Peter van der Linden vertelt; werelden ontstaan en vergaan Cameraman „Pirates" ook in Nederlandse film 1986: een na beste filmjaar in V.S. NIEUW: „DE HELDEN VAN SASSOUN" FILM/ KUNST£eidóc(2omcmt VRIJDAG 9 JANUARI 1987 PAGI ROB DENIJS KWART EEUW Tl 1 - 1 ZANGER EN ENTERTAINER Ik hang met de mooie jongen uit h BOSCH EN DUIN Met zijn theateruitvoeringen Springlevend en Pur Sang trekt Rob de Nijs in ons land en in België doorgaans uitverkochte zalen. Voor de elpee Pur Sang heeft hij een Edison gekregen. Nogmaals on der begeleiding van de Springband is hij inmid dels aan een nieuw tour nee begonnen: Vrije Val. De zanger: „Bij de podiumuit voering is bewust gezocht naar een vorm, die direct aan sluit op het theater. Er is een speciaal decor voor ontwor pen. En een ingenieus licht plan met een paar leuke thea trale effecten. De liedjes die ook op de elpee Vrije Val zijn uitgebracht, lenen zich uitste kend voor een dusdanige aan pak. Ze hebben alle betrek king op het leven in de meest uitgebreide betekenis. Soms heel concreet: over de dood en de geboorte. Maar ook over abstracte dingen als ontrouw, echte liefde, puberteitsjaren. Kleine Prins bijvoorbeeld, op muziek van Elton John, gaat over een geboorte, opgevat door een broertje dat zelf am per een paar jaar op de we reld is. Hierin zit een ervaring verwerkt van hoe Robbert te genover zijn jongere broertje staat. Robbert is een van mijn twee zoontjes". Jeugdliefde Met Claudia uit de rockopera „Ik Jan Cremer", dat door Lennaert Nijgh van een aan gepaste tekst is voorzien, heeft Rob de Nijs eveneens grote affiniteit. Het nummer roept herinneringen op aan een jeugdliefde, die ik als heel traumatisch heb ervaren, staat in het programmablad te lezen. Rob de Nijs lacht daar wat over. „Ik was toen al zan ger en er was een show. Er deed een aantal danseressen in mee. Wat bij mij toen schering en inslag was: ik werd weer eens verliefd." Hij lacht onbedaarlijk. „Ze was getrouwd en in mijn ogen was haar man al zo'n ongelooflijke sufferd, met zo'n slonzige ribfluwelen pak aan. Nu ben ik even oud als die man toen. Het werkt dus wel relative rend." Over de nieuwe toemee met Vrije Val: „Als je die show ge zien, of die elpee gekocht heb, dan zul je niet weten hoe Rob de Nijs in elkaar zit. Nee, hooguit zul je weten hoe mijn vrouw Belinda Meuldijk en ik over bepaalde^lingen denken. Vooral de emotionele aspec ten zijn sterk autobiografisch. Het komt uit mijn leven, of uit de hare, of uit die van ons beiden. De vader van Belinda Meuldijk logeert hier elke zo mer. De onderlinge band, ook die met zijn kleinzoons, heeft mede als gegeven gediend voor een liedtekst. Ik voel haar teksten goed aan en kan ze daarom ook vrij goed ver tolken. Gerard Stellaard, Lennaert Nijgh en Joost Nuissl, die we heel erg goed kennen, hebben ook materiaal voor Vrije Val geleverd. Ik schrijf wel mu ziek, maar geen teksten. Ik heb diverse composities ge schreven voor mijn vroegere elpee. Ik heb nu zulke goede componisten, dat ik nauwe lijks de behoefte gevoel om zelf te gaan componeren. Mijn taak als uitvoerende kunste naar vind ik belangrijker. Componeren en teksten schrijven is ook een vak, dat moet je kunnen. Ik ben zeer kritisch, met name ten opzichte van Belin da. Juist omdat ik veel van haar houd, wil ik dat het voor mij perfect is wat ze geschre ven heeft. En als we er niet helemaal tevreden over zijn, proberen we samen daarin dingen te veranderen". Roddelbladen Over de roddelbladen zegt hij: „Ik kan niet zeggen dat ik met die roddelbladen niks te maken wil hebben. Die rod delbladen. die bestaan nu een maal. Er werkt ook een aantal mensen die bijzonder aardig zijn. Ik vind alleen dat ze soms hun macht misbruiken. Ze zijn niet altijd even ethisch bezig. Om de sensatie en om er daardoor dik aan te verdie iH/ Naast grote zaal-optrede$no; zingt hij ook voor allerruw schnabbels in achterafzaalttjvei en op feestavonden. „Ik vij- v; dat allemaal even leuk. Ifcuw houdt de spanning