Langs
Omwegen
Van de Koudeherkse dominee die
priester werd tot de watergeuzen
Geen flauwekul, roken is zelf-destructief
"leiden omgeving
CckbcSotMont
NOG EEN KEER EEN BLIK OP DE ZEGENINGEN VAN DE OUDE RIJN
ENTRUM VERSLAVINGSZORG PAKT NU OOK NICOTINISTEN AAN
Leiderdorp wijst
dreigement bestuur
zwembad De Does af
DINSDAG 16 DECEMBER 1986 PAGINA 13
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of schriftelijk vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071
- 12 22 44 ,op toestel 10.
Nog eenmaal grijp ik naar
wat mag heten: de vreugde
van een journalist-kolom-
menvuller, die als niet zo
gauw iets anders voorhanden
is kan putten uit een aan
trekkelijk gebundelde koste
lijke kost die stad en streek
aangenaam kan boeien. Ik
bedoel hier, uiteraard, „Ge
zichten langs de Oude Rijn":
verzamelde penne- en teken-
stiftvruchten van de respec
tabele Alphons Marie Hui-
Bi kenberg en Chris Schut. Je
B behoeft je er niet voor te
schamen om dit recentelijk
I uitgegeven (door Canaletto
J wat in Italië wellicht Het
Kanaaltje zou heten Al
phen a.d.Rijn) boekwerk
nogmaals open te slaan en
stil te staan bij een paar aan
trekkelijk opgepoetste items.
Nog één keer, zal ik maar
zeggen. Een uitgebreide
boekrecensie mag een stut in
de rug van uitgevers, auteur
en tekenaar zijn, maar je
kunt het ook overdrijven.
Daar ben ik nu dus mee be
zig. Maar dan laat Alphons
Hulkenberg, levendig vertel
ler, straks nog weten, dat hij
het zo mooi welletjes vindt:
„Ik heb dat boek niet ge
schreven opdat de krant er
elke week een lezing uit kan
nemen tot vermaak van de
abonnees". Natuurlijk niet.
Verontschuldiging. U moet
dat boek gewoon aanschaf
fen: het is een ereplaats in de
boekenkast waardig.
We staan vandaag, deson
danks, op een kille dag, met
auteur en tekenaar bij de
zeer oude uitwatering van de
Oude Rijn bij Katwijk, „en
kijken op de monding van de
Rijn, waar het water dat
langs al die oude boerderijen
en door Alphen heeft ge
stroomd, dat de Scheepjes-
kerk aan de Groenendijk
heeft gezien en Leiden heeft
bezocht, zich gaat vermengen
met de wateren van al de ri
vieren van Europa, van heel
de wereld... En zo komt een
stukje goodwill van het geze
gende Hollandse polderland
in alle wereldzeeën".
Dominee
Op een tocht langs de Oude
Rijn ontmoeten we een
prachtig plekje in Koude
kerk: een oude kerk, waar
rond 1290 de met veel moeite
uit de klei gevormde christe
nen met hun devoties al ston
den onder het patronaat van
Nicolaas en Willebrord. Oude
toren van omstreeks 1400;
uitgebouwde zijkapellen met
„ezelsruggen". „Rome"
maakte eind 16e eeuw plaats
voor Calvijn, maar de volge
lingen van de reformatie ble
ven hart hebben voor de in
gepalmde stenen kerk, die
steeds werd aangebouwd en
gerestaureerd met de steun
van „bazars". De Heren van
Koudekerk en die van Poel
geest hadden er hun heren-
banken; onderscheid moest
er blijven, tot in het graf.
Maar Koudekerk maakte ook.
iets opmerkelijks mee rond
een predikant. Nog tijdens de
tachtigjarige oorlog met
Spanje was het heel gewoon
dat priesters eieren voor hun
geld kozen en de nieuwe leer
gingen aanhangen; uiteinde
lijk is de hele reformatie ge
baseerd op „overgangen". In
Koudekerk, echter, zorgde
Pieter de la Faille, die aldaar
van 1624 tot 1627 predikant
van de „Grote (hervormde)
Kerk" was, voor een onge
hoord schandaal: dominee
Pieter deed zich kennen als
een afvallige! De goede man
vond in de pastorie oude ge
schriften van de kerkvaders.
Waren het de hervormers die
alle mijters op een hoop
veegden, bij De la Faille pak
te het geheel anders uit. Hij
ging, op z'n paaps, die ge
schriften bestuderen en be
gon hoe langer hoe roomser
te preken. De gemeente sid
derde onder zulke imperti
nenties.
