maar niet dokter alleen ï£SÏ>-«"1' r-r-t-l-* T"> aa-A-ass»»®-"^ )e valkerij p Het Loo CcidócGouiatit' Y\et komende dokter RECHT - „Ze bouwen hier een rks bad voor de buitenlanders, u vraag ik u. De Turken die ir Nederland komen, weten niet s wat een Turks bad is. Het zijn estal plattelanders, boeren uit de rarmste streken. Ik wil niet zeg- dat ze nooit geleerd hebben te len, maar de luxe van een Turks I, daar hebben ze echt nog nooit i gehoord. En wat doen jullie? plaats van voor een wat betere svesting te zorgen, geven jullie een Turkse badgelegenheid", kter Ibrahim Delawi heft, ver- jfeld over zoveel stompzinnig- 1 de handen ten hemel. Neder- d is verre van krenterig voor i culturele minderheden, wil hij t het voorbeeld duidelijk ma- nee. Alleen hier in Utrecht al worden ïiljoenen aan uitgegeven. Maar op de cccrdc manier. Het geld komt niet op »oede plaats. Klop. klop. Daar staat zoveelste onderzoeker voor mijn r. Steeds nieuwe onderzoekers. Ik ze willen toeschreeuwen: bij ons valt s te onderzoeken. Wij zijn bekend. :e cultuur is bekend. Wat valt er nog :r te weten? Wij willen niet onder- ït worden; wij willen de mogelijk- 1 om te kunnen leven en werken op beetje hoger maatschappelijk ni- u". eter Delawi is als internist verbonden het academisch ziekenhuis van de ïchtse universiteit. Het nieuwe: de ilteit geneeskunde van dit weten- ip^entrum gaat met ingang van het ;endc studiejaar onderwijs geven in sculturele gezondheidszorg, zeg ir: een gezondheidszorg die verder t dan de Nederlandse neus lang is, oog heeft voor de eigenheden of ei- lardigheden waarmee de toevloed vreemdelingen uit andere culturen Is het midden van de jaren zestig de lerlandse samenleving is komen krui- Het wordt, zelfs binnen Europees >and bekeken, de eerste opleiding in soort en dokter Delawi, sinds 1984 een erkende vertrouwenspersoon, igbaak en raadgever voor etnische derheden, krijgt er een centrale rol toebedeeld. Logisch, want er zijn r de universiteit twee redenen ge- st om met de opleiding te beginnen, hij een beetje boosaardig vast. „De te reden is het doorbrekende besef er een ander beleid jegens minderhe- moet komen - een beleid dat zich richt buitenlanders meer toegang te ;n tot de hogere lagen van de Neder- lsc samenleving. En de tweede reden, lat is mijn aanwezigheid hier". alenwonder klein talenwonder is dokter Delawi. spreekt, behalve een respectabele ïdvol Nederlands plus de moderne n. ook Arabisch, Koerdisch, Perzisch rurks. Zo'n vleesgeworden toren van el mag in onze steeds meer multi-ra- maatschappij een uitkomst heten. is hij een Irakese Koerd. Naar Ne- and gekomen in 1976. „Ik moest :hten, want we hadden een beetje ge- liten tegen de regering. Ik niet, hoor. arts vecht niet. Maar ik had gewon- n zieke Koerden geholpen. Ik was de ,e dokter in een tentenkamp met der- uizend mensen. Niet te geloven, ach- f. Zo ben ik als politiek vluchteling elaten in Nederland". Vijfenveertig oud is Ibrahim Delawi inmiddels, hij nog terug willen naar Irak? c. Dat zou ik, nog afgezien van de tieke situatie in mijn land, niet wil- De mensen denken daar veel te ge melijk over. Ze redeneren: een Ma- caan of een Turk of wat dan ook, zonder problemen repatriëren, want komt terug in zijn oude cultuur, ir dat is niet zo. Door je contact met noderne westerse wereld ben je ver- ?rd. Ik zou bij mijn terugkeer in Irak houwd en behandeld worden als ie- id uit een andere cultuur. Ik zou als ZATERDAG 8 NOVEMBER 1986 het in de bedoeling dat Delawi betrok ken wordt bij het onderzoek naar de problematiek van buitenlandse patiënten en bij de voorlichting aan Nederlandse werkers in de gezondheidszorg. Hij is de spil waarom het allemaal draait. Theatraal Ziek is ziek, dat weet dokter Delawi ook wel. „Natuurlijk, we zijn allemaal men sen. Als iemand last heeft van buikpijn of hoofdpijn, maakt het niet uit of hij een Nederlander is dan wel een Turk. Maar wat wel iets uitmaakt, dat zijn de emoties rond een klacht. Nederlandse artsen denken vaak dat buitenlandse pa