1
II
inal
Ie
Archeologisch speelgoed
uit
eigen
bodem
ZATERDAG 8 NOVEMBER 1986
DEN HAAG - „Op het moment
dat Bob Geldof en ik met de heli
copter boven het Wembley Stadion
vlogen, wisten we dat „Live Aid"
echt ging plaatsvinden. Daarvoor
was het niet meer dan een utopie
geweest, want met popsterren weet
je het nooit. Ze zeggen: „Ja, gewel
dig, reken maar op mij", en vervol
gens laten ze het rustig afweten. Ik
kon mijn ogen niet geloven toen ik
die vroege zaterdagmorgen uit het
helicopterraampje keek; half Lon
den zat verstopt met mensen en
auto's die naar het stadion probeer
den te komen".
Hoewel het muzikale spektakel inmid
dels meer dan een jaar geleden (13 juli
1985) plaatsvond, is de herinnering bij
Midge Ure (33) nog zo fris als de dag
van gisteren. „Ik geloof dat „Live Aid"
voor de muzikanten het absolute hoogte
punt van hun carrière was. Het is nogal
wat om als artiest voor een kijkerspu
bliek van twee miljard mensen te kun
nen spelen. Dat gebeurt geen tweede
keer. Zelf ben ik vooral trots op het feit
dat ik er persoonlijk bij betrokken ben
geweest. Dat ik een ideetje (Band Aid)
heb helpen uitgroeien tot zo'n massale
happening. Ik geloof niet dat ik in mijn
leven ooit nog iets doe, dat daar zelfs bij
in de buurt komt. „Live Aid" was een
fenomeen. Wat voor mij het best de on
derlinge sfeer tussen de muzikanten il
lustreert, is het moment dat Status Quo
de show opende met „Rockin' All Over
The World" terwijl Spandau Ballet ach
ter het podium, televisie kijkend, stond
mee te zingen. De musici kenden elk
woord Het was fantastisch".
De onvergetelijke indruk die de optre
dens achterlieten en de kracht die van
„Live Aid" uitging, was voor Midge de
inspiratiebron voor „All In One Day",
een klassiek getint, orkestraal werkstuk,
dat de nieuwe Ultravox-elpee „U-Vox"
afsluit. Midge: „Billie Currie had, ge
bruikmakend van wat toetsen, in zijn ei
gen studio een demo opgenomen. Op
het moment dat ik ernaïfr luisterde, kwa
men de herinneringen aan „Live Aid"
terug. Het was alsof ik die dag opnieuw
beleefde. Hoewel Billie bij het compone
ren niet werd geïnspireerd door het ge
beuren, straalde de muziek wel eenzelfde
kracht en passie uit. Ik heb dezelfde dag
nog de tekst geschreven".
Veranderingen
„All In One Day" geeft waarschijnlijk
het beste weer, welke veranderingen Ul-
travox sinds het verschijnen van „La-
ment" heeft ondergaan: de groep valt
niet langer te rangschikken onder de
synthesizerbands. Midge: „Het feit dat
we twee jaar niet met elkaar hebben ge
werkt, heeft iedereen in de groep in posi
tieve zin beïnvloed. Na vier jaar onafge
broken op eikaars lip te hebben gezeten,
wisten we na „Lament" niet meer welke
muzikale richting we op wilden. Mijn
solo-elpee en -tournee veranderden mijn
houding ten opzichte van het platen ma
ken en het werken in de studio. Op het
moment dat ik met Billie Currie en
Chris Cross de studio instapte, bleken
ook zij frisse ideeën te hebben ontwik
keld. We wilden niet langer naar de syn
thesizers grijpen om de songs een be
paalde stemming mee te geven. Iedereen
was het er over eens dat we een zangeres
moesten inhuren als de compositie vrou
welijke achtergrondvocalen nodig had.
Neem „All In One Day". Daar kwam
Billie's klassieke opleiding om de hoek
kijken. Hij had alle partijen voor zowel
de viool als de viola uitgeschreven. We
hebben George Martin (met wie Ultra-
vox samenwerkte op „Quartet") ge
vraagd het stuk te arrangeren. Hij is in
mijn ogen de enige die klassieke muziek
en popklanken op een verantwoorde
manier met elkaar kan mengen. Maar
George heeft daarmee natuurlijk veel er
varing opgedaan met onder anderen The
Beatles. Het leuke is dat de muzikanten
die op „All In One Day" meewerken al
lemaal persoonlijk door Martin zijn uit
gekozen".
Drumcomputer
„De enige die op de oude voet wilde
doorgaan, was Warren Cann. Hij zat nog
met zijn drumcomputer te spelen, terwijl
wij juist van die verregaande integratie
van techniek afwilden. Billie, Chris en ik
vonden dat we op de laatste elpees te
perfectionistisch bezig waren geweest.
Behalve Warren zag niemand het zitten
om weer zes maanden de studio in te
duiken om vervolgens met behulp van
de nieuwste technologie een elpee te
componeren en op te nemen. Nadat
Warren de groep had verlaten, hebben
we gebruikmakend van twee synthesi
zers, een gitaar, basgitaar en drumstel de
nummers van de elpee gecomponeerd.
Ik denk dat het de meest directe en
meest spontane elpee van Ultravox is
geworden, elementen die ook tijdens de
tournee tot uitdrukking zullen worden
gebracht".
Midge Ure geeft toe dat hij wel eens met
jeukende handen in de studio heeft ge
staan. Midge: „De opname van de bla
zerssectie in „Same Old Story" bijvoor
beeld heeft een dag in beslag genomen.
Op zo'n moment denk je: als ik die par
tij op de synthesizer speel, ben ik in een
half uur klaar. Toch prefereer ik de bla
zerspartij. Bij het horen van de uiteinde
lijke versie dacht ik, dat is die dag in de
studio dik waard geweest. Het is boven
dien leuker om met andere mensen sa
men te werken dan met een synthesizer.
Het is heerlijk om te zien hoe andere
muzikanten mijn ideeën interpreteren en
er mee in de weer gaan. Zoals de muzi
kanten van Beggar Co Horns in
„Same Old Story" bijvoorbeeld. Zij heb
ben echt een nieuwe muzikale dimensie
aan het oorspronkelijke idee toegevoegd.
Hetzelfde geldt voor de muzikale bijdra
gen van The Chieftans in „All Fall
Down". Om de sfeer in dat nummer het
best tot zijn recht te laten komen, wilden
we gebruik maken van Keltische folk
muziek. Tenslotte wordt leed en droefe
nis vaak geassocieerd met folkklanken.
Omdat het om een anti-oorlogsong gaat,
hebben we eigenlijk voor een heel tradi
tionele weg gekozen. Gevolg is wel dat
het nummer muzikaal en tekstueel ster
ker uit de groeven spat, dan heel veel
andere composities over De Bom. Mis
schien heeft ook de Jacques-Brelachtige
inkleuring van het nummer daar iets
mee te maken. In elk geval was bet de
song waar ik mij het meest zorgen om
heb gemaakt en die uiteindelijk het best
uit de bus is gekomen".
Telefoontje
„Voor de opnamen zijn we naar Dublin
geweest. We hebben de bijdragen van
The Chieftans in een dag vastgelegd in
U2's Windmill Lane studio. Hoewel de
groep constant op tournee lijkt te zijn,
was er maar één telefoontje nodig om
het met elkaar eens te worden en de op
namedag te kiezen. Samen met Paddy
Moloney, de leider, heb ik de verschil
lende partijen voor de muzikanten uitge
werkt. Ik denk met veel plezier terug aan
de samenwerking. Het zijn briljante mu
zikanten, vooral Paddy". Hoewel ze met
een behoorlijke kater de studio binnen
kwamen (vanwege een feestje de vorige
avond) hadden ze geen enkele moeite
met het vastleggen van het materiaal".