erin. Vaitepi zijn iuist die optredens v« fc* moeilijker. Je hebt bijvore beeld te maken met dis^ theek-publiek. De jongens zi jn alleen op zoek naar een mejwei je en die hebben nauwelij tij oog voor je. Die denken allo teg maar: ik wou, dat die keieru uitgezongen was. Dan is t|tinj juist de uitdaging om mensen boven op de stoep te krijgen. En dat is me voorbeeld gisteravond nog lukt. Dat komt doordat ik een zettende power in mijn optH[ dens heb. En daar laten W zich door overrompelen staan ze op een gegeven n ment wel op hun stoel I swingen. In een theater, d. moet je over het algeme 3§^ ook voor knokken, maar di £\j is het vrij voorspelbaar. Als 11 niks fout gaat met de te< niek, dan weet je ongev< hoe het gaat afspelen. mensen zijn speciaal voor F* gekomen, want je gaat goÈ| geld voor een kaartje uitiP* ven, om naar iemand te ij* ken, die je strot uitkomt". Jubileum Dit jaar is Rob de Nijs 4 kwart eeuw zanger. Hoe <j gevierd wordt, is hem n(. niet helemaal duidelijk. „j de plannen liggen nog open. j wordt gedacht aan het zingi van een duet met Cliff B chard of zo. We denken okrl aan een beperkt tournee: vr" elke provincie een hoofdsty en daar staan we dan eenAp twee avonden met een sjp^ ciaal programma. Het is et zilveren jubileum en dus Kpv je gedwongen om een ovJU zicht te brengen van hoog» punten van de afgelopen k jaar. Daarnaast wil ik ook nt/ nieuw repertoire uitkomQ De VARA neemt dit pt gramma van ongeveer et uur op. De AVRO maakt nartg» alle waarschijnlijkheid in H"""» voorjaar in het Circusthea^* in Scheveningen een regist%#, tie van Vrije Val". onc< MAX SMIT door Bert Jansma De Poolse cameraman Witold Sobocinsky, die Polanski's film „Pirates" fotografeerde, heeft ook achter de camera gestaan bij Erik van Zuylens nieuwe film „Zjoek". Sobocinsky, die „Zjoek" samen met zijn zoon Piotr fotografeerde, wordt wel „de meester van het licht" genoemd. In het laatste nummer van Skoop een interview met hem door de Poolse, in Neder land wonende journalist Sasza Malko. Sobocinksy's slotzin over filmopleiding: „Ik nodig iedereen die het vak wil leren van harte uit. Kom naar Polen, kom naar onze school in Lodz. Er bestaan allerlei fondsen, uitwisselingen. Of jullie moeten docenten hier, naar Nederland uitnodigen. Ik weet het, er is geen geld hier en geen geld dóór. Hier is het mis schien nog pijnlijker dan déór: hier heb je alles - in tegenstel ling tot bij ons - alleen kun je er niet bij". DEN HAAG Dit beeld is onvergankelijk: Peter van der Linden gewoon in z'n praatstoel, terwijl hij de korte inhoud van zijn nieuwe theater- sprookje uit de doeken doet: „De helden van Sassoun". Een van oor sprong boerenvertelling uit Armenië, rond acht- tienhonderdzoveel mis schien door een kalief op schrift gezet, vertaald en op een Haagse boeken markt voor een kwartje opgeduikeld door de 63- jarige acteur die er thea ter van maakte. Het is Peter van der Linden wel toevertrouwd; hij vertelt er in elk geval opvallend le vendig over, zodanig dat er geen touw aan vast valt te knopen. Steden ontstaan en vervallen tot puin, helden strijden, overwinnen of gaan bloedig ten onder, onmogelij ke opdrachten worden uitge voerd om een prinses te win nen, die allang te kennen had gegeven gewonnen te willen worden, kortom: actie. En dat in een vertelling die barst van de symboliek en mystiek, over verzet en hel denmoed, ergens in Armenië. De Armeense gemeenschap in Nederland is er wat blij mee - en niet zij alleen. Van der Linden: „Er wonen erg veel Armeniërs in ons land. In m'n theatertje had ik er op een avond veertig bijelkaar, waarvan de meesten de ver telling gedeeltelijk kenden. Ze vonden het prachtig en een vrouw vroeg spontaan of ze iets in het Armeens mocht zingen. Natuurlijk mocht ze dat en zo wera het spontaan een hele Armeense avond, bij me thuis aan de Riouw- straat". Theatertje thuis Een jaar of negen geleden, maar het kunnen er ook acht of tien zijn, verbouwde Peter van der Linden, toen nog ac teur