De vergeten rol van de polder
Onbedachtzaamheid Lubbers wreekt zich in Walrus-debat
„Iedereen heeft recht op goede advocaat"
Politiek
Partij
Parlement
onderduikers hielpen mee aan voedselvoorziening bezetters
SJJNENLAND
foidae Sou/tont
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1986 PAGINA 7
b.v.
lAROM van eekelen mocht blijven
digen «i
in de ol
herp
HAAG Eén ogenblik van onbe-
j.aamheid kan maken dat men jaren
•it. Het Tweede-Kamerlid Ton Frin-
(CDA) is in het Walrus-debat hard-
jig met dit gezegde geconfronteerd.
feit dat zijn voorman Ruud Lubbers
de zomer niet even nadacht voordat
t VVD'er Wim van Eekelen accep-
|e als minister van defensie, bracht de
landmachtofficier deze week in de
ide Kamer in een bijna onmogelijke
geen drie weken nadat hij als CDA-
[elid deel had genomen aan een ge-
stormaanval op de eigen staatsse-
5 Brokx, moest Frinking uitleggen
n hij was terruggedeinsd voor een
ef in de richting van VVD-minister
Ëekclen. Vanwaar die wisseling van
jk? Waarom nu niet bij de minister-
dent aangedrongen, al dan niet via
uitgelekte brief op het aftreden
!de bewindsman? De verwondering
)ver wordt groter als men de zaak-
Eekelen en de zaak-Brokx met el-
vergelijkt.
[ergelijking leidt namelijk tot de con-
f dat er eigenlijk heel wat meer re-
juvas geweest om Brokx te sparen en
Eekelen neer te sabelen. Brokx
|t immers alleen nog maar verdacht
grove nalatigheid; Van Eekelen daar-
Fen is al lang en breed schuldig be
vonden aan dit vergrijp. Zelfs de VVD-
vice-fractievoorzitter Bolkestein kwam in
het Walrus-debat tot de conclusie dat Van
Eekelen, als staatssecretaris in het eerste
kabinet-Van Agt (1977-1981), politiek ver
antwoordelijk is geweest voor een zeer
grote, door de Tweede Kamer niet vooraf
toegestane uitgave van belastinggelden.
De liberaal begrootte het aandeel van zijn
partijgenoot in de kostenoverschrijding,
die in totaal ruim een half miljard be
draagt, op 135 miljoen. Volgens staatsse
cretaris Van Houwelingen, die het Wal
rus-puin heeft moeten ruimen, is deze ra
ming veel te laag. „De heer Bolkestein
moet het rapport van de Algemene Re
kenkamer nog maar eens lezen", sneerde
Van Houwelingen.
Zondebok
Honderden miljoenen! Het is nog zeer de
vraag of het bedrag dat Volkshuisvesting
onder verantwoordelijkheid van Brokx
ten onrechte heeft uitgekeerd aan wo-
ningbouwsubsidies, in dezelfde orde van
grootte valt. En toch moest Brokx weg en
mag Van Eekelen rustig blijven zitten.
Waarom? Frinking: „Wij hebben geen be
hoefte Van Eekelen als enige zondebok
aan te wijzen. De politieke verantwoorde
lijkheid ligt bij alle betrokken bewindslie
den, dus ook bij Stemerdink van de PvdA
en Van Mierlo
staatssecretaris i
1982)".
•Maar Van Eekelen is toch de enige die nu
nog politieke verantwoordelijkheid draagt
voor het defensiebeleid? Frinking erken
de dat het wat moeilijk is de Tweede-Ka
merleden Stemerdink en Van Mierlo te
vragen af te treden vanwege vermeende
fouten in het Walrus-project. Blijft dus
over Van Eekelen als enig aanspreekbare
politicus. Maar dat aanspreken moet dan
wel gebeuren op het moment dat de zaak
„actueel" is, bracht Frinking daartegen in.
