GEORGE KESSLER: JAN TIMMAN is nog niet uitgeteld finale CeicUc^oiuatvt1 ZATERDAG 10 JANUARI 1987 Ik ben een bevoorrecht mens. Al vijf en een half jaar laat ik op deze plaats mijn licht schijnen op de meest uiteen lopende onderwerpen in de sportwe reld. En soms ook daarbuiten, want, zo als u heeft kunnen ervaren, ik behoor niet tot het legioen der oogkleppendra gers dat bijvoorbeeld meent dat sport niets met politiek te maken heeft. En politiek kan weer worden beschouwd als de spiegel van de maatschappij, dus Een wat ongebruikelijke inleidingIk zal de reden van deze introductie uit leggen. Daar gaat-ie. Ik ben een bevoorrecht mens. Wie im mers krijgt de gelegenheid meer dan een lustrum bijna ongestoord zijn visie te geven op alles wat er reilt en zeilt in onze sportieve maatschappijDat is slechts een zeer kleine groep scribenten voorbehouden. Niet altijd doordat ze beschikken over zo'n verfijnde pen of zo'n ongekend gevoel voor humor. Niet immer doordat ze kunnen worden be schouwd als bij uitstek deskundig op tal van terreinen. Nee, meestal wordt een columnist aangetrokken, omdat de lei ding van een periodiek van oordeel is dat een regelmatig terugkerende ru briekjesschrijver iets toevoegt, ergens net iets anders tegenaan kijkt, zo dat het de moeite waard is het de lezer aan te bieden. Ik ben een bevoorrecht mens. Meer dan tweehonderd keer is dit hoekje van de krant voor mij soms ook een uitlaat klep. Voor opgekropte ergernis, voor boosheid, voor oprechte verbazing. Za ken kortom, waarvan ik meen dat ook anderen er wel eens de wenkbrauwen over optrekken. Overigens heb ik niet de illusie dat welk geschreven woord dan ook degene die de fiolen van mijn toorn opwekt, mijn verbijstering ver oorzaakt of irritatie oproept zich er ook maar een spat van aantrekt. Dat niet. Je troost je met de gedachte aan de zwijgende meerderheid, de bevolkings groep waarin ongetwijfeld mensen schuilen die met me meevoelen. Ik ben een bevoorrecht mens. Als co lumnist word je nimmer gemanipu leerd. Dat is een ongeschreven wet in schrijversland. Een branche, die na tuurlijk niet geheel is gevrijwaard van grenzen, maar die zijn dan van morele aard. En die zijn flexibel en worden door iedereen op een andere plaats ge trokken. Dat geeft soms strijd. Maar zo lang er sprake is van een zoals dat zo mooi heet dialoog zijn er wegen te vinden waarop de columnist uit de voeten kan. Zelfs moet. want die bij drage moet er wel elke week zijn. Dat vindt ook de leiding van de krant, die beseft dat een column iets extra's kan betekenen. En vaak ook betekent. Zo dat een hoofdredacteur wel eens een aflevering laat passeren waarbij hij zich zelf ook achter de oren krabt. Zeker la ter, als een lezer de moeite neemt zich te bekeren tot de sprekende minder heid. En de telefoon pakt of een brief schrijft. Ik ben een bevoorrecht mens. Het aan tal botsingen met de leiding van deze krant is de afgelopen vijf en een half jaar tot een minimum beperkt geble ven. En dat is een positiever balans dan die waarop menig collega zich kan la ten voorstaan. Zeker de scribenten, die meer behept zijn met een kritisch oog dan met snel opspelende lachspieren. Waarbij overigens ook de lezer bij le zing van de wrochtsels van deze ru briekschrijver nog wel eens zal hebben geaarzeld tussen de kwalifikaties zwartgallig en kritisch. Dat is soms een opwekking geweest van de leiding van deze krant, de vraag of er niet wat meer vrolijkheid op deze plaats kon worden geëtaleerd. Maar daar is het dan bij gebleven. Want hoewel mij pri vé enige vorm van uitgelatenheid niet kan worden ontzegd, aanleiding om daarvan in dit hoekje regelmatig gewag te maken is er niet zo vaak. Daarvoor is er ook in de sportwereld te veel na