bij onder meer De Ap pel, zijn bovenverdieping tot een theatertje annex koffie kamer: een podiumpje met een zaaltje en veertig stoelen. „Op zondag was ik vrij. Alle dagen van de week stond ik wel ergens te acteren, maar nooit op zondag. Daarom be gon ik op die dag voor me zelf, om sprookjes te vertel len, van die echte sprookjes die een menselijke boodschap hebben, een beetje mystiek, maar welk sprookje is dat niet. Langzaamaan kwamen de mensen er opaf, uit Den Haag, maar ook vanuit het hele land. Mensen die opbel len en plaatsen reserveren; ja, dat is leuk. Ik heb nu een repertoire van negen sprook jes, waar ik uit kan putten. Er komen verzoeken van mensen om een bepaald sprookje te herhalen en als het aantal verzoeken zich op stapelt, nu, dan doe ik dat weer. Waarom niet." Het aantal van veertig stoe len is voldoende. Van der Linden ontvangt in zijn „Theatertje thuis" elke zon dagavond om half negen ziin publiek en op verzoek trekt hij met een zeer eenvoudig decor het land in. „Nu ik met VUT ben, kan dat gemakke lijk; ik moet zelfs oppassen dat ik niet te veel aanneem, dat gevaar zit er nu wel in". Onbegrip Van der Linden, mede-op richter van de Haagse thea tergroep De Appel, was daar tot vorig jaar aan verbonden. „Ik heb er vijftien jaar bij ge werkt, tot de leiding de laat ste jaren een andere koers begon uit te stippelen. Ik be greep die leiding niet en zij begrepen mij niet. Dat werd vervelend. Maar de oplossing kwam als vanzelf: ik was 62 geworden en kon dus met VUT en dat deed ik toen maar. Zij blij, ik blij, louter tevreden gezichten. Ik heb van dat vertrek geen spijt, zoals ik evenmin spijt heb van die vijftien jaren bij De Appel. Ik zou die periode voor geen goud willen mis- ?n. mede-op- Haagse thea- Peter van der Linden, suggestief met weinig hulpmiddelen. sen,* maar zoals ik nu leef, heb ik het ook naar m'n zin. Al was het vorig jaar niet zo'n heel mooi jaar: dat ver- Wel in de samenhang van de dingen, die je leven bepalen". Als zoon van een Indische moeder met een Tielse vader uit een schoenmakersgeslacht van joodse afkomst, geeft Van der Linden toe dat hij „wel iets onhollands heeft, met Hollandse trekjes En als hij zijn troontje beklimt op het eigenhandig inelkaar gespijkerde podium, spot aan, roert en een eenzaam liefy^ fluit op een van zijn zelfg^eja maakte bamboefluiten. Taa, Er ontstaat sfeer en de tFn( wordt ruimteloos; tegen <P6 achtergrond kan heel gema|>ev kelijk een heldenepos tot oitde: wikkeling komen, een vdiw haal over onderdrukkers ei onderdrukten. Dat dan \*hce in Armenië speelt, mah i overal ter wereld kan wtfog den begrepen, ook in D*n Haag. De stem van Van c%t N Linden, zijn mimiek en vqfjy bindende gebaren levert^ beelden op waarvan men ityo derhand niet goed kan zaL gen of men naar een fijv" heeft gekeken, of dat het r lemaal maar suggestie w:e z'n expressieve gezicht zoveel acteur, dat hij he^1 werelden bijelkaar kan vei tellen, waar het roerig a|*ei toe gaat, waarin een koningUy. moord meer of minder nar welijks telt. licht uit, tegen een achter grond van een exotisch schil- trek bij de Appel dus en m'n vrouw die overleed, dat was allemaal wat veel en tegelijk. Maar ik geloof wel in een lotsbestemming; nee, niet op een manier dat er een hogere macht is die zegt: die Petertje van der Linden zullen we eens mooi te grazen nemen. Nee, daar geloof ik niet in. derij, dan trekt een oud en onbekend sprookje zich sa men. Zeker als deze acteur ook nog kleine trommen be- Pandora Van der Linden is over tijdje ook in een geheel anc re rol te volgen. Dan staat met de Haagse dansgrc Pandora drie dagen i „Dansen uit de Hades" in Koninklijk Conservatorii op 22, 23 en 24 januari, vervolgens met dit progri ma het land in te trekken] Van der Linden: „Ook dms Griekse vertellingen boeiHn me geweldig. Alles, wat ifers te zeggen heeft, zonder datfelei duidelijk staat wèt. Het so^oo dingen dat je kunt aanvoelfbor maar moeilijk kunt begii.et pen. Dat trekt me aan. En|cer