MANSKI: |z 1 'Er zit iets fout in de filmbusiness' Vaarwel Fleet Street Ip< li +620 '"Leuf-j^MSTERDAM - De beroemdhe- Jen botsen bijna tegen elkaar op in r Je voormalige Veilinghal van Aals- ieer. De Deense voetballer Sören rby wordt bijgekleurd in de eedkamer, echtgenote Willeke (Uberti kijkt kritisch toe, verderop :r metht André van Duin in de kapstoel, ge>an achteren onherkenbaar door vierde"e zwarte damespruik die hij praagt, Jos Brink loopt gehaast met het overhemd nog uit de broek 1 con-^ver de trappen en de gekste ont- altljdftioeting heeft in de gangen plaats van het immense complex waar de onafhankelijke producent Joop van den Ende de scepter zwaait: AVRO-voorzitter Wallis de Vries «die zich door Van den Ende laat uitleggen hoe het toch kan dat juist in deze tot tv-studio omgebouwde |veilinghal de populairste tv-pro- gramma's van dit moment worden gemaakt) buigt zich lichtelijk voor- r over om zich voor te stellen aan een kleine tengere man die hem qua bekendheid in de zak kan ste den. Filmmaker Roman Polanski, sn? eveneens een van de gasten in Jos :t vanBrinks „Wedden dat?" en in Ne ten enierland op uitnodiging van Con- torde Film om de première van :ijn laatste film „Pirates" wat extra )ublicitaire glans te geven. .Polanski, the cinema's most visible di- tctor", schreef een Amerikaanse film- irofessor eens. Een van de weinige he- lendaagse regisseurs van wie ook het ge richt bij een groot publiek bekend is. Wat dat betreft kan hij wedijveren met wijlen Hitchcock. Er zit een tragiek in die bekendheid. Polanski had al nooit de mbliciteit gemeden, maar door een aan- al rampen in zijn privéleven werd die bekendheid alleen maar groter. De feiten zijn bekend: de gruwelijke moord op zijn zwangere vrouw Sharon Tate door jeden van de Charles Manson-„family" :rde 4jn Hollywood, veel later zijn kortstondi- >P ditge affaire met een dertienjarig fotomo- tweedelletje dat hem daarna aanklaagde. iecen-jDaardoör kwam Polanski in de gevange- ;r danpis en hij moest Amerika verlaten om aan verdere rechtsvervolging te ontko- lamdejmen. In zijn boek „Roman by Polanski" heeft hij alles gedetailleerd uit de doeken Kolen gedaan. Om er verder niet meer over te r hoeven praten. Geen fatsoenlijke film journalist zal er hem dan ook naar vra gen. Niet op de persconferentie die hij maandags geeft in het Amsterdamse the ater Cinema International, niet tijdens de Jos-Brinkshow. Al had een journalist van Panorama hem nog graag later privé stemende vraag gesteld of het gerucht waar is s dat hij vanuit Frankrijk op afstand een Amerikaanse film over de Manson- jmoorden zal gaan regisseren. Sören Ler- z°da%y maakt in de hoek van de studio het tweejgjgpjg. er js een meisje Van dertien weg". En roept daarna „Poli, Poli". Het is duidelijk wie en wat hij bedoelt al is het smakeloos. ZATERDAG 10 JANUARI 1987 LONDEN - Dit jaar wordt een droevig jaar voor Fleet Street. De oude glorie van deze wereldberoemde krantenwijk in Londen kwijnt helemaal weg. Nog voor het jaar voorbij is. zullen de meeste dag- en weekbladen hun traditionele panden hebben ontruimd of op het punt staan dit doen. Zij verhuizen allemaal naar oorden ten noorden van de City. zonder ruimtelijke problemen, waar nieuwe hoofdkwartieren worden gebouwd die voldoen aan de eisen van geavanceerde techniek. Het vertrek van de kranten uit Fleet Street betekent enerzijds het einde van een tijdperk en anderzijds een nieuw begin. De landelijke dagbladindustrie van Groot-Briltannië is er eindelijk in geslaagd de machtige grafische bonden ervan te overtuigen, dat zij moet kunnen meegaan met haar tijd. Diverse kranten, waaronder The Times van Rupert Murdoch en de gloednieuwe dagbladen Today en The Independent, gaven afgelopen jaar al het goede voorbeeld. De grafische bonden, die in Fleet Street een soort maffia vormden, nemen nu noodgedwongen vrede met de werkelijkheid: ofwel een fors verlies aan banen ofwel ouderwetse kranten die onvermijdelijk bankroet zullen gaan. Uit twee niet bepaald aanlokkelijke vooruitzichten kiezen zij dan maar de beste mogelijkheid. Arme Fleet Street! Ofschoon ze, historisch gesproken, vrijwel op apegapen ligt. worden elke werkdag in haar trillende