naie £«uióe(2oina/nt ZATERDAG 10 JANUARI 1987 invloed hebben op de nerveuze instel ling van de dravers". Waakhond Naarmate Nederland onveiliger wordt, gloren er echter nieuwe perspectieven voor de ezel. „Uit Columbia en Brazi lië", aldus Hendriks, „komen berichten dat ezels uitstekend de functie van waakhond kunnen overnemen. Op de pampa's in die landen grazen kuddes van tienduizenden schapen en koeien. Maar er lopen ook wilde honden en hye na's rond. Wat hebben de boeren daar nu ontdekt? Als ze ezels tussen de scha pen of koeien heenjagen, trekken die bij een aanval als het ware een cordon rond de kudde. En dat niet alleen. Ze gaan desnoods achter de honden en hyena's aan waarbij de een scherp balkend ge luid maken - een beetje hysterisch. Het schijnt een bijzonder goedkope en af doende manier te zijn om een kudde te bewaken. Ik heb het hier voor mijn ei gen huisdeur ook zien gebeuren. Een grote zwarte bouvier was door de afras tering gekomen en joeg achter mijn schapen aan. Nou, de ezels er meteen omheen en als gekken op die hond af. Net zo lang tot ze hem met balken en slaan in de sloot hadden gedreven. Mis schien dat er in dik opzicht alsnog enig economisch nut voor de ezel zal zijn weggelegd. Of misschien kan het dier nuttig worden gemaakt ten bate van blinde kinderen. Met name in Engeland gebeurt dat al veel. Ze zijn de hele dag zoet met hun ezeltje. Het geeft een emo tionele band. En voor honderd procent vertrouwd. Ezels voldoen in de omgang met gehandicapte kinderen beter dan een paard of een pony. Ze zijn uiterst zachtaardig en liefdevol, niet bijterig en ze slaan niet. Ik heb in al die dertien jaar nog nooit een trap, een tik of een beet gehad". Om het mensvriendelijke aspect van de ezel te benadrukken, zoekt Hendriks voor zijn opvangcentrum ergens op een centraal punt in het land een stuk grond aan een openbare weg. „Dan kan het pu bliek zich met eigen ogen komen over tuigen". En vervolgens? Wil de stam boekvereniging het houden van ezels als huisdier daadwerkelijk propageren? „Ja, dat willen we. Althans: voor die mensen die absoluut en permanent over de nodi ge ruimte beschikken. Maar we zeggen ook: begin er nooit op losse schroeven aan. Nooit op basis van een buurman die zegt: hij mag zolang wel bij mij staan, of op basis van een stukje grond waar toevallig even geen andere bestem ming voor is. Nooit. Dat is hetzelfde als een sint-bernhard nemen op een flatje. Je kunt per definitie zeggen dat het fout gaat. Wat je nodig hebt, dat is minimaal duizend vierkante meter. Maar liefst meer, want het is onverstandig een ezel alleen te laten lopen. Het zijn gezellig- heidsdieren; ze willen ten minste een geit of schaap om zich heen. En een open loopstal, dat willen ze ook. Twintig graden vorst kunnen ze rustig hebben, maar van regen houden ze niet. Wat dat aangaat, verschillen ze niet zoveel van mensen. Aandacht bij de verzorging vra gen ze. Maar ze geven er aanhankelijk heid voor terug. Wie op deze manier aan een ezel begint, doet wijs. Hij houdt er een kostelijk huisdier aan over. En een ezel met veulen, dat is helemaal het mooiste wat er bestaat. Daar kan een mens echt uren naar kijken". PIET SNOEREN FOTO: CEES VERKERK het type ezel terug te het Oude Testament leken nog wat vergelijk bare exemplaren rond te lopen en toen heeft Iran de Israëliërs geholpen. Het Iran van de ayatollah Khomeiny, jaze ker. Dank zij deze zeldzame verbroede ring tussen moslims en joden lopen er weef oud-testamentische ezels in de Ne- gev-woestijn. Zo ziet u hoe de ezel het contact tussen de mensen kan bevorde- Engeland, daar gaat het in de ogen van Hendriks pas echt goed. Een lichtend voorbeeld van ezelliefde zijn de Britten, „je kunt er in geen plaats komen of er