Hij doelt erop dat alle „ins and outs" van
de Walrus-affaire allang bekend waren
voordat dit debat gehouden werd. Aan
dringen op aftreden kon nu dus niet
Een wat typische kijk op de zaak, omdat
de Tweede Kamer haar finale politieke
oordeel niet eerder geeft dan in een ple
nair afrondend debat. Maar zelfs als men
het ermee eens is, dat de zaak-Van Eeke
len eigenlijk al verjaard is, blijven er vra
gen. Want als men dan alles al wist van
hem dan aanvaard als minister van defen
sie? Dan was de kabinetsformatie toch de
aangewezen gelegenheid om Van Eekelen
geruisloos uit de Haagse politiek te verwij
deren? Niets was gemakkelijker geweest
dan dat, omdat de VVD'er dat in feite zelf
al had gedaan, door het aanvaarden van
een benoeming bij de Europese Gemeen
schap in Luxemburg.
Bij het ophalen van deze geschiedenis valt
Frinking zo goed als stil. Hij volstaat met
te zeggen dat de CDA-fractie van de zo
mer geen reden had om Van Eekelens be
noeming tot minister van defensie te
blokkeren, „al heb ik zelf wel onmiddel
lijk gewezen op het feit dat de Walrus-af
faire nog niet was afgesloten". Waarom
formateur Ruud Lubbers Van Eekelen
aanvaardde, toen hij door de VVD werd
voorgedragen voor het ministerschap,
daarvoor moeten we bij andere christen
democraten terecht. Dezen vertellen dat
Lubbers daartoe gekomen is door de „vre
selijke haast" die hij op het laatst van de
formatie had. „Ruud wilde per se met de
nieuwe ploeg op 14 juli op het bordes
staan bij de koningin".
Dat leek verhinderd te worden doordat de
VVD aanvankelijk geen defensieminister
kon vinden. Pieter Winsemius weigerde,
de Groningse commissaris Henk Vonhoff
had er ook geen trek in, evenmin als een
niet met name genoemd liberaal Eerste-
Kamerlid. De Korte en Voorhoeve, die in
dat stadium namens de VVD onderhan
delden met Lubbers, waren de wanhoop
nabij. In arren moede deden zij toen maar
een beroep op Van Eekelen, die nietsver
moedend al bezig was zijn huis in Luxem
burg in te richten.
Hoe verrassend de uitverkiezing van de
VVD'er was, bleek ook uit de reactie van
CDA-staatssecretaris Jan van Houwelin
gen. Deze was met vrouw en kind in
Scheveningen, toen het ANP op zaterdag
12 juli de kandidatuur van Van Eekelen
bekend maakte. Mevrouw Van Houwelin
gen hoorde het op de autoradio, maar
hield voorlopig haar mond, „om de dag
van haar man niet te bederven".
Toen Jan van Houwelingen het nieuws
uiteindelijk toch vernam, was hij verbijs
terd. Hij, die al anderhalf jaar bezig was
met „de Walrus", wist immers als geen
ander hoezeer Van Eekelen de verant
woordelijkheid droeg voor het ontstaan
van deze affaire. In vergaderingen met de
defensiecommissie van de Tweede Kamer
had hij dat oordeel niet ondet stoelen of
banken gestoken. Maar gedane zaken ne
men geen keer. Nadat Lubbers, „zonder
één seconde aan de Walrus te denken",
Van Eekelen had aanvaard, was er geen
redden meer aan. De CDA-fractie kon on
mogelijk haar gevierde leider, de grote
winnaar van de verkiezingen, de voet
dwars zetten.
Daarmee boden zowel CDA als VVD de
oppositie uiteraard een kans voor ópen
doel. Tijdens het debat over de regerings
verklaring, in augustus, hekelde de nieu
we PvdA-voorman Wim Kok de benoe
ming van Van Eekelen in felle bewoor
dingen. Hoe had Lubbers deze man die
volgens de RSV-enquêtecommissie defen-
siegeld had uitgegeven als ware hij een
roulettespeler in een casino en die ook in
de Walrus-affaire een heel vreemde
schaats had gereden, kunnen accepteren
als minister en dan uitgerekend op het de
partement van defensie?
