£eidóe6ou/uMit WOENSDAG 24 DECMBER 1986 Het is deze maand precies tien jaar geleden dat de KRO begon met de radiouitzendingen naar aanleiding van Yvonne Keuls' „Jan Rap en zijn maat". Er volgden nog vele hoorspelen, toneelstukken en boeken van Yvonne Keuls met als „rode draad" haar ervaringen met jongeren aan de rand van de samenleving die door ouders en instanties aan hun lot zijn overgelaten. Haar werk werd in vele talen vertaald. Dit is echter haar laatste interview, zegt ze. Haar besluit staat namelijk vast: ze trekt zich voorlopig terug uit de maatschappelijke activiteiten en gaat alleen nog maar schrijven. Een reis naar binnen maken, noemt ze het zelf. Haar verbazing, verbijstering en ontzetting over wat er met jonge ren kan gebeuren in tehuizen, bij justitie en ook in gezinnen stijgen nog steeds. Maar desondanks heeft de schrijfster Yvonne Keuls beslo ten de barricaden te verlaten. „Ik heb nu tien jaar van mijn leven aan de maatschappij gegeven. Ik heb dag en nacht gewerkt. Nu ga ik me ten minste twee jaar terugtrek ken om te schrijven". Yvonne Keuls, actrice van huis uit, heeft vele boeken, hoorspelen en toneel stukken geschreven en allemaal kwamen ze tot stand vanuit een intense betrok kenheid met jongeren die in onze sa menleving tussen de wal en het schip zijn geraakt. „Jan Rap en zijn maat", „De moeder van David S." en „Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel" zijn enkele titels. Yvonne Keuls is afkomstig uit een be schermd milieu. Geldgebrek, drugs, soci ale problemen; zij had er niet of nauwe lijks mee te maken gehad. Via haar eigen kinderen werd ze echter geconfronteerd met de problemen waarmee andere kin deren moeten worstelen. Vriendjes die niets bleken te hebben van wat normaal wordt geacht. Ze hadden geen onderdak, geen ouders en dreigden in onze samen leving kapot te gaan. Zij trok zich het lot van deze en al die andere jongeren met dezelfde problemen zozeer aan dat zij op een gegeven moment samen met ande ren kwam tot de oprichting van een op vangcentrum in Den Haag. Door allerlei omstandigheden echter (tegenwerking van de overheid bijvoorbeeld) was dat initiatief geen lang leven beschoren. Het huis moest na een jaar dicht. Maar toen ging Yvonne Keuls op een andere ma nier aan de slag: ze schreef haar ervarin gen op en zo ontstond het boek/toneel stuk/hoorspel „Jan Rap en zijn maat". Bovendien werd de basis gelegd voor het volgende boek: „De Moeder van David S.". Het groeide toen zij op zoek ging naar contacten met ouders van drugsver slaafden. In dat boek staan de moeilijkheden van ouders centraal, met name de schuld vraag: hoe heeft het in mijn gezin zover kunnen komen? „En de afhankelijkheid ook van zo'n kind dat een gezin kan ter roriseren". Vanuit bepaalde hoek wordt Yvonne Keuls verweten dat zij het gezin wil op hemelen. Wat volgens haar niet het ge val is. „Het gezin hoeft niet de enige ide ale bakermat voor kinderen te zijn. Dat kan elke kleine gemeenschap zijn. Maar PAGINA gemak waarmee mensen die alle deui kunnen openen, gewoon de andere ka uitkijken, maakt me razend. Ze zijn n hun eigen hachie bezig". Ze neemt „Annie Berber" als voorbee De kinderen in dat boek zijn beroo van hun identiteit. „Onze maatschap maakt deze kinderen. Ik ben niet de e ste die het weet, wel de eerste die er o\ schrijft misschien. Zo is het met „Flo< tje Bloem" ook gegaan. Ik was niet eerste die wist dat er in de Rotterdam binnenstad heroinehoertjes waren. E wist de gehele gemeenteraad, inclus Bram Peper. Het wordt nog steeds we gewimpeld: het gaat maar om drieho derd meisjes". Tien jaar zo gemotiveerd werken he haar privéleven sterk beïnvloed. „Tv keer hebben ze mijn huis in elkaar ges gen. Je lokt het uit. zeggen ze. Ik b erom verhuisd. Ik wilde niet meer las gevallen worden. Heel bewust heb echter geen geheim telefoonnummer nomen. Dat doe ik niet". Ook op e andere manier wordt er steeds