„Toen hij bij het begin van
de Vasten zijn mensen aan
spoorde ook te vasten, barstte
de bom. Hij werd aange
klaagd en moest „compare
ren voor de volle classis", en
daarna nog door twee colle
gae bezocht om „te modere
ren de verschillende ques-
tiën". Het hielp niet. Op
Palmzondag heeft hij „de be-
lijdenisse mijns geloofs, so-
lemnelijk neergelijd te Cou-
De Vlietbrug in Leiden: je ruikt er nog de watergeuzen...
dekerk voor mijnen ker
kraad, met eygen bloed on
dertekent". Dominee Pieter
trok desolaat naar het Spaan
se Antwerpen en werd later
priester gewijd..." De Koude-
kerkers hadden enige tijd no
dig om van de schok te beko
men.
Maar tegenover de kerk vin
den we ook een huis van
aardse lavenis: „Café de
Hoek, billard en zalenver-
huur", eertijds „Hotel Van
Egmond" geheten. Ooit was
hier ook „Pakhooi te koop".
Nu is het een café dat pas om
4 uur opengaat. In wezen is
het nog een oude herberg,
dorps pronkstuk met een ei
gen geur van onheiligheid
maar met een duidelijke soci
ale functie zoals de eeuwen
door die al is gekend. Pieter
de la Faille zal nooit bij de
verre voorgangers van deze
dorstlavende waarden te gast
zijn geweest. Hij had het te
druk met de kerkvaders en
zijn verontruste gemeentena
ren. De auteur schrijft „wel
te hopen, dat de oude her
berg nooit zal worden afge
broken, want, aldus de vrien
delijke brugge wachter die
hier vlakbij stond te turen
naar het water van de Rijn,
„er is hier al veel te veel ge
sloopt, mijnheer".
We roeien door naar Leiden.
Eens de benauwde veste, in
1574; behoorlijk benauwd.
Maar op 3 oktober van dat
jaar.., enfin, we weten het al
lemaal zo zoetjesaan wel.
Daar hebben we dan de
Vlietbrug, en door de Vliet
roeiden de watergeuzen met
hun haring en wittebrood en
andere victualiën de ontzette
stad binnen. De Vlietbrug
van onze dagen was er nog
niet, die (de oudste brug bin
nen Leiden) werd gebouwd
in 1611, maar je kunt er bijna
nog de geur van de water
geuzen opsnuiven. Die wilde
jongens punkers avant le
lettre kwamen destijds,
met hun hebben en houen en
de groeten van de prins, nog
de stad binnen via een gat in
de muur; het Vlietgat. In dat
gat kon je een ijzeren hek la
ten zakken en dan kon er
geen vijandelijke schuit meer
door na sluitingstijd. Ter
plaatse werd een fraaie brug
gebouwd, met boogstukken
en strekstukken, de z.g.spek-
lagen. Joost en Hulkenberg
mogen weten wat dat waren,
maar ze deden de speklappen
niet uit de doeken.
Ruime geweten
Over die eerbiedwaardige
brug (in de Boisotkade) is
aardig wat geschreven door
de consciëntieuze P.J.M.de
Baar (gemeentearchief)
Gotiek in Koudekerk, met de kroeg aan de overkant
„grapjes maakt u maar er
gens anders" en mijn bijna
even pijnlijk precieze collega
Kees van Herpen, samen met
de leden van een werkgroep
van historisch geïnteresseer
den die veel van de geschie
denis van de Leidse bruggen
hebben uitgezocht. In de
Leidse Courant van 29 febru
ari 1984 werd er heel wat
over verteld. Het is zo, dat op
die stadswallen heel wat mo
lens stonden te draaien. En
er waren heel wat molenaars,
die zuchtten onder een
„krankzinnig hoge belasting"
en daarom soms (Ja, ik ben
daar gekke Gerritje) fraudu
leus werkten „met graan
waarover geen accijns was
betaald". Ontduikers in vori
ge eeuwen. Graan stiekem
naar de molens brengen en
stiekem laten malen en daar
na weer stiekem weghalen.
„Iedere molenaar moest dus
wel een ruim geweten, een
ruime „consciëntie" hebben.
Daarom vinden we, achter de
bomen en struiken van de
stadswal, het Consciëntie
plein en de Ruime Consciën
tiestraat De Baar-Van
Herpen c.s. weten er verder,
gnuivend, nog veel meer van
te vertellen.
