MieKe
heeft
grenzen
verlegd
Havik
"finale
fudoka Van Ooijen en de wil om terug te komen
Mentale training
Wegseizoen
Rotterdam
Gestaag herstel
DOOIEN
'ÊcicUcSouACMit'
ZATERDAG 17 JANUARI 1987.
)EST - Een breed scala van
jorttechnische en sportweten-
iappelijke begeleiders staat wiel-
i ïster Mieke Havik sinds een jaar
■zijde in haar poging de Francai-
Jeannie Longo het absolute we-
duurrecord te ontfutselen. Zelfs
professor achter de door de Ita-
janse coureur Francesco Moser
realiseerde supertijden op bin-
n- en buitenbanen, bio-chemicus
cesco Conconi, voorziet de
ormalige Volendamse van waar-
plle adviezen.
lljkh
eke Havik en haar begeleidingsteam -
onder meer bestaat uit haar trainer
dy Verheijen, sportarts Rob Pluijmers
sportpsychiater Ferdi Oyen - hebben
baanbrekende werk in het voorbije
bewust niet of nauwelijks aan de
tenwereld prijs gegeven. De renster
Soest wilde de bevindingen, hoe inte-
sant ook, niet „opblazen" zolang er
n zekerheid over het welslagen van
expeditie bestond.
ds deze week heeft het er alle schijn
dat Havik in staat moet worden ge-
t de verrichting van Jeannie Longo te
beteren. Een test in het Rotterdamse
irtpaleis Ahoy' wees onomstotelijk
dat de preparatie perfect geprogram-
.aird is geweest. Maar juist nu de Ne-
Iandse klaar is om de onderneming
de geavanceerde „bio-racer", een spe-
al voor haar ontworpen rijwiel, te
volmaken, kan zij de uitverkoren
its van handeling, de onoverdekte
npische wielerpiste van Mexico Stad,
.bezoeken, omdat de kosten van het
"■blijf aldaar (nog) niet gedekt kunnen
rden. Doordat de veelomvattende
Drbereiding is afgesteld op een poging
d deze maand dan wel begin februari,
de binnenbaan van Zurich als een
likbaar alternatief gekozen. Met het
ïkeinde 31 januari/1 februari als uit-
r igspunt.
innenbaan
l absolute werelduurrecord bij de da-
s kreeg vorig jaar september een nieu-
eigenares: Jeannie Longo. De meer-
ïdige kampioene van Frankrijk
eipte het in de zeventiger jaren door
:tie van Oosten-Hage bewerkstelligde
rrecord in Colorado Springs aan tot
770 kilometer. Mieke Havik richt
in Zurich niet op die absolute top-
maar op het binnenbaan-uurrecord,
ook aan Jeannie Longo toebehoort
een afstand van 44,718 kilometer.
ilagt die krachtsinspanning, dan reist
vik, die sinds 19 september 1983
idster is van het honderd kilometer-
reldrecord op overdekte banen (2
31 minuten en 30 seconden), in
art alsnog naar Mexico in een poging
zich op de 2200 meter hoogte gele-
baan de absolute wereldrecordtijd
te eigenen. Mits er dan voldoende
manjmsorgeld verzameld is.
heb anderhalf jaar geleden een po-
jd in München. Die mislukte,
liddel lijk bij het afstappen van de
zei ik toen: ik wil het nog eens pro-
5 pn, maar onder optimale omstandig-
en, met een optimale voorbereiding,
optimale begeleiding en op een opti-
baan. Begin vorig jaar heb ik met
zakelijk adviseur, Henk van Delft,
■c jdoelen van 1986 doorgesproken. De
lid SDptel"ngen waren de Ronde van
^nkrijk, ik wilde een stabiele Tour rij
en een aanval op het werelduurre-
Henk van Delft heeft de trein ge-
kwa organisatie. Wij gingen uit
Mexico omdat je daar de meeste
de {gelijkheden hebt om het absolute re-
1 f
wMt* «Mi, T Mk,
cord te verbeteren. Dat absolute record
was toen nog in handen van Keetie van
Oosten-Hage en stond op 43,084 kilome
ter".
„In april bleek dat het organisatorisch
mogelijk was in Mexico, toen heeft
Henk van Delft mij in contact gebracht
met Ferdi Oyen, een sportpsychiater.
Vanaf die tijd zijn we samen aan mijn
mentale training, begeleiding voor het
uurrecord begonnen. De lichamelijke
training deed ik al in samenspraak met
mijn trainer, Eddie Verheijen, en Rob
Pluijmers, een arts, die erg bekend is
met topsport in Nederland. Hij is direct
betrokken geweest bij de eerste wereld
successen van Hein Vergeer".
