„Hier zijn de moorden,
het geld gaat naar elders"
1
1
mal
Ie
BURGEMEESTER VAN PALERMO:
Pizzo
CcidócSou^icmt
ZATERDAG 3 JANUARI 1987
Burgemeester Orlando met klasgenootjes van
ling gebracht". (Foto: Franco Zecchin).
PALERMO - Burgemeester Leoluca Or
lando van Palermo is de gevangene van
zijn baan. De maffia heeft hem beroofd
van zijn privé-leven. Anderhalfjaar gele
den, toen hij nog hoogleraar staatsrecht
was aan de universiteit van Palermo
(een briljant hoogleraar trouwens), kon
hij zich vrij en blij bewegen. Nu is hij
voor zijn veiligheid gedwongen zich te
verplaatsen in een geblindeerde auto
met zwaar bewapend escorte. Bittere
noodzaak in een stad waar een mensen
leven niet telt en de maffia zelfs on
schuldige kinderen, zoals de elfjarige
Claudio Domino, vermoordt. Orlando:
„Sinds ik burgemeester ben, heb ik zelf
geen auto meer bestuurd. De sleutels
van mijn huis zijn niet meer in mijn be
zit. Mijn vrouw en ik wonen onder het
zelfde dak, maar we leiden een geschei
den leven. Mijn dochters van acht en
dertien groeien op zonder vader".
Met 39 jaar is hij de jongste burgemees
ter die de driekwart miljoen inwoners
van Palermo ooit gehad hebben. Hij be
hoort tot de progressieve vleugel van de
christen-democraten. Spijt heeft hij niet
van zijn overgang van de collegezaal
naar het stadhuis. „Ik weet niet of ik nog
ooit kluizenaar word of president van de
wereld, maar ik ben er van overtuigd dat
dit burgemeesterschap de meest interes
sante ervaring is die ik in mijn leven zal
hebben".
Orlando heeft in Palermo heel wat puin
te ruimen. De Siciliaanse christen-demo
craten hebben in het verleden niet alleen
de maffia zijn gang laten gaan, maar er
vaak zelfs regelrecht mee samengewerkt.
„Ze zitten er tot hun nek in", schreef de
dappere prefect van politie van Palermo,
Alberto Dalla Chiesa. in 1982 in zijn
dagboek, enkele weken voordat hij ver
moord werd.
Een van Orlando's Voorgangers als bur
gemeester, Vito Ciancimino werd in de
jaren zeventig schatrijk met het bevoor
delen van bevriende maffiose bouwon
dernemers. Ciancimino gaf in totaal
vierduizend bouwvergunningen af, waar
van zestienhonderd aan drie werklozen.
Het drietal fungeerde als stroman voor
de maffia.
Nu moet het allemaal anders worden.
Orlando barst van de ambitieuze plan
nen: „Mijn doel is Palermo niet langer
het buitenbeentje te laten zijn van de
Italiaanse steden, maar de stad te inte
greren in het geheel van het land. Het
beste bewijs dat daar een begin mee ge
maakt is, werd in februari dit jaar gele
verd toen het maxi-proces tegen de maf
fia begon. De burgemeesters van tachtig
Italiaanse steden waren toen in de
rechtszaal. Dat was een teken dat de
strijd tegen de georganiseerde misdaad
een naiionale zaak is en niet alleen van
Palermo en Sicilië. Verder moet er alles
aan gedaan worden om het vertrouwen
Vermoord op 7 oktober 1986,
Claudio Domino, elf jaar. Zijn
lichaam is bijgezet in het fami
liegraf. „Beesten!", schreef een
Siciliaanse krant de volgende
dag over de volle breedte van de
voorpagina.
nieuwe boss verhoogde de „pizzo" met
honderd procent.
Is het niet ontmoedigend dat het moord
dadige geweld van de maffia in Palermo
gewoon doorgaat, ondanks het feit dat
een aantal kopstukken terechtstaat? Or
lando: „Ik ga naar het grote maffiapro
ces om uit naam van de stad schadever
goeding te eisen van de maffiabazen
voor wat zij Palermo hebben aangedaan.