zal daar nog lang mee blijvk doorgaan, zo lang als ik k/pU Over nieuwe sprookjes ik me geen zorgen; er is^ veel... Die Helden van St soun heb ik ook maar bij ti? val gevonden, toen ik rtf.u m'n vrouw over die mair1 zwierf. Voor een kwartje FRITS BROMBE^ nen wordt er soms met zoveel modder gesmeten en worden nog allerlei leugens erbij op geschept. Ik wil wel meedoen, want er zijn niet zoveel namen waar ze wat aan hebben en ze zijn toch eigenlijk ook een beetje showbladen. En ik doe show, dus het hoort erbij, maar je moet wel de spelregels in acht nemen. Van beide kanten. Als het dus niet al te ver gaat, wil ik best gewoon mijn me dewerking verlenen. Niet al te vaak, want je staat er meer in dan dat je er werkelijk aan het artikel heb meegewerkt. Een foto en wat licht achter- grond-informatie en ze heb ben zo een stukje geplaatst". Beschuldigd Hij is ervan beschuldigd, dat hij voor goed geld primeurs verkoopt aan de roddelbla den. Rob de Nijs kijkt veron gelijkt: „Nee, dat is niet waar. Primeurs heb ik zelden of nooit, dus wat heb ik te ver kopen? Als er een kind gebo ren wordt of zo, mogen ze ge rust een foto hebben. Onze eerste foto kreeg het Alge meen Dagblad voor niks. Dus primeurs verkopen, nee. Ik heb alleen een reportage over mijn huwelijk verkocht. Die wilden ze graag hebben. Zo'n trouwreportage brengt die bladen tonnen op. Moet ik dan zeggen, dat doe ik voor niks? Belinda heeft de tekst geschreven en een bevriende fotograaf maakte de foto's. Als je ziet wat ze ermee ver diend hebben, was het nog ontzettend goedkoop. Voor mij hoefde dat niet per se. Ik hoef die mensen niet op mijn trouwerij. We wilden in alle rust trouwen. Als we het hier in Holland hadden ge daan, dan was Story, Privé, Weekend, iedereen erbij ge weest en hadden we een rot dag. Vrij Nederland had er over geschreven, dat het om een geheim kontrakt ging. Nou, dat was helemaal niet geheim, dat had ik aan ieder een kunnen vertellen. Wanneer je zegt, dat je niks met die roddelbladen te ma ken wilt hebben, dan krijg je de grootste ellende. Kijk, een Koot en Bie, een Freek de Jonge kunnen gemakkelijk zeggen: We willen er niks mee te maken hebben. Maar ze zijn ook niet interessant voor de doelgroep van die bladen. Ik hoor Harry Slinger van Drukwerk nog roepen: van mijn leven nooit in die pulpbladen. En nog geen drie weken later: vier glorieuze pagina's". Fans Fans, eigenlijk wildvreemden van De Nijs, weten soms na genoeg alles over zijn leven. Griezelig? „Of ik dat eng vind, of leuk, ik verander er toch niets aan. Ze bestaan. Ik heb een kern van trouwe fans, die ook lid zijn van mijn fanclub. Er zijn heel leuke bij, maar ook mensen die erg op dringerig zijn. Vroeger liet ik het over mijn kant gaan, maar nu zeg ik het gewoon, als het me niet aanstaat. En wat ze weten, zijn niet meer dan randzaken. Veel houden we echt privé". Op de foto's die in het pro grammaboekje van Vrije Val staan, komt Rob de Nijs nogal als een macho-figuur over. Door de leren jack of blouse ongeknoopt te laten, wordt zijn weelderige borst stoer ge toond. „Dit was toevallig een serie, waar ik zo overkom. Maar er zijn ook foto's, waar ik helemaal niet macho eruit zie. En als het zo is, dan doe ik het met een knipoog, want het is toch ook een beetje om te lachen. Ik hang niet de mooie jongen uit. Dat ik er niet uitzie als de achterkant van een bus of zo, ja dat is mooi meegenomen. Maar ik vind mezelf helemaal niet zo mooi". Vak „Natuurlijk ben ik van nature een beetje ijdel. Dat hoort bij het vak. Je gaat niet op het toneel staan, als je liever met een zak over je hoofd loopt. Als je op het toneel staat moet je de mensen weten te berei ken. Dat vergt ontzettend veel power vanuit jezelf, vooral als je show en rock and roll brengt, zoals ik." De Nijs heeft eertijds op de kleinkunstacademie gezeten, maar hij is nooit de cabaret- -kant opgegaan. „Ik wilde oorspronkelijk acteur worden, omdat ik op de hbs al veel rollen speelde. Muziek deed ik toen ook al: ik zong en speelde accordeon. Ik zag me zelf toen meer als toneelspeler dan als zanger. Dat deed ik als hobby, die rock and roll en Cliff Richard nadoen. Op de piano imiteerde ik ook vaak Fats Domino. Op een gegeven moment was ik van school af. Ik was toen zestien. Ik wilde naar de to neelschool, maar daar was ik te jong voor. Ik moest eerst de vijfjarige hbs afmaken, maar die school kwam me de strot uit en net een jaar daarvoor was de cabaretschool opge richt. Mijn oma had er over gelezen en die had me erop attent gemaakt.