„Ik ben er altijd vanuit gegaan, dat je de
beste mensen om je heen moet hebben
als je iets goed wilt doen. Tijdens de
Tour merkte ik dat ik conditioneel en
mentaal vooruit ging. Na de wereldkam
pioenschappen en een wedstrijd in Ja
pan heb ik anderhalve week tot twee we
ken rust genomen. Juist in die periode
kwam Jeannie Longo met dat nieuwe
wereldrecord. Net in een periode, waarin
ik het .besluit had genomen om er speci
fiek op te gaan trainen. Zelf had ik 45
•kilometer in mijn hoofd, dus wat dat be
treft werd mijn plan niet door Longo
verstoord. Vanaf eind september ben ik
met mijn trainingsopbouw begonnen".
Bio -mechanica
„Naar het materiaal toe is er een belang
rijke poot, die zich uitstrekt tot Zuid-
-Limburg. Harry Jansen is daar samen
met een trainer uit België, Raymond van
Straelen, een orthopedist, Jos Pater, en
een computerman bezig met bio-mecha-
nica. Zij hebben allerlei meetapparatuur
ontwikkeld om een lichaam van een
wielrenner of -renster van bot naar bot
op te kunnen meten. Het was altijd zo,
dat de mensen werden aangepast aan
een fiets, zij denken dat het goed is om
dat om te draaien. Ieder mens is anders
en dus zou theoretisch elke fiets, wil je
het voor een uurrecord zo optimaal mo
gelijk voor elkaar hebben, aangepast
moeten zijn aan de mens. Daar zijn ze
hartstikke ver in gegaan, ze hebben een
computerprogramma ontwikkeld, meet
apparatuur ontwikkeld en daaruit is vo
rige maand een fiets geboren. Een bio-ra
cer. Ik heb het laatste half jaar ontzet
tend veel geleerd. Ben nu een maand op
die nieuwe fiets aan het trainen en er
gaat inderdaad een wereld voor me
open. Ik heb nog nooit zó op een fiets
gezeten en ik heb toch heel wat fietsen
onder mijn hoede, onder mijn billen ge
had".
„Aan het tijdstip van de recordpoging is
niet getornd. Aan de plek wel. We gaan
nu uit van Zurich met als volgende mo
gelijkheid Mexico. Er is een vrij aanzien
lijk bedrag open gebleven om de ver
blijfskosten in Mexico te kunnen dek
ken. Dat kwam op korte termijn niet
rond. Uit de test in Ahoy' bleek dat ik
echt heel erg hard fiets momenteel. Die
test bood nieuwe perspectieven. Die 45
kilometer zou ik theoretisch gezien ook
in Europa moeten kunnen halen. Mexi
co is niet van de baan. Afhankelijk van
het resultaat in Zurich zou een poging
daar in de loop van maart kunnen
plaatsvinden. Na maart moet je daar
niet meer zijn, want dan begint het re
genseizoen".
„Het wegseizoen is voor mij nu niet zo
belangrijk. Ik ben in topvorm, dus dat
zal geen probleem zijn. Kan ik lekker
mooi doorknallen. Daar verheug ik me
al op. Als het in Zürich lukt, is de pres
tatie eigenlijk nog groter te noemen, om
dat het verschil tussen een laagland en
een hoogland-baan ongeveer anderhalf a
twee kilometer is. Dat zie je ook duide
lijk aan de twee records van Moser.
Vanaf volgende week ga ik in Zürich al
mijn materiaal verder uittesten, de ver
snelling, hoe ik ga rijden, de wielen. Ik
heb verschillende wielen te testen, met
gewicht of met minder gewicht, dat soort
zaken. Wat ook heel belangrijk is, is het
wennen aan de baan, aan de omgeving.
Het laatste gedeelte van de mentale be
geleiding is ook belangrijk. Daarom gaat
Ferdi Oyen ook mee, zodat ik in Zürich
echt dagelijks met hem in gesprek kan
zijn".
„Intussen ben ik aldoor aan het trainen
in Gent. Rotterdam is erg lastig om te
trainen. In december was Ahoy' dicht in
verband met culturele activiteiten en
voor de rest heb je er slechts de moge
lijkheid een uurtje per dag te trainen.
Dat is voor mij niet interessant. In Gent
kan ik de hele dag terecht. Twee trainin
gen per dag. En die mensen in Gent zijn
zo bereidwillig, die helpen je met alles.
De ex-mecanicien van Eddy Merckx,
Marcel Rijkaard, een oude man al, werkt
op die baan, die repareert er fietsen. Ik
mag dat zelf niet doen van hem, hij
vindt het prachtig om me te helpen. Dat
enthousiasme vind je niet in Rotterdam.