Zij hebben een domper gezet op het le
ven in deze stad. Zij hebben levens ver
nietigd en die van anderen geruïneerd.
Het klopt ja, dat het moorden doorgaat.
We zijn er ook nog op geen stukken na.
Ik heb steeds gezegd: dit is een belang
rijk proces, maar niet hèt proces. Er zijn
er meer nodig en ze zullen er komen".
Bouwstroom
Niet te loochenen valt dat de maffia ook
veel geld naar de stad gebracht heeft. De
grote bouwstroom omstreeks 1980 werd
voor een belangrijk deel betaald met
miljarden uit de internationale heroïne
handel. De kapitaalstroom naar Palermo
is in de nuchtere statistiek terug te vin
den. De Siciliaanse hoofdstad, die voor
wat betreft de produktie van goederen
en diensten een uiterst zwakke 81e
plaats inneemt temidden van de Itali
aanse steden, kwam in dat florissante
bouwjaar bij de consumptie op de vierde
plaats. Hoe kan een stad waar zo weinig
verdiend wordt, zoveel uitgeven? Het
kan niet anders: heroïneverslaafden,
vooral in Amerika, hebben menig bouw
blok in Palermo betaald. Orlando: „Het
is een feit dat er veel maffiageld naar Pa
lermo gevloeid is. Maar ik verzet me te
gen een opvatting, die wijd verbreid is in
Sicilië, maar die heel gevaarlijk is. De
opvatting namelijk dat de maffia werk
en ontwikkeling brengt. Nu de maffia
klappen heeft gehad in de heroïnehandel
en wij als gemeente stringenter zijn bij
de bouwopdrachten, komen er mensen
naar me toe die zeggen: „Toen de maffia
hier was, hadden we tenminste werk".
Maar wat voor ontwikkeling is dat dan?
Een ontwikkeling die met bloed betaald
wordt. Hier zijn honderden mensen ver
moord. Bovendien heeft de maffia altijd
maar een klein deel van zijn geld in Pa
lermo gelaten. De grote kapitalen gaan
naar de banken in Liechtenstein, Zwit
serland en de Verenigde Staten. Alle
moorden worden hier gepleegd, maar
het geld gaat naar elders. En bedenk eens
hoeveel mensen, hoeveel bedrijven in de
loop der jaren naar Palermo zouden zijn
gekomen als we deze gesel hier niet had
den. De maffia heeft hier geen ontwikke
ling gebracht, maar onderontwikkeling".
Elfjarige
De maffia gunt Palermo's burgemeester
geen moment rust. Onlangs stond hij
midden tussen de verslagen en geslagen
bewoners van de arme volkswijk San
Lorenzo, na de moord op Claudio Do
mino. Daags na het interview met Or
lando rijd ik door naar San Lorenzo, op
weg naar de school van Claudio. Een
buurt in verval, waar duizenden al im
proviserend van de ene dag in de andere
leven. Rondhangende groepjes werklo
zen, handelaren op straat die levende
kippen en varkentjes verkopen. Een
stukje Afrika in Europa, een wijk waar
ook de maffia van oudsher erg sterk is.
Vlakbij de school, op de plek van het af
schuwelijke misdrijf, liggen enkele fraaie
In Italië is
momenteel een
monsterproces
gaande tegen 250
maffiosi. Onze
correspondent in
Rome reisde naar
Sicilië, de bakermat
van de Cosa
Nostra. Hij maakte
een serie reportages.
In deze aflevering is
het woord aan de
burgemeester van
Palermo, Leoluca
Orlando.
te herstellen tussen de bevolking van Pa
lermo en het stadsbestuur. Als ik
's morgens op weg ben naar het gemeen
tehuis, vraagt een van de bewakers van
uit de auto via de radio hoe de situatie
voor het gemeentehuis is en als er dan
geantwoord wordt dat alles okee is, dat
er niemand is, dan zit me dat niet lek
ker. Dat kan toch niet, denk ik dan. In
een stad met zoveel problemen horen
mensen te zijn bij het stadhuis".
Vicieuze cirkel
Zuid-Italié en vooral ook Sicilië zitten in
een duivelse vicieuze cirkel. In tegenstel
ling tot Noord-Italiè, dat in weinig van
het moderne geïndustrialiseerde West-
-Europa verschilt, is het zuiden onder
ontwikkeld en arm. De staat functio
neert er niet. Inefficiëntie, vriendjespoli
tiek, corruptie en maffiose praktijken
zorgen er voor dat vele miljarden gul
dens steun in tal van bodemloze putten
verdwijnen. Ook de ambtenaren van de
Europese Gemeenschap in Brussel kun
nen een lied zingen van de vette subsi
dies waarvan niemand meer weet waar
ze precies gebleven zijn. De cijfers zijn
schokkend. Van de pakweg vierduizend
overheidsprojecten voor Zuid-Italié, zo
onthulde premier Craxi onlangs, zijn er
meer dan 3600 nooit of niet naar beho
ren uitgevoerd. Havens en wegen die
slechts voor de helft zijn aangelegd,
schrootwoestenijen van chemische in
dustrieën en staalfabrieken die nooit in
gebruik genomen zijn. De 3,5 miljard
gulden die nodig waren om het vergiftig
de water van de Golf van Napels weer
glaszuiver te maken, zijn al lang uitgege
ven. Maar het water wordt nog met de
dag smeriger. De gemeente Napels en de
bouwers van al die fraaie installaties
hebben Rome doodleuk laten weten nog
eens hetzelfde bedrag nodig te hebben
om het project te kunnen afmaken. Pa
lermo, een stad toch met driekwart mil
joen inwoners, heeft geen waterzuive
ringsinstallatie die werkt. Verdere voor
beelden liggen voor het oprapen. Begrij
pelijk dat veel politici, Vooral die uit het
noorden, gruwen van de situatie in het
zuiden. De neiging om de hand op de
knip te houden wordt groter. Navenant
wordt het protest vanonder uit de laars
luider. Zonder overheidshulp, zo wordt
geroepen, groeien de werkloosheid en ar
moede en wordt de voedingsbodem voor
de criminaliteit en de maffia steeds rij
ker. Dat is die duivelse vicieuze cirkel
waarin het zuiden van Italië verkeert.
Openbaar
Bij de vraag of de gemeente Palermo
met zijn bouwprojecten niet in feite de
maffia subsidieert, schiet Orlando om
hoog. Nu gaat het er eerlijk aan toe in
Palermo, zo bezweert hij. „We hebben
dit jaar ongeveer 650 miljoen gulden aan
overheidsprojecten. Daarvan is 500 mil
joen naar bedrijven buiten Sicilië ge
gaan. Ik heb een nieuwe openbare proce
dure ingevoerd om opdrachten te verle
nen. Iedereen kan inschrijven en de en
veloppen worden in een openbare raads
vergadering geopend".
De (maffiose) firma's in Palermo die ten
tijde van Ciancimino geld als water ver
dienden, zijn volgens Orlando buiten
spel gezet. Oefenen zij druk uit om weer
aan de bak te komen? Orlando, voor
zichtig: „Het spijt me voor ze. Meer wil
ik er niet over zeggen". Na enig aandrin
gen: „Sommigen proberen mij te beïn
vloeden, ja. Maar mijn kracht is dat ik
iedereen gelijk behandel".
Maar ook als het er onder het bewind
van Orlando eerlijk aan toe gaat, althans
bij de verlening van gemeentelijke
bouwopdrachten, wil dat nog geenszins
zeggen dat de maffia niets meer te ver
tellen heeft in de bouwwereld. De kans
is groot dat de eerlijke ondernemer uit
Milaan die in Palermo iets mag bouwen,
gedwongen wordt bepaalde zeer dure on
deraannemers te accepteren. Verder is
het vrijwel zeker dat hij maandelijks met
een flink bedrag over de brug moet ko
men voor de „bescherming" van zijn
bouwproject. Bij weigering loopt hij het
risico dat zijn bouwvakkers plotseling
van de steiger beginnen te vallen.