zit wel een club ezelhouders. En wat Eli sabeth Svendsen, de weduwe van een Zweedse industrieel, met haar miljoenen heeft gedaan, is natuurlijk helemaal ge weldig. Een tehuis voor bijna tweedui zend dakloze ezels heeft ze ingericht, compleet met wel zeventig vaste bedien den. Eerst zat ze, met de ezels verspreid over vijf boerderijen die ze had gekocht, in Devon, maar achteraf vond ze het droge klimaat van Norfolk toch beter omdat de dieren er minder last zouden hebben van rheumatiek. Verhuizen dus met heel haar hebben en houwen, inclu sief de afdeling intensive care waar ezels, kreupel van de afgesleten hoeven, op een vloer van de zachtste turfmolm nieuwe hoefzolen kunnen ontwikkelen. Tja, En geland. Weet u wat in Nederland het probleem met afgedankte ezels is? We kennen weliswaar pensions voor oude paarden, maar die laten geen ezels toe, want een ezel kan wel eens longworm hebben waarvoor paarden gevoelig zijn en ezels niet. Daarom worden - ik zeg het heel voorzichtig - ezels door paar- denbezitters gediscrimineerd. Terwijl je ezels met moderne medicamenten toch heel goed wormvrij kunt maken. Zie maar weer Engeland. Daar zetten ze in renstallen met van die heel dure paarden 'juist ezels neer omdat ze een kalmerende Op de grote stille heide dwaalde een ezel eenzaam rond. En ergens anders trof een mevrouw er eentje zomaar verloren in de berm aan. Dakloze ezels. Daar wil dr. G. fry Hendriks - ooit als directeur-generaal maatschappelijke ontwikkelingen bij CRM begaan met het lot van mensen - een dierwaardige opvang voor gaan creëren. Ezels, vindt hij, worden in de Nederlandse samenleving enorm ondergewaardeerd. RIJSWIJK - Wanneer het door de nieuwe sjiek van de John F. Ken- anti^ nedylaan te Rijswijk schalt van „kuuk", dan roep dr. G. Hendriks zijn ezel. En de zojuist opgerichte dokkct Stichting Opvang Ezels is niet een soort vervolg op de gooi-maar-in- m'n-pet-actie van Sonja Barend, maar een schepping van alweer deze voormalige directeur-generaal maatschappelijke ontwikkelingen bij de ministeries van achtereenvol gens CRM 'en WVC. Zo gedreven jenstij voelt de topambtenaar in ruste zich dat hij zijn initiatief zelfs over Bel gië wil uitbreiden. ,Wij zijn naarstig op zoek naar een Bel gische ezelhouder die ons bestuur wil komen versterken, ja. Er bereiken ons vragen uit België. Maar die ene ezelhou der zal het niet worden. Hij organiseert ter gelegenheid van kermissen en andere volksfeesten zogenaamde draverijen, ook over de Nederlandse grens, in het Limburgse. Het is bijna net zo'n wreed vermaak als het ganzen trekken dat ze daar doen. Ezels worden, met een vol wassen persoon op de rug, als gekken tussen de balen stro doorgeslagen. Laatst hoorden we dat die Belg naar Maastricht zou komen om een of andere manifesta tie op te luisteren. Nou, daar hebben we via het gemeentebestuur gelukkig een stokje voor kunnen steken". Dr. G. Hendriks - in kringen van het welzijnswerk beter bekend als Gradus - heeft iets met de equus asinus, zoals de tamme ezel officieel heet. De ledigheid, des duivels oorkussen, van zijn emeri taat vult hij mede op door voorzitter te zijn van de Vereniging Het Nederlands Ezelstamboek. Daarnaast dus nu die Stichting Opvang Ezels. Waarom? Er do len verwaarloosde ezels door de natuur, zo blijkt. Dakloze, afgedankte dieren. Zo erg als in België waar een regelrecht blijf- van-m'n-lijfhuis op zijn plaats zou zijn, is het niet, maar toch. ,We kregen laatst een dame uit de buurt van Venlo aan de telefoon. Ze was nooit in ezels geïnteresseerd geweest, zei ze, maar nu had ze langs de weg een ezel ge vonden. Zomaar ergens in de berm. Wat bleek? Het dier behoorde niemand toe. Het werd daar in die streek bij wijze van grap doorgegeven van het