het no ge gevraagd van haar emoties. „Ik U heel snel een band met iemand. B briefje en ik heb er weer een Désirée l Het is trouwens ontzettend leuk te zi hoe ze zich heeft ontwikkeld. Toen haar ontmoette was ze een wilde kat, e bij elkaar geschraapt mens. Het is f; tastisch te zien hoe het haar nu ga Daar krijg je een enorme kick van". Kritiek Vanaf haar eerste boek heeft Yvon Keuls een lawine van kritiek over zi heen gekregen. Schampere opmerking van bekende recensenten die overige weigeren haar werk te bespreken ome het niets met literatuur te maken z hebben. „Ik zou wel eens iemand will spreken die me kan vertellen wat litej tuur is. Het is natuurlijk onzin. Ze he ben een eigen mening, denken ze, m< ze gaan af op wat anderen zeggen, vind het belangrijk dat mensen in eigi vrijheid kunnen beslissen wat ze will lezen. Je kunt trouwens pas na vijf jaar zeggen of iets literatuur is". Ze heeft zich de kritiek jaren laten aa leunen, maar nu zegt ze dat de grens bereikt. „Ik zet er nu een punt achter. ga naar mezelf terug, een reis naar bfe, nen maken. Dat heeft met mijn leeftlj te maken. Ik word deze maand 55 ja| en ik ben het een beetje beu om al cr laaghartige opmerkingen over me he te laten komen. Niet behorend tot de teratuur en dan denk ik: ach jongens, heb zo mijn eigen normen en ik ga v( der met mezelf. Ik ga -schrijven, mL schien niet meer publiceren. Na ml dood mogen ze het dan hebben". „Ik ga me nu echt twee jaar opsluitp om te schrijven. Ik wil geen publiciti meer. Ik heb dag en nacht gewerkt. Ai de ene kant schrijvend en aan de andfl kant in de praktijk. En dan dat all machtig grote leger mensen dat kriti| op me heeft. Hoe durven ze. Die mei sen zitten misschien duimen te draai® achter hun televisie. Die durven ef hardwerkende vrouw, die zich tien ja| uit de naad heeft gewerkt, af te krake Dat wil ik niet meer. Dan is er nog ma één oplossing: je terugtrekken. Ik ga e1 reis naar binnen maken, de mooiste re die je kunt maken". MARSCHA VAN NOES! Yvonne Keuls, die de kritiek op haar persoon en haar werk moe is, gaat zich voorlopig twee jaar opsluiten. „Ik ga alleen nog maar schrijven, misschien niet meer publiceren. Na mijn dood mogen ze het dan hebben". waar het om gaat is dat kinderen een hang naar ouders hebben, naar aan dacht. Vraag het maar aan kleine Dési rée", en ze wijst op het meisje dat in Yvonne Keuls een moeder heeft gevon den. Ze leefde in kindertehuizen tot ze Yvonne ontmoette. „Ze willen allemaal graag een ouder. Dat hoeft niet noodza kelijkerwijs de natuurlijke vader of moe der te zijn. Maar de zorg, daar gaat het om", zegt Yvonne en slaat haar arm om Désirée die glundert en straalt. Haar boeken hebben tot nu toe niet al leen een grote lezerskring verworven, maar ook maatschappelijk nogal wat los gemaakt. In „Annie Berber" heeft ze het wangedrag van een Haagse kinderrechter aan de kaak gesteld. De man is uiteinde lijk ook wegens pedofiele praktijken uit het ambt gezet. „Ik ben blij dat justitie zich druk heeft gemaakt over die kinder rechter, maar wat heeft het wangedrag voor gevolgen gehad voor de jongens? Daarin was justitie niet geïnteresseerd. Gelukkig waren er enige vertrouwensart sen die zich met hun probleem hebben beziggehouden. Verder weet ik, dat de jonge garde van justitie en ook de stu denten van bijvoorbeeld de universitei ten in Leiden en Groningen het onder werp in discussie hebben". Woede Yvonne Keuls noemt het een v,toevallige bijkomstigheid" dat haar boeken een maatschappelijke nasleep hebben. „Je kunt niet zeggen: ik kies ervoor. Ik heb Jan Rap uit absolute woede geschreven, omdat de jongeren zomaar op straat werden gezet". Maar ze is in de afgelopen tien jaar voortdurend woedend geweest."