Die test afgelopen zaterdag mocht ik bij
gods gratie doen. Ze hielden de trainen
de nieuwelingen, dames en amateurs tij
dens de test in de baan. Het is triest als
je het verschil ziet tussen wat er in Bel
gië kan en in Rotterdam. En dan ver
wachten ze in Rotterdam ook nog van
je, dat je ontzettend vaak dankjewel
zegt, zo niet dan ben je wel heel arro
gant".
„Het record moet een bekroning op alle
arbeid worden. En dat is veel geweest.
Haast onmenselijk zoals ik aan het trai
nen ben. Ik denk dat weinig mensen dat
kunnen. Conconi, de begeleidende pro
fessor van Moser, dacht dat alleen Mo
ser het kon. Ik ben bij hem geweest, een
maand geleden, om toch een soort zeker
heid te hebben en om extra informatie te
krijgen. Ik had de specialist op dit ge
bied, Moser, benaderd, maar omdat hij
begin oktober met zesdaagsen was be
gonnen, verwees hij me door naar zijn
rechterhand. Toen was het gewoon een
kwestie van de telefoon pakken, een af
spraak maken, het vliegtuig pakken en
naar Italië gaan. Met mijn vragenlijst.
Of het record lukt of niet, ik heb al zo
veel grenzen verlegd in mijn trainingen
en ik heb er al zoveel voldoening van
kregen, dat het in die zin al heel
is voor mij".
HANS VOS
de t
Uw i
leur ISCHEDE - De judocarrière van
lotaé van Ooijen is er geen met
ïarteij, fraaj oplopende prestatiecurve.
•den pgendeel. De 25-jarige Ensche-
«r nJr werd in het verleden iedere
op het moment dat hij dacht
midcfct door te breken, keihard terug
worpen in de kelder van het na-
hale judo. Tot afgelopen week-
6e.
ar velen al lang de judomat de rug
den hebben toegekeerd, raakte René
Ooijen er steeds meer van overtuigd
hij moest laten zien dat hij wel dege-
over het nodige talent beschikt. Hij
de van de tegenslagen, schiep zich,
ir als kort verband vrijwilliger te te-
len bij defensie, ruime trainingsmoge-
heden en wil met een constant stij-
de lijn zijn hoofddoel verwezenlij-
het afdwingen van een plaats in de
ctie voor de Olympische Spelen in
volgend jaar. Het eerste bewijs van
opgaande spiraal heeft de zwaarge-
tit, militair wereldkampioen in de
se tot 95 kilo, afgelopen zondag gele-
in Nieuwegein door de Nederland-
itel judo alle categorieën te verove-
judo-loopbaan van René van Ooijen
Eigenlijk nog maar net zes jaar oud.
r wel begonnen met judo op elfjarige
ijd, speelde zich alles tot aan zijn
:ntiende, het moment dat hij uit mi-
re dienst kwam, af op het recreatieve
Hij vond judo gewoon „een aardig-
Ije" en geen mens die hem vertelde
hij eigenlijk best wel talent had.
rijn diensttijd zag hij de judomat
helemaal niet en bereikten zijn con-
en gewicht een bedenkelijk niveau.
Ooijen: „Toen ik uit dienst kwam,
ik bijna tien kilo zwaarder dan daar-
r. En ik maar denken dat het alle-
spieren waren. Nou, de eerste keer
ik dat weer op de mat stond, werd ik
hoeken ingegooid, dat was niet nor-
il meer. Ik heb me toen vier maan-
niet meer laten zien en alleen maar
"jard aan de conditie gewerkt. Pas
1980 ben ik maar weer eens ge-
pelen
3 pen.
gen oi
heef!
Dat
ledaagzj
het a j'
:s b.
*fa wormachtig
1 werd het begin van een stormachti-
Parrière. Hij trainde soms vijf keer in
René van Ooijen: „Ik was ontzettend gefrustreerd".
de week en de resultaten bleven niet uit.
Een jaar later won hij zes partijen op rij
in de titelstrijd alle categorieën en dat
ontging de toenmalige bondscoach Peter
Snijders niet. „Jij moet op de centrale
trainingen in Utrecht komen, beval Snij
ders mij op dat toernooi". Twee maan
den later werd hij derde op de nationale
titelstrijd in de klasse tot 95 kilo. „Het
was werkelijk ongelooflijk, iedereen en
niet in het minst ik zelf stond er ver
baasd van dat het allemaal zo rap ging".