tiënten zich theatraal gedragen. Het komt doordat ze de psyche van die men sen niet kennen. Buitenlanders hebben nu eenmaal een andere ziektebeleving dan Nederlanders. Ze kennen meer ang sten, hetgeen nog in de hand wordt ge werkt door de vrees dat ze in den vreemde zullen moeten sterven, ver van hun familie. Als ze zich theatraal voor doen, zit daar achter dat ze de dokter willen overtuigen. Hoe vaak krijg ik hier geen patiënten die al bij een neuroloog of een gynaecoloog zijn geweest? „Waar om kom je nog bij mij?", vraag ik dan. „Omdat ik daar mijn klacht niet goed kan vertellen", zeggen ze. In zijn alge meenheid: het opbouwen van een relatie met een patiënt is vaak veel belangrijker dan alle medische geleerdheid. Als je je beperkt tot de diagnose: „Mevrouw of meneer, uw klacht wordt veroorzaakt door nervositeit", dan zal de reactie van een buitenlander zijn: „Deze arts heeft niet genoeg belangstelling voor me; zou hij me soms discrimineren?" Klagen, het ware een vreemdeling zijn in mijn eigen land". Uniek Een groeiend aantal jongeren, behorend tot etnische minderheden, toont belang stelling voor hoger en universitair be roepsonderwijs. zo motiveert de Utrechtse medische faculteit het voorne men tot instelling van de nieuwe, voor lopig unieke opleiding. De bedoeling is dat er straks jaarlijks zeven tot tien art sen worden afgeleverd die hun wortels hebben in vreemde culturen. „Het geld dat ze daaraan besteden, komt tenminste op de goede plaats terecht", constateert Delawi voldaan. „Want waarmee komen de buitenlanders het eerst en het meest in aanraking? Met de justitiële en met de medische wereld. Daar willen ze dus het eerst en het meest vertegenwoordigd zijn. Bij de politie-opleidingen heb je het streven al om te werven onder etnische^ minderheden. Gelukkig wordt dit voor-* beeld nu door de medische sector ge volgd. Weet u, de buitenlanders zoals we die nu kennen, behoren bijna allemaal tot de lagere klasse. Dat kan niet zo blij ven. Ze moeten naar een hoger niveau worden getild. Denk aan de tweede gene ratie buitenlanders die aan het opgroeien is. Als je die geen kansen geeft, krijg je onherroepelijk onrust - zo van: waarom mogen wij hier niets worden?". Waarom heeft het zo lang moeten duren voordat de academische wereld oog kreeg voor de noodzaak van een trans culturele opleiding? De vraag doet dok ter Delawi in herhaling vervallen, het geen onderstreept hoeveel belang hij hecht aan zijn visie op dit punt. „Ik denk dat het beleid in Nederland tot nu toe echt wel goed is geweest. Dat wil zeg gen: aan de etnische minderheden is heel veel geld gespendeerd. Maar het kwam verkeerd terecht. De redenering luidde: laat de Nederlandse hulpverleners maar veel over die andere culturen weten, dan komt alles vanzelf in orde. Neem het Bureau Voorlichting Gezondheidszorg Buitenlanders in Bunnik. De literatuur die daar bij elkaar staat. De toeganke lijkheid ervan. Nee, daar mankeert het niet aan. Wat ze vergeten hebben, is er voor te zorgen dat de basis op een be paald niveau kan komen - op het peil dat voor de rest van de Nederlandse sa menleving geldt. Of het beleid te pater nalistisch is geweest? Ik weet het niet; dat woord ken ik niet. Wat ik bedoel, dat zijn de verhalen uit Duizend en Een Nacht die over buitenlanders de ronde doen. Dat soort dingen. Er wordt ver keerd tegen ons aangekeken". Islam Dat is de ene kant van de medaille. Ech ter: de universitaire opleiding die nu in Utrecht van start gaat, heeft ook een an dere kant. Delawi wijst erop dat het aan tal buitenlanders in Nederland tegen het jaar 1990 rond het miljoen zal liggen. Negentig procent van hen mohamme daans. „U moet bedenken dat voor al deze mensen de koran het heilige boek is. Daarin staat vastgelegd hoe er aange keken dient te worden tegen leven en dood, gezondheid en ziekte, geboorte, sterfte, genezing. Compleet met voor schriften over letterlijk alles wat hoort en wat niet hoort. Waarbij nog komt dat, net als in het Midden-Oosten zelf. ook hier de sjütische