De wonderlijke
herrijzenis
van Ottoland
VdA zal nