Athos: geen vrouwen, vlees of vrees 'finali Ontwikkelaars ZATERDAG 3 JANUARI 1987 Als de zon is ondergegaan is het snel aardedonker op het Griekse schiereiland Athos. Elektrisch licht is nog lang geen gemeengoed. Een kaars of een olielamp is dan ook onontbeerlijk, al was het maar om de weg naar de nachtmis te vinden. Dit jaar geeft Athos voor het eerst in zijn duizendjarig bestaan een groot deel van zijn geheimen prijs. In het Griekse Thessaloniki zal een halfjaar lang, vanaf november, een expositie worden gehouden van ikonen, van zilveren en gouden voorwerpen uit de twintig kloosters, zodat een breed publiek, met name vrouwen voor wie het betreden van Athos onmogelijk is, de gelegenheid krijgen de kostbaarheden te zien. Athos is door zijn theocratische regeringsvorm enig in zijn soort. De monniken belijden de zuivere leer van de Grieks-orthodoxe kerk en zijn daar letterlijk dag en nacht mee bezig. Een bezoek aan deze geestelijken in hun kloosters en de kluizenaars in hun grotten brengt je vooral tot het besef dat al het materiële vergankelijk is en in feite niets voorstelt in vergelijking met geestelijke zaken. ATHOS - „Van hieraf kun je lo pen wat je wilt, elke stap brengt je nader tot God", luidt het standaar- d-antwoord op de vraag of je op de goede weg bent naar het klooster van je keuze op Athos. Dit Noord- griekse schiereiland in de Egeïsche Zee is het exclusieve territorium van tweeduizend monniken en van de kluizenaars die zich in grotten hebben teruggetrokken en bij nade ring van een vreemdeling wegdui ken in hun schuilplaats. De bewoners van Athos belijden de leer van de Grieks-orthodoxe kerk in de zui verste vorm. Van de tweeduizend mon niken leven er veertienhonderd in twin tig verschillende kloosters die door voet paden met elkaar verbonden zijn. De overige zeshonderd monniken wonen in zogenaamde „skiti's", die soms onder het dichtstbijzijnde klooster vallen, maar doorgaans geheel zelfstandig zijn. In de naam skiti zit het begrip „asceten". Be zoek - van welke aard ook - aan deze skiti's, wordt niet op prijs gesteld. De twintig kloosters hebben onder lei ding van een abt elk hun eigen regime. Een aantal van deze kloosters hanteert zeer strenge regels, andere hebben een li beralere inslag. De laatste jaren weten opvallend veel intellectuelen uit alle windstreken - zelfs uit Tibet - hun weg te vinden naar de strenge kloosters. Zelf komen de monniken nog maar spora disch buiten hun republiek. In de strenge kloosters is slechts een bezoek aan de ouders toegestaan. In beginsel moet toe stemming worden gevraagd voor een reis naar Griekenland, maar die toe stemming wordt vrijwel altijd verleend. .Lastig Tijdens de grootste bloeitijd van Athos, in de 16e eeuw, waren de liberale kloos ters erg in trek. Dat is ook de reden waarom zich daar de rijkste schatkamers bevinden, zoals in Megisti Lavra (het oudste in 963 gestichte klooster). De be volking van Athos is een internationaal gezelschap. Zo wonen er Bulgaarse mon niken in Zographu en Servische in Chili- I andariu. Russische monniken bevolken het klooster in Pandeleimon, een ge meenschap die met name in de vorige eeuw een grote bloei doormaakte en toen drieduizend monniken telde. Hoe wel. monniken? Onder de tsaar, die in het oude Rusland het hoofd van de kerk was, was het klooster tevens een verkap te marinebasis. Tussen de kloosterlingen mengden zich geheime agenten en daar door is de Griekse regering er nu nog huiverig voor jonge Russische novieten toe te laten tot Athos. Hoewel Moskou naar verluidt de „lastige geestelijken" maar wat graag zou laten vertrekken. Hoe „lastig" ze zijn bleek onlangs, toen de kloosterlingen uit Pandeleimon wei gerden een mis op te dragen in de Russi- I sche ambassade in Griekenland ter gele genheid van de viering van de Russische revolutie. Ze