ingewanden nog bijna zestien miljoen kranten voortgebracht. Inclusief de zondagsbladen komt het op bijna 115 miljoen kranten per week. De aanwezigheid van zoveel krantebedrijven, geperst tussen het hart van de City waar de financiers samentroepen en de wijk Temple waar het krioelt van advocaten en rechters, heeft Fleet Street in de loop van de eeuwen een speciaal cachet gegeven. Neem de kranten weg en wat blijft nog van Fleet Street over? Deze straat is zo bekend, dat iedereen die er iets mee te maken heeft haar gewoon "the Street" noemt. Hoor je die naam, dan weet je direct dat iemand het heeft over de wijk van de kranten. Maar wie vandaag als journalist vertelt dat hij werkt in H apping - de Londense gemeente dichtbij Fleet Street waar tegenwoordig de moderne persen van The Times. Sunday Times. News of the World en Sun staan te dreunen - imponeert niemand. Voor de oude ratten van Fleet Streel zijn Wapping en de andere troosteloze „verbanningsoorden" in Noord- Londen al even afschrikwekkend als Siberië voor de Moskovieten. Omdat de krantebedrijven voortaan niet meer bij elkaar in de buurt huizen, zal dat speciale sfeertje van Fleet Streel verdwijnen. En in de steriele omgeving van de industriegebieden zal er ook niets vergelijkbaars voor in de plaats komen. In tegenstelling met wat vele buitenlanders denken, is Fleet Street immers veel meer dan alleen maar een sfraat. Het is een hele wijk, met een oppervlakte van een halve mijl in het vierkant. De oude krantebedrijven liggen daarin verspreid. De straat zelf kreeg in de loop van de tijd diverse benamingen. Sommigen noemden haar „de Straat van het Avontuur", anderen gaven de voorkeur aan „de Champs Elysées van de Pers". Ook de bijnaam Straat van de Broodschrijvers" wordt af en toe nog gebruikt. Men zegt vaak dat schier alles in het leven zijn voor- en nadelen heeft. Dat is ook het geval met het laatste vaarwel van de kranten uit Fleet Street. Dit opent verse perspectieven voor Britse archeologen die popelen van ongeduld om er opgravingen te beginnen. In de bodem van de oude krantenwereld zitten namelijk zeer merkwaardige dingen verborgen. Achter de Tipperary Tavern, een bekende journalistenkroeg, is nog een stuk over van een „pub" uit de 17e eeuw. Naast de Fleet, de rivier waaraan Fleet Street haar naam dankt, stond tijdens de Middeleeuwen een klooster van witte paters. Diep onder het straatniveau van het oude News-of-the- Worldgebouw in Bouverie Street (een zijstraat van „the Street"), bevindt zich nog steeds een crypte uit de veertiende eeuw waarvan het gewelfde plafond onveranderd is gebleven. Toen het huidige pand vijftig jaar geleden werd opgetrokken, trof men op grote diepte een schedel en diverse beenderen aan. Vermoed wordt dat deze afkomstig waren van een slachtoffer van de pest, de gevreesde epidemische ziekte die in het Londen van de 14de eeuw de voortijdige dood veroorzaakte van vele duizenden mannen, vrouwen en kinderen. Nog mooier is dat volgens een legende de fraaie St. Bride s-kerk van Fleet Street, gebouwd door Sir Christopher Wren, architect van de St. Paulskathedraal, zich zou bevinden op de plek waar in Romeinse tijden een tempel stond. Ook daar zullen archeologen na het vertrek van de kranten met de nodige ijver in de grond wroeten. ROGER SIMONS W raakoefening Geld. Het woprd is gevallen. Films kos ten tegenwoordig miljoenen, de gok wordt steeds groter. Polanski steekt een sigaartje op om er zijn tirade aan op te hangen: „Film is een zaak geworden waarover dagelijks gepraat en geschre ven wordt. Mensen willen weten wat er achter de schermen gebeurt. Zelfs critici schrijven daar meer over dan over films zelf. Absurd. Ik las stukken over de film Revolution van Hugh Hudson. De regis seur werd aangevallen of het om een persoonlijke wraakoefening ging. Critici schreven over het grote budget van de film of ze dat uit hun eigen zak betaald hadden. Hetzelfde met The Year of the Dragon van Michael Cimino. Goed, het zijn beide geen goede films geworden. Maar elk verhaal vraagt een eigen bud get. Je kunt ook geen piratenfilm meer maken voor een grijpstuiver. In Time Magazine lees ik een verhaal over Cimi- no's film, maar dat gaat helemaal over Heaven's Gate, die hij drie, vier jaar eer der gemaakt heeft. En daar wordt dan wéér enorm geschreeuwd over wat die film gekost heeft. Dan denk ik: er zit iets fout in deze business". Polanski is nu bezig aan de voorberei ding voor een thriller. „Een kleine film, in Parijs opgenomen, geen kostuums, geen schip en géén water" zucht hij op gelucht, „alleen een stukje Seine". En dan zit hij te wachten op de mogelijk heid om weer toneel te spelen. „Heerlijk. Elke avond begin je weer aan een avon tuur waarvan je niet weet hoe het af loopt. Niemand stopt je onderweg, je kan de ene avond negentig procent min der zijn dan de vorige, maar het publiek weet dat niet. Dat vindt het mooi, om dat het niet beter weet, omdat anderen hebben gezegd dat het mooi is of omdat ze het echt mooi vinden. Voor mij is het een spel waaraan je begint en waarbij je nooit vantevoren weet of je zal winnen of verliezen. Soms gaat het niet, soms lukt het opeens, soms wordt het steeds beter. Soms zo goed, dat je denkt: waar gaat dat eindigen, ik word te goed?! Zo maar, zonder dat je weet waarom pre cies, groei je boven alles uit. Fascine rend". Polanski, het Poolse, joodse jongetje dat in z'n eentje, van schuiladres naar schuiladres gaand, de oorlog overleefde. Dat uit vuilnisbakken het materiaal haalde om z'n eerste toverlantaarn te maken en via door de bioscoop-opera teur weggeknipte stukjes film aan z'n eerste beeldjes kwam. „A professional", zegt hij nu op 53-jarige leeftijd van zich zelf als ik hem naar een karakteristiek van zichzelf vraag. „De rest moet je maar uit m'n films halen. Het staat alle maal op het doek. Ik denk daar echt nooit over na". Hoe professioneel merken ze in de show van Jos Brink. Acteur Polanski speelt het spel mee en weet elke keer dat de ca mera op hem is gericht net even die klei ne opmerking te maken die de aandacht op hem (en dus op zijn film) gefocust houdt. En voor de publiciteit rustig in het piratenpak was gestapt dat voor hem klaar lag als hij zijn weddenschap verlo ren had. Een man die ook andermans vakman schap weet te waarderen. Hij geniet van een Nijmeegse Turk, die in drie minuten een televisietoestel in elkaar zet. „Zie je dat", glundert Polanski, „die man is zo'n vakman dat hij precies weet dat hij nog één seconde heeft. En dan met alle rust van de wereld de deksel op de tv zet". Komisch hulpje 3 Op de persconferentie, die - zoals in filmkringen in Nederland gebruikelijk - aarzelend en met veel stiltes verloopt, alleen zegt Polanski zelf tot slot: „Geen vragen en lOmeer? Nou, als ik jullie was en ik had Zuid|toch een internationaal bekende per- lijkhe-jsoonlijkheid te gast, zou ik het wel we ten De volgende dag zit ik met teer. hem aan de koffie in het Amstel-hotel. geval Polanski blijkt uiterst mededeelzaam, nt dat ook over de op z'n minst moeizame ma- beste, nier waarop zijn avonturenkomedie The en, al-Pirates tot stand kwam. „Helaas", :nt enibeaamt hij, „voor filmen is tegenwoor- :nd is. dig meer doorzettingsvermogen dan ta lent nodig". Een jaar of tien geleden, na het maken van de film Chinatown, kreeg hij het idee ervoor. „Samen met scena rioschrijver Gerard Brach had ik zitten praten over al die fantastische oude avonturenfilms uit onze jongensjaren. Robin Hood was er zo een, de eerste film die ik na de oorlog in Polen zag. Amadeus Later heb ik ze allemaal gezien. Van Fanfan la Tulipe tot Captain Blood met Errol Flynn. En natuurlijk Schateiland, de oerfilm in het piratengenre. Zo'n film wilde ik maken, maar dan in komedie- g har-vorm- Net zoals The Fearless Vampire gezien Killers (Met jouw tanden in mijn nek) kwam rcn komedie in het horror-genre was. In Chinatown had ik naast hoofdrolspeler p 2162 Jack Nicholson een rolletje gespeeld en dat was heerlijk. Zoiets wilde ik weer: Tijdens de opnamen voor The Pirates mocht Polanski even aan den lijve de omgangsvormen van zeerovers ondervinden. Nicholson als piraat en ik als een ko misch hulpje". Nicholson werd - mede dank zij Po lanski - een ster en vroeg steeds meer geld voor de rol, de financiers haakten aan en weer af, en niemand leek het een goed idee te vinden als regisseur Polans ki ook nog als acteur aan de film zou werken. Het