Het bleef goed gaan, want de drie toer
nooien vóór het Nederlands kampioen
schap in 1983 won hij met gemak. „Op
het NK, daar moest het gebeuren. Dat
zou mijn definitieve doorbraak wor
den". De titelstrijd werd echter zijn eer
ste grote deceptie. „Vanaf de eerste par
tij liep het niet, alles zat tegen en ik
haalde geen medaille. Ik lig er uit, dacht
ik. Maar Peter Snijders kwam naar me
toe en zei, je hebt laten zien wat je kunt,
je zit in de ploeg. Ik was totaal verrast".
Bij de open kampioenschappen van
West-Duitsland sloeg het noodlot defini
tief toe. In zijn derde partij, tegen een
Canadees, scheurde Van Ooijen zijn en
kelbanden. Zijn droom werd wreed ver
stoord. Maar dat was nog maar pas het
begin. Bij zijn werkgever werd inge
krompen en ook Van Ooijen kwam op
straat te staan. Daarbij kwamen nog
eens de daarop volgende spanningen
thuis. „Ik was ontzettend gefrustreerd.
Ik heb er toen wel eens over gedacht om
te stoppen. Maar zo gauw ik iets in die
richting zei, kreeg ik op mijn donder van
mijn trainer Peter Westerveld, die overal
met mij naar toe gaat. Ik bleef gelukkig
in de nationale ploeg en ben aan mijn
terugkeer gaan werken".
Er leek niets aan de hand, want het her
stel vorderde gestaag. De Twentenaar
werd begin 1984 voor de derde keer
kampioen van Oost-Nederland en op
nieuw ging hij als één van de grote favo
rieten naar het Nederlands kampioen
schap. Met een hele bus supporters ging
het naar Den Haag. Van Ooijen zou het
dit keer echt gaan maken. „En wat denk
je: juist, in de eerste partij vlieg ik er uit.
Weer ging het mis op het Nederlands
kampioenschap'.'.
In september van dat jaar werd hij door
Cees Smid, ex-judoka, voetbaltrainer,
sportinstructeur op de vliegbasis Twente
en verbonden aan de militaire judo
ploeg, gevraagd om met Wil Wilhelm te
komen trainen. Van Ooijen: „Dat was
een hernieuwd contact met defensie en
ik wist inmiddels dat er uitstekende faci
liteiten werden geschapen voor topspor
ters. Dat leek me ook wel wat, vooral
ook omdat ik thuis bijna gek werd van
het niets-doen. Ik had me suf gesollici
teerd bij het bedrijfsleven, maar voor de
één was ik te jong en voor de ander te
oud. Ik besloot daarom als kort-ver-
bandvrijwilliger in dienst te gaan".
Was hij toen één vijand (werkloosheid)
kwijt, er kwam een ander voor terug.
Chris de Korte werd de nieuwe bonds
coach als opvolger van Peter Snijders.
Van Ooijen kreeg het al gauw aan de
stok met De Korte. De bom barstte op
de open NK in april 1985, in de partij
tegen zijn enige echte concurrent in Ne
derland in zijn klasse tot 95 kilo, Theo
Meijer. „Sta ik daar op de mat, hoor ik
opeens dat De Korte allerlei aanwijzin
gen staat te geven aan Meijer. Na die
partij, die ik nipt verloor, heb ik geen
woord meer tegen De Korte gezegd. In
een gesprek, twee maanden later, heb ik
hem keihard gezegd dat ik zijn optreden
beneden alle peil vond. Dat accepteerde
hij en sindsdien gaat het een stuk beter".
Wat dus zelfs zondag resulteerde in de
nationale titel.
RENÉ BANIERINK
door Frank Werkman
Als volgende week de Elfstedentocht
wordt gehouden orgahiseer ik privé een
éénkroegentocht. En dan niet zo één
als waarin vorig jaar notoire nachtbra
kers zich in het Friese uitgaansleven
stortten als voorbereiding op de start
van de monsterrit. Nee. ik prefereer
een andere sfeer, een rustiger entoura
ge. Ik heb een voorkeur voor een com
fortabele barkrukliefst met leuning, in
een rustiek etablissement, waar ik met
gelijk gestemden op prettige wijze kan
converseren over tal van uiteenlopende
onderwerpen. Waarbij ook de Elfste
dentocht best de revue kan passeren,
maar dan toch op een wat afstandelij
ke wijze.