Pikant ook is de functie van
de Vlietbrug als „Brug der
Zuchten", „omdat instruc
teurs en examinatoren de
schilderachtige hoge brug
gaarne gebruiken of ei
genlijk misbruiken voor
het beoefenen en het contro
leren van de z.g. helling-
proef. Maar wat veel mooier
is: bij de Vlietbrug staan „wat
aardige varentjes in het oude
muurwerk, wat mos en er is
een groene waas van wier of
algen. Blauwgrijze korstmos
sen. „Maar", zo zegt het arti
kel in de L.C., „minstens
eens per jaar, maar meestal
vaker, moesten alle bruggen
in Leiden worden schoonge
boend en alle uitgevallen
voegen weer ingevoegd. Zo
groen uitgeslagen als het na-
tuursteenwerk nu is, kon het
vroeger nooit worden". In
vloed van de zure regen? Een
nieuwe pest, zoals aids? Maar
ook bij de Vlietbrug zwem
men nog eenden rond, en
soms ganzen en zwanen.
„Niettemin is de onderhouds-
situatie thans ook zodanig,
dat een fors (en dus duur) in
grijpen langzamerhand onaf
wendbaar wordt.."
We leven in een tijd, op
nieuw, vol bedreigingen. In
elk tijdperk is de aard van
die bedreigingen verschil
lend. En nu praat ik Hul
kenberg niet na we zullen.
God zal ons bewaren, die be
dreigingen wel weer te bo
ven komen. Eens zullen er
weer andere Hulkenbergen
komen die de gang van de
Oude Rijn en het leven daar
langs in latere tijden gaan
bschrijven. Dat hopen we
dan maar. De auteur van nu
brengt, overigens, een hom
mage aan de lieden van het
bij de Vlietbrug aanpalende
rijke en uitstekend geoutil
leerde gemeentearchief: „De
mensen die daar werken
hebben door het verspreiden
van zoveel goodwill voor hun
prachtige stad allemaal al
lang een eremedaille ver
diend". Is dat genereus of
niet?
r)EN HAAG/LEIDEN
abak helpt tegen hoofd-
- ijn. Dat was de overwe-
ing op grond waarvan
ean Nicot, Frans ambas-
adeur in Portugal en
van de nicoti-
e e, in 1559 een snuifje ta-
;iiak liet bezorgen bij Ca-
de Medici. De
iare van het nieuwe
oofdpijnmiddel ver-
,,preidde zich dra, en te-
en het einde van de zes-
viende eeuw werd het uit
hnerika afkomstige goed-
-eveneens aanbevolen
egen hardnekkig hoesten,
tterende wonden en
e iondsdolheid. Met het
erstrijken der eeuwen
chter groeide de twijfel
tpi de nicotine-therapie,
,j n in 1964 concludeerde
Ie Amerikaanse Nationale
Jezondheidsdienst als
erste overheidsinstantie
A at je van roken niet be-
„er werd, maar veelal
loodziek.
londerdert wetenschappelijke
inderzoeken hebben het statis-
isch verband tussen roken
j Qerzijds en een reeks buiten
gewoon onprettige ziektes an-
,fl erzijds inmiddels bevestigd.
|()e publiciteit daarover heeft
I( ndruk gemaakt. Rookte in
I, 958 nog 90 van alle Neder-
x andse mannen, vorig jaar was
jlit percentage gedaald tot 43.
let percentage rokende vrou-
ven nam, op de vleugels van
'e emancipatie, aanvankelijk
40e (tot 42 in 1970), maar
r laaide vervolgens ook weer
li - vorig jaar stak 34 van de
lederlandse vrouwen met
j inige regelmaat een rokertje
f-
de overblijvende nicotinis-
en? Wie het oor in de directe
omgeving te luister legt, weet
dat verreweg de meesten van
hen het goedje maar wat graag
zouden afzweren.
Schade
Psychiater E. Mostert van het
centrum voor verslavingszorg
„Zeestraat" in Den Haag: „Dat
rookverslaving een probleem
is, wordt inmiddels onderkend
in onze samenleving. Toch zijn
we met de oplossing ervan nog
maar nauwelijks begonnen. De
overheid geeft voorlichting
over de gevaren en beboet het
roken met belastingmaatrege
len. Maar in de sfeer van de
professionele medische behan
deling gebeurt er nog niets. Ik
loop eigenlijk al een paar jaar
met het idee om voor rookver-
slaafden soortgelijke behande
lingsfaciliteiten te scheppen
als voor mensen die verslaafd
zijn aan alcohol, drugs, medi
cijnen enzovoort. Als je de
maatschappelijke schade van
het roken naast die van de al
cohol of de drugs zet, is het
een voor de hand liggende ge
dachte. Ook het roken kost de
maatschappij immers handen
vol geld. Kijk alleen naar de
ziekenhuis-opnamen: acht pro
cent daarvan vloeit in mindere
of meerdere mate voort uit het
roken".
