1
/I
Jacobswoude leefde
en ging tenonder
door turfgraverij
der
uvet
„Wat er is bijgebouwd, is bijna allemaal verhuurd''1
Nog steeds
behoefte aan
kleine kantoren
voir!Koetjes
LEIDEN Er is in Leiden nog steeds
behoefte aan kleine kantoren. De ge
meente Leiden gaat dan ook door met
het werven van bedrijven die zich in
relatief kleine kantoren willen vesti
gen. Dat antwoordt het college van B
en W op vragen van het CDA-raadslid
D. van Duijn. Van Duijn had het colle
ge onder meer gevraagd of er geen re
den was het wervingsbeleid voor de
kantorensector te herzien, omdat er
van buiten'Leiden geen belangstelling
voor zou zijn. Alleen Leidse bedrijven
zouden interesse hebben. Het college
wijst er onder meer op dat het Kanto
renhuis aan de Schipholweg nu half
vol is.
NAtEIDEN OMGEVING ÊfiidacSou/iorit dinsdag4november i986paginaTi
7, 89yoedselcomni
n Ca(rr met di<
•rintNPeurd° 'n
3' H*echter. ..Die
et is ahveer een half jaar
Is*dke'eden dat agrar'scb Ne-
lerland in de ban was van
Ie Afrikaanse varkenspest.
ziekte brak uit in Zoe-
:ermeer en daarom was er
Sn een gedeelte van Zuid-
lölland een vervoersver-
De Groenoordhallen
aren leeg en in het Leidse
luchthuis werd niet ge-
rkt. En het kleine boertje
l^t gisteren voor het hekje
Ütbnd van kantonrechter
>prey, bracht zijn slachtvee
ïaar „particulieren" in
Rijnsburg of Sassenheim.
Tot hij op een zaterdag een
idvertentie in de krant zag,
ivaarin stond dat de Groen-
«rdhallen en het slachthuis
ie maandag erna weer open
i jouden zijn. De veehouder
ipoedde zich 's maandags
ïaar de Groenoordhallen.
in daar ontdekte hij dat er
•■i lie dag nog geen veemarkt
nocht worden gehouden.
veehouder belde meteen
ïaar het Bedrijfschap voor
Vee en Vlees en een telefo-
liste vertelde dat de adver-
entie een week te vroeg in
Ie krant was terechtgeko-
Hp nen. Op dat moment was
j log steeds niet zeker wan-
ieer er weer zou kunnen
:-.;vorden gehandjeklapt, dus
iV ie telefoniste raadde de
nan aan vrijdagmiddag na
aan kier uur terug te bellen. Zo
gezegd, zo gedaan. Vrijdag
middag kreeg de veehouder
Ie horen dat de maandag
het slachthuis en de
roenoordhallen écht open
kouden gaan. Die maandag-
'morgen kocht de veehouder
[wee koeien van een boer.
Hij haalde de beesten op en
bracht ze naar het slacht
huis. En toen kreeg hij een
proces-verbaal. Volgens het
(Reglement Vervoersverbod
Afrikaanse Varkenspest
e vaÖ986 I moest iemand die die
ben vervoerde in de auto
egerty)eeiale formulieren bij zich
Zohebben en bovendien moest
noefae wagen zijn verzegeld. De
t vaiec-houder wist dat niet. Hij
beU>vertrad de wet en gister-
og efnorgen moest hij zich daar-
ïdenboor verantwoorden tegen
over kantonrechter Sprey.
De man deed het hele ver
naai uit de doeken.
A. Paipoen hij was aangehouden.
iof>rt£verden z'in koeien in beslag
;enomen, getaxeerd en ter
(schikking gesteld van de
7. J59j/oedselcommissaris. „Wat is
die koetjes ge-
nformeerde de
Die zijn de volgen-
90fle dag geslacht. Die koeien
ifesteibnankeerden niets, de voed-
nSelcommissaris verkocht ze.
3 gSpj probeert eerst of je ze
4oog~«fcelf wilt kopen, zodat je je
90 picigen koeien nog een keer
"d Aabetaalt. Nou, die twee koei-
Wei^n zijn wel geslacht, maar ik
Wimheb ze niet betaald, hoor. Ik
Joiheb protest aangetekend te-
pien die verkoop". „Ze
hten dus geslacht wor-
en het vlees is via een
r)pfc'agerij verkocht?", vroeg de
fechter Ja. dat klopte. „En
"je hebben die koetjes aan u
•ruggegeven?" „Nee", ant
woordde de verdachte, „ze
hebben ze niet teruggege-
sta(,en ijj m0est ze zogezegd
kommeer betalen". „Maar",
d vroeg rechter Sprey ver-
3"ir®paasd, „je kunt je eigen ei-
r?J>endom t0C^ n'et kopen".
