen initia-
een dodelijke injectie
ben gegeven. De offi-
van justitie meent
hier sprake is van
ird, de advocaten van
erpleegkundigen be
den dat en zeggen
hun cliënten uit
iselijke overwegingen
jen gehandeld. Ook
leiding van het zie-
huis, die de betrok-
en na grondig onder-
heeft ontslagen, wil
van moord spreken,
ouders van één van
atiënten, een 25-jari-
ongen, zeiden deze
tegen straf ver vol
te zijn. De afdeling
ndheidszorg van de
aKabo meent dat de
:ie van verpleegkun-
n, die juist zo vaak
euthanasie worden
nfronteerd, veel te
lidelijk is. Dat komt
ens de ambtenaren-
mede door het uit
en van een duidelij-
'etgeving over eut-
iie. Onze verslagge-
Dick Hofland ging
;n in het Nijmeegse
Radboudziekenhuis,
bekend staat om zijn
SJjelijke richtlijnen
verpleegkundigen.
PROF. DR. H. TEN HAVE:
MAASTRICHT „De con-
fessionaliteit van bijvoor
beeld katholieke ziekenhui
zen en verpleeghuizen zou
meer inhoud kunnen krijgen
juist in kwesties als abortus
en euthanasie. Nu is het be
leid vaak onduidelijk en we
ten mensen niet waarop ze
mogen rekenen als ze zelf of
als familieleden in een zie
kenhuis terecht komen". Dat
zegt prof. dr. Henk ten Have,
bijzonder hoogleraar wijsbe
geerte vanwege de Radboud-
stichting aan de Rijksuniver
siteit Limburg.
De gebeurtenissen in het
VU-ziekenhuis en eerder in
het verpleeghuis De Terp in
Den Haag maken mensen on
zeker: Van het VU-zieken
huis en De Terp is bekend
geworden wat er gebeurt,
niet precies hetzelfde gaande,
vraagt men zich af. „Dat
mensen door de affaire in De
Terp de schrik op het lijf
wordt gejaagd, kan ik
„Bij de kwestie in het VU-
ziekenhuis speelt iets anders
mee, namelijk dat er op de
betreffende afdeling blijk
baar niet open gepraat kan
worden over euthanasie. En
verpeegkundigen zijn de
mensen die het meest inten
sief met de patiënten om
gaan; de problematiek maken
zij van heel dichtbij mee.
Daar zit een groot probleem.
Maar de nood van de verzor
ger kan natuurlijk nooit het
motief zijn voor euthanasie.
De verzorger heeft een pro
bleem met zichzelf over een
patiënt; je moet dat oplossen,
maar niet door de de patiënt
letterlijk de wereld uit te hel
pen. En als de dodelijke in
jecties zijn gegeven zonder
overleg met de familie, dan is
er voor mij sprake van een
soort executie. Bovendien, in
deze gevallen konden de be
trokkenen niet zelf te ken
nen geven ondraaglijk te lij
den. En dat is juist één van
de criteria voor het toepassen
van euthanasie. Het criteri
um van het ondraaglijk lij
den van de patiënt heeft hier
plaats gemaakt voor het lij
den van de verzorgers. En
dat kan natuurlijk niet".
„Als instellingen openheid
geven over hoe in het zie
kenhuis of verpleeghuis
wordt gedacht over euthana-
)7 501
>500
12.50
.00
56.<oMEGEN Ongeveer
gruizend mensen over-
195 ooIn jaarlijks als gevolg
i8oooi euthanasie; de helft
120 50 hen thuis, de ande-
'M-Jjin zieken- bejaarden-
erpleeghuizen. Daar
vóór is de medewerking
van anderen. Een
Int, of diens familie,
dat verzoek om een
ie dood" in een zie-
luis vrijwel altijd tot
ileegkundigen, om-
iet hen het contact
rootst is. Maar juist
verpleegkundige
in een ziekenhuis
te vertellen, die
gewoon doen wat
zegt. De medicus
st uiteindelijk ook of
^Jjjuthanasie wordt toe-
t, maar de verpeeg-
Ï5.&5dige moet dan in de
tijk meestal weer
dodelijke medicijn
JjJenen, vaak zonder
elf te weten.