project ging door vele han den, steeds leek het er van te komen, maar dan knapten de draden weer. Po lanski zocht een kleiner project (Le Lo- cataire), maakte daarna 'met Nastassia Kinski - met wie hij zoals het in De Bladen heet „een romantische verhou ding" had - en alweer een hoop produc tionele moeilijkheden de film Tess en zag het daarna niet meer zitten in de filmindustrie. Polanski zocht z'n heul het theater. De rol, die hij in Parijs en zijn geboorteland Polen speelde en regis seerde was hem op het lijf geschreven: Amadeus, de grillige, jonge, persoonlijk onvolwassen, maar in zijn werk geniale componist in het gelijknamige stuk van Peter Shaffer. „Ik was intens moe van de filmbusiness geworden", bekent Polanski. „Film vraagt steeds meer doorzettingsvermo gen en minder talent. Jammer. Erg jam mer. Maar het is waar. Je moet voortdu rend vechten om je visie overeind te houden. Tegen financiers die er aan wil len sleutelen, tegen je medewerkers, te gen acteurs. Ik ben toen gestopt. Elke re gisseur kent zo'n moment dat je je af vraagt: Wat doe ik eigenlijk? Is die ellen de allemaal wel de moeite waard? Dage lijks zoveel problemen, al die eisen van de mensen die een film financieren, al die ego's die je moet bevechten, al die hebzucht die je tegenkomt. Film is een hele gekke business. Iemand die er over schrijft, zoals jij, weet dat misschien. Maar het publiek weet dat niet. Dat denkt dat een regisseur zulke dingen al leen maar zegt om zichzelf interessanter te maken. Dat is niet zo". Walther matthau Na zijn toneelrol in Amadeus kwam er weer een mogelijkheid voor The Pirates. Een Tunesische financier wist uiteinde lijk het geld internationaal bij elkaar te schrapen. Het budget zou tegen de dertig miljoen dollar lopen; alleen het reusach tige piratenschip dat speciaal gebouwd werd voor de film kostte al acht miljoen dollar. Polanski: „Dat schip is naar Can nes gevaren voor het filmfestival dat dit jaar met The Pirates opende. Daar ligt het nog. Het is een toeristische attractie geworden, waar duizenden mensen per dag naar toe gaan. Een entreekaartje kost vijftien franc, dus de financiers hebben daar niets over te klagen". De hoofdrol voor de film ging nu naar Walther Matt hau. De Amerikaanse komediant was nogal verrast toen hij gevraagd werd. Polanski: „Walther belde me op en zei: „Ik ben een ouwe jood die niet zo best meer uit de voeten kan. Wat moet ik in een piratenfilm?". Hij heeft pas ja ge zegd, nadat zijn zoon het scenario had gelezen. Die riep meteen: „Pa, als je dit niet doet kijk ik je nooit meer aan". De moeilijkheid met Walther Matthau is dat hij geen fysiek acteur is. Hij is lang vantevoren gaan oefenen in het zwaard- vechten en elke dag bleef hij aan het trainen. Maar ik heb natuurlijk wel „om hem heen gesneden" om het zo vitaal mogelijk uit de verf te laten komen. Dat doe je als regisseur natuurlijk altijd. Film is de boel belazeren. De fouten ver bloemen en mensen zo gunstig mogelijk op dat doek krijgen". De vraag ligt voor de hand: Is Polanski met The Pirates over z'n weerstanden te gen de filmindustrie heen? Op de pers conferentie 's maandags, zegt hij: „Ja". 'CeidöcSouoatit Tijdens Wedden Dat, de show van Jos Brink, wist Polanski steeds weer heel professioneel de aandacht voor zijn persoon en dus voor zijn nieuwe film, vast te houden. Foto: Cees Verkerk De volgende ochtend aan de koffie is het genuanceerder: „Ik heb met The Pirates ook verschrikkelijk veel moeilijkheden gehad. We filmden in Tunesië en dat bleek niet gemakkelijk. De mentaliteit is daar zo anders. De kapitein van ons pi ratenschip leek eerst een prima vent met veel energie, maar later blijkt zo'n man karakterproblemen te hebben. Die denkt dan opeens dat hij de eerste man na God is. Een filmregisseur heeft als bij zondere eigenschap dat hij altijd het to taalbeeld, zijn oorspronkelijke idee, in het oog kan houden, óók als hij met het kleinste detail bezig is. De problemen bij The Pirates waren zo groot, dat ik soms nauwelijks meer wist wat m'n totaal beeld was. Als ik nu zonder enige eisen het geld voor die film zou krijgen, zou ik een andere film maken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 19