OjNee, fnaar dat werd wel
0kb®Réist", reageerde de vee-
g^andelaar. „Daar heb ik nog
^fNiooit van gehoord", zei de
rete rechter. „Ik ook niet", was.
PMfé verdachte het met hem
r?s!$ens. De rechter begreep er
bied]ielemaal niets van: „Won-
ngsPBerbaarlijk".
e "Officier Van de Broek gaf
n eejoe dat er „wat verwarrende
eë toestanden waren", in de
e m(tijd dat de Afrikaanse var-
/oorkenspest heerste. „Het mi-
an bisterie van landbouw pu-
het bliceerde verschillende
ede^oorschriften. Maar die re-
Jan%els waren wel van belang,
en Dmdat anders onze vleesex-
yanbort in gevaar zou komen.
r-r0 meneer heeft een over-
11 jred'n8 begaan: zijn wagen
Jaftvas niet verzegeld en hij
'e'ul4iad geen formulieren bij
-d Slich. Omdat er eigenlijk nog
enheeds beslag ligt op die
datjwee runderen eis ik dat ze
Statrprbeupj worden verklaard,
h as(>e beesten zijn drieduizend
krulden waard, dus mijn eis
aanjs best hoog", aldus de offi-
besfcjer
Kantonrechter Sprey bleek
elijkk-einig geloof te hechten
er f&an de verklaring van de
;gevyeehandelaar. „Ik spreek
invafceen verbeurd-verklaring
van beesten die er niet
%ieer zijn. Ik ga ervan uit
[J°g bat ze voordat ze zijn ge-
-entllacht, zijn teruggegeven,
vacant dat u uw eigen runde-
b^Ten terug moest kopen, dat
naajs gewoon onzin". De vee-
aspefcopf. werd schuldig ver-
dcfclaard. maar kreeg geen
-or traf. „Want", vond rechter
and Bprey, „de overheid moet
f g®%rvoor zorgen, dat goed dui-
leidjHelijk is. waarvoor je kan
iteldjvorden gestraft",
te W JANET VAN DIJK
Woest bosgebied
Tijdens de „gouden eeuw"
van de turfgraverij bloeide
Jacobswoude, maar de ge
schiedenis van het dorp gaat
nog veel verder terug. Van de
nederzetting Jacobswoude is
al voor het eerst sprake in het
jaar 823. De gronden tussen
waar nu Woubrugge ligt en
de provinciale weg van Al
phen naar Leimuiden kwa
men toen in het bezit van de
ambachtsheer Jacob van den
Woude die het woeste bosge
bied ook wel het woud
zonder genade genoemd in
leen kreeg van Lodewijk de
Vrome. De dichte bossen wa
ren zo ondoordringbaar, dat
wie er ooit verdwaalde een
„wisse dood" tegemoetging.
Jacob bouwde in het bos een
burcht die de statige naam
„Ter Woude" kreeg. Enkele
eeuwen was de „Heerlyck-
heit" in het bezit van dit adel
lijke geslacht. De beruchte
hoekse en kabeljauwse twis
ten betekenden in het jaar
1426 echter een ruw einde
van de trotse burcht. Het bol
werk werd verwoest en de
laatste slotheer Jacob van den
Woude de achttiende werd
door de kabeljauwen verdre
ven, omdat hij een aanhanger
van de hoeksen was.
Ook in de woelige tijden van
de hervorming heeft Jacobs
woude een belangrijke rol ge
speeld. Jan de Bakker ofwel
Johannes Pistorius was van
1522 tot 1523 pastoor van Ja
cobswoude, dat rond die tijd
voornamelijk uit katholieken
bestond. Op een gegeven mo
ment werd hij beïnvloed door
de hervormde denkbeelden
en ging zelfs geheel tot het
„ketterse" geloof over. In
1525, nadat hij zijn ambt als
pastoor om die reden had op
gegeven en zich een rustiger
beroep als bakker koos, werd
hij door de Inquisitie gearres
teerd en beschuldigd van Lu
therse denkbeelden. Datzelfde
jaar nog kwam hij op de
brandstapel terecht. Hij was
daarmee zelfs de allereerste
Nederlander die wegens ket
terij terechtgesteld werd. Zijn
invloed en die van andere
hervormde Jacobswoudena-
ren zorgden er wel voor dat
het dorp in de jaren na zijn
dood in zijn geheel tot het
nieuwe geloof overging.