s een hele kwalijke si-
vindt Francis Pothof,
verplegingsdienst van
Academisch Ziekenhuis
Nijmegen. Ze meent dat ver
pleegkundigen een veel grote
inspraak moeten hebben,
veel meer hun problemen
met euthanasie moeten kun
nen uiten en dat uitsli/itend
een arts de dodelijke hande
ling mag verrichten. „Het
gaat om zeer ingrijpend me
disch handelen en dat dient
voorbehouden te blijven aan
de medicus", zegt ze, nog al
tijd danig geschrokken van
de VU-affaire. „Vooral om
dat er wordt gesproken over
moord. Dat vind ik nogal
wat. Maar ik heb alleen maar
gegevens uit de derde hand,
dus ik doe liever geen uit
spraken over de zaak.
De VU-affaire bewijst dat de
verpleegkundigen met een
enorme gewetensnood heb
ben rondgelopen, ze konden
het lijden van mensen niet
meer aanzien. Het is aanne
melijk dat er zo nog meer
werken in de Nederlandse
ziekenhuizen, en zeker in de
verpleeg- en bejaardenhui
zen. Hoe kun je voorkomen
dat die in dezelfde situaitie
komen als hun VU-collega's?
„Artsen en verpleegkundigen
moeten structureel, dus niet
alleen in noodsituaties, met
elkaar overleggen en praten
over de patiënten. De ver
pleegkundige wordt dagelijks
geconfronteerd met het lij
den van mensen die alleen
nog maar dood willlen of be
wegingsloos aan ettelijke
slangen liggen. Dat je eutha
nasie dan een goede oplossing
vindt, en enorm gaat twijfe
len, lijkt me heel mensense-
lijk. Maar dat betekent niet
dat je dat ook maar meteen
moet toepassen. Als die za
ken spelen, kunnen ver
pleegkundigen dat bij ons
meteen kenbaar maken. Het
is gevaarlijk als ze met dat
soort vragen en dilemma's
blijven rondlopen. Ze moeten
ermee terecht kunnen bij de
hoofdverpleegkundige, de
arts of van mijn part de di
rectie".
Dat klinkt mooi, maar veel
artsen vinden dat een ver
pleegkundige alleen maar
moet doen wat de medicus
zegt. Die beschouwen overleg
en zeker discussie als aantas
ting van hun autoriteit.
„Helaas zijn er nog altijd art
sen die zich doof houden
voor wat verpleegkundigen
vinden en zeggen. Verpleeg
kundigen moeten inderdaad
heel sterk in hun schoenen
staan. Ze moeten zorgen dat
ze gehoord en gekend wor
den, en dat moeten ze zélf
doen. De andere disciplines
moeten zorgen dat ze daar
gevoelig voor zijn en ernaar
luisteren. Als ze menen dat
daarmee hun deskundigheid
wordt aangetast, is dat niet
terecht. Verpleegkundigen
willen echt niet de macht
overnemen".
„Bij ons is het gelukkig zo ge
regeld dat iedere verpleeg
kundige die met zichzelf in
de knoop raakt, niet zelf
handelend optreedt. Ze kan
ook gewoon zeggen dat ze
een bepaalde patiënt liever
niet meer verpleegt. Daar
volgt echt geen straf op, het
wordt juist gestimuleerd.
Want alleen dan heb je goede,
kans dat een verpleegkundi
ge niet, zoals in de VU dus
zou zijn gebeurd, op eigen
initiatief medicijnen gaat toe
dienen. Ik wil daarmee niet
zeggen dat hier nooit iets mis
zou kunnen gaan, maar wel
dat we de voorwaarden heb
ben geschapen dat verpleeg
kundigen nooit zó in gewe
tensnood komen als die in de
VU".
In de VU zijn ook afspraken
gemaakt, maar daar is het
toch misgegaan.
„Daarvoor kunnen allerlei
sie, moet dat beeld betrouw
baar zijn; het gaat er niet al
leen om hoe het beleid op pa
pier is, mensen moeten er
vanuit kunnen gaan dat het
in de praktijk van het zie
kenhuis inderdaad zo toegaat
als wordt gezegd. Je kunt het
ook zo zeggen: mensen die
naar een katholiek zieken
huis gaan op grond van het
euthanasie-beleid van dat
ziekenhuis, moeten niet bang
hoeven zijn voor dingen die
ze zelf, vanuit hun katholie
ke geloof, niet willen".