Voor mij dus liever niet zo n stampvol
le kroeg in de binnenstad van Leeu
warden. Zo'n doorgaans wat bedompte
gelegenheid, waar tot voor kort geza
pigheid troef was. Een lokaal, dat de
afgelopen twee jaar één etmaal veran
derde in een bruisende biertapperij met
zaagsel op de grond en turf in de pot
kachel. Waar het olé olé urenlang niet
van de lucht was en zelfs tegen de
kletsnat beslagen ruiten niet wilde
dempen en naarmate de tijd vorderde
een steeds beschonkener volume kreeg.
Ik heb liever een zaak met een gezellig
brandende open haard, een gedempt,
neutraal achtergrondmuziekje en een
goed glas wijn. Om daar dan met een
paar goede vrienden een stukje Franse
kaas of een portie Edammertjes bij
weg te happen.
Als we het al over de Elfstedentocht
gaan hebben, dan zal dal op een be
dachtzame wijze gebeuren. Voor mij
hoeft die tocht niet meer. Drie keer
achter elkaar is te veel van het goede.
Ik beken, vorig jaar ben ik nog vroeg
m'n bed uitgegaan om de start live
mee te maken. Toegegeven, dat was
aardig. Niet vanwege het schaats ge
deelte, daarvan was op dat onchristelij
ke uur vrijwel niets te zien. Maar die
kooi, waarin al die moedige mannen
stonden samengedromd. Dat sprak
aan. Sommigen waren er al anderhalj
uur vóór de één of andere functionu is
aan deze wel heel bijzondere vorm van
aapjes-kijken een eind maakte. Waar
op de rijders van het vroegste uur eerst
anderhalve kilometer moesten hardlo
pen vóór de schaatsen konden worden
ondergebonden. Ook al zoiets.
En dan dat klunen. Ik weet niet meer
hoeveel kilometer de wedstrijdrijders
spitsroeden moesten lopen over versle
ten kokosmatten en teloor gegane Per
zen, maar laten we wel wezen: met
schaatsen heeft zoiets toch niets te ma
ken.
De Elfstedentocht is de afgelopen twee
jaar een stukje landelijke folklore ge
worden. Maar zelfs nationale volksfees
ten worden vervelend naarmate je ze
vaker organiseert. De mensen met een
aparte mentaliteit en instelling blijven
over, zoals met carnaval. Er zijn figu
ren die ook dat leuk blijven vinden.
Van mij mag het. Maar mag ik er dan
inmiddels een vraagteken achterzetten?
Het aardige van de Elfstedentocht was
vroeger dat die race slechts om de zo
veel jaar werd georganiseerd. Maar
drie keer achtereen, daar lopen zelfs de
Friezen bijna niet meer warm voor.
Mij slaat het koud om het hart als ik
denk aan wat er allemaal met i
ders kan gaan gebeuren als vo
week die Elfstedentocht doorgaat.
Want ik geef het te doen200 kilome
ter schaatsen en klunen bij een tempe
ratuur van pakweg vijftien d twintig
graden onder nul met een noordoosten
wind kracht zes of zeven.
De gesponsorde vedetten zullen wel af
doende ingevet en ingepakt aan de rit
beginnen. Maar wat te denken van die
bijna vijftienduizend enthousiastelin
gen. Die hebben zich vorig jaar, gelokt
door de lente-achtige rit van om en na
bij het vriespunt, als lid aangemeld. En
willen van hun soms met moeite be
machtigde startbewijs natuurlijk wel
gebruik maken. Louis Davids zou zeg
gen: „Jesses Jan, d'r vallen toch geen
dooien?".
In 1963 was het bar. Maar het aantal
toerrijders was toen nog beperkt. Nu
zullen, willen, nee moéten duizenden
meer of minder getrainde schaatsers
een gooi doen naar een kruisje. Dat is
vragen om moeilijkheden. Zoniet om
erger, waarbij het Elfstedenkruisje
dient te worden vervangen door een
exemplaar van groter formaat.
Vorig jaar stonden Wiegel en Sipkema
als koning en onderkoning van de pro
vincie hand in hand in de Friesland
hal. Zij hadden op het moment dat
vele duizenden nog tussen Franeker en
Bartlehiem door ijswater en duister
ploeterden geen last van bevriezings
verschijnselen. De rayonhoofden moe
ten volgende week niet alleen oog heb
ben voor de dikte van de ijsvloer. Zoals
ook het verplaatsen van een stempel
post dit jaar niet hun voornaamste
zorg dient te zijn.
Evert van Benthem rijdt wegens een
blessure niet mee. Een derde keer zege
vieren leek toch al tot de onmogelijkhe
den te behoren. Evert zal slechts één
zorg hebben. Hij staat straks als mooi-
weerwinnaar te boek. De echte Elfste
dentochttriomfator wordt volgende
week eeboren. Als het ten minste niet
gaat aooien.