Vruchtbare grond
Aan het begin van de acht
tiende eeuw werd het plan
geopperd om van het piassen-
gebied waar eens Jacobswou
de lag weer vruchtbare grond
te maken. Hans van der We
reld: „De vier ambachtsheren
van het gebied richtten daar
toe een officieel verzoek aan
de Staten van Holland. In
1736 werd dit officieel toege
staan en er werden twaalf
molens gebouwd om het
droogmalingskarwei te kla
ren". De naam die de nieuwe
polder kreeg was Polder Vie-
rambacht, naar de vier initia
tiefnemers van de droogma-
ling. Vier jaren later was de
nieuwe polder klaar en nog
eens vier jaar daarna kon het
eerste graan geoogst worden.
Tegelijkertijd werd toen defi
nitief afgerekend met de laat
ste schamele overblijfselen
van Jacobswoude. Het polder
bestuur liet de laatste huizen
slopen en het dorpje raakte
toen snel in het vergeetboek.
Alleen een gedenkteken bij
de kruising van de weg van
Alphen naar Leimuiden en
van Woubrugge naar Ter Aar
herinnert nog aan de neder
zetting. Op de plaats waar nu
de kruising ligt heeft het hart
van het dorp gelegen. Tegen
over dit monument staat een
stenen bank met het op
schrift: „Voorheen stond hier
de Jacobswoudsche kerk, in
1586 verdween dit oud histo
risch werk". Een grafzerk uit
diezelfde kerk is onder de zit
ting bevestigd.
JEANNETTE SCHREUDER
KANTORENMARKT LEIDEN ONTWIKKELT ZICH GESTAAG
EINDELIJK EERHERSTEL VOOREEN VERGETEN DORP
LEIDEN Lege kanto
ren. Een spookbeeld van
elke stad. In Leiden is de
leegstand van kantoren
traditioneel gering ge
weest. „Er moet altijd een
bepaalde overcapaciteit
zijn om mensen die op
zoek zijn naar kantoor
ruimte, snel van dienst te
kunnen zijn. In Leiden is
er een leegstand van on
geveer tweeduizend vier
kante meter. Dat is ruim
onder de voor „frictie-
leegstand" gehanteerde
norm", aldus Saskia Groe-
newegen van de afdeling
economische zaken van de
gemeente Leiden.
In Den Haag staan nog volop
lege kantoren. Maar de groei
van de leegstand, het spook
van de Residentie, is vrijwel
tot staan gebracht, althans wat
de nieuwe kantoren betreft.
Hierdoor is ook het vertrou
wen in de kantorenmarkt
weer toegenomen. Enkele in
stitutionele beleggers bouwen
zelfs al weer „op risico". Dat
wil zeggen dat er weer eerste
palen voor kantoorgebouwen
in de Haagse bodem verdwij
nen, zonder dat de belegger
zich' tevoren van huurders
heeft verzekerd. Een tijd lang
was dit geen gewoonte in Den
Haag.
In Leiden vindt die ontwikke
ling nauwelijks plaats. De kan
toren die gebouwd worden,
zijn al verzekerd van vaste be
woners. Voor de Regionale In
stellingen voor Ambulante
Geestelijke Gezondheidszorg
(RIAGG), wordt een gebouw
aan de Lammenschansweg
neergezet, de ziekenfondsen
krijgen een kantoor aan de
Kanaalweg. „Alleen het Edu-
ca-centrum aan het Schutters
veld heeft nog plaats. Een rap
port van Twijnstra en Gudde
heeft uitgewezen dat er een
ruime markt van potentiële
huurders aanwezig is", aldus
Saskia Groenewegen.
Overspoeld
Den Haag werd een paar jaar
geleden bij het instorten van
de woningmarkt, overspoeld
door nieuwe kantoren. De stu
wende krachten hierachter
waren de projectontwikkelaars
en de institutionele beleggers,
die de woningmarkt inruilden
voor een plaats op de nog
goedlopende kantorenmarkt.
Het gevolg hiervan was dat
Den Haag werd geconfron
teerd met een bulk aan nieu
we kantoorpanden. Als reactie
hierop werd lange tijd niet
meer op voorraad gebouwd.