- Daar heb ik een paar jaar op gezeten. Toen had ik ook al een behoorlijke ervaring met mijn bandje. We hebben ons ingeschreven op een soort talentenjacht en die wonnen we. Dan ga je een plaat maken en dan begint het hele zaakje te rollen. Het idee van cabaretier en acteur was helemaal over". Hoe Warner Cannon redde Met de bioscoop gaat het in de Verenigde Staten beter dan hier, waar „Flodder" een alweer slechter jaar toch niet he lemaal kon goedmaken. 1986 was voor de Amerikaanse bioscopen qua omzet het op een na beste jaar uit de filmge schiedenis. Er werd voor 3,8 miljard dollar aan kaartjes verkocht. „Top Gun" was de grootste publiekstrekker. Al leen 1984 was een beter jaar met 4,3 miljard dollar aan en treebewijzen. Cannon, de maatschappij van Golan en Globus die in korte tijd grote internationale aan kopen van theaters deed en bovendien een ambitieuze filmproduktie te financieren had, leek in december j.l. opeens in moeilijkheden. Ge ruchten over faillissementen deden de ronde, ook voor Nederland pijijk waar Can non de Tuschinski en City- theaters bezit en dappere plannen had - en uitvoerde: De Aanslag - om de Neder landse filmproduktie op te stoten in de vaart der volke ren. Half december bood de Amerikaanse „major"-film- maatschappij Warner Can non hulp aan. Warner haalde Cannon uit de problemen met een „deal" waarmee in totaal zo'n 75 miljoen dollar gemoeid is. Warner kreeg een optie van twee jaar op 50 procent van het theaterpark van Cannon in Europa (En geland, Italië en Nederland) in ruil voor 50 miljoen dollar contanten, Warner kreeg de videorechten voor de Vere nigde Staten van een aantal video-films van Cannon (het blad Variety meldt dat het er 20 zijn), daarna zijn er nog opties op 500.000 aandelen van Cannon voor Warner, dat een brugleuning van de Amerikaanse banken aan Cannon van 50 miljoen dollar garandeert. Het is allemaal nog veel ingewikkelder met warrantsen „preferred stock", maar duidelijk is dat Cannon nu z'n schuld aan de Australische financier Bond kan betalen (53 miljoen En gelse ponden) van wie de fir ma begin dit jaar Thorn „Top Gun" bracht 171 miljoen dollar op en andere toppers waren „Crocodile Dundee" (122,9 miljoen dollar), „The Karate Kid, II" (114,8 miljoen), „The Color Purple" (95,4 miljoen) en „Back to School" (90,4 miljoen). Paramount was met o.m. „Top Gun", „Ferris Bueller's Day Off" en „Star Trek IV" de filmmaatschappij met het meeste succes in de VS. Martkaandeel: 22,2 procent. Warner Brothers volgde met 11 procent, Disney met 10,1, Colombia met 9,5, Universal met 8,5, 20th Century Fox met 8,1, Tri-Star met 7,1, Orion met 7, MGM-UA met 4,4 en Cannon met 2,7 procent. Tom Cruise en Kelly McGillis in „Top Gun": het vorig jaar in Amerika meest bekeken paar. EMI/Screen Entertainment kocht. Warner moet met z'n opzien barende ruggesteun toch een stevige vinger in de pap ge kregen hebben bij Cannon. Cannon heeft met grote in vesteringen en met te weinig revenuën op een aantal uit gebrachte prestige-projecten teveel hooi op de vork geno men. In Nederland lijken Cannon-directeur Jan Bruin- stroop c.s. zich geen al te gro te zorgen te maken. Daar wordt gewoon doorgewerkt of er niets aan de hand is. Bruinstroop probeert er alles aan te doen om te zorgen dat Cannon de internationale rechten voor Dick Maas' „Flodder" koopt. Maar er zit ten meer maatschappijen op het vinketouw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 8