Zoals eerder gemeld is het
plannetje van psychiater Mos
tert inmiddels werkelijkheid
geworden. Op 1 november
jongstleden is het centrum de
„Zeestraat", als eerste van de
gesubsidieerde centra voor
verslavingszorg in Nederland,
met een behandelprogramma
voor rook verslaafden begon
nen. Een tiental rokers is er
inmiddels aan het afkicken
en tot nu toe hebben ze
zich nog steeds kunnen ont
houden.
Hoe steekt de behandeling in
elkaar? Wie binnenkomt voert
eerst een oriënterend gesprek
met een arts. Soms zal daarbij
blijken dat de cliënt naast 01
r.
een ander probleem, bijvoor
beeld een alcohol-probleem
heeft, dat eerst aangepakt
moet worden. Verder wordt in
het kennismakingsgesprek be
keken of de roker in aanmer
king komt voor een individue
le dan wel voor een groepsthe
rapie.
Groepstherapie
Dan begint de eigenlijke be-'
handeling die, wat betreft de
groepstherapie, tien bijeen
komsten beslaat in de loop van
tien achtereenvolgende we
ken. In de tweede week wordt
volgens de methode „cold
turkey" gestopt met roken
en is het de bedoeling de rest
van je leven nimmer meer een
sigaret, pijp of sigaar aan te ra
ken. Alleen een nicorette-
kauwgumpje is de eerste tijd
nog toegestaan.
een probleemgeval dan een
rook-verslaafde. Ook de be
schikbaarheid van tabak is
groter dan die van alcohol of
drugs: drankautomaten ken
nen we niet, maar de stad
hangt vol met sigarettenauto
maten".
Juist doordat de nicotine-ver-
slaving zo algemeen geaccep
teerd is, durft de interviewer
met de bekentenis op de prop
pen te komen dat hij zelf ook
goed is voor toch zeker een
pakje per dag. En hij heeft
daar een, naar hij meent, ta
melijk sluitende levensbe
schouwelijke verklaring voor.
In dit oneindige, kale, zwijgen
de heelal zal de mens - ook
al zouden al zijn andere be
hoeften zijn vervuld altijd
blijven worstelen met het
mysterie van zijn eigen be
staan. In die worsteling lijdt
hij elke dag nederlagen. En
dan zoekt hij troost.
Dus als we het roken nu eens
zouden beperken tot tien siga
retjes per dag? Maar aan dat
soort flauwekul hebben ze aan
de Zeestraat geen boodschap.
Ze runnen er geen filosofisch
instituut, maar een centrum
voor verslavingszorg. „Roken
is zelf-destructief", aldus psy
chiater Mostert. „En voor zelf
destructie bestaan geen goede
redenen".
Maar zoekt u dan nooit troost?,
roberen wij nog. De heer
lostert: „Ik heb geen leed.
Dus waarom zou ik troost zoe
ken?"
„O geurig dampje!", zong de
00u18e eeuwse dichter.
toren op het spoor te komen zelfde als de aanpak die we „O geurig dampje! dat vioolen
die bij het roken een rol spe- toepassen bij drugs- of alcohol- En lekk're roozen tart in geur
len, en die factoren dan te be- verslaafden. Het eieene van
Psychiater E. Mostert en psycholoog R.W. Hensel: de behandeling komt overeen met die van alcohol- en
drugsverslaafden.
achter zijn rookprobleem nog Psycholoog R. W. Hensel: men, kan ook zo'n factor zijn.