ALPHEN AAN DEN
RIJN „Een pracht-
naam. Ze hadden geen
betere kunnen verzin
nen". In tegenstelling tot
wat veel inwoners van
Woubrugge, Rijnsater-
woude en Leimuiden vin
den, is de amateur-histo
ricus Hans van der We
reld uit Alphen aan den
Rijn enthousiast over de
naam die de nieuw te
vormen gemeente zou
moeten krijgen. „Jacobs
woude. Eindelijk eerher
stel voor een bijna verge
ten dorpje, dat indertijd
een eenvoudige agrari
sche nederzetting in deze
streek is geweest".
De uitleg die de provincie aan
de keuze van de naam Jacobs
woude geeft klopt echter niet,
stelt Hans van der Wereld.
„Iedereen heeft het maar
over een verdronken dorpje.
Een fabel. Daarbij denk je aan
een overstroming óf een an
dere ramp. Dat is pertinent
niet het geval geweest", aldus
de Alphenaar die de geschie
denis van de Polder Vieram-
bacht en de plaatsen daarin
jarenlang bestudeerd heeft.
Eind dit jaar verschijnt waar
schijnlijk zijn beschrijving
van de geschiedenis van de
eeuwenoude polder onder de
titel „Polder Vierambacht, de
geschiedenis van een droog
makerij".
Turfgraven
„Voornaamste bronnen van
bestaan zijn door de jaren
heen de veehouderij en het
turfgraven geweest", weet
Hans van der Wereld. Hét
middel van bestaan bij uitstek
werd al gauw het uitvenen
van de grond. Door de ooit
bosrijke omgeving, leek dit
een bijna onuitputtelijke bron
van bestaan. De veenderij
nam echter zulke vormen
aan, dat het dorp rond de ze
ventiende eeuw middenin een
„In een periode van vijf jaar zijn de kantoren
complexen bij de Plesmanlaan en het Schut
tersveld van de grond gekomen. Menige ge
meente kan daar jaloers op zijn", meent S.
Groenewegen van de gemeente Leiden. Op
de foto het complex aan de Plesmanlaan,
met op de voorgrond het GAK-gebouw.
Volgens Eric Vrijen hoek,
mede-directeur van het Haag
se makelaarskantoor Nadorp
heeft dit verschijnsel de prij
zen, die juist door het grote
aanbod en de geringe vraag
waren gedaald, weer onder
druk gezet. Vrijenhoek: „Voor
toplokaties is het prijsniveau
momenteel 275 a 300 gulden
per vierkante meter per jaar.
Het gebied rond het Neder
lands Congresgebouw scoort
tegenwoordig (niveau iets be
neden de toplokatie) eveneens
erg hoog. Voor oudere gebou
wen in den Haag worden prij
zen gemaakt van honderd tot
285 gulden per vierkante me
ter".
De prijzen in Leiden voor de
zogenaamde Al-lokaties liggen
aanmerkelijk lager. Het is mo
gelijk voor een bedrag van on
der de tweehonderd gulden
per vierkante meter in Leiden
te huren: „Daarom kunnen wij
goed concurreren met de dure
complexen in Den Haag zoals
Babyion", aldus Groenewegen.
P. van der Plas van bedrijfs-
makelaardij Menno Smitsloo
ziet eveneens het belang van
een lagere prijs dan de grotere
steden. „Dat speelt een rol,
maar zal nooit van doorslagge
vend belang zijn. Het prijsver
schil bedraagt immers maar
een paar tientjes. De centrale
ligging van Leiden is zeker zo
belangrijk. Het Schuttersveld
heeft daarbij het voordeel
dicht bij het station te liggen,
goede uitvalswegen te hebben
en aan de andere kant ook nog
aan het centrum van de stad te
grenzen".
Schuttersveld
Hans Nadorp, directeur van
het gelijknamige in Den Haag
gevestigde makelaarskantoor,
beoordeelt de Leidse kanto
renmarkt als „zeer aarzelend".
„Er wordt in de Sleutelstad
jaarlijks gemiddeld tiendui
zend vierkante meter kantoor
ruimte opgenomen In Leiden
staat momenteel 12.500 vier
kante meter leeg, waarvan
vijftienhonderd in de binnen
stad". Saskia Groenewegen
van de gemeente Leiden be
strijdt het laatste. „Wat er bij
komt, is bijna allemaal weer
verhuurd. Ik zou een kanto
renmarkt waar jaarlijks ge
middeld tienduizend vierkante
meter bijkomt, ook niet als
„aarzelend" willen bestempe
len". Van der Plas heeft wel
een verklaring voor de kriti
sche geluiden uit Den Haag.