invloeden het aan het winnen zijn van de wat ruimhartiger soenitische levenswijze. Het fundamen talisme, de zuiverheid in de leer, rukt op. Anders dan bij het christendom is er binnen de aldus beleden islam veel meer sprake van levenswijzen die als absoluut goed of absoluut fout worden be schouwd. zonder dat er tussenwegen mogelijk zijn". Vertrouwen Het betekent allemaal nogal wat, ook in termen van gezondheidszorg. Dokter Delawi is zich pijnlijk bewust van de werkloosheid die er onder Nederlandse artsen heerst. Anderzijds echter is vol gens hem de behoefte aan artsen, voort gekomen uit de etnische minderheden, groot. En het ene gat valt zomaar niet uit het andere reservoir te vullen. Het zijn geen communicerende vaten. Art sen, gerecruteerd uit etnische minderhe den, zullen bij buitenlandse patiënten veel meer dan Nederlandse artsen het vertrouwen weten te winnen dat zo on misbaar kan zijn voor het genezingspro ces, want ze hebben hun wortels in de zelfde cultuur. Ze zullen eerder de pro blemen onderkennen die buitenlandse patiënten hebben met de Nederlandse gezondheidszorg. Bovendien kunnen ze, waar nodig, optreden als bemiddelaars tussen patiënten en Nederlandse artsen. Gegeven dit alles zal volgens dokter De lawi de behoefte aan artsen uit etnische minderheden waarschijnlijk groter blij ven dan het aanbod. Dus gaan ze aan de Universiteit van Utrecht' ook Neder landse studenten onderwijzen in de transculturele geneeskunde. Voorts ligt dat kan ook vragen om aandacht zijn. De klacht is een vorm van communica tie". Het opbouwen van een goed relatie, hoe tijdrovend ook. komt in de visie van dokter Delawi op de allereerste plaats. „Juist bij ons soort mensen, ja. Meer nog dan bij Nederlandse mensen. Wij zijn nu eenmaal verlegen van aard. Ik zelf ook een beetje. Zo zijn we geboren en opgevoed. En de verwachtingspatro nen liggen anders. Die moet je kennen. Je dient bijvoorbeeld heel voorzichtig om te springen met je prognose over doodgaan of niet doodgaan. Want een mohammedaan zal reageren: „Alleen God weet wanneer ik dood ga; wie denk jij. klein artsje. wel dat je bent?". Dan rent zo'n patiënt weg en gaat een nuttige behandeling gewoon niet door". „Het draait soms om kleinigheden, maar ze tellen zwaar. Neem de vastenmaand ramadan. Vasten betekent in de islam schoon zijn. En inwendig onderzoek is bezoedelend; je wordt er vuil van. Dus moet je tijdens de ramadan bij een mo hammedaan geen inwendig onderzoek doen als je het kunt vermijden. Of je moet de dosis van een medicijn aanpas sen aan het leefpatroon dat tijdens het vasten geldt. Eén dosis per dag in plaats van drie. Artsen die onder etnische min derheden werken, zijn niet alleen arts. Ze dienen, naast hun medische vaardig heid, ook over de vaardigheden te be schikken van een vertrouwensman, een bemiddelaar, een raadgever. Anders zal de behandeling in veel gevallen niet doeltreffend zijn en raakt de patient al leen nog maar meer geïsoleerd dan hij al was voordat hij op het spreekuur kwam". PIET SNOEREN Buitenlanders. Voor hen wordt in Nederland veel geld uitgetrokken. Maar op de verkeerde manier, meent dr. Delawi: „Steeds staan er weer nieuwe onderzoekers voor de deur. Ik zou ze willen toeschreeuwen: bij ons valt diets te onderzoeken. Wij zijn bekend. Onze cultuur is bekend. Wat valt er nog meer te weten?". ïLDOORN - Alleen Wim Sonneveld ons volk aan het lachen maken over vertoon van de kroon en de eis van paleis. Onsterfelijk is zijn conférence r de franje van Oranje, verpersoon- in de act van de Stalmeester. De erij was ooit ook zo'n vertoon van roon. Ter herinnering aan die valke- /ordt in de westvleugel van Rijksmu- n paleis Het Loo een tentoonstelling dat onderwerp gewijd. De tentoon- ing van onder meer schilderijen, te keningen, aquarellen en historische val kerijattributen wordt op 23 november geopend cn duurt tot 23 februari. Bij zonder daarbij is dat voor het eerst grote series tekeningen met betrekking tot de valkerij uit het Koninklijk Huisarchief aan den volke