Hopman doet het langs de snelweg
Uitbesteden is het halve werk
Sciencepark in Leiden
prestigieus project
voor HiTech-industrie
Premies
kunnen
omlaag
DE WAND MET
MEERWAARDE
VOORDE
ARCHITEKT.
inlerfinish
SYSTEEMWANDEN
ZATERDAG 1 NOVEMBER 196
Hopman is het volle
dig eens met het mi
nisterie van volks
huisvesting, dat de
premieregelingen van
nieuwbouwwoningen
verlaagd kunnen
worden. „De premies
zijn gebaseerd op een
veel hogere hypo
theekrente dan de nu
geldende. Daardoor
kunnen mensen die
nu een huis kopen en
premie krijgen er zelfs
aan overhouden",
meent Hopman. „En
dat lijkt me nou toch
ook weer niet de be
doeling. Echt, als ik
zo rondkijk bij wo
ningcomplexen die
net zijn opgeleverd,
dan staan de stan
daardkeukens opge
stapeld voor het groot
vuil. De mensen wo
nen nauwelijks in
zo'n premie-woning
of ze zetten er een
splinternieuwe keu
ken in. Dat misgun ik
ze niet, maar het is
niet de bedoeling van
premie-woningen.
Daarom: premies om
laag, gerelateerd aan
de rentestand. Dat zal
de overheid honder
den miljoenen bespa
ren. En als de rente
weer fors stijgt, mini
maal twee procent,
dan kunnen de pre
mies weer omhoog".
De Hopman-
Groep bestaat uit
een aantal
gespecificeerde
maatschappijen
(bv's), die
adviseren en
bemiddelen bij
bedrijfs
huisvesting,
beheer onroerend
goed, projekt-
realisatie en
koopwoningen.
Het hoofdkantoor
zit in Zoetermeér,
de regio-
vestigingen in
Utrecht en
Almere.
Foto: Eigenaar/
directeur Hopman
(links) overlegt met
de andere twee
pijprokers, de heren
Jongepier en Vuijk
(rechts). Aan de
overkant de
Campus, het
toekomstige
industrieterrein.
ZOETERMEER - Terwijl het snelver
keer onder zijn raam voortraast over de
A12 tussen Den Haag en het oosten van
het land. wijst makelaar Hopman met
een weids gebaar naar de horizon. Vier
hoog in zijn eigen Zoetermeerse pand
somt hij op: Rotterdam, Spijkenisse,
Delft, Pijnacker, Rijswijk, Den Haag;
van links naar rechts. In de nog niet he
lemaal opgetrokken ochtendnevel ont
hult hij zijn filosofie: bedrijven moeten
bereikbaar zijn, je moet ze kunnen zien
en er moeten afnemers in de buurt zit
ten „Veendam? Dat meen je niet, hè?"
Hij heeft het meest verdiend met nee
zeggen. Want dat moet je juist heel goed
kunnen, een klant haarscherp uitleggen
waarom hij ergens maar beter van kan
afzien. Nou ja. „de jongens" doen dat
natuurlijk voor hem; als eigenaar/direc
teur zet hij de lijnen uit. Met vaste
hand. „Ik weet het, ik ben vrij domine
rend. Ik denk dat ik het geen veertig jaar
meer op deze manier zou redden. Dat
pikken mensen niet meer. Maar, wie wil
werken kan hier een dikke boterham
verdienen".
Tijd voor de eerste spreuk: „Niets kan
slagen zonder arbeid". Hopman houdt
van spreuken. Hij lardeert zijn verhalen
ermee en hij hangt ze op in zijn bedrijf.
Deze, gekregen van zijn vrouw, geeft
precies aan wat hem zo aantrekt in be-
drijfsonroerend-goed: „Mensen die voor
uil willen, die risico's durven nemen.
Een boeiend spel".
Met mooie knikkers
„Er moeten zo'n vijftig mensen van dit
werk eten. Ik zeg altijd tegen mijn perso
neel: „Tegen de tijd dat we een vereni
ging worden waarschuw ik je wel. dan
kun je lid worden". Vergeet niet dat het
salarisstrookje aan het eind van de
maand vaak alleen maar kan binnenko
men omdat er één goede transactie is ge
maakt. En daarvoor heb je dan meestal
eerst tientallen keren met anderen voor
niets onderhandeld. Hier geldt heel sterk
het principe van betaling naar prestatie.
Maar daardoor kan het ook gebeuren dat
de gratificatie aan het eind van het jaar
een getal met vijf cijfers is. Met hetzelf
de gemak kan dat voor iemand nul kom:
ma nul zijn, maar dan vraag ik wel of-ie
misschien niet beter eens een andere
baan kan zoeken".