„In een periode van vijf jaar
zijn de kantorencomplexen bij
de Plesmanlaan en het Schut
tersveld van de grond geko
men. Menige gemeente kan
daar jaloers op zijn".
Het Schuttersveld is opgezet
voor de bouw van zeventigdui
zend vierkante meter kantoor
ruimte. Veertig- a vijftigdui
zend vierkante meter zijn ech
ter nog steeds niet verwezen
lijkt. Nadorp: „Veel projectont
wikkelaars hebben in het ver
leden plannen gehad om hier
te bouwen. Daar is nooit iets
van terechtgekomen". Groene
wegen: „Het kenmerkende
van projectontwikkelaars is
dat ze plannen maken. Het
zijn zeer optimistische mensen.
De gemeenteraad heeft inder
tijd besloten om op het Schut
tersveld gefaseerd kantoren te
bouwen. Je kunt die markt
immers niet ineens volpompen
met vijftigduizend vierkante
meter". Van der Plas van be-
drijfsmakelaardij Smitsloo is
optimistisch over de ontwik
keling van het Schuttersveld.
„Het volbouwen zal de ko
mende tijd alleen nog maar
sneller gaan nu er steeds meer
bedrijven bijkomen. Als alles
bebouwd is ontstaat er een
compact geheel met zeer re
presentatieve kantoorruimte".
Erfpacht
Volgens Nadorp is Leiden
geen specifieke kantorenstad.
„De gemeente speelt hierbij
een belangrijke rol. De lokale
overheid wil blijbaar met haar
erfpachtpolitiek geen beleg
gers en projectontwikkelaars
in huis halen". Groenewegen
wil Nadorp nageven dat Lei
den niet die kantorentraditie
heeft als de Residentie. „Het
feit dat er volop kantoren in
ontwikkeling zijn, geeft toch
wel aan dat beleggers en pro
jectontwikkelaars niet erg met
die erfpacht in. hun maag zit
ten".
Vrijenhoek voorziet dat het
aantal ongebruikte vierkante
meters in de nieuwe kantoren
nog verder zal slinken. Hij
voorspelt echter dat tegelijker
tijd de leegstand in de oudere
generaties kantoren zal groei
en. Daartoe rekent hij ook de
panden uit de jaren zestig en
zeventig. Die zijn nu reeds
verouderd. Verhoog, de voor
zitter van de Haagse afdeling
van de Nederlandse Vereni
ging van Makelaars ligt hier
niet wakker van. „De markt
zal zijn werk doen", meent hij.
„Op een gegeven momen zal
de prijs van het oude kantoor
zo ver dalen dat toch er een
gebruiker komt opdagen. Die
zal dan de ongemakken van
zo'n veroudefd gebouw op de
koop toenemen". Verhoog
merkt hierbij op dat een kan
toorgebouw dat voor het ver
keer gemakkelijk bereikbaar
is, eerder verhuurd zal worden
dan een gebouw dat dit moet
ontberen. Hetzelfde geldt vor
het al dan niet aanwezig zijn
van parkeerfaciliteiten.
Een
gedenkteken
bij de kruising
van de weg
van Alphen
naar
Leimuiden en
van
Woubrugge
naar Ter Aar
herinnert nog
aan de
nederzetting
Jacobswoude.
grote watervlakte lag. De hele
grond was uitgeveend. Het
belangrijkste middel van be
staan was daarmee weggeval
len en algauw trokken de in
woners weg om hun heil in de
handel en scheepvaart langs
de Woudwetering te zoeken.
„Ze hadden als het ware hun
eigen ondergang bewerkstel
ligd. Het hele dorp was na on
geveer honderd jaar wegge-
graven". Van der Wereld
voegt er nog aan toe dat de
afgraving van de polder anno
1986 nog altijd goed te zien is.
„Wanneer je van Woubrugge
in de richting van Ter Aar
rijdt, zie je duidelijk dat de
weg de laagte in gaat".
Overigens werd de ondergang
van Jacobswoude al jaren
voordat het zover was door
een vooruitziende geest voor
speld. Een gedichtje uit om
streeks 1600 getuigt daar nog
van:
Jacobswoude mogt
voorheen
op meer glans en aanzien
roemen
Dan wel thans; daar men hel
veen
Merkelijk hoort minder
roemen
't Veenen geeft hier wel 't
bestaan
Maar eens zal het dorp
daardoor te gronde gaan.