waren daartoe uitgenodigd door de Sovjet-ambassadeur in Athene. „We laten ons niet met politiek in", was het enige commentaar van de geestelij ken. Zoals gezegd probeert men op Athos te leven volgens de zuivere leer van de Griekse orthodoxie. Daartoe behoort ook dat de monniken geen vrouwen dul den op het schiereiland; de kloosterlin gen eten geen vlees, knippen of scheren zich nimmer en dragen steevast een zwarte habijt en cilindervormige zwarte kap. Die kap gaat alleen af tijdens de nachtrust en tijdens het hoogtepunt van de nachtmis die steevast om twee uur 's nachts begint en tot half vijf 's och tends duurt. Hun haar binden ze in een knoet achter het hoofd, hun baarden val len royaal over het habijt. Bidden wordt door de monniken be schouwd als komen tot een regelrechte dialoog met God. Tijdens de nachtmis worden niet alleen de Moeder Gods en de heiligen aangeroepen, maar ook wor den elke nacht alle ooit in het klooster gestorven kloosterlingen met name ge noemd. De eredienst staat bol van de mystiek. Zelfs bezoekers met een erg la tent religieus besef en geloofsleven ko men onder de indruk van de toewijding der monniken. Juliaans Athos kent zijn eigen Juliaanse kalender die dertien dagen achterloopt op onze tijdrekening. Bovendien hebben de kloosterlingen een andere dagelijkse tijd sindeling. Hun klok verschilt zeven uur met die van de rest van Griekenland. De „nachtmis" van twee uur is in feite de ochtendmis die om negen uur klooster tijd begint. Als de Grieken ontbijten zijn de monniken aan hun middagmaal toe: steevast bonensoep, een homp brood en een tinnen karaf wijn. Als Griekenland zich aan de overvloedige avondmaaltijd zet, hebben de kloosterlingen al lang hun karige avondmaal van soep, brood, wa ter en olijven achter de rug. De bezoekers van Athos (elk jaar zes tienduizend) moeten welhaast noodge dwongen dit ritme meemaken. Vaste re gel is dat de kloosterpoort om zes uur 's middags (Griekse tijd) dichtgaat. In de donkere wintermaanden laat je het trouwens wel uil je hoofd langer op het stenige pad voort te zeulen met je rug zak. Even na vijf uur begint de felrode zon de horizon al aardig dicht te nade ren. Het is dan de hoogste tijd onderdak te krijgen. In het klooster van keuze moet het zoge naamde Diamonasterion worden ge toond. een document dat in het midden van het op het schiereiland gelegen hoofdplaatsje Karyae wordt uitgereikt tegen betaling van achthonderd drach men (veertien gulden). Dit papier met twee zegels en een stempel geeft recht op vier dagen verblijf en drie nachten on derdak en maaltijden in een van de kloosters. Tot 1979 was de toegang tot Athos voor mannelijke bezoekers vrijwel onbeperkt. Sinds dat jaar worden echter nog maar acht niet-Grieken per dag toegelaten op Athos, dat sinds 1926 een autonome the ocratische republiek binnen het Griekse grondgebied is. Griekse mannen hebben onbeperkt en zonder opgave van rede nen toegang op vertoon van hun identi teitsbewijs. Gewapend met dit document trekt de pelgrim naar het op 130 kilometer van Thessaloniki gelegen Uranopolis, de we reldlijke toegangshaven tot Athos. Van hier vertrekt elke morgen om kwart voor tien de veerboot naar het haventje Daf- ne. Hier wordt men geacht plaats te ne men in een bus die regelrecht naar een monumentaal gebouw in Karyae rijdt waar de vlaggen van Griekenland en Al- hos broederlijk naast elkaar wapperen en waar men het „kloostervisum" door de plaatselijke autoriteiten krijgt uitgereikt. Wie met de gedachte naar Athos gaat 's avonds onder het genot van een karaf wijn of een glas ouzo al dan niet aange vuld met knapperige pistache-nootjes ge zellig te kunnen discussieren over ge loofszaken met kloosterlingen komt be drogen uit. De monniken leven volgens een streng ritme; bezoekers worden gast vrij ontvangen, maar