ene feestvar ken aan het andere. Nu eens stond hij bij een jarige op de stoep, dan weer bij een bruidspaar. Geen mens bekommer de zich erom dat de hoeven van zo'n ezel regelmatig bekapt moeten worden, wil hij niet mank gaan lopen, en dat hij één tot twee keer per jaar een kuur tegen wormen nodig heeft. Ze deden maar raak met dat dier". Een ander voorbeeld, ook schrijnend. „Op een stuk hei in de bossen bij Soest trof een medisch specialist die daar veel wandelt, afgelopen winter een verdwaal de ezel aan. Zonder onderdak, zonder iets te drinken; hij moest zich van de hei bedienen om te eten. Nou ja, een ezel kan zichvredden met wat ruig spul, maar het gebrek aan water, dat was heel erg. Het doet je toch wel denken aan honden die op een verlaten plek uit de auto wor den gezet wanneer het baasje zo nodig in het buitenland op vakantie moet. We hebben de eigenaar van die ezel weten te achterhalen. Het betrof een meneer die was verhuisd naar een nieuw onderko men waar hij geen plaats meer had om een ezel te houden. Zo'n verhuizing, dat is één van de drie redenen waarom men sen opeens van hun ezel af willen. De tweede is dat ze het lapje grond waarop ze hun ezel houden, moeten prijsgeven omdat de grond een andere bestemming krijgt. En tenslotte heb je de mensen die komen te overlijden. Men moet weten dat een ezel tussen de dertig en vijfen dertig jaar oud wordt. Ze kunnen hun ei genaar dus gemakkelijk overleven en wat moeten de erfgenamen met een ezel?". Hooguit tweeduizend ezels telt Neder land, schat dr. Hendriks, en dan bedoelt hij echte ezels, niet de soort waarvan de volksmond zegt: „Al kleedt men een ezel in satijn, het zal altijd een ezel zijn". Zelf bezit hij er twee, Kuuk dus en Job. Met die laatste is het dertien jaar gele den allemaal begonnen. „Ik kreeg hem cadeau van een zwager toen mijn vrouw in het ziekenhuis lag. Bij wijze van ge zelschap". Uit Job werd Kuuk geboren en gezelschap zijn ze gebleven. „Kijk, daar lopen ze, in dat stukje gemeente- park tegenover mijn huis. We hebben er een meer dan goede relatie mee, mijn vrouw en ik. Zodra het 's morgens licht wordt, zoeken ze met hun scherpe ogen het raam van onze kamer af om te zien of er al enig teken van leven is, en zodra ze een beweging ontwaren, beginnen ze blij te balken. Hetzelfde gebeurt als ik met de auto kom aanrijden. Ze kennen het geluid van mijn motor precies. Een ezel? Daarmee kun je los gaan wandelen in dc bossen, net als met een hond. Ik ken een weduwe van een hoogleraar in het Drentse Diever die dat doet". Dom paard Ezels zijn bijzonder aantrekkelijke huis dieren, wil de voormalige directeur-gene raal maar gezegd hebben. Toch blijven ze in aanzien ver achter bij die andere tak van de familie, het paard, en Hen driks zou niet groot zijn geworden in het 'welzijnswerk als hij daar geen agogische verklaring voor wist. „Ik denk dat het een kwestie is van de sterke tegenover de zwakke, net als bij mensen. Tot aan het begin van deze eeuw hebben we de ezel weliswaar sporadisch als last- en trekdier gebruikt en laatst hoorde ik nog van een slagerij die ezelvlees in de etala ge had liggen, maar het paard is econo misch toch altijd meer waard geweest, als werkdier, in de draf- en rensport, voor de recreatie en zelfs als slachtvee. Een paard, dat heeft bovendien zijn voorkomen mee. Zo moest de zwakke het tegen de sterke afleggen, precies zo als de ongeschoolde het in onze maat schappij aflegt tegen de geschoolde, de underdog tegen de grote mond. Zie het De voormalig directeur- r generaal van CRM, dr. G. Hendriks, met zijn ezels Kuuk en Job. maar als een uiting van de prestatie maatschappij. Economisch nut, dat is het enige waar het om draait. Wie min der en zwakker is dan een ander