Hopman stelt de dingen graag duidelijk.
„Er is maar één weg: rechtuit". De Al2
dus. Ofwel de slagader van Nederland,
zoals deze snelweg aan de Zoetermeerse
burelen met eerbied wordt genoemd.
Hopman nestelde niet alleen zichzelf
langs deze zwarte draad, compleet met
voor iedere automobilist afleesbare tem
peratuur en tijd op de gevel, maar zet er
alle bedrijven en kantoren langs van fir
ma's die zijn bemiddeling op prijs stel
len.
Onvolwassen
De Haagse wethouder Duivesteijn wil
ook zoiets: kantoren over de Utrechtse-
baan. Hij kan verzekerd zijn van een ho
merisch gelach in de directiekamer van
Hopman, die zich op het specifieke" ter
rein van bedrijfshuisvesting gaarne laat
bijstaan door de heren Vuijk en Jonge
pier. Kinnesinne, oordelen „de drie pij
prokers" over dat plan. Omdat Zoeter-
meer zijn Campus heeft, een nog braak
liggend terrein tegenover het station, wil
Den Haag blijkbaar ook iets. Onvolwas
sen bestuur en dom, vooral dom.
„Een trechter is prachtig. Aan de boven
kant", hekelt Hopman. „Onderaan zit
maar een heel klein gaatje. Gaan we hier
straks elke morgen zitten kijken hoe al
die auto's op de A12 vaststaan, tot voor
bij Waddinxveen". Jongepier rekent het
even voor: „Met het aantal kantoren dal
Duivesteijn voor ogen staat komen er in
de spits acht- a tienduizend auto's bij.
En waar denkt Duivesteijn al die par
keerplaatsen vandaan te halen?".
Bij Hopman hoef je met zo'n idee niet
aan te komen. „Wij praten liever met
mensen die hun huiswerk goed hebben
gedaan", zegt Vuijk. „Als je een bedrijl
ergens wilt neerzetten zul je er in elk ge
val voor moeten zorgen dat er ontslui
ting is. Je moet er snel naar toe en van
daan kunnen én zo vlug mogelijk op een
snelweg kunnen komen. Zo'n terrein als
de Campus hier aan de overkant is daar
om uitstekend. Maar zou je het vijf kilo
meter verderop leggen, dan zouden wij
er niets in zien. Een mooi voorbeeld is
het industrieterrein in Gouda. Daar is
jarenlang een fikse leegstand geweest,
maar op het moment dat er goede uit
valswegen kwamen, dus toen dat gebied
werd ontsloten, zaten al die gebouwen in
de kortste keren vol".
Recept
Hopman wil niet beweren dat hij het ab
solute recept heeft, want daarvoor blijft
de markt toch te onvoorspelbaar. Maar
die markt kun je wel zo goed mogelijk
verkennen en leren kennen. Neem de
HiTech-centres, de nieuwe trend in be
drijven. Vuijk: „Deze firma's produce
ren of gebruiken zeer hoogwaardige tech
nologie. Dat willen ze ook uitstralen, on
der meer in een kwalitatief hoogstaand
gebouw. Nou, dan moet je niet ergens
verscholen in de bossen gaan zitten waar
niemand je ziet, niemand je kan berei
ken en je afnemers op honderd kilome
ter zitten".
Jongepier: „In tegenstelling tot de meest
gangbare bedrijfsgebouwen gaat het bij
HiTech om een groot kantoor en een
kleine hal. Er werken veel meer mensen
en daarom moet je rekening houden met
veel meer auto's en parkeerplaatsen.
Vroeger was de norm één plaats op ze
ventig vierkante meter bedrijfsgebouw,
nu is die al één op veertig. Dat vereist
dus grotere stukken grond, betere bereik
baarheid voor auto's, maar óók een ge
bouw waarin rekening is gehouden met
ontwikkelingen in de toekomst. Je moet
nu al rekening houden met een grotere
vloerbelasting in de toekomst, met tech
nische installaties die over een aantal ja
ren nodig kunnen zijn. Het is wat slordig
als je mensen in een gebouw praat waar
van ze straks de helft weer moeten gaan
slopen".
Tien
anderen
Je moet er meer voor doen dan vroeger,
willen ze bij Hopman maar zeggen. Het
vinden van de juiste lokatie is moeilijker
geworden, er wordt meer onderzoek ge
daan en de beslissing om iets neer te zet
ten wordt veel grondiger overwogen.