Meer dan tachtig procent van de onder
nemers in Palermo betaalt de „pizzo",
de maandelijkse „vergoeding" voor de
maffia-familie die de buurt regeert. Dat
ruim tachtig procent betaalt, is gebleken
uit een anoniem onderzoek van de werk
geversverenigingen in de stad. Een vroe
gere enquête waarbij de naam van de
ondernemer gevraagd werd, leverde een
respons van nul op. Want praten over
de „pizzo" is ten minste zo gevaarlijk als
niet betalen.
Velen in Palermo zijn ervan overtuigd
dat niet tachtig maar vrijwel honderd
procent betaalt. Zelfs de arme verkoper
van gepofte kastanjes op de stoep moet
zijn maffia-penningen afdragen. Wie
weigert wordt meteen gestraft. De verko
per van Perzische tapijten in de dure Via
Liberta die „nee" had gezegd, kreeg 's a-
vonds een telefoontje van de politie dat
zijn zaak door een bom verwoest was.
Van drie ondernemers werd dit jaar een
zoon vermoord. De broer van een van
de grootste bouwondernemers werd met
pistoolschoten om het leven gebracht.
In het oostelijk deel van de stad werd
een maffiabaas vermoord. De wisseling
van de wacht beduidde weinig goeds
voor de ondernemers in de wijk. De
ruikers. Hier speelde Claudio Domino
die warme oktoberavond met zijn
vriendjes. Zo tegen negen uur kwam er
een gehelmde man op een motor aange
reden. „Claudio", riep hij en de niets
vermoedende jongen maakte zich los uit
het groepje en rende naar de man toe.
De moordenaar pakte een pistool,, druk
te Claudio de loop tussen de ogen en
schoot. Waarom? Palermo kan slechts
gissen. De ouders van Claudio hebben
een schoonmaakbedrijf dat ook de ruim
tes van de zwaar bewaakte gevangenis,
annex rechtszaal, poetst. Weigerde Do
mino senior berichten van of voor de
maffiabazen door te geven? Of was de
moord een waarschuwing aan de burgers
van Palermo weg te blijven van het ge-
rechtsgebouw? Een waarschuwing ook
aan het adres van de juryleden die straks
moeten kiezen tussen vrijspraak of lang
durige gevangenisstraffen?
De klas van Claudio heeft op dit uur
gymnastiek. De juffrouw stopt de les j
even. De klas vlijt zich midden in de de- J
solate gymzaal neer. De Nederlandse
journalist wordt van top tot teen beké- j
ken. „Claudio", vertelt de juffrouw,
„was altijd haantje de voorste. Hij was
een van de beste leerlingen". De kinde
ren zijn het er over eens: Claudio werd
vermoord omdat zijn vader de maffia
niet wilde helpen. Thuis denken ze er 1
ook zo over. Hebben de ouders er veel
over gepraat met hun kinderen? Daar
komt geen duidelijk antwoord op. De in-
druk dat veel ouders er liever niet over
praten en de maffia zelfs enigszins in be
scherming nemen wordt even later be-
vestigd door schoolhoofd Saverio d'Ere-
dita. „Er zijn er die blijven volhouden i
dat de dader gewoon een of andere gek
was die onder invloed van drugs ver- j
keerde. Maar", zo voegt hij er snel aan
toe, „gelukkig denken ze er niet allemaal
zo over".
GERARD KESSELS
Claudio Domino: „De maffia heeft hier onderontwikke-
De Nieuwe Wereld
Heeft de Nieuwe Wereld een gezicht?
Kun je haar ergens ..recht in de ogen kij
ken"? Ik heb steeds gedacht dat New
York de triomf van de Nieuwe Wereld is,
maar dat blijkt toch niet het geval te zijn.
New York is een geval apart, al moet ik
'meteen toegeven dat het een zeer specta
culair en zelfs adembenemend geval is.
Alles is er hoger en groter, rijker en ar
mer. New York is een stad van uitersten
en is daarom heel bedrieglijk. New York
is de Nieuwe Wereld niet. is Amerika
niet. New York vertegenwoordigt alleen
zichzelf. Chicago dan? Die stad is net als
New York maar dan met een merkwaar
dige provinciaalse saus overgoten. Het is
eigenlijk een gigantische vergroting van
een boerendorp.
