Omwegen Jan Zandvliet draagt het commando over aan zoon Klaas Postbode Keereweer gaat met pensioen li LEIDEN OMGEVING EcidóeSoirumt ZATERDAG 1 NOVEMBER 1986 PAGINA \f Op mijn omwegen dóór stad en land I kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen AM wie u graag in deze rubriek zou willen MM tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 HBRKil - 12 22 44 op toestel 10. door Ton Pintors druk, dat Jan Zandvliet en zijn boekhoudende Wies zel den of nooit in hun hóeken- carrière een buil zijn geval len. Er waren tijden van voor- en tegenspoed, maar dat hebben wij allemaal gemeen. Zandvliet reilde en zeilde door de wereld van het boek en hield de ogen onderwijl wijd open. Het kon vroeger zo druk niet zijn in dit familiebe drijf, of altijd was er wel sou laas. Jan Zandvliet: „Toen we eenmaal aan het uitgroeien waren, was er altijd man kracht genoeg als het storm liep. Ik had negen zussen. En steeds, als de nood aan de man kwam, vloog er wel een naar beneden om bij te sprin gen". Wat dat betreft, was het ook altijd „uit voorraad lever baar" bij Zandvliet aan de Haarlemmerstraat. Narigheid in de oorlogsjaren. Zandvliet: „Als het koud was je zat zonder verwarming stond je met je winterjas aan in de zaak. Na die oorlog was het opbouwen; er was een enorme leeshonger We ver kochten oorlogsboeken bij de vleet; er was keuze genoeg. Trouwens nóg: oorlogsromans of oorlogsdocumentatie vin den onverminderd grote af trek. Typisch; ook in deze tijd. Enfin, we zijn als algemene boekhandel verder gegaan, en we deden dat graag. Een heel apart vak. Zandvliet is trou wens nog de enige boekhan del ter stede die van vader op zoon bestaat. Zonder inmen ging van derden, maar zelf standig. Daar waren er vroe ger in Leiden wel 20 van te vinden, maar men is vertrok ken of overleden, en anderen hebben de zaken overgeno men of de bedrijven zijn er gens in ondergebracht, zonder dat je dat aan de buitenkant kunt zien. Ik heb ze alleen maar zien verdwijnen". Volgens Jan Zandvliet is de boekhandel „een enig vak; als je het goed doet en desnoods dubbele uren maakt. We mik ken al jaren op een mooie se lectie: de grote afdeling lite- Je hebt mensen die, als ze eenmaal met pensioen gaan, zich amper los kunnen maken van de baan waarmee ze soms „getrouwd" zijn geweest. Je ziet ze dan herhaaldelijk terug op die plaats. De omgeving zegt dan: dat kan niet goed zijn; man, je moet een hobby zoeken. Maar neem nu het geval Jan Zand vliet. Dat ligt heel anders. Een halve eeuw lang heeft Zandvliet tussen de boeken gezeten en officieel stapt hij vandaag op als directeur van een bedrijf dat hij vijftig jaar heeft helpen opbouwen. Maar gegaran deerd, dat je hem de komende tijden regelmatig te genkomt in die boekenwinkel. En niemand die tegen hem zal zeggen: joh, ga eens wat anders doen om de tijd te doden! Hij heeft genoeg om handen, thuis, waar hij niets liever doet dan knutselen een oud bureau tje of een kastje van zijn vrouw Wies weer gloednieuw maken, bijvoorbeeld. Maar zijn boeken kan hij nog niet missen: „Ik was al een paar jaar aan het „afbou wen", maar zolang ik er nog plezier in heb en m'n goede gezondheid behoud zal ik er een paar middagen in de weèk zijn". En zijn vrouw denkt er net zo over; die houdt voorlopig nog de boekhouding onder de duim. NA EEN HALVE EEUW VAN TOETEN EN BLAZEN ROND HET BOEK rair en educatief trekt me erg aan; informatieve boeken ook. We hebben ook een belangrij ke afdeling buitenlandse poc kets, veelal Engelstalige. Ook