Lubbers geraakte in grote verlegenheid,
maar redde zich eruit door de stelling te
poneren dat hijzelf in de RSV-affaire nog
meer te blameren was dan Van Eekelen.
Daarmee voorkwam hij dat sommige
CDA'ers, die het eigenlijk wel met Kok
eens waren, lastig zouden kunnen wor
den. De PvdA-voorman nam, zoals te ver
wachten, geen genoegen met deze verkla
ring en bleef erbij dat „Van Eekelen de
verkeerde man op de verkeerde plaats"
Achteraf bezien had hij dat beter niet
kunnen doen, want die uitspraak past niet
in de poging van de PvdA het eigen ima
go te ontdoen van de Uyliaanse dramme
righeid. „Redelijk zijn" luidt het nieuwe
parool, hetgeen Walrus-woordvoerder
Harry van den Bergh ertoe bracht af te
zien van een motie van wantrouwen en
„waardering" uit te spreken voor de „dee
moedige" wijze waarop Van Eekelen (en
kele) fouten had erkend. Bij zoveel
„draaikonterij" stak de opstelling van
CDA-woordvoerder Frinkipg nog gunstig
af.
RIK IN T HOUT
iandag is het op de kop af 42 jaar geleden dat de Duit-
fs met een nietsontziende razzia een einde maakten
(1 onderduikersparadijs Noordoostpolder. Alle reden
I op die dag het boek „Paradijs in oorlogstijd?" in Em-
iloord ten doop te houden. Eén van de eerste exempla-
i gaat naar P.A. de Vries uit Zoetermeer, één van de
entien voormalige onderduikers die in het boek aan
t woord komen.
hebt
DENTwee jaar
fete ze er aan. Het re-
jat is het eerste we-
fchappelijk onderzoek
f de onderduikers, die
de periode
J-!945 massaal schuil
jden in de Noordoost-
er-in-aanleg. Carla
van Baaien uit Lei-
is 27 en mag sinds
week dr. voor haar
i plaatsen. Ze promo
te op het proefschrift
fm/i onderduikers in
l""polder, dat binnenkort
boek in de winkels
Was de polder een
idijs voor onderdui-
zoals de titel van het
ook al vraagt?
zegt de schrijfster,
alleen maar een pa-
Integendeel zelfs,
il voor een veilig
moest keihard
den gewerkt. Hele
den onderduikers heb-
gedesillusioneerd het
iwe land weer verla-
voel^u lveel het er precies zijn ge-
een au#st, weet niemand,
ittingen lopen uiteen
00 tot 30.000. Zelf denkt
1 er er in elk geval niet
dan 20.000 zijn geweest,
tussen 1942 en 1945 veilig-
zochten in de polder. Ook
P. L v.fad bet toenmalige hoofd
'eidszaken A.J. Knipmeijer
85 00. de directie Wieringermeer
irdoostpolderwerken) het
de oorlog over 25.000
uikers. En daarmee is
ook direct de naam ge-
die vanuit
kantoor aan de Molen-
aKampen jaren achter-
herkei de ene na de andere on-
wej ierduiker het polderland-
*>p in loodste. Met hulp van
x). Aif collega's.
ir het moeizame begin van
iv speurtocht langs archieven
n adres ooggetuigen zegt schrijster
s h van Baaien: „In eerste
antie leek het alsof er in de
Vtfoon a stukken en archieven
lies wts bekend was over onder-
beantüjkers in de Noordoostpolder.
nog bij het Rijksin-
jr Oorlogsdocumen-
d e aankloppen. Zegt een
vooTb z°iets van: daar hebben
508. niets over. Ik toch maar
ijftigers n kijken in de kaartenbak.
spolizei en Nederlandse
Duitse SS'ers. Onder leiding
van 'generalkommissar für Si-
cherheitswezen' H.A. Rauter.