Duidelijkheid is ook nodig
voor de werkers in de zie
kenhuizen, meent Ten Have.
„Verpleegkundigen die op
grond van hun overtuiging
niet willen meewerken aan
de uitvoering van het abor
tusbeleid van een ziekenhuis,
hebben daarom soms minder
kansen in de gezondheids
zorg. Met de euthanasie kun
je hetzelfde krijgen. Tenzij
duidelijk is welk beleid het
ziekenhuis voert. In dat ge
val kan de verpleegkundige
beslissen daar wel of niet te
gaan werken. Hij of zij weet
dan wat wordt verwacht van
de verpleegkundigen".
Wet-geweten
Volgens de medicus-filosoof
Ten Have is de voorgestelde
wettelijke regeling op diverse
punten te verdedigen. „Van
het grootste belang is het feit
dat euthanasie controleerbaar
blijft. Een arts moet zich al
tijd kunnen verantwoorden.
Ik weet natuurlijk dat een
beroep op het criterium
„overmacht" betrekkelijk ge
makkelijk kan, omdat het
zo'n rekbaar begrip is, maar
blijft de regel dat een arts
zich altijd moet kunnen ver
antwoorden. Er blijft dus
sprake van de noodzaak van
een heel bewust genomen be
slissing, een gewetensbeslis
sing".
Prof. Ten Have wijst er op
hoe een wet nooit het indivi
duele geval „dekt". „Een wet
is bedoeld voor alle situaties,
maar de beslissing om wel of
niet euthanasie te plegen
speelt zich af in de individue
le sfeer. Dat wil zeggen: de
wet kan nooit het eigen han
delen over leven en dood le
gitimeren, er moet sprake
zijn van een gewetensbeslis
sing".
Naar zijn oordeel gaan bij
kwesties als abortus en eut
hanasie juridische en morele
aspecten vaak door elkaar lo
pen. „Toen de abortus wette
lijk geregeld was, is de more
le discussie weggezakt bij
veel mensen. De gedachte is:
ik mag het doen, omdat het
van de wetgever mag. Ik
vrees dat het ook zo gaat bij
de euthanasie-wetgeving.
Niet alleen in de relatie tus
sen wetgever en individu,
maar ook tussen bijvoorbeeld
een ethische commissie van
een ziekenhuis en de wer
kers. „Zodra een ethische
commissie in een ziekenhuis
een uitspraak heeft gedaan,
zie je dat de werkers in dat
ziekenhuis .die uitspraak ge
bruiken als wettiging van ei
gen handelen en dat het ei
gen geweten eigenlijk wordt
uigeschakeld".
LTJTSEN KOOISTRA
De verpleeg
kundige wordt
dagelijks ge
confronteerd
met het lijden
van mensen
die alleen nog
maar dood
willen of bewe
gingsloos aan
ettelijke slan
gen liggen.
irx
oorzaken zijn: gebrek aan
communicatie, gebrek aan
welwillendheid bij artsen, ei
gen onvermogen, de druk die
de patiënt en/of familie op
een verpleegkundige legt".
De meeste gevallen van eut
hanasie in een ziekenhuis ge
beuren 's nachts, als er geen
arts is. Voor een verpleeg
kundige die niet zo sterk in
de schoenen staat, is dat wel
erg verleidelijk. Op eigen ini
tiatief kan die dan een injec
tie geven omdat zij of soms
hij vindt dat de patiënt die
nodig heeft. Een pijnstiller
bijvoorbeeld, of valium. Dat
kan heel goed een dodelijke
injectie zijn.
„De behandelend arts heeft
dan toch voor zijn vertrek
gezegd dat bij pijn een mid
del mag worden toegediend
of dat bij onrust valium mag
worden gegeven. Een ver
pleegkundige mag nooit zelf
besluiten een tabletje te ge
ven als de arts dat niet heeft
voorgeschreven. Maar inder
daad, je komt nu toch al in
het hele discutabele gebied
van: wanneer wel en wan
neer niet een tabletje of een
injectie geven".