op reisgebied is er erg veel; men gaat veel meer met va kantie, kun je wel merken". Streekromans? Nee, niet zo veel meer. De romantijd Is een beetje voorbij. Daar zijn de bibliotheken voor". „Jan. kijk uit!", kreet Wies weer; „Ik dacht, dat je een boekhan delaar was!" Maar Wies lachte nogmaals, want ze kent haar gemaal Jan verdraaid goed. - Poëzie? Wordt meer verkocht dan vroeger. Absoluut. De sortering kinderboeken is er ook nadrukkelijk. En de do cumentatie stelpt eveneens veel leeshonger: De Jong. met fl£ z'n levenswerk, aangestoken gj door het succes van sir Win- ston Churchill's biografieën. Nou nou. Daar spint Zand- vliet ook zijde bij, bij De Jong dus, en Klaas jr. hoopt daar de e€ hand in te kunnen houdem jo „Nogmaals: oorlogsromans doen het nog steeds erg goed", gj volgens Jan Zandvliets eigen ov ondervinding. „Maar goed, ik L heb van m'n leven nog nooit |0I spijt gehad dat ik in dit vak ^1 terecht ben gekomen. Zaken doen was ook leuk, vooral vroeger, als je kortingen bij de vertegenwoordigers eruit kon slepen. En dat waren me linkmieggels hoor. En dat ge voel in je vingers voor uitga- ven van boeken, dat krijg je wel in de loop der jaren. Ik J kon en kan de redelijke mo gelijkheden er zó uitpikken. Dat Fingerspitzengefühl heeft onze zoon Klaas ook al in gro te mate. Al zal ie misschien Dl weieens een keer vragen: pa, Rij wat zal ik hiermee doen? ma Maar daarbij kan hij ook ver- bel zekerd zijn van een volkomen dei op de collecties ingespeeld en 5a; toegewijd stel personeelsle- 25. den". ma Maar heerlijk toch, als je een vei vader en moeder hebt die bij- wa na een leven lang van toeten de en blazen weten als het boek ho< op het spel staat. dei •Jan G.Zandvliet en zijn vrouw Wies Zandvliet-Wijde- veld beëindigen het directo raat over Zandvliet Boekhan- del b.v. aan de Haarlemmer straat in Leiden. Zoon Klaas (32) in '76 als de derde ge neratie Zandvliet in de zaak gekomen neemt de hon neurs over en hoopt dat zijn ouders nog vele jaren hem, met hun know how en hun ambitie, als „commissarissen" terzijde zullen staan. Gisteren kregen Jan en Wies in 't Koetshuis een klinkende re ceptie aangeboden om het for mele afscheid op te luisteren. Daar was het „ad muitos an- nos". „Nou, als het aan mij ligt zal dat best voor elkaar komen", zegt rijzige Jan (65), ,.de zaak, die overigens in '87 zeventig jaar bestaat; is nu mijn hobby geworden en ik blijf er komen als ik er zin in heb". Overname Verknochter kan het bijna niet: Jan Zandvliet werd ge boren in het pand naast de te genwoordige boekhandel. Het is nagenoeg zo, dat hij niet in de luiers heeft gelegen maar in de papier- en schrijfwaren van zijn vader Klaas. Daarom vindt Jan ook: „Ik ben er ge woon ingerold, in de kantoor boekhandel". In de late 20er jaren kocht vader Klaas, die uit Hazerswoude afkomstig was. het perceel dat nu „de grote zaak" is. Vroeger, zo rond 1906, was daar nog een grote tuin, vol appeltjes en peertjes. „Mijn vader kocht niet lang daarna de katholie ke boekhandel van Van Leeuwen aan de Maarsman- steeg, met predicaat en voor raad, voor het toen kapitale bedrag van 10.000 gulden. Ook dat katholieke stempel werd overgenomen, onder de goedkeurende blikken van de paters van de Hartebrug aan de overkant". Jan Zandvliet trouwde in '48 met Wies Wijdeveld (een ver re achternicht van de dichter en literator Gerard), die zich met enige trots „een echte Jan Zandvliet: niet meer dat heilige moeten, maar toch nog even enthousiast als het om boeken gaat. Jordanees" noemt, omdat