worden getoond. In het midden van de vorige eeuw werd op paleis Hel Loo de valkerij bedreven en het dorp Valkenswaard ontleent zijn naam aan die bezigheid. In Valkens waard werden namelijk geslachten lang de valken „getreind" (afgericht) door valkeniers die dat beroep van vader op zoon uitoefenden. Vanuit Valkenswaard betrokken de Europese hoven en adellij ke huizen hun valken en valkeniers. De valkerij werd in de tijd van Napoleon verboden, maar omstreeks 1839, met in stemming van koning Willem I, weer in ere hersteld. Inmiddels is de jacht echter weer verboden omdat de reiger (de vogel waarop door de valken werd gejaagd) tot de beschermde diersoorten behoort. Centrum van de Nederlandse valkerij was paleis Het Loo. Twee conservatoren hebben de tentoonstelling opgezet: Wies Erkelens en Eelco Elzenga. Paleis Het Loo was volgens Elzenga een van de weinige geschikte plaatsen voor de val kerij. Er was namelijk een bepaald soort open terrein voor nodig en de aanwezig heid of nabijheid van reigerkolonies. Voorwaarden waaraan de omgeving van Het Loo aan voldeed, want de bossen van nu waren er vroeger nog niet. Spel De valkerij ging als volgt. Als aan het zwerk een of meer reigers zichtbaar wer den. haalden de valkeniers het kapje van de kop van een of meer valken. Klap wiekend stegen de vogels op, richting reigers. De reigers hadden het gevaar meestal snel in de gaten en probeerden eraan te ontkomen door hoger te gaan vliegen. Vaak gebeurde het dat de val ken. wanneer ze als koppel er op uit wa ren gestuurd, op eigen initiatief een sub tiel spel van afleiden en schijnbewegin gen begonnen. De ene valk leidde de rei ger af. waarna de andere boven de reiger probeerde te komen. Als dat lukte, dwongen de valken de onderschepte rei ger naar de grond. Het was niet de be doeling dat de reiger werd verwond, maar er ging in de hitte van het gevecht wel eens iets mis. Tijdens de schermut seling tussen de vogels begon de sport voor mens en paard. Wie namelijk het eerst op de plek was waar de valk de rei ger tegen de grond zou drukken, was winnaar. Als beloning mocht de winnaar een veer uit de hoofdtooi van de reiger hebben. Soms wonnen de reigers het van de valken. Dan was het uiterst moeilijk de valken terug op de hand te krijgen. Ze konden namelijk niet tegen hun ver lies en werden ballong. Loer Om ze toch terug te krijgen, werd ze een „loer gedraaid". Een loer was een reiger vleugel aan een lijn die door de valke nier in de rondte werd gedraaid. Een truc waar de valken meestal wel invlo gen. Elzenga: Een echt bloedig of dode lijk vermaak was de valkerij niet. Het was eigenlijk een gestyleerde jacht. Een spel dat alleen kon worden beoefend door rijke tot zeer rijke mensen, want er was veel tijd. geld en materiaal voor no dig". Vooral het vangen en opleiden van de valken koste veel tijd. Ze moesten op Groenland worden gevangen. Daarna begon in Nederland het oefenen. Overal in Europa waren scholen voor het af richten van valken, maar internationaal was die van Valkenswaard het meest vermaard. Tot op de dag van vandaag is de kennis van het africhten van valken daar nog voorhanden, zij het op beschei den schaal. Ook m Engeland is de africh ting van valken nog enigszins in zwang. Er wordt in ons land, in Engeland en Schotland nog wel met valkachtigen ge jaagd. Maar niet meer op reigers. Alleen de jacht op muizen is nog toegestaan. In Zeeland wordt sedert kort met haviken op meeuwen gejaagd omdat die de mos- seloogst bedreigen. Ter gelegenheid van de tentoonstelling wordt een boek uitgegeven, geschreven door dr. J. van de Wall. valkenkenner bij uitstek en zelf „valkvoerend" zoals dat heet. Hij houdt met andere woorden voor de valkerij afgerichte valken. De expositie richt zich volgens de conserva tors niet alleen op jagers en Oranjelief- hebbers. Ook vogelliefhebbers en geïnte resseerden in kunst en geschiedenis zul len volgens hen plezier aan de tentoon stelling kunnen bleven. GÉ TOL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 23