righeid, onoprechtheid en te nadrukke lijk nagestreefd eigenbelang te signale ren. Laat de beroepshalve over sport berichtende collega's al die boert en jo lijt maar uitbeelden. Ik beperk me tot kritisch kanttekenen. Ik ben een bevoorrecht mens. Meer dan tweehonderd maal op zo 'n plek als deze de gelegenheid hebben iets te ber de te brengen is iets wat tot een grote mate van blijmoedigheid aanleiding geeft. Vooral als je links en rechts col lega-columnisten ziet sneuvelen onder het zwaard van bezuiniging, gebrek aan (hoofd)redactioneel krediet of overschatting van het eigen „kapitaal". Ik ben een bevoorrecht mens. Ik heb steeds mijn eigen onderwerpen kunnen kiezen. Die hebben niet altijd iedereen aangestaan. Zoals is gebleken met de man die, heb ik mij laten vertellen, naar de krant belde om zich te bekla gen over kritiek op de NCRV, die ik had beticht van het louter organiseren van spelletjes. Die man vertelde dat hij deze rubriek nooit meer heeft gelezen, nadat hij vaststelde dat mijn toon de zijne niet is. Maar de naam van zijn omroep boven één van de afleveringen turnde hem voor even om. Slechts kort, zoals de opbeller vertelde, want hij was bevestigd in zijn (voorfoordeelEn zou deze rubriek niet meer lezen. Welnu, dat kan binnenkort ook niet meer. Want vanaf volgende week schrijft ie mand anders op deze plaats. Ik ben een bevoorrecht mens. Ik heb de eer aan mijzelf kunnen houden. Na ruim vijf en een half jaar wekelijks uw gast te zijn geweest hebben ontwikke lingen bij deze krant mij genoodzaakt er een punt achter te zetten. Jammer, want ik zou de tien best hebben willen volmaken. Het zij zo. Ik ben een bevoorrecht mens. Ik ben ook één van de weinige columnisten die zelf heeft kunnen aankondigen dat hij er mee ophoudt. De reden wil ik graag voor me houden. Misschien dat mijn opvolger daar ooit nog eens iets .over zegt. Hij en ik gaan in elk geval als goede vrienden uit elkaar. Ik heb echter één voorwaarde gesteld aan die eventuele publikatie: mijn identiteit mag hij om mij zeer speciale redenen nimmer onthullen. Hij heeft me dat plechtig beloofd. Ik ben een bevoor recht mens. Het ga u goed. BUYS Over zijn motivatie om aan het werk te gaan bij de club die in benarde positie verkeert, voert Kessler vier argumenten aan: „Antwerpen is een formidabele stad, dat is één. Voorzitter Wauters ken ik al jaren en met hem wilde ik in zee, dat is twee. Ik wil bewijzen dat het kan, dat is drie. En dan is er tot slot nog de mentaliteit van de spelers. Ik weet zeker dat die mentaliteit bergen kan verzetten, en dat is dus vier. Als het Antwerp lukt de plaats in de eerste klasse te behouden, dan zijn er mogelijkheden voor de toe komst. Medio maart maak ik een balans op. Dan praten we in de richting van die toekomst". „Ik heb aanbiedingen liggen die me drie kwart meer opbrengen dan het bedrag waarvoor ik me bij Antwerp geëngageerd heb, maar ze interesseren me niet. De praatjes als zou ik geheel gratis voor Antwerp werken, wil ik wel uit de we reld helpen. Natuurlijk heb ik een maandwedde, maar ik vraag ook niet naar de uwe. Het sportieve element is voor mij echter belangrijker dan het geld. Ik wil de ploeg van Antwerp stabi liteit en vertrouwen inpompen. Ik wil coördinator, stimulator en trainer zijn. Ik wil al mijn ervaring in de weegschaal gooien om deze ploeg uit het slop te ha len. De goede wil is er bij de spelers, het talent ook. Samen redden we het". ROGER VLEMINGS toernooi in Brussel op mijn lijstje staan en een maand later is de Euwe-vierkamp in Amsterdam". Timman denkt er voorts sterk over in juni weer eens mee te strijden om de nationale titel in Hil versum. Timman, getrouwd en vader van twee kinderen (dochter Delia en zoon Arthur) houdt zich niet