„Dertig jaar geleden hield ik mijn mond. Ik ben een zeer bescheiden wezentje. Maar ik heb geleerd te zeggen wat er aan de hand is. Dat is eerlijker. Daarmee kunnen an dere mensen wat doen". Ze kan er maar moeilijk aan ontkomen dat haar woede steeds opnieuw wordt geprikkeld door „illegale zaken". Het onrecht komt op haar af als wespen op jam. „Dingen die niet door de beugel kunnen, worden met de mantel der liefde toegedekt. Mensen die werkelijk klem komen te zitten, kun nen geen kant uit. Zij hebben geen enke le mogelijkheid zich te laten horen. Zij komen dan met hun moeilijkheden naar mij toe, zien mij als hun laatste stro halm. En als ik me ermee bemoei blijkt opeens wel te kunnen, wat eerder niet kon. Dat vind ik zo verschrikkelijk. Het ongelovigen. Ik heb het altijd zo aange voeld, dat de bijbel bij je algemene ont wikkeling hoort. Je moet die gelezen hebben. Ik heb voor alles een eigen uit leg. Daar vind ik me wel bij. Die engel bijvoorbeeld in dat brandende braam bos, die Abraham vertelde dat hij zijn zoon niet hoefde te doden. Voor mij was dat geen engel, maar gewoon het gezon de verstand van Abraham, die als eerste joodse vader brak met het bijgeloof van die dagen van Baal, dat je je kind aan een godheid moest offeren. Die éngel raadde het hem niet af. Abrahams hele wezen zei nee. De liefde van een vader voor zijn kind. Daarmee deed de liefde zijn intrede in de samenleving. Zo werd hij de stamvader van het joodse volk. Daar werd later God in betrokken door joodse theologen, maar Abraham was niet meer en niet minder dan een man met gezond verstand, een sterke figuur. Op die manier had hij een geweldige in vloed op de mensen van die dagen en hij bevestigde daarmee het joodse ge loof. Hij leefde naar wat voor ieder mens geldt: de leven reddende liefde als hoogste gebod, méér dan een wet een le vensvoorwaarde. Hierin ligt voor mij persoonlijk de binding met de joodse mens. Wat de Britten zeggen over hun land: „Right or wrong, my country", zo sta ik in het joodse volk". Zijn leven lang bleef Lex Goudsmit ook een speels mens. Vroeger vond hij em plooi in het vanétévak, een vrije man met een zwervend bestaan. Dit leidde la ter tot een operettegezelschap, want van zingen loopt zijn hart somtijds over. Daarvan hangt het bewijs tot op heden ook in de platenzaken, zijn foto op de hoes van de plaat vol Jiddische liederen „Abi men zet zich", vertaald: men ziet elkaar, een plaat over weerzien en zich bij elkaar thuis voelen. Dit soort werk voerde hem uiteindelijk ook naar het acteursvak. Bij de Neder landse Coiriédie stond hij in „Rhinoce ros" en in „Heartbreakhouse" van Shaw. Drie seizoenen liep hij mee in de theatergroep „Ensemble", twee in „Stu dio". Hij voelde zich in de musical „Anatevka" thuis vanwege het joodse verhaal. Op zekere dag in 1953 liep hij in Amsterdam de Amerikaanse regisseur Arthur Dreyfuss tegen het lijf, die een reeks docudrama's wijdde aan het na oorlogse Europa. Die man hoefde niet verder te zoeken naar acteurs elders in Europa. Goudsmit speelde net zo ge makkelijk een Duitser als een Fransman of een Hollander. Goudsmit achtte toen de tijd rijp om Tot op heden duurde zo'n programma nooit langer dan vijf minuten. Maar toen Goudsmit het wilde presenteren, maakten ze er bij IKON en KRO/ RKK meteen een kwartier van: bijbelvertellingen voor kinderen. Vanwege het vertelvermogen van die man. Een boek dat je voor je algemene ontwikkeling gelezen moet hebben, vindt Goudsmit. Maar hij heeft voor alle verhalen uit het boek der boeken een eigen uitleg. „Zo werken ze bij de tv: met doel groepen. Ik vertel in Sesamstraat verhaaltjes voor het slapen gaan aan kinderen van vier tot zeven jaar. Loop ik de volgende dag over een plein in Amsterdam waar jon gens voetballen, knullen *van veer tien tot zeventien jaar. „Hé Lexi", roepen die, „we kennen je van Se sam". Dat zit wel ruim boven de doelgroep". Zo kan Lex Goudsmit, in de zeventig, uren vertellen over wat het leven dage lijks voor hem in petto heeft. Laten pleinvoetballertjes hun roep ongeremd over straat schallen, bij de IKON en de