Ook als de VU-affaire nooit
aan het licht was gekomen,
had praktisch iedereen wel
geweten dat verpleegkundi
gen die beslissing wel eens
zelf nemen.
„Misschien, ik durf daar geen
een uitspraak over te doen.
Ik vind hoe dan ook dat art
sen ervoor moeten zorgen dat
verpleegkundigen nooit in
een situatie mogen worden
gebracht waarop ze zo'n be
slissing zouden moeten ne
men. Er moet altijd goed
overleg mogelijk zijn over de
toestand van een patiënt.
Artsen moeten ook bereik
baar zijn op een moment dat
er een beslissing moet wor
den genomen. Als een ver-
pleegundige rapporteert dat
een patiënt onrustig wordt of
ondraaglijke pijn krijgt, dan
moet de arts beschikbaar zijn
om aan te geven wat er moet
gebeuren".
Dat is alleen maar de ideale
situatie. In de praktijk wordt
die arts echt niet midden in
de nacht uit bed gebeld.
„Bij ons in elk geval wel.
Artsen slapen soms in het
ziekenhuis zelf, of zijn heel
snel bereikbaar. En als ver
pleegkundigen bij ons de ge
volgen van hun handelen
niet kunnen overzien of zich
niet bekwaam voelen om een
bepaalde handeling te ver
richten, dan mogen ze weige
ren een opdracht van de arts
uit te voeren".
Weet de verpleegkundige
dan altijd wat er aan de hand
is? De grens tussen het toe
dienen van pijnstillers, vali
um en euthanasie is moelijk
te benoemen.
„Ik denk het wel. De ver
pleegkundige heeft in het al
gemeen een behoorlijke ken
nis van zaken over de medi
sche behandeling van de pa
tiënten op haar afdeling. En
verder is het toedienen van
pijnstillers die het overlijden
bevorderen geen euthanasie".
Maar er is toch altijd een
laatste injectie?
„Als een injectie bedoeld is
om pijn te bestrijden en de
werking ervan is tevens le
vens verkortend. dan is dat
geen actieve euthanasie. Dan
ga ik er althans van uit dat
die pijnstiller wel terecht
wordt toegediend, dat er
sprake is van ondraaglijke
pijn. Ik denk dat je dan praat
over heel fatsoenlijk hande
len".
DICK HOFLAND
Vest
ITAD Een
25J|jk bij Kaapstad,
eertig jaar apart-
?n vat op heeft ge
waar de verschil-
assen nog steeds
met elkaar wo-
reigt uiteindelijk
igetast te worden
apartheidssys-
e blanken moeten
lege dus president Bot-
terswe
VS,
Al enige jaren bestaat er on
enigheid over het toepassen
van de controversiële wet op
de gescheiden woongebieden.
Deze heeft ertoe geleid dat nu
sommige gedeelten van Wood
stock tQt blank gebied en an
dere weer tot gekleurd gebied
zijn verklaard. Sinds kort zijn
er ook „open" oftewel „grijze"
stadsdelen, waar alle rassen
mogen wonen, ten behoeve
van industriële of commerciële
doeleinden.
r samen met de
bevolking
zij om gedwongen Illegalen
derpg te voorkomen,
laat) bevindt zich in het
ke< Tim van Woodstock,
n b^honderd jaar oude
van Kaapstad. De
meter hoge Tafelberg
x>g boven het stadje
ijde van de Hollandse
koloniale periode
odstock een deftig
statige huizen met de
geveltjes hadden
iduitzicht over de Ta-
kreeg echter een
t karakter toen
veranderde; het is
Arbeiderswijk en een
liclpendeken van blanke
urde woongebieden.
heeft ongeveer
zend inwoners,
I iets meer dan de
leukleurd is. Rond de
Riénd inwoners zijn
ateier leven bijna zeven-
Aziaten. Er zijn prak-
zwarte Afrikanen,
J meesten van hen in
daartoe aangewezen
ten moeten wonen.
De inwoners van Woodstock
strijden al vele jaren tegen een
raciale indeling van de stad.