Van Baaien: „Het werd de
Duitsers steeds duidelijker dat
er regelmatig wapens in de
Noordoostpolder werden ge
dropt. De razzia's waren er op
gericht de polder-illegaliteit
een halt toe te roepen". Acht
tienhonderd van de 1950 on
derduikers en polderwerkers
werden opgepakt. Uiteindelijk
kwamen duizend in Duitsland
terecht, waar de meesten te
werk werden gesteld. De eens
zo drukke polder was daarna
tot de bevrijding vrijwel uitge-
Carla van Baaien: „De Duitsers hebben bewust een tijdlang de
ogen gesloten voor de onderduikers in de Noordoostpolder".
Blijkt
alles te zijn.
het bijna overal. Infori
Zo
enigszin!
arin je hf
tie genoeg,
nooit iemand naar gevraagd te
hebben".
Onbegrijpelijk dat gebrek aan
(wetenschappelijke) belang
stelling voor de NOP in oor
logsjaren, vindt ze. „Ik heb me
steeds afgevraagd, waarom
hier nooit wetenschappelijk
onderzoek naar is gedaan? Het
moet gewoon vergeten zijn. Ja,
de heer Stolk uit Steenwijk
heeft een zeer aardig boekje
geschreven, maar niet weten
schappelijk. En in het werk
van dr. Lou de Jong is ook Wel
iets terug te vinden. Maar het
komt niet verder dan heel
summierè gegeveiis".
Publiek geheim
Dat de Noordoostpolder een
vrijplaats was voor een ieder
die uit handen van de Duitse
bezetter wilde blijven, schijnt
in die dagen een publiek ge
heim geweest te zijn. In de
volksmond werd NOP al ver
taald als „Nederlands Onder
duikers Paradijs". Het geheim
was zo publiek, dat ook de
Duitsers het al die jaren gewe
ten moeten hebben. Van Baai
en laat daar geen twijfel over
bestaan: „Alles duidt er op dat
het hen bekend was, maar ze
traden bewust niet op. Niet uit
barmhartige overwegingen.
De Duitsers hadden in 1940
toestemming gegeven voor de
verdere aanleg van de polder.
Zij hadden er ook alle belang
bij dat het nieuwe land in cul
tuur zou worden gebracht. Het
was ze al snel duidelijk dat het
werk zonder al die onderdui
kers niet geklaard zou kunnen
worden. En de ontwikkeling
van de NOP was van groot be
lang voor de toekomstige
voedselvoorziening. Dat wis
ten de Duitsers heel goed. Ze
hebben heel lang uit puur za
kelijke overwegingen de ogen
dichtgeknepen".
Een deel van de polderwer
kers kreeg zelfs gedurende een
aantal periodes vrijstelling
voor de tewerkstelling in
Duitsland. En het waren niet
de eerste de besten die zich ei
genhandig met het nieuw
stukje Nederland bemoeiden.
Van Baaien: „Het is heel op
vallend dat eigenlijk alle Duit
se kopstukken in Nederland
zich met die polder hebben be
zig gehouden. Zo heeft Seys-
s-Inquart er nooit een geheim
van gemaakt dat hij veel over
had voor de verdere ontwik
keling van de Noordoostpol
der. Hij wist ook dat uitbrei
ding van Nederlands land
bouwgrond van groot belang
Lang niet alle tijdelijke bewo
ners v^n de Noordoostpolder
hadden er vertrouwen in dat
de bezetters hen met rust zou
laten. Het ging ze allemaal net
iets té gemakkelijk. „Die men
sen waren bang dat de Noord
oostpolder zo langzamerhand
grote groepen onderduikers
zich spontaan verzamelden.
Het enige wat de Duitsers
moesten doen, was het juiste
monfient afwachten om de wei
nige toegangswegen af te slui
ten en alles en iedereen in de
kraag te vatten. Er zijn er toch
aardig wat geweest die daarom
weggingen of al niet eens naar
de NOP kwamen".