dier of mens, die legt het loodje". Zeer ten onrechte, ook waar het de ezel betreft, vonnist Hendriks. Ter adstructie wordt er een uitspraak van de Duitse schrijver Ben Traven bijgehaald die vele jaren in Mexico heeft gewoond en daar de gunstige eigenschappen van de ezel in natiira heeft kunnen bestuderen - ook die van het varken trouwens, maar dat is een ander verhaal. „In intelligentie", schrijft Traven, „is de ezel het paard verre de baas. Eigenlijk moest een mens die langzaam van begrip is, niet worden aangeduid als een domme ezel - als er dan al vergelijkingen met dieren nodig zijn - maar als een dom paard. Het paard lijkt alleen maar verstandig omdat het meer ontzag voor zweepslagen heeft dan de ezel en omdat het uit ontzag voor zweepslagen onderdanig alles doet wat zijn meester hem beveelt. Een ezel daarentegen laat zich liever doodranse len dan iets te doen wat hij dom vindt of niet wil doen. Hij heeft een eigen wil, een zeer intelligente wil. En omdat hij een eigen wil heeft, noemen wij hem stom, koppig, eigenzinnig. Precies het zelfde stellen wij ons op tegenover kin deren die een eigen wil hebben. De Eu ropeaan wil met een eigen wil niets te maken hebben. Hij kan niet anders dan deze de grond in stampen. Zowel bij kinderen als bij ezels". Stenen tijdperk Aldus Traven en zelfs een onverdachte bron als de bijbel lijkt hem in het gelijk te stellen.- Staat er in Spreuken 26:3 niet geschreven dat een zweep is voor het paard en een roede voor de rug der zot ten, maar dat men voor de ezel voldoen de heeft aan een toom? Liefst 83 vermel dingen aangaande de ezel vallen er in het boek der boeken te tellen, hetgeen Hendriks - de agoog in hem verwisse lend voor de exegeet - aanleiding geeft tot de veronderstelling dat de ezel een van de oudste diersoorten moet zijn ge weest die de mensheid aan zich heeft ge- bonden. En jawel, andere literatuur over voorhistorische tijden valt hem bij. De domesticatie van de ezel, staat daar, vond in Ethiopië en Egypte al plaats ge durende het Stenen Tijdperk, nog eerder dan die van het paard, langzaam en be dachtzaam als ezels zijn, tevreden met eenvoudig voedsel. Mogelijk is het dier in Europa vervolgens uit de gratie ge raakt doordat het Frankische en middelr eeuwse recht de zogenaamde ezelstraf in voerden. Deze tuchtmaatregel bestond hieruit dat veroordeelden - meestal vrouwen van lichte zeden - averechts op een ezel geplaatst werden waarbij ze de staart met beide handen vasthielden. In deze houding joeg men ze dan de stad rond. Zo'n potsierlijk beeld moest wel beklijven en deed dat ook. Bijgevolg werd de beroemdste ezel in Nederland en Vlaanderen die van Bertels uit het kinderboek over de baldadige Dik Trom van C. Joh. Kieviet. Een standbeeld te Hoofddorp bij Schiphol laat zien hoe de belhamel zijn ezel berijdt op dezelfde wijze waarop de middeleeuwse lichte kooien gedwongen werden dat te doen. „De ene ezel vrijt de andere", wil een oude wijsheid en zo is het tot vandaag blijven heten. De Vereniging Het Nederlands Ezel stamboek, twaalf jaar geleden opgericht door twee dierenartsen uit respectieve lijk Wassenaar en het Utrechtse, „omdat ze in de Nederlandse samenleving een enorme onderwaardering van de ezel constateerden", telt rond de driehonderd leden. „Daaronder klinkende namen uit de adelstand, maar ook ongeschoolde ar beiders", zegt Hendriks. „Want dat is het aardige van de ezel. Hij brengt men sen uit alle sociale lagen bij elkaar. Wist u dat Beatrix en Claus voor hun kinde ren een paar ezels hadden, toen ze nog op Drakensteyn woonden? Nee, lid ge worden zijn ze niet". Kras „Maar ik ken een ander kras staaltje. Op een gegeven moment was Israël er zeer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 17