Officieel zijn er aparte gebie
den voor de verschillende ras
sen, maar veel „onbevoegde"
mensen, dat wil zeggen: van
het verkeerde ras, zijn illegaal
in hun oude huis blijven wo
nen. De autoriteiten nemen
geen maatregelen tegen deze
vorm van burgerlijke onge
hoorzaamheid en er worden
zelfs pasjes verstrekt aan de
onbevoegden, waardoor ze het
recht verwerven om te blijven
waar ze zitten. Een unieke si
tuatie is het gevolg: op slechts
enkele kilometers afstand van
het overwegend blanke Zuida-
frikaanse parlement, dat ras
senscheiding gebiedt, bevindt
zich een raciaal geïntegreerd
woongebied.
Aan Woodstock grenst District
6, dat gezien kan worden als
het afschuwelijke toekomst
beeld van Woodstock, als de
rassenscheiding hier volledig
wordt doorgevoerd. Twintig
jaar geleden werd District 6 tot
suikerspin
zwart kind;
die mogen zij
gemengde
blank gebied verklaard, on
danks de aanhoudende protes
ten van politici, plaatselijke
autoriteiten, kerkelijk leiders
en de voornamelijk gekleurde
bevolking. De ongeveer 40.000
kleurlingen werden gedwon
gen te verhuizen naar de ver
afgelegen dorre, winderige
Kaapvlakten, die ten zuiden
van Kaapstad liggen.
Met tegenzin verlieten zij hun
huurwoningen, die weliswaar
bouwvallig waren, maar waar
ze zich ten minste ongedwon
gen konden bewegen tussen
hun vrienden van alle rassen.
Bezoekers die Kaapstad bin
nenkomen vanaf het vliegveld
worden direct geconfronteerd
met de spookstad die District 6
in de loop der jaren geworden
is. Maar voorbij District 6
komt Woodstock, dat een heel
andere aanblik biedt. Niet al
leen door de rijen huizen in
Edwardiaanse en Victoriaanse
stijl, maar ook doordat de ver
schillende rassen gewoon door
elkaar lopen.
Kameraden
Men kan wel stellen dat
Woodstock het meest ontspan
nen stadsdeel van Kaapstad is.
Opstanden en ongeregeldhe
den die de Kaap-provincie
sinds 1976 van tijd tot tijd on
veilig maken komen hier niet
voor. In Woodstock kan men
zien hoe het was vóór 1948.
Botha heeft echter verklaard
dat Woodstock gekleurd ge
bied moet worden: de blanken
moeten er dus uit. Zijn bewee
gredenen zijn onduidelijk,
maar sommigen menen dat
zijn besluit voortkomt uit een
schuldgevoel over de gedwon
gen verhuizingen van de
zwarte bewoners van District
6. Maar wat de reden ook is-
de inwoners van Woodstock
hebben de wapens ter hand
genomen. Er is een commissie
in het leven geroepen van
blanken en kleurlingen en zij
protesteren luidkeels tegen de
herbestemming van de blanke
wijk in het bijzonder en tegen
rassenscheiding in het alge
meen. Afgelopen week uitten
zij hun bezwaren tijdens een
vergadering van de door de
overheid ingestelde rassen-
scheidings-raad. Andere
Woodstockbewoners, die in
groten getale waren gekomen,
vielen hen bij. Zelfs de voor
zitter van de raad verklaarde
met schijnbare tegenzin dat
het niet mogelijk was de be
treffende woonwijk tot „grijs"
gebied uit te roepen.
Het is vooral opvallend dat de
kleurlingen tegen deze omge
keerde vorm van apartheid
zijn, omdat zij er juist baat bij
zouden hebben. Maar zij zien
ook niet graag dat hun blanke
kameraden vertrekken. De
Woodstockers willen gewoon
hun normale leventje voortzet
ten, waarbij blank en gekleurd
buren zijn, boodschappen doen
in dezelfde winkels, dezelfde
kerk bezoeken en verder niet
nadenken over verschillende
huidskleuren. Het zou best
eens kunnen dat deze gemeen
schappelijke grondgedachte in
Woodstock een golfbeweging
door heel Zuid-Afrika teweeg
brengt. Misschien is er toch
nog hoop dat het land boven
de raciale problemen uitstijgt.
ANTHONY HEARD