„Wat we proberen is de cliënt In de bijeenkomsten aan het
te helpen bij een analyse van eind van de behandelingscy-
zijn rookgedrag. Daarbij ko- clus, wanneer de cliënten dus
men vragen aan de orde als: al een tijdje gestopt zijn met
Waarom wil ik eigenlijk stop- roken, besteden we veel aan-
pen met roken? Hoe komt het dacht aan het opsporen van si-
dat ik rook? Welk doel wil ik tuaties waarin je het risico
bereiken door een sigaret op te loopt terug te vallen in je oude
steken? Bereik ik dat doel verslavingsgedrag",
ook? Zo nee: welke alternatie-
ven zijn er?". Geaccepteerd
„Via dat soort vragen probe- Psychiater Mostert: „De be
ren we een aantal cruciale fac- handeling is in grote lijnen de-
handelen. Zo'n cruciale factor
kan faalangst zijn. Of het ont
breken van een helder inzicht
in oplossingen die op de korte
termijn werken en oplossingen
waar je op de lange termijn
wat aan hebt. Niet inzien dat
je in dit leven verantwoorde
lijkheid voor jezelf moet ne-
verslaafden. Het eigene van
rookverslaafden is dat hun af
hankelijkheid nog steeds alge
meen geaccepteerd wordt in
de maatschappij. Dat heeft een
aantal consequenties waarmee
je in de therapie rekening
moet houden. Een alcohol-ver
slaafde wordt door zijn omge
ving veel eerder bejegend als
Gij hebt mijn hert en zin ge
stolen
Al zij gij wonder slecht van
kleur
Overigens: de behandeling
van rookverslaving in het cen
trum „Zeestraat" wordt ver
goed door het ziekenfonds en
de ziektekostenverzekeringen.
WILLEM SCHEER
LEIDERDORP De fracties van CDA, PvdA, PPR/
PSP in de gemeenteraad van Leiderdorp hebben gis
teravond verontwaardigd gereageerd op de brief van
de Stichting Zwembad De Does waarin het vertrouwen
in het gemeentebestuur werd opgezegd.
Aanleiding voor de actie van het zwembadbestuur was
het besluit van de gemeenteraad geen medewerking te
verlenen aan de realisering van een sportcomplex aan
de Hoogmadeseweg.
Met de kleinst mogelijke meerderheid van tien tegen negen
stemmen wees een raadsmeerderheid van PvdA, D '66 en PPR/
PSP aangevuld met twee uit de boot vallende CDA'ers op 27
november de voorstellen voor een vernieuwing van het zwem
bad met rekreatieve voorzieningen van de hand. CDA-fractie-
voorzitter A. Roest zei wel begrip te hebben voor de teleurstel
ling van het zwembadbestuur, maar dè beslissing om het zwem
bad te liquideren, wanneer de gemeente vóór 1 maart 1987 in
gebreke blijft het beheer van-het zwembad over te nemen „be
stuurlijk niet aanvaardbaar" te vinden. Hij veronderstelde dat er
nog wel openingen voor een gesprek met het zwembadbestuur
waren. De fractievoorzitter van de PvdA, V. Molkenboer, verge
leek de actie van het zwembadbestuur met het verlaten van een
zinkend schip. „Het getuigt van een grote mate van onverant
woordelijkheid hetgeen niet in het belang is van zwemmend
Leiderdorp. De gemeenteraad wordt nu voor het blok gezet", al
dus Molkenboer. H. van der Zande (PPR/PSP) sprak van een
„vreemde actie" van het zwembadbestuur. Van der Zande vond
de brief haaks staan op de mededelingen die voorzitter Van der
Heiden tijdens de raadsvergadering van 27 november had ge
daan.
Het antwoord van wethouder C. Huigen-Boven (VVD) bevre
digde de fracties in eerste instantie niet. Het college van B en W
bleek nog geen standpunt over de harde opstelling van het be
stuur van De Does te hebben ingenomen. Mevr. Huigen deelde
mee, dat een ambtelijke werkgroep bezig was naar alternatieve
mogelijkheden te zoeken om het zwembad de hoog nodige op
knapbeurt te laten ondergaan. Op basis van uitkomsten wilde zij
in januari met de sportraad en het bestuur van De Does gaan
praten. „Veel te laat", vonden Roest en Van der Zande. Zij von
den dat er snel moest worden gehandeld. Wethouder Huigen
ging niet verder met haar toezegging de zaak nog eens in het
college te bespreken. Burgemeester A. J. A. L. Bruggeman deed
tenslotte een poging de verontruste raadfracties gerust te stellen.
Hij zei de opmerkingen „zeer serieus" te nemen. Op een ander
moment in de raadsvergadering werd de afrekening van het
zwembad De Does over 1985 zonder slag of stoot goedgekeurd.
De afrekening toonde een nog nimmer bereikt tekort van
490.000 gulden. VVD-fractievoorzitter W. Scheffer, die zich op
vallend genoeg buiten de discussie had gehouden, zei benieuwd
te zijn naar de afrekening over dit jaar en de verwachtingen van
het zwembadbestuur voor 1987. Uit zijn bewoordingen viel op te
maken dat hij over de uitkomsten daarvan niet al te optimistisch
was.