alleen bezig met de uit oefening van zijn vak als beroepsscha ker, hij heeft ook oog voor de randver schijnselen en de sociale achtergronden. Daarom was hij ook bereid vice-voorzit- ter te worden van de sinds het jongste FIDE-congres in Doebai officieel erken de Grandmasters Association, die in de plaats is gekomen van de Players Coun cil. In het weekeinde van 7 en 8 februari vergadert het bestuur van de Grandmas ters Association, onder voorzitterschap van wereldkampioen Gari Kasparov, in Brussel. Grand prix „Daar zullen we gaan praten over het idee van een Grand Prix-circuit en de nieuwe WK-cyclus", aldus Timman. „Het schema zoals dat wordt gehanteerd in de komende cyclus is nog onduidelijk. Ook nu weer zijn er haken en ogen. Het is twijfelachtig of het kandidatentoer nooi aan het eind van dit jaar in Canada doorgaat. Er ligt een voorstel van de kant van de grootmeesters om te komen tot een serie verkorte tweekampen. Maar volgens mij zit dat voorstel niet hele maal goed in elkaar. Ikzelf spring er wel goed uit, omdat ik voor de eerste ronde zou zijn vrijgesteld. Maar dat is niet het belangrijkste voor mij. Wat telt is dat ie dereen gelijke kansen krijgt". Net zo sociaal voelend is Timman als de gedachte van een Grand-Prixcircuit ter sprake komt. „In een periode van twee jaar zouden de vierentwintig topspelers van de wereldranglijst zes toernooien af werken. De plaatsen Merano, Linares, Bugojno en Tilburg zijn genoemd. Een speler die in ELO-waarde ietsje minder punten heeft valt overal buiten. En dat kan nooit de bedoeling zijn. Verder zijn er nog allerlei details die me niet zinnen. Misschien komen we er tijdens het over leg in Brussel uit. Het is wel te hopen, want met name is het voor de aanloop naar de wereldtitel al weer kort dag. Er zijn zelfs niet eens zone-toernooien vast gesteld: Het dagelijks bestuur van de FIDE vergadert dat weekeinde toevallig ook in Brussel. Misschien dat er dan toch eens duidelijkheid komt al heb .ik er een hard hoofd in". is roep: uitge^NTWERPEN - Frans van Rooy en aaf'aSerrv van Aerle missen PSV niet meer. lekkere profvoetballers verwisselden tijdens "kantF afgelopen transferperiode het uppfitindhovense miljoenenbedrijf voor FC pdieukintwerP' aat een u'terst moeizame opzjompetitiestart maakte in de Belgische or meerste klasse. „Aanvankelijk wisten we j j Jet waar we terechtgekomen waren. Het fen ojras allemaal zo amateuristisch, helemaal 'ais n|een discipline", rapporteerde Berry van ïengtferle al rap. „Met meneer Kessler cties",eranderde alles op slag. Iedereen hier mg lè'ijkt tegen die man op. Hij straalt wat uit, unneriij laat de vonken op de spelers enduijverspringen". het eintwerp bengelde na dertien wedstrij- n plaiien helemaal onderaan de ranglijst. Het slechts drie duels gelijk gespeeld. Al restte werd aan de tegenstander gela- en dat betekende zes punten achter- anderrfand op de laagst geklasseerde voor wat aken"iet behoud op het hoogste niveau be- meisjffof. Die uitzichtloze situatie betekende n omiet voortijdige einde van het trainer- dieneuchap van Leon Noliet. Hij werd op 1 seg ildecember '86, na thuisverlies tegen het i kruk-wakke broertje Berchem, afgevoerd. As- aaraaristent Georges Carleer werd bevorderd, ovenaar hij vroeg zekerheid omtrent zijn -eotiepekomst bij de „Great Old". Carleer circusrilde op papier zien dat zijn bevoegdhe- zo dalen tot einde seizoen geldig waren. Aan i baaiiie vraag werd niet voldaan en Carleer iet eeiiedankte. tachtifoorzitter Eddy Wauters sprak van een toen kort daarop de be- s, eei oeming van George Kessler, die bij de FC Köln aan de kant was gezet, we- eldkundig werd gemaakt. „Kessler werd oor de raad van bestuur unaniem ver- ozen". Niet lang daarna gaf Antwerp de ode lantaarn door aan stadgenoot Ber- dan^em- zesl'en wedstrijden bezit de ee'neens acllt Punten- En de achter en zi1and ^inkt. «Antwerp gaat zich redden, onder loopt ^'er geen enl<e,e sPeler rond die is z<aaraan twijfelt", weet Van Aerle zeker, i jiAls er volgend seizoen bij PSV weer Noseen P*aats voor me 's- *k best bij .ntwerp blijven", verklapt de verdedi- :r. „Maar dan moet Kessler ook blij ven". De „Grijze Eminentie" alias „Sir George", dwingt in Antwerpen duidelijk waardering af. Kessler komt goed over. Record George Kessler bemoeit zich ook in Ant werpen met alles wat de club aangaat. Bemoeien in de goede zin van het woord, zo vinden de Belgen. Niets ont gaat hem, want hij heeft het natuurlijk allemaal al meermalen meegemaakt. Hij is geboren in Saint Ingbert, Saarland op 23 september 1932. Saarland stond tot 1935 onder Frans protectoraat en werd daarna bij Duitsland gevoegd, Kessler bezit bijgevolg de Duitse nationaliteit. Toen kleine George acht jaar was ver huisde hij naar Nederland. Sittard lever de zodoende drie grootheden af: Toon Hermans, Leo Horn en George Kessler. George voetbalde bij Sittard en later bij Geleen. In 1960 studeerde hij af aan de sportuniversiteit van Keulen. Kessler trad onmiddellijk in dienst van de West- duitse voetbalbond. Ruim vier jaar deel de hij er als bondstrainer de lakens uit. In Nederland haalde hij een na-oorlogs record. Van 1964 tot 1970 was hij coach van het Nederlands team, met verant woordelijkheid voor alle nationale elftal len. Tegelijkertijd gaf hij les aan 's land aanstaande oefenmeesters. Dat duurde dus zes jaar. Nooit was een trainer lan ger in dienst van de KNVB. Daarna volgden de gebeurtenissen elkaar wat vlugger op. '70-'71: Sparta en een finale plaats in de bekercompetitie. '71-'73: Anderlecht, bekerwinnaar en kampioen. •73-'74: PEC Zwolle. '74-'77: Hcrtha Berlijn. '77-'78: Wacker Innsbrück, be kerwinnaar en voor het eerst doorge drongen tot de kwartfinale in de Europe se beker. '78-'82: AZ'67, een topperiode met tweemaal bekerwinst, eenmaal kam pioen en een finale in de UEFA-Cup. '82-'84: Club Brugge, ongeveer dezelfde situatie als nu bij Antwerp. Brugge was volledig van slag af. Kessler voerde de Bruggelingen naar een vierde en een der de plaats plus nog een bekerfinale daar bovenop. '84-'85: Olympiakos Pireaus, een hoofdstuk apart. '85-'86 FC Köln. Over die laatste ervaringen kan George Kessler uren praten. Omkopen Griekenland lag hem niet. Er werden meer punten gewonnen voor en na de wedstrijd, dan tijdens het spel zelf. Kess ler: „Nooit in mijn leven heb ik het woord „omkopen" zo vaak gehoord als daar in Griekenland. Er gaat daar werke lijk niets langs de normale weg. Spelers worden omgekocht, journalisten worden door spelers betaald en noem maar op. Dat was voor mij niet houdbaar. Ik wil de winnen, met voetbal bezig zijn. Let wel, we zijn als de beste vrienden uiteen gegaan. De voorbereiding voor hun nieuwe seizoen heb ik zelf nog geregeld. We hebben trouwens nu nog contact. In Keulen lagen de zaken nog anders. Daar ben ik verdwenen door zaken die niets met voetbal te maken hadden. Er zitten daar mensen in het bestuur met wie ge woon niet te werken valt. Zolang zij het bij Keulen voor het zeggen hebben, zal niemand daar als trainer orde op zaken kunnen stellen". Kessler: „Ik heb een rijk leven gehad en ik doel hier niet op de financiële kant. Al zesentwintig jaar geef ik training op hoog niveau. Ik heb misère gekend, maar daaruit heb ik het meeste geleerd. De prettige ervaringen hebben duidelijk de overhand. Ik ben nu vierenvijftig en hóefde niet naar Antwerp. Financieel heb ik het niet nodig. De reden waarom ik deze uitdaging heb aanvaard, ligt in het feit dat ik nog één keer een