Ieder had zo z'n eigen reden
om uit handen van de bezetter
te blijven. Toch waren het
vooral landgenoten voor wie
tewerkstelling in Duistland
dreigde. „Verreweg de mees
ten gingen naar de Noordoost-
polder om tewerkstelling in
Duitsland te ontlopen. Zoals
flink wat studenten die in 1943
hadden geweigerd de loyali
teitsverklaring te onderteke
nen. En toen de Duitsers met
hun plannen kwamen om ex-
-militairen in het kader van
de Arbeitseinsatz uit Neder
land weg te voeren, begaven
ook velen van hen zich rich
ting Noordoostpolder. Nee,
echt veel Joodse onderduikers
waren er niet in de Noordoost-
polder en relatief gezien toch
ook weinig mensen uit het
verzet".
Het verloop was gigantisch.
Niet alleen onder de vaste pol
derwerkers, maar ook bij de
onderduikers. De onderzoek
ster: „Het viel de meesten
enorm tegen. Ze hadden dan
wel een veilig plaatsje in de
nieuwe polder, maar er moest
flink voor worden gewerkt. Ze
mm
werden met een schep het net
ingepolderde land ingestuurd
om greppels en geulen te gra
ven. Velen kwamen uit de
stad en waren dat niet ge
wend. Ze verlieten de polder
vaak weer snel. En ze bleven
altijd bang om alsnog opgepakt
te worden".
Razzia
Pas in de loop van 1944 zou
den de Duitsers toch nog in
grijpen. Op 7 augustus dat jaar
werd de polderrust verstoord
door een razzia. In haar boek
beschrijft Van Baaien uitge
breid hoe die eerste harde ac
tie in de polder spaak liep,
doordat de bewegingen van de
vijand vroegtijdig waren uitge
lekt. Op 17 november volgen
de een tweede, veel grotere
razzia. Met Wehrmachtsolda-
ten, Grüne Polizei, Sicherheit-
Onder water
Voordat de Duitsers definitief
werden verdreven dreigde
voor het polderland nog één
gevaar: dat de Duitsers het on
der water zouden laten lopen.
De in het nauw gedreven be
zetter had bij wijze voorberei
ding de dijken bij het Friese
Lemmer al voorzien van grote
gaten, voor het aanbrengen
van springstoffen. Van Baaien
beschrijft uitgebreid de pogin
gen van het verzet in Overijs
sel om de Duitsers daarvan te
weerhouden.
De onderzoekster: „De Over
ijsselse illegaliteit wilde de
Duitsers omkopen. Londen
zou het nodige geld moeten le
veren. Maar twee gelddroppin-
gen mislukten volledig. Eerst
werd een vliegtuig met 200.000
gulden neergeschoten en later
bij een dropping in de omge
ving van Heino kwam nog
eens 150.000 gulden groten
deels in handen van de Duit-
De dijk, en dus de Noordoost
polder, werd door de Duitsers
gespaard. Het verhaal dat drie
Poolse soldaten die uit het
Duitse leger waren gedeser
teerd met gevaar voor eigen
leven springstoffen uit de aijk
haalden, doet de gescheidkun-
dige af als een mythe. Blijft de
vraag waarom de Duitsers de
polder, in tegenstelling tot de
Wieringermeer, niet onder
water zetten. Van Baaien:
„Daar ben ik niet achter geko
men. Misschien hebben ze het
in de haast wel vergeten. Of ze
zijn ze het nooit echt van plan
geweest".
N.a.v. „Paradijs i
tijd?"
Waanders, Zwolle
39,50.
oorlogs-
BEROEPSOPLEIDING VOLGENDE WEEK VAN START
UTRECHT Na een ex
perimentele periode van
enkele maanden gaat vol
gende week in het arron
dissement Utrecht een be
roepsopleiding voor be
ginnende advocaten van
start. Utrecht is daarmee
het eerste en voorlopig
enige arrondissement
waar zo'n cursus wordt
gegeven.