tegelijkertijd ge heel aan hun eigen lot en gedachten overgelaten. Gelegenheid tot meditatie en bezinning is er dus in overvloed in de monnikenrepubliek. Sober De gastenverblijven doen sterk denken aan Nederlandse kazernes uit de jaren vijftig. Op de bedden liggen dekens, soms ook lakens. Enkele flakkerende olielampjes vervangen de zo vanzelf sprekende elektrische peertjes die de rest van de mensheid al decennia dienen. Het toilet bestaat uit hokken met twee „versteende voetstappen" waar een gat tussen zitten. Op de belendende gang is er doorgaans een mini-wastafel met koud stromend water. De laatste 12 jaar hebben zich driehon derd nieuwe kloosterlingen (novieten) gemeld. De meesten van hen komen uit de Verenigde Staten waar een grót» Grieks-orthodoxe minderheid woont. In* Boston is zelfs een theologische Griek s-orthodoxe opleiding. Onder de kloos- terlingen op Athos zijn ook twee Neder landers. Het klooster Esphigmenu in het uiterste westen van Athos daarentegen is tegen nieuwkomers en „alle vormen van nieuwlichterij". De laatste dertien jaar is dit klooster hermetisch afgesloten van de buitenwereld. Zelfs de gehoorzaamheid aan de patriarch is opgezegd. Een soortgelijke afgrendeling kende tot voor kort het klooster Vatopediu. Van de vierhonderd monniken die hier ooit leefden waren er tenslotte nog maar twaalf overgebleven die voor geen enke le prijs nog contact met de buitenwereld wilden. De patriarch zelf stelde in augus tus vorig jaar orde op zaken door per soonlijk naar Athos af te reizen. Hij be Een van de twintig kloosters op Athos. val dat elk klooster ten minste een mon nik moest leveren om het vastgelopen Vatopediu weer op het orthodoxe spoor te brengen. Nu heeft het dissidente klooster weer veertig bewoners, bezoe kers moeten zich (nog) wel van tevoren aanmelden, zo bleek uit een dagorder van het bestuur in Karyae. Zondig De monniken op Athos die streven naar de bevrijding van hun ziel, het redden van de wereld in het algemeen en hun kerk in het bijzonder zien in het zionis me de grote vijand. Daarnaast worden de vrijmetselaars algemeen gezien als „grote boosdoeners". Ook wordt het aangrenzende Turkije revanche-gedach ten aangerekend door veel kloosterlin gen. Op Athos lopen veel eenlingen rond die er dezelfde gedachten op nahouden over zionisme en vrijmetselaars, maar die be trekken ook de „zondige" kloosters in hun kritiek. Het verst daarin ging de monnik Simon die sinds "het kolonelsre gime in 1967 aan de voet van het kloos ter Simonos Petras in volstrekte een zaamheid in een huisje leefde. Hij voor spelde voor het jaar 1987 de totale on dergang van de twintig kloosters op At hos „dat door een aardbeving wordt ge troffen wegens het zondige leven". Slechts de heilige berg Athos zelf zou deels overeind blijven. Turkije zal een aanvalsoorlog beginnen. De Russen zul len daarna Palestina en het Midden- -Oosten verpletteren, waarna de Navo met neutronenbommen terugslaat. Ten slotte zal zich in Duitsland een ortho doxe kerk „nieuwe stijl" ontwikkelen, zo voorzag Simon. Het zal duidelijk zijn dat de zegswijze „zoveel hoofden zoveel zinnen" volledig opgaat voor Athos. Naar buiten toe heeft men trouwens ook niet de behoefte eensgezind over te komen. Een ieder zegt strikt te leven volgens de regels der orthodoxie al dan niet onder supervisie van de patriarch van Byzantium (Istan- boel). Aan vrouwen wordt een onderge schikte plaats toegekend. Het zwakke ge slacht is gehoorzaamheid verschuldigd aan de echtgenoot die op zijn beurt moet leven volgens de regels der orthodoxie. Samen kunnen ze geestelijk gezien het „hogere" bereiken. De Grieks-orthodoxe kerk kent geen be keringsdrang, noch doet deze kerk aan missie of zending. De Grieken die „in de zonde leven" hebben - wat de kerk be treft - „hun eigen verantwoordelijk te