groot werkstuk wil neerzetten. Ik dacht dat dat bij Antwerp mogelijk was". Kessler is niet van plan daarbij de diensten van hulptrainer Carleer onbenut te laten. Hij zegt er zelfs op te rekenen dat Carleer, die door de verwikkelingen op de rand van een zenuwinzinking leeft, de draad opnieuw opneemt. „De heer Carleer heeft hier een contract tot einde sei zoen", zegt Kessler, „hij blijft voor mij eerste keus. Als de man wil, kan hij mor gen meteen weer aan de slag". da'i ;gevei v >EN HAAG - Jan Timman kan id difit jaar een nieuwe aanloop nemen cregenjiaar de wereldtitel schaken. Vrij- e ontvel zeker zal de poging van de on- 35 jaar geworden Amster- dljammer weer uitdraaien op een hinkstapsprong, gezien de in- afwikkelde procedure die de we- ofcldschaakbond (FIDE) nu een- Hotnaal heeft voorgeschreven. Vorig ^e!aar bleef Timman in de halve fi deinla*es van ^et kandidatentoernooi Meejteken. Slecht voorbereid door de is aaniitputtende opeenvolging van toer- hermèooien en tweekampen ging Tim- Graa-jian jn Tilburg met 6-3 ten onder ,lek'plegen de Russische „muur" Arthur naken soePov' '*maaPoe ^et 0°k an(3ers had kunnen lopen tot e^ewees Timman vorige maand vlak ,1(1» foor de kerst in de KRO-tweekamp met de ee?eze^de tegenstander, die hij dit keer •rijgent 8?,ed partij bood. Louter door pech udeer-cwam Timman niet verder dan. zes - op 'ikkeli'dudi" zeer degelijke - remises. Inmid- eman- s 's Tim man begonnen met het sa- beinenste"en van een doek over zijn jong-- e ver?te avonturen in het schaakoerwoud, da^aai"in slechts de allersterksten de weg gehanê,aar de wereldtitel weten te vinden. buurfussen het «rondje" Joesoepov was het Timman in 1986 wat vreemd ge vrijte'd- Begonnen als derde op de wereld- leidei anglijst, gebaseerd op de ELO*waarde- ouweiPn8en- kelderde de Amsterdammer naar Nie-en plaats tussen de veertien en twintig, huizeifaardoor hij ongeveer gelijkstaat met de manie J'st ster^ geklommen John van der en geviel. „Het was zonder meer een slecht it stanaar voor me"' aldus Timman, die zelfs iingen*en periode kende waarin hij voor het ierst in zijn loopbaan „baalde" van het /an dfhaken. Naar eigen zeggen kwam dat waaif.ooral door de streken die FIDE-voor- t, heester Campomanes uithaalde. Timman, èrkt zf!nds 1971 internationaal meester en veranj.'nds begin 1974 grootmeester, noemde istede$e Filipijnse „draaikont" zelfs een keer onde^eëen zÜn gematigde gewoontes in een indhO'^hurk". Timman won geen enkel toer- Juis*100^ werd achtste en laatste in Bugojno, ;èl roÊaf een dame weg in de laatste partij foor het Ohra-toernooi (tegen Van der fel) en finishte slecht na een goed be- KRO^n in het Interpolis-toernooi. '^Overtuiging Doo r de bevredigende gang van zaken in 3e laatste tweekamp met Joesoepov heeft Timman weer een wat optimisti scher kijk op zijn schaaktoekomst gekre gen. „Natuurlijk was het tevoren niet he lemaal de bedoeling louter remises in Hilversum op het bord te brengen", al dus Timman. „Dat is niet iets waar je als topgrootmeester naar streeft en ik ze ker niet. Maar op zich is niet verliezen ook een positieve prestatie. En de ma nier waarop het ging heeft me tot de overtuiging gebracht dat ik nog absoluut niet uitgeteld ben". Timman heeft in het verleden onder vonden dat het afwerken van een overla den programma geen goede uitwerking heeft op zijn schaakdaden. „Ik ga nu met meer overleg te werk. In december had ik wel in andere toernooien kunnen spelen, zoals Jeruzalem en Reggio Emi lia. Die invitaties heb ik echter bewust afgewimpeld. Om dezelfde reden doe ik niet mee in Wijk aan Zee. Wel ga ik half februari naar een sterk bezet toernooi in Reykjavik. Daarna heb ik in april het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 23