Atlanta misschien? Maar daar is het heet
en ongezellig. Tussen het aluminium en
glas van de almaar nieuwe wolkenkrab
bers die daar worden gebouwd, hangt een
onvoorstelbare, mismoedig makende
leegte.
Ik had de hoop op het vinden van het
ware gezicht van de Nieuwe Wereld al
opgegeven. Want er is overal wat. Waar
je in de Nieuwe Wereld ook komt, overal
tref je van het goede - en trouwens ook
van het kwade - te veel aan. Een eigen
aardige onevenwichtigheid beheerst de
dingen aan deze kant van de wereld.
Dezer dagen reden we door het herfstige
noorden naar het gebied van de Grote
Meren. Bij de watervallen van Niagara
passeerden we de Canadese grens en 'en
kele uren later keken we vanuit onze ho
telkamer in Toronto uit op het Meer van
Ontario dat zo eindeloos leek als de zee.
Het water rook naar wier en olie. De
herfstzon verteerde de laatste resten van
de zomer en baande zich een weg door
de nevelsluiers die de einder aan het oog
onttrokken.
Toronto bleek een verbazingwekkende
stad te zijn. Ze was geordend, precies op
maat en zonder veel uitersten. Eigentijd
se architecten hebben daar een royale
kans gekregen. Een Finse bouwkundige
heeft er een schitterend stadhuis gebouwd
van twee, tegenover elkaar staande halve
cirkels van ongelijke grootte. De wolken
krabbers zijn beperkt van hoogte, of
schoon er een soort radiotoren staat die
zo angstwekkend hemelwaarts priemt dat
ik er niet in durfde.
Er zijn bruine kroegen, hoekjes waar je
in kunt wegkruipen, parken, struiken
waaronder het - zo te zien - goed vrijen
is, banken waar je echt op kunt gaan zit
ten om zomaar wat om je heen te kijken.
Ik maakte een paar foto's voor het fami
liealbum en toen ik ten derde male door
de lens keek, zag ik wat ik tevoren nog
niet had gezien: de Nieuwe Wereld. Dit
was een mooie, goed georganiseerde stad
waar men de dingen keurig binnen de
menselijke maten heeft weten te houden,
zonder te vervallen in de bouwkundige
truttigheid die menige stad - op aan
drang van de plaatselijke middenstand -
tot een vergaarbak van hondedrollen en
geparkeerde auto's heeft gemaakt. Dit is
een stad die modern en toch mooi is. Dit
is een stad waar de mensen niet in de
mangel hoeven te geraken. Dit is een
stad waar alles werkt en bijna niets echt
perfect is.
Tóen ik dat ontdekte, kreeg een merk
waardige ontroering mij te pakken, die
ik natuurlijk manhaftig wegslikte. Ik
kreeg opeens het gevoel dat aan deze
kant van de Atlantische Oceaan nog niet
alles is verloren. De Nieuwe Wereld be
staat: ze ziel er redelijk uit en is bevolkt
door redelijke mensen die weten hoe ze
met hun beperkingen en hun mogelijkhe
den moeten omspringen, die bovendien
weten hoe ze hun eigen omgeving moeten j
ordenen.
Ik beloofde het meisje, dat me in een
zeer bruin restaurant een kop soep bracht j
en dat wilde weten wat ik van Toronto i
vond, terug te komen. Ze legde het wis-
selgel'd op tafel, zette het dienblad op de
punten van haar vingers en zei: We pro- j
beren er hier het beste van te maken. I
Fijn dat u dat hebt begrepen". Omdat er
geen andere klanten meer waren die een
beroep op haar deden, ging ze tevreden
in het gat van de deur staan, haar ge
zicht naar de zon gekeerd, alsof ze nog
wal warmte aan de herfst wilde onttrek- j
ken. I
Ze keek de Nieuwe Wereld recht in het
gezicht zoals ik dat had gedaan.
JO WIJNEN