In de loop van volgend jaar
zullen de arrondissementen
Roermond, Utrecht en Am
sterdam het Utrechtse voor
beeld volgen. Het is de bedoe
ling dat binnen enkele jaren
alle beginnende advocaten in
Nederland de toga pas kunnen
aantrekken als ze voor het bij
behorende examen zijn ge
slaagd.
De Utrechtse opleiding start
met twintig cursisten. Die
worden gedurende de eerste
negen maanden na hun beëdi
ging gedurende 45 dagen opge
leid. Grofweg gezegd kun je
die periode in tweeën delen.
De ene helft is theoretisch, de
andere praktisch.
De Nederlandse Orde van Ad
vocaten heeft deze nieuwe be
roepsopleiding ontwikkeld om
de vaderlandse advocatuur op
een hoger peil te brengen.
Want met alle andere beroeps
groepen heeft de advocatuur
gemeen dat er goede en slech
te beroepsbeoefenaren tussen
zitten. Zeker waar het advoca
ten betreft die, vers van de
collegebanken op de praktijk
van alledag worden losgelaten.
Mr. W.M.J. Bekkers is de de
ken van de Orde van Advoca
ten in het Arrondissment
Utrecht. Hij is de woord voer-
Bekkers ervaart de
leiding als een aanwinst. „Tot
dusver organiseerden enkele
grote advocatenkantoren op
eigen houtje aanvullende op
leidingen tijdens de driejarige
stageperiode, maar die zijn
niet verplicht. Als rechtzoe
kende weet je nooit of de man
of vrouw die je raadpleegt zo'n
opleiding heeft gehad. Die
verschillen onderling trou
wens ook nogal in kwaliteit en
continuïteit."
„Iedere rechtzoekende moet er
van uit kunnen gaan dat de
advocaat die hij of zij raad
pleegt over een degelijk mini
mumpakket aan vaardigheden
.en opleiding beschikt. Van
daar dat er door een wijziging
in de Advocatenwet volgend
jaar een landelijk examen
wordt ingevoerd, dat wets-
kracht heeft. Het wordt niet zo
dat kandidaten die daarvoor
de eerste keer zakken er met
een uitvliegen. Maar als ze het
na drie herkansingen nog niet
hebben gehaald zullen we echt
zeggen dat ze onvoldoende ca
pabel ziin om in dit vak te
werken.
Met het invoeren van de oplei
ding is Nederland niet bepaald
koploper in West Europa. Bek
kers: „Voor zover ik weet is
Nederland met België het eni
ge land in West-Europa waar
het zo gemakkelijk is om ad
vocaat te worden. Vrijwel alle
andere landen hebben allang
een verplichte beroepsoplei
ding. In West. Duitsland is dat
bijvoorbeeld al jarenlang het
geval. Nu wij deze stap hebben
gezet, zal waarschijnlijk België
ook niet al te lang achterblij
ven. Ze hebben daar nu een
systeem dat een beetje op ons
'oude' systeem lijkt, maar
wanneer ze daaraan gaan sleu
telen weet ik niet."
De kosten van de opleiding
worden verdeeld over de ver
schillende partijen. „Na lang
wachten heeft het ministerie
van justitie de Orde voor dit
jaar een eenmalige subsidie
van anderhalve ton toegezegd.
Ik heb goede hoop de dat
overheid daar de komende ja
ren mee doorgaat. Dat hangt
natuurlijk ook van de resulta
ten af. Per cursist moet 6
7000 gulden worden uitgetrok
ken. Het is dus niet goedkoop.
Daarvan moet de cursist zelf
1500 betalen. De rest past de
Orde zelf bij, althans in deze
aanloopfase. Mettertijd zullen
de kandidaten, of de advoca
tenkantoren waarbij ze in
dienst zijn, dat moeten betalen.
Maar dat is het waard, dat zal
beslist blijken".
WESSEL POST