Vuijk: „Je praat doelgerichter met de
klant, maar tegelijkertijd is de concur
rentie enorm geworden. Je moet dus
slagvaardig kunnen handelen. Niet gaan
zitten wachten totdat er eens een bedrijf
belt. maar laten weten dat je binnen de
kortste keren een lay-out voor ze op tafel
kunt hebben. Want als een bedrijf met je
in de slag gaat, moet je je realiseren dat
ze dat tegelijkertijd met nog tien ande
ren doen".
Pas nog hebben ze de bedrijven ITT en
MYI-computers een volledige behande
ling gegeven; de gebouwen zijn net opge
leverd. En vorige week slaagde het drie
tal erin een bedrijf dat per se binnen een
week een ruimte op ,die en die lokatie
moest hebben, binnen een 'paar dagen
een tijdelijke oplossing aan de hand te
doen. Nu worden de zaken in een wat
rustiger sfeer verder ontwikkeld. Voor
Hopman zelf het moment een volgende
levenswijsheid uit te spreken. „Wij kun
nen alles invullen wat een bedrijf vraagt,
als het moet binnen een weekend. De
klant is koning, maar wij verwachten
dan wel dat hij zich koninklijk ge
draagt". Of zoals zijn moeder hem altijd
voorhoudt: „Als je nooit liegt, hoef je
nooit te onthouden wat je zegt".
DICK HOFLAND
FOTO: CEES VERKERK
De aanduiding Sciencepark wijst er
op dat het industriegebied in de
Leidse Leeuwenhoek meer is dan
een ordinair bedrijfsterrein. Het pal
naast de grootste laboratoria van
de universiteit geprojecteerde in
dustriepark staat slechts open voor
industriële hoogstandjes, alleen Hi-
Techbedrijven worden er toegela
ten. In dit elitaire gezelschap is
geen plaats voor de middelmaat
van het industrieel gebeuren, „ge
wone" produktiebedrijven worden
derhalve geweerd.
Van de aanwezigheid van een park valt
op dit moment nog maar weinig te be
speuren in de Leeuwenhoek. Het terrein
achter het Gorlaeus-laboratorium aan de
Wassenaarseweg bestaat hoofdzakelijk
uit braakliggend land, slechts wat bouw
activiteiten wijzen op enige ontwikke
ling. Toch voorspelde één van de grond
leggers van dit bedrijvenpark, het voor
malige hoofd van de afdeling economi
sche zaken van de gemeente Leiden E.
Keijser, dat op deze plaats in het jaar
2000 „een paar duizend mensen aan het
werk zullen zijn". Keijser wilde zich in
zijn ongeremd enthousiasme nog best
een stapje verder wagen. „Er zou zelfs in
de toekomst wel eens een tekort aan
hoog-gekwalificeerd personeel in Leiden
kunnen ontstaan. Maar dan kunnen we
altijd nog een beroep doen op academici
in Amsterdam, Utrecht en Leiden". Dat
Keijser hiermee doelde op de ontwikke
ling van de HiTech-industrie in Leiden
en niet op de gevolgen van de bezuini
gingen van minister Deetman op het
universitair onderwijs, moge duidelijk
zijn.
Het Sciencepark wordt in Leiden als een
prestigeobject beschouwd. Het is een
produkt van de speurtocht naar nieuwe
bedrijvigheid in de Sleutelstad nadat het
verdwijnen van de textielindustrie de
werkloosheidscijfers ter plaatse omhoog
joeg. Vervangende werkgelegenheid werd
gezocht in de kantorenbouw in het Leid
se stationsgebied.
Maar ook de aanwezigheid van een uni
versiteit moest worden uitgebuit, was de
filosofie. Vandaar dat gemeente, univer
siteit en Kamer van Koophandel in
1984 besloten tot de oprichting van een
Academisch Bedrijven Centrum. Dit
ABC was niet alleen de aanzet tot, maar
tegelijkertijd de eerste bewoner van wat
toen nog Bio-Sciencepark heette.
Resultaat
Het ABC was in feite niet meer dan een
bedrijfsverzamelgebouw voor kleine aan
het universitair onderzoek verwante be
drijvigheid. Ondersteuning van de uni
versiteit moest „de weg naar resultaat
bekorten", zoals Keijser het toen uit
drukte. De animo voor het ABC was on
verwacht groot, het eerste tijdelijke ge
bouwtje was in recordtempo volledig be
zet. Nieuwbouw is inmiddels in voorbe
reiding en al voor twee derde volge
boekt.
Het ABC is bedoeld als tijdelijk onder
komen. Het omvat een aantal laborato
ria waarin startende bedrijfjes zich kun
nen ontwikkelen tot commerciële zelf
standigheid. Wanneer de produktiviteit
een groter onderkomen vraagt en het
commerciële succes dat loelaat. biedt
zich het Sciencepark aan als zelfstandige
vestigingsplaats voor het groeiende be
drijf.
Zo legde het Amerikaanse bedrijf Cento-
cor in het ABC de basis voor een bedrijf
dat over twee jaar zo'n tweehonderd
mensen in dienst moet hebben. Het be
drijf produceert „injecteerbare pharma-
ceutica voor therapeutische of diagnosti
sche doeleinden", de nieuwbouw moet
in het voorjaar van volgend jaar gereed
zijn.
Maar ook „van buitenaf' bestond er "be
langstelling voor vestiging op dit unieke
bedrijfsterrein. Dé bedrijfsruimte van
Mogen BV (Moleculair Genetics) bereik
te onlangs het hoogste punt. In de labo
ratoria van dit Amerikaanse bedrijf
vindt plantenveredeling met behulp van
recombinant DNA plaats. En onlangs
werd het startsein gegeven voor de bouw
van het onderkomen van Ovabloc, een
bedrijf dat pakketten samenstelt met ap
paratuur voor het steriliseren van vrou
wen buiten het ziekenhuis. Vanzelfspre
kend wordt achter de schermen met di
verse andere gegadigden onderhandeld.
Hoogstandje
Zo'n vijfentwintig hectare Sciencepark
ligt momenteel ongebruikt op gegadig
den te wachten. Bij de planontwikkeling
werd er van uitgegaan dat er in het be
drijvenpark ruimte zou zijn voor circa
zestig bedrijven. Maar dit aantal zou als
gevolg van de laatste ontwikkeling nog
wel eens wat lager kunnen uitvallen. Een
werkbezoek van een commissie van ver
tegenwoordigers van gemeente en uni
versiteit aan buitenlandse scienceparken,
leidde tot het inzicht dat het Leidse
Sciencepark een ruime opzet verdient.
Het zou er beslist anders uit moeten ko
men te zien dan de gebruikelijke „ordi
naire" bedrijfsterreinen. Gebouwen
moeten ruim in het groen of in het water
komen te staan en het park dient een
„open karakter" te krijgen. Stalen hek
werken als obstakels voor ongewenste
nieuwsgierigheid zijn laboe, in overeen
stemming met het karakter van de in
dustriële bedrijvigheid dienen moderne
re bewakingssystemen aangeschaft te
worden om pottekijkers te weren. Ook
in de vormgeving zou de nieuwe techno
logie uitgedragen moeten worden. Het
Sciencepark moet op z'n minst enkele
architectonische hoogstandjes bevatten
om het prestigieuze karakter ervan te be
nadrukken.
Het gemeentebestuur van Leiden heeft
enkele veren moeten laten om de ont
wikkeling van het Sciencepark mogelijk
te maken. Toen men het belang van
deze nieuwe bedrijvigheid begon in te
zien werd de op deze plaats beoogde wo
ningbouw zonder al te veel problemen
geschrapt. Want ook de gemeente ziet in
het Sciencepark een uniek bedrijventer
rein dat in de toekomst de aandacht van
technologisch Nederland voortdurend
op Leiden gevestigd moet houden.
GERT VISSER
Het Sciencepark wordt in Leiden als een prestigeobject beschouwd. Het is een produkt
van de speurtocht naar nieuwe bedrijvigheid in de Sleutelstad nadat het verdwijnen van
de textielindustrie de werkloosheidscijfers ter plaatse omhoog joeg.
De Gebouwen Onderhouds Maatschappij is al lang geen onderneming
meer die zich alleen bezighoudt met het schoonmaken van bedrijven. Men
kan er bijvoorbeeld ook terecht voor bewaking en beveiliging van gebou-
SCHIEDAM - Het is voor be
drijven vaak een opgave om
naast hun eigenlijke werk ook
nog te zorgen voor het schoon
maken, bewaken en onderhou
den van hun gebouwen. Het
wordt dan ook steeds meer de
gewoonte dit soort „bedrijfs-
vreemde activiteiten" uit te be
steden aan ondernemingen die
erin gespecialiseerd zijn. Het
schoonmaakbedrijf Cemsto, dat
vijfenzeventig jaar geleden werd
opgericht, is daar een voorbeeld
van. Nu zijn er vijftien onder-
houdsondernemingen op de
markt. Een van de grootste is
GOM in Schiedam.
Drs. J.G. Geurts, algemeen directeur
van GOM, kan tevreden zijn. De
uitbesteding neemt toé. Dat blijkt
tenminste uit onderzoek van de
Erasmus Universiteit dat dit jaar in
opdracht van GOM werd gehouden.
„Uitbesteden is veel efficiënter",
zegt Geurts, „onderhoudsonderne-
mingen zijn gespecialiseerd in het
werk en door de concurrentie zijn ze
goedkoper en leveren ze betere kwa
liteit dan wanneer de opdrachtgever
het zelf zou doen. Sommige bedrij
ven zeggen dat uitbesteding afhanke
lijk maakt. Daar ben ik het niet mee
eens. Die afhankelijkheid geldt na
melijk ook andersom, want wie on
tevreden is stapt naar de concurrent.
Bovendien houdt de opdrachtgever
altijd een vinger in de pap: hij stelt
vooraf een eisenpakket samen en
controleert later of gebeurt wat afge
sproken is".
Tapwacht
De Gebouwen Onderhouds Maat
schappij werd in 1966 opgericht als
een schoonmaakdienst. De heer
Geurts: „De gemeente Rotterdam
was onze eerste klant en is na twin
tig jaar nog steeds de grootste op
drachtgever". In 1979 kwam er een
afdeling bewaking en beveiliging, in
1985 een kantinedienst (catering) en
in hetzelfde jaar werd het bedrijf
Breijer overgenomen, dat zich bezig
houdt met de renovatie en het
bouwkundig onderhoud van gebou
wen. Verder heeft GOM een tap
wacht, die in ongeveer elfduizend
cafés en restaurants in ons land de
bier- en limonade-installaties
schoonmaakt. Het bedrijf heeft nu
een omzet van tweehonderd miljoen
gulden. Er werken zesduizend men
sen, voor het merendeel in deeltijd
functies. Behalve het hoofdkantoor
cn zenuwcentrum dat in Schiedam
staat, heeft GOM twintig kantoren
in Nederland en vier in Belgie waar
de werkmaatschappijen gevestigd
zijn. Uitbesteding vereist coördina
tie. Geurts: „We hebben Nederland
verdeeld in zes districten, aan het
hoofd waarvan een directeur staat
die de uitbesteding in zijn gebied re
gelt. De kwaliteit van het werk zelf
wordt bewaakt door managers, die
verantwoording aan de districtsdi
recteuren afleggen".
Amerika
Het verschijnsel uitbesteding komt
uit Amerika. Geurts: „Die ontwikke
ling startte al voor de Eerste Wereld
oorlog. Men ontdekte dat het eigen
lijk veel te lastig was om al dat on
derhoud zelf te doen. De slogan
werd „back t,o the basics", bedrijven
gingen zich alleen bezighouden met
hun specialisme en droegen de rest
over aan zogenaamde „building ser
vices". Hier gaat men dat ook steeds
meer doen. Philips bijvoorbeeld
kwam onlangs tot de conclusie dat
het, door meer uit te besteden, in
Nederland honderd miljoen en we
reldwijd vierhonderd miljoen gulden
kan besparen. En Philips had al een
uitgekiend onderhoudsbeleid. Ik
denk dat het vele andere bedrijven
honderden miljoenen zou schelen
als ze meer zouden uitbesteden. Je
kunt het vergelijken met het afstoten
van taken door de overheid, de pri
vatisering".
„De grootste achterstand in uitbeste
ding heeft de gezondheidssector. Het
wezen van een ziekenhuis is het ge
nezen en verplegen van mensen. En
dan zeg ik: houd je daarbij en be
steed bijvoorbeeld schoonmaakwerk
uit. Dat gebeurt daar nog veel te
weinig".
Bij de grotere particuliere bedrijven
wordt wel stevig uitbesteed. Geurts:
„Bij zestig tot zeventig procent is
dat het schoonmaakwerk, bij iets
minder dan de helft de kantinedien
sten en bij vijfentwintig tot dertig
procent wordt de bewaking uit han
den gegeven. Het „totaalbeheer"
(het uitbesteden van alle diensten
aan één onderneming) is nog in een
beginstadium. GOM is eigenlijk de
enige in Nederland die het kan. Er is
wel belangstelling voor, want het is
voor een bedrijf natuurlijk gemakke
lijker om met één contactpersoon te
overleggen dan met vijftien tegelijk.
Bovendien kunnen werkzaamheden
beter op elkaar worden afgestemd en
worden er geen verantwoordelijkhe
den naar anderen doorgeschoven".
PETRA DE VRIES
(ADVERTENTIE)
n
Postbus 285,1250 AG Laren.
Tel.: 02153-122 44.