Hoewel Ieren bekend staan als echte
drinkebroers, kwam aan de opname in
de Windmill Lane geen druppel drank te
pas. Dat gebeurde wel toen Ultravox on
der leiding van Conny Plank in Duits
land de basisbanden vastlegde. Midge:
„Het nummer vraagt om een bepaalde
sfeer. Bovendien gaat het om een langza
me song, waarbij de drums erg belang
rijk zijn. Elke klap moest precies op tijd
zijn, maar toch een relaxte indruk ma
ken. Om dat gevoel over te brengen, leek
het ons het beste in een wat aangescho
ten toestand de studio te betreden. Pro
bleem was echter dat Mark Brzezicki
van Big Country, die voor ons de drums
heeft vastgelegd, geen alcohol drinkt. We
hebben hem twee flesjes bier gegeven en
weg was hijHij zat lachend achter
zijn drumstel, amuseerde zich kostelijk,
maar legde wel in één keer 'n perfect
drumpatroon vast. Mark is overigens
een ongelooflijk aardige gast. Ik kende
hem omdat hij aan mijn solo-elpee heeft
meegewerkt. Als ik hem moet omschrij
ven, noem ik hem altijd een erg lange
Phil Collins en dat is hi) ook. Zijn spel is
gelijk aan dat van Collins. Eigenlijk had
hij helemaal geen tijd, maar verzette
graag zijn afspraken om met ons een
aantal dagen in een studioruimte te kun
nen oefenen voor de elpee. Daarna heb
ben we de drums in een week vastge
legd. Deze hebben we als basis gebruikt
voor de rest van de instrumenten".
Behalve het schrijven, componeren en
opnemen van „U-Vox" vond Midge ook
nog tijd om mee te werken aan de de
buut solo-elpee van Bob Geldof. Midge:
„Dat was een van de hoogtepunten uit
mijn carrière. Ik heb namelijk een van
Eric Claptons gitaarsoli vervangen. Zelf
vond ik het onbegrijpelijk dat ze mijn
solo boven die van Eric verkozen, want
ik heb Clapton in de afgelopen tien jaar
nog nooit zó geïnspireerd horen spelen".
Muziek maken en produceren zal vol
gens Midge Ure altijd een passie van
hem blijven. Midge: „Ik zie mijzelf pla
ten maken tot ik oud en versleten ben.
Daarbij is het schrijven van filmmuziek
een hartewens van mij. Waar ik echter
over een jaar of twee mee ophoud, zijn
de wereldtournees. Dat is een vreselijk
vermoeiende bezigheid en ik heb geen
concertreis nodig om bijvoorbeeld in Ti
bet terecht te komen. Als ik daar naar
toe wil, ga ik er wel op vakantie".
Als ik grappend suggereer dat hij dan
wel eerst miljonair moet worden, zegt
hij: „Ik ben altijd al miljonair geweest.
Het enige dat ik echter nooit heb gehad,
is geld".
HANS PIET
DEVENTER - Het vogelfluitje
stamt waarschijnlijk uit de zestien
de eeuw en werd gemaakt van klei.
Je hoeft het alleen maar even on
der de kraan te houden, er vervol
gens op te blazen en daar begint
het fluitje weer net zo opgewekt
borrelend te tierelieren als driehon
derd jaar geleden. Het fluitje is van
de vele speelgoedjes en miniatuur
tjes die tot 12 januari te zien zijn
in het Speelgoed- en Blikmuseum
op de Brink in Deventer en daarna
in Nijmegen en Hilversum.
De collectie, samengesteld uit voorwer
pen van particulieren en musea, beslaat
een ruim tijdperk: de oudste voorwerpen
stammen uit de nieuwe steentijd (5000
jaar voor Christus), de nieuwste zijn on
geveer vier a vijf eeuwen oud.