genover God". Aan periodes van vasten (voor Kerstmis en het „Grote Vasten", veertig dagen voor Pasen, alsmede een cyclus van drie vaste vastendagen per week: maandag, woensdag en vrijdag) wordt in de kloos ters streng de hand gehouden. De gewo ne Grieken doen slechts aan de vasten voor Pasen mee. Vastgesteld moet worden dat het leven volgens de leer op Athos van het zuiver ste water is, maar dat van geestelijke vernieuwing of het zoeken van samen werking met katholieken en protestanten geen sprake is. De katholieke religie wordt beschouwd als een dwaalleer sinds het Grote Schisma van 1054. Wel ziet men op Athos veel in de hiërarchieke opbouw van de rooms-katholieke kerk die het protestantisme „zo node mist". De protestanten krijgen van Athos wel gelijk in het verlaten van de „zo foute" katholieke kerk, maar worden toch be schouwd als praters, als een soort deba- ting-club zonder enige geestelijke diep- Geschiedenis Volgens de Griekse mythe belandde het totale schiereiland in zee toen de reus Athos tijdens een ruzie de hele berg naar het hoofd smeet van zijn vader Posei don, de god van de zee. Poseidon gooide de rotsblokken terug in zee, de reus At hos werd onder zijn eigen „wapens" be dolven. De vele stormen die de kust teisteren moeten worden gezien als wraak van de zeegod. De Grieken spre ken overigens niet van Athos. maar van Agion Gros. de heilige Berg. Volgens de orthodoxe christenen zal op de top, de Deftéra Parousia, de tweede verschijning van Christus op aarde plaatsvinden. Dat sluit aan op de byzantijnse opvatting dat de maagd Maria hier al eens voet aan wal zette tijdens haar reis naar Pathmos. Bij die gelegenheid vergingen alle hei dense beelden en tempels tot stof. Aan Maria zou door God de belofte zijn ge daan Athos te bestemmen tot „een tuin voor haar zoon Jezus", waarin voor vrouwen geen plaats was. De vijf vrou wen die het de afgelopen duizend jaar lukte voet op Athos te zetten zijn allen onverwijld teruggestuurd. Al voor de tiende eeuw vonden asceten op Athos de juiste plaats voor hun me ditaties. In de stilte van de heiiige berg zochten ze contact met het opperwezen. Van de twintig kloosters die er nu nog zijn werd het oudste: Megisti Lavra of Grote Klooster in 963 gesticht. In de vier eeuwen daarna werden de Griekse monniken gevolgd door vertegenwoordi gers van de diverse andere orthodoxe naties, die elk een of meer kloosters stichtten: Serven, Bulgaren,Roemenen, Russen, Macedoniérs en Georgiérs. In de Middeleeuwen woonden er veer tigduizend monniken verdeeld over veertig kloosters. Athos had toen ook naar buiten grote betekenis als geestelijk en cultureel centrum. De Turkse verove ring van het byzantijnse rijk bleek ver dere groei van Athos niet in de weg te staan. Na de val van Konstantinopel be reikte Athos in de 15e en 16e eeuw zijn grootste bloei. In de Griekse orthodoxie kent men niet een ordenstelsel zoals dat bij de katho lieken gebruikelijk is. De orthodoxe monniken dragen (letterlijk) gelijke kap pen en uit dezelfde stof een „rasos" (lan ge pij). In 1912 werd Athos bij het verdrijven van de Turken door het Griekse leger bezet. In 1926 werd het een onafhanke lijk theocratische staat en beschouwd als een autonoom deel van Griekenland. Na de Russische revolutie van 1917 stopte de zo belangrijke toevoer van monniken uit Rusland. JOCHEM GREVEN Enkele weken geleden ben ik in de ge legenheid geweest uitvoerig kennis te maken met vertegenwoordigers van een oppermachtige groep Amerikanen. Dat zijn de „developers" zoals ze hier worden genoemd. Bij ons gaan hun soortgenoten gebukt onder de weinig welluidende groepsnaam „projectont wikkelaars". Voor het overige zijn onze ontwikkelaars niet te vergelijken met de Amerikaanse. De onzen hebben wel eens streken, maar meestal worden ze daartoe uitgedaagd door het