ze aan de Amsterdamse Rozen gracht geboren werd. Maar toen ze 11 jaar was vertrok het meisje Wijdeveld met haar ouders naar Leiden. „Ze hebben weieens gezegd, dat ik geen betere man had kunnen treffen, want ik ben een echt boekenmens. Als kind zat ik al dag en nacht te lezen. Mijn bijnaam was „het leesmu seum". vertelde mevrouw Zandvliet deze week, nog na genietend. Tot '77 was Jans broer, die, net als pa ook Klaas heette, compagnon in de zaak. In dat rampjaar kwam Klaas met zijn gezin om bij de vliegtui gramp op Teneriffe. Jan Zandvliet: „Ik had 35 jaar met m'n broer in de winkel ge staan.. Na dat verschrikkelijke gebeuren heb ik even op het punt gestaan om alles op te geven; ik kon het verlies nau welijks verwerken. Maar ik heb een geweldige steun ge had va» Wies en m'n kinde ren, en daarom heb ik vol kunnen houden. Goddank ja. Met ons drietjes. Wies, Klaas en ik, is het een ideale samen werking geweest. De kantoor boekhandel is in dat jaar '77 opgeheven. Daar had mijn broer ook z'n beste krachten aan gegeven". Vader Klaas is in '51 op 63-ja- rige leeftijd overleden. „Een geweldig fijne man, en een vakman", herinnert zijn zoon Jan zich nog heel goed. Maar het ging intussen hurry up met Zandvliet als boekhandel. In '63 kwam de doorbraak naar de Stille Rijn, met een grote verbouwing zo rond '70. Het was een algemene boek handel geworden, met voor 50 pet. schoolboeken; „we be dienden minstens tien mid delbare scholen in en rond Leiden. Het was vooral sei zoenwerk, een gekkenhuis soms". Mevrouw Wies Zand vliet: „Je maakte wekelijks 80 tot 90 uur. Je begon 's mor gens om 9 uur en om een uur of 11 's avonds was je klaar". Jan Zandvliet: „Ook 's zon dags was er werk. Mijn broer deed daar erg veel aan. Op mijn terrein lagen de admini stratie. het bestelwerk, de in koop, het ontvangen van ver tegenwoordigers. Je etaleerde ook zelf, 's avonds. Mooi werk overigens, vroeger, als je nu en dan in de clinch lag met die vertegenwoordigers die je van alles in de maag trachtten te splitsen, zoals encyclope dieën. „Neem er 250 tegelijk", adviseerden ze. Maar ik keek wel link uit; ik zag al moei lijkheden bij een afname van 25 van die dure naslagwer ken. De encyclopedie-markt is trouwens later totaal inge stort. Veel te duur allemaal. Voor die informatie kun je netzogoed bij de bibliotheek terecht", aldus Jan Zandvliet. „Jan, kijk uit!", riep vrouw Wies waakzaam: „Ondermijn nou niet je eigen business!" „Nee kind. dat doe ik niet, want ze komen geen encyclo pedieën meer kopen, heus niet", stelde Jan haar gerust. Klaas en Luns „Als je nu naar een saillante momentopname uit de Zand- vliethistorie vraagt en dat doe je, dus dan denk ik aan die toestand met een boek van (of over, dat weet ik niet zo precies meer) Luns destijds Broer Klaas had er via de TV over gehoord. Het boek werd bij Sijthoff. Doezastraat, uitge geven en het liep hard tegen Sinterklaas aan. Hij klom op z'n fiets, ook al was het zater dag en was Sijthoff dicht. Maar er was daar nog iemand, die Klaas honderd exempla ren van dat Lunsboek kon verschaffen, en m'n broer nam die hele voorraad op z'n fiets mee; zwaarbepakt, brug op brug af. Nog vóór het heerlijk avondje waren we door al die boeken heen. Daar kon je geen buil mee vallen". Ik kreeg deze week de in- voor moet krijgen. Want je zou het werken eigenlijk moeten afbouwen, zodat je je op die vrije tijd kunt voorbe reiden. Ik stop nu zomaar ineens, plotseling ben ik de hele dag thuis. Ik heb geen hobby's, dus ja, ik