Henk Slechte, directeur van het mu
seum: „Het is nog nooit eerder gebeurd
dat er zoveel speelgoed en miniaturen,
afkomstig uit opgravingen, tegelijk wer
den tentoongesteld. En dan te bedenken
dat dit nog maar het topje van de ijsberg
is". Hij wijst op een in vakjes verdeelde
bak, die vol ligt met speelgoed en minia
tuurtjes. „Je weet natuurlijk nooit zeker
of zo'n voorwerp speelgoed is, of zo
maar gemaakt als miniatuur". Die onze
kerheid geldt bijvoorbeeld ook voor de
bikkels die werden gevonden in een
Fries crematiegraf. „Die hoeven niet als
speelgoed gebruikt te zijn, ze voorspel
den er ook de toekomst mee".
Dra. Nina Herweijer, conservatrice van
het museum en initiatiefneemster van
de tentoonstelling wijst stuk voor stuk
de speelgoedjes aan die op het tafelblad
liggen uitgestald: „Hier heb je een paar
rammelaars van gebakken klei. Die ko
men uit een afgegraven terp in Gronin
gen. Ze zijn ergens tussen de derde en
achtste eeuw gemaakt. En hier üggen wat
speelschijfjes, mondharpjes en een paar
vogelfluitjes. Dat is spul uit de vijftiende
of zestiende eeuw; het komt uit Frank
rijk".
Stukwerk
Het speelgoed van heel vroeger is alle
maal „stukwerk". Speelgoedfabrieken
bestonden nog niet; het werd gemaakt
door de ouders, een plaatselijke hand
werkman of door de kinderen zelf. Ze
zijn van been, hout, tin, brons, aarde
werk, natuursteen of koper.
Ballen, rammelaars, fluitjes, speelschij
ven, schaakstukken, bikkels, koten, klo
ten, oorlogsspeelgoed en zelfs sportarti
kelen. Als er iets kapot ging. kwam het
op de afvalhoop of in een put terecht; er
is dus geen sprake van fraai opgepoetste,
gave stukken. Het zijn bovendien kleine
voorwerpjes die bij opgravingen makke
lijk over het hoofd worden gezien.
Het speelgoed waarmee het museum
veel publiek hoopt te trekken, werd ge
vonden in graven, terpen, bewoningsla-
gen, beerputten en oude vuilnisbelten.
Toch zijn sommige vondsten nog in re-
deüjk goede staat. Zo zien de schaak
stukken er nog heel gaaf uit, evenals de
dobbelstenen, gemaakt van steen of
been. Met name de Romeinen waren
grote liefhebbers van het dobbelspel, wat
mag blijken uit het feit dat alle op de
tentoonstelling aanwezige dobbelstenen
en staafjes aan hen kunnen worden toe
geschreven. Met tollen (priktol en
zweeptol) speelden de kinderen eeuwen
geleden ook. In het Speelgoed- en Blik
museum liggen tollen te kijk die uit de
zestiende eeuw stammen en in Kampen
werden gevonden. „Er moet nog veel
meer zijn", verzucht Nina Herweijer.
„Jammer dat we niet meer tijd hadden
om die tentoonstelling voor te berei
den". Ze vertelt dat er tot nu toe eigen
lijk maar één serieus boek over oud
speelgoed werd geschreven: een proef
schrift over speelgoed van voor de ze
ventiende eeuw door J. P. W. Drost.
Verder schreef Jan Pluis ooit en boek
over kinderspelen zoals ze zijn afgebeeld
op Oudhollandse tegels. „Het is dus nog
echt een gat in de markt", aldus me
vrouw Herweijer.
De expositie is opgezet in samenwerking
met Rijksmuseum G. M. Kam in Nijme
gen. Daar gaat de tentoonstelling dan
ook naar toe na 12 januari. En het laat
ste museum waarin de verzameling te
zien is, is De Vaart in Hilversum (na 1
maart). De openingstijden van het mu
seum in Deventer: dinsdag tot en met
zaterdag van 10.00 tot 12.30 uur en van
14.00 tot 17.00 uur; op zondagen van
14.00 tot 17.00 uur. In de kerstvakantie:
dinsdag tot en met zaterdag van 10.00
tot 17.00 uur.
HENK NIEUWENHUIS
CcidócSouAOtvt