netwerk van regels en voorschriften waarmee wij onze ruimtelijke ordening hebben omgeven. Als de Amerikaanse ontwikkelaar plannen en geld heeft, dan gaat hem geen zee en geen wolkenkrabber te hoog. Hij wordt slechts door één ding gehinderd en dat is dat hij door nage noeg niets wordt gehinderd. Ik ont moette. al die ontwikkelaars kortgele den in een Amerikaanse wereldstad waarvan het centrum in goed vijfen twintig jaar tijd volkomen is afgebro ken en vervolgens weer is opgebouwd. Oude woonwijken zijn tegen de vlakte gegooid. Een complete stedelijke struc tuur is afgebroken. En wat er. in grote haast, voor in de plaats is gekomen is groots en meeslepend. Maar alles draagt tegelijkertijd het ongemakkelij ke kenmerk van iets waar nauwelijks echt over is nagedacht. Hier een enorm kantoorpand en daar een winkelcen trum. Ginds een openbaar gebouw en verderop een museum. Vooraan een hotel en achteraan een nieuwe onder grondse. En tussen alles in enorme par keerplaatsen. Ach ja, nu zijn we waar achtig de mensen vergeten. Dus bou wen we, aan de stadsrand even een paar woontorens. En om het leuk te houden gooien we er ook nog maar een zwembad tegenaan. En een kinderop vangcentrum. Ik vroeg, gevangen in mijn naïeve Eu ropese opvatting of je met die dingen toch niet wat voorzichtig moet zijn, of dat eigenlijk wel de juiste aanpak was. De planologen zijn zich al zo vaak een buil gevallen met nieuwe steden, met ruimtelijke verzinsels die gebaseerd zijn op wondermooie theorieën die in de praktijk nooit blijken te kloppen. Ik wees voorzichtig op de Bijlmermeer en soortgelijke bewonderenswaardige mis lukkingen. Maar de moeilijkheid was dat de ontwikkelaars eigenlijk niet wis ten waar ik het over had. Heel Ameri ka zeurt over getto's en vervallen bin nensteden. Welaan, hier zijn wij, de ontwikkelaars! Wij maken al dat verval met de grond gelijk en bouwen iets nieuws. En iets nieuws is altijd iets be ters. We zijn waarachtig niet op ons achterhoofd gevallen, meneer Als er toch aan banken en kantoren en hotels en openbare gebouwen en woontorens is gedacht, dan kan er toch niks meer gebeurenWe begrijpen eigenlijk niet zo goed wat u bedoelt. Ik bood nog enig verweer, zeggende dat je in hun nieuwe stad geen mens op straat zag lopen, dat er tussen al die aluminium en glazen torens geen le vend wezen te bekennen viel. dat het volkomen aan sfeer ontbrak. Maar de ontwikkelaars schudden meewarig hun hoofd en gingen verder met te vertel len hoeveel miljoenen dit en hoeveel miljarden dat had gekost. Ze vonden mij een zeurkous. Amerikanen hebben een sterke wil. Ze douwen door. Bezwaren en 'hindernis sen moeten zo snel mogelijk worden overwonnen. Dat heeft Amerika groot, rijk en machtig gemaakt. Dat heeft trouwens ook de ontwikkelaars rijk en machtig gemaakt. Te machtig, naar de mening van sommige Amerikanen die zich in hun eigen steden niet langer be haaglijk, laat staan gelukkig voelen. Zo dreigt de nieuwe Amerikaanse stad een haastig, vormloos, bedreigend en soms ook erg lelijk en bizar geheel te worden. De nieuwe steden zijn de uit drukking van de enorme macht van het vrije spel der economische krach ten. Dat vrije spel is tot vrijwel alles in staat. Het leidt vooral tot hoger, groter en duurder. Maar of het enig geluk en enige geborgenheid teweeg kan bren gen, waag ik te betwijfelen. Ik kan me vergissen, maar ik heb het idee dat mil joenen Amerikanen meer dan ooit op geluk en geborgenheid uit zijn. Ze we ten alleen niet hoe en waar ze het kun nen vinden. En op hun rusteloze speur tocht worden ze door al die ontwikke laars alleen maar voor de voeten gelo- JO WIJNEN 'Êcidóc GouAonT De monniken republiek is toegankelijk voor vrouwen straatbeeld wordt dan ook volledig door mannen bepaald.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1987 | | pagina 18