KRO/RKK waren ze wat minder luid ruchtig, maar ze hadden precies hetzelf de in gedachten toen zij hem vroegen voor het vertellen en spelen van bijbelse verhalen op tv. De bijbel barst van de mooie verhalen, maar tot op heden duurden uitzendin gen met bijbelvertellingen niet langer dan vijf minuten. Toen Goudsmit toe hapte, maakten ze er gelijk een kwartier van. Vanwege het vertelvermogen van die man. Zaterdagmiddag 3 januari om 15.25 uur gaat het programma voor het eerst de lucht in en daarna volgt er wekelijks een aflevering. Telkens een kwartier onder de titel „Het Verhaal". Puntige en pitti ge, op deze tijd toegesneden vertellingen met als uitgangspunt een bijbels verhaal. Bijvoorbeeld over de macht van het kleine en het geringe in onze samenle ving, beleefd aan de hand van het ver haal van David die het moest opnemen tegen de reus Goliath. Allemaal theolo gisch verantwoord op tekst van schrij ver/dominee Henk Barnard en in de eindredactie van een gezelschap op pro fessoraal niveau. Maar met Goudsmit er achter om het toe te snijden op de men selijke maat. Hij kan er zijn eigen levenservaringen in kwijt. Hij zat vroeger naast de knapste jongen van de klas. Alle meisjes waren voor hem. Een sportheld op het veld. Lex zonk bij hem in het niet. Later kwam hij hem weer tegen. Hij was een projectontwikkelaar geworden, die ar- moemensen uit hun huizen dreef om be tere zaken te kunnen doen. Dan stapt Lex over naar een bijbels verhaal, een Esther, een David, waaruit lering valt te trekken voor mensen in dergelijke situa ties. Al die bijbelse figuren staan op de een of andere manier voor wat er schort aan de omgang van mensen met elkaar. Neem koning David, die de man van Batsebah naar het front stuurde om haar voor zich alleen te hebben: machtsmis bruik. Het is de IKON/RKK begonnen om de doelgroep van tien tot vijftien jaar, maar kijkgrensoverschrijdingen mogen op rui me schaal plaatshebben, worden zelfs sterk aangemoedigd. Misschien komen de voetballertjes er wel een kwartiertje voor thuis. Die kunnen dan „Verhaal" komen halen. Dat is precies wat Lex Goudsmit zou willen. En met hem de samenwerkende zendgemachtigden aan dit project. Uitleg Geen acteur, of hij moet staan achter hetgeen hij doet. In een stuk spelen, een verhaal vertellen, hij moet er geestelijk helemaal in betrokken zijn, anders krijgt hij het zijn mond niet uit, de zaal niet in of niet oprecht op de buis. Welke bin ding heeft Goudsmit tnet de bijbel, dat handboek voor gelovig volk? „Mijn joodse vader huwde in Maastricht een katholiek meisje, dat La Croix heette. Die zaten beiden zo dicht op het geloof, dat het eigenlijk al niet meer nodig was daar nog veel aan te doen. Zij werden Lex Goudsmï\ op zijn bijbel praatstoel. zich bij de tv te melden. Uitgerekend j een warme dag in augustus kreeg hij idee. „Je moet je niet op een zomerdi daar melden", zei men hem nog, „wal dan zijn ze allemaal met vakantii Goudsmit toch naar Hilversum. Ij kwam terecht bij programmaleider Jo| Castelijns van de KRO. Die zei: „Ik hl dringend een acteur nodig. Je collegl zijn allemaal op vakantie. Ik neem I jou". Sindsdien is Goudsmit niet mJ weggeweest van de tv. Hij is populair en zegt daarover: „Hfl kenning op straat hoort bij mijn wei Maar op een Italiaans strand vol bruil lijven riep een vrouw eens tegen ml „Ha die Lex". Ik terug: „Ha, die Maria tegen die onbekende dame. En zij: ,J heet geen Marie. Ik ben mevrouw zus I zo. Wilt u daar rekening mee houden! „Kortgeleden koop ik in een platenzal een cadeautje voor een kennis. Dal stond ook de jiddische plaat met ml foto op de hoes. Toen zei het winkl meisje: „Meneer Goudsmit, uw plal wordt goed verkocht. Dat had ik u ol zo wel willen vertellen. Daar had u nl eerst een dure plaat voor hoeven te kl pen". Op zo'n moment slaat de vertedering fl Lex Goudsmit toe. TON OLIEMULLB

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 28