weet niet precies wat ik moet gaan doen. Ik moet in elk geval een beetje in beweging blij ven, dus ik denk dat ik maar Astrid en Yvonne zijn een beetje zielig Een beetje zielig zijn de beide poezen, Astrid en Yvonne. Zij wonen momenteel in het Leids Dierenasiel aan het Bes jeslaantje. Zij kwamen daar op 24 september. Ze werden gebracht door oplettende buurtbewoners, die de poezen steeds in de buurt van de Dr. Lelylaan in Leiden zagen rondlopen. De poezen zouden in deze omgeving in een kas of schuur huizen. In het asiel voelen de beide poezen zich helemaal niet op hun gemak en daarom zijn ze een beetje zielig. Ze kijken heel treurig. Als er iemand Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven, die in het asiel ver blijft. De in deze rubriek beschreven dieren zijn óf gevon den, óf door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende redenen afgestaan, vaak begrij pelijke, maar soms ook volslagen onzinnige. De in „Hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle gezond, hebben een wormenkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen be taling van 95 gulden (inclusief dierenpaspoort) en 45 gul den voor katten zijn ze af te halen. Dit geld komt ten goe de aan zwerfdieren. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Bes jeslaan 6b, Leiden, tel. 411670. Geopend: di-vr 10-12,14-17 u; za 10-12, 14-16 u, zo en ma gesloten. naar de poezen komt kijken, kruipen ze helemaal weg en dan lopen de meeste mensen maar snel door naar het vol gende hok waar een poes zit, die wel lief kijkt en kopjes geeft. Toch zijn Yvonne en Astrid hele lieve poezen. Astrid is vijf jaar en Yvonne is vier. Ze zijn in het asiel nogal schuw, maar te verwachten valt dat als zij eenmaal een nieuw te huis hebben, zij wel weer snel zullen wennen. Daartoe moe ten de poezen wel even de kans krijgen. Dus een gezin, staande of een echtpaar zon der kinderen. Het fijnste zou zijn als beide poezen tegelijk geplaatst zou den kunnen worden, maar echt noodzakelijk is dat niet. Beide poezen zien er verder nagenoeg hetzelfde uit. Ze zijn zwart met wit uitgevoerd. De poezen zijn uit elkaar te v houden doordat Astrid één d wit oortje heeft en Yvonne niet. Doordat de poezen het in d het asiel niet zo naar hun zin 1< hebben, stellen zij zich zeer d gereserveerd op. Ze laten wel- d iswaar alles met zich doen en i| zijn heel makkelijk in de om- v gang, maar echt spontaan zijn v ze nog niet. Dat komt waar- v schijnlijk als zij wat meer aan-j r dacht krijgen van een nieuwe h baas. o Quinie jj De fraaie witte boxer van vo< tl rige week, die de naam Qui* e nie droeg, heeft inmiddels een U nieuwe baas gevonden. Zij ij e bij een gezin met kinderen in n Leiden terecht gekomer^ Voor deze boxer werd veel gebeld. ien b erj z; waarbij de poezen direct ach- tena gezeten worden door een horde kleine kinderen is mis schien niet zo aan te bevelen. De poezen zouden waarschijn lijk het best tot hun recht ko men in een gezin met grotere kinderen of bij een alleen- LEIDEN Ruim dertig jaar bracht postbode A. Keereweer goede en slechte berichten rond in Leiden. Op een „secu re en serieuze manier", zegt hij zelf. Vandaag gaat hij met pensioen; maandag is de afscheids receptie en dan zit het er op voor de postbode, die Leiden en vooral de Haagse Schouw op zijn duimpje kent. Voordat Keereweer bij de PTT terechtkwam, en dat was in 1956, werkte hij on der andere in de bouw en in textielfabrieken. Op een goede dag zag de Leidenaar een advertentie in de krant, waarin de PTT vroeg om postbodes. Keereweer sollici teerde, want hij had het bij de textielfabriek niet bijster naar zijn zin. „Ik werd aan genomen, maar moest wel eerst naar de tandarts omdat mijn gebit niet goed was", vertelt hij. Gekleed in een blauw pak met rode biezen, bracht Keereweer de eerste brieven rond in De Kooi. Later kreeg hij andere wij ken rond de Lammen- schansweg. centrum, Zuid- West onder zijn hoede, tot het gebied bij de Haagse Schouw: Rijndijk, Haagweg, Valkenburgseweg, Omme- dijkseweg zijn pakkie-an werd. „Dat was tien jaar of meer dan tien jaar, ik weet het niet precies, mijn vaste wijk". Dag in dag uit ging postbode Keereweer de deu ren daar langs, 't Is dan ook niet verwonderlijk dat hij „iedereen" uit die buurt kent. En dat kwam soms goed van pas: „Soms stond er geen nummer op een brief of kaart, maar als ik de naam zag, wist ik precies voor wie de post was". Keereweer kent de mensen en de mensen kennen hem. Jarenlang zagen ze de kleine postbode met de bril voorbij komen. „Ze zijn aan me ge wend", weet hij. Op veel adressen liep hij gewoon naar binnen, legde de post op tafel en dronk gezellig een bakkie koffie mee. Zo was er bijvoorbeeld een man in zijn wijk, die alleen koffie dronk als Keereweer met 'm meedeed. „Als hij alleen is, dan zet hij geen koffie. Want dat vindt hij niet gezellig". Soms gebeurde het weieens dat postbode Keereweer de koffie afsloeg, „want dan had ik al vijf bakken op". Pastoor De mensen in zijn wijk wa ren niet alleen gul met bak kies troost. Flessen wijn heeft Keereweer weieens gekregen, en een plant, een setje schroevedraaiers en de thermometer die aan de bui tenkant hangt van "zijn nieu we huis in de Stevenshof. En dan was er de pastoor, „helaas is die een jaar of wat geleden overleden", die de postbode vaak een pakje si garetten gaf. Een andere man vroeg naar zijn adres en liet met Sinterklaas een pakketje bezorgen. „En", zegt de postbode ge trouwd en vader van drie zonen „met oud en nieuw kreeg ik altijd veel fooien". Niet alleen als het zonnetje scheen, op dagen dat ieder één wel buiten wilde lopen. ging Keereweer er op uit. De post moest ook worden bezorgd als het regende of heel koud was. Postbode Keereweer vond het niet erg: ,,'t Was natuurlijk niet echt prettig, maar de PTT zorgt voor goede pakken. Als het regent, dragen de bestellers een regenjas en laarzen. En er zijn speciale handschoenen voor als het koud is. Van die handschoe nen waarmee je toch je vin gers kunt gebruiken. Nou, ik kon er niet mee overweg, hoor". Postbode Keereweer kijkt tevreden achterom. Hij heeft het prima naar zijn zin ge had „in de bestelling". Na tuurlijk, vroeger moest hij 's zondags, als hij telegram- dienst had, weieens op de fiets naar Oegstgeest of Noordwijk om een telegram of expresse te bezorgen. Maar dat hoeft tegenwoordig ook niet meer. 't Zit er bijna op voor post bode Keereweer. Hij weet nu al dat hij zijn werk erg zal missen. „Ik zou best nog wel door willen werken". een krantenwijkje zoek, of reclamefolders ga rondbren gen. Want ik wil toch een beetje in die brievenbussen blijven morrelen". JANET VAN DIJK Postbode Keereweer heeft veel poststukken in zijn handen gehad. Deze week brengt hij voor het laatst post rond, zoals hier bij bejaarden centrum Robijnhof. zegt hij. „Ik moet plaatsma ken voor jongeren, en dat kan ik wel begrijpen. Maar ik vind toch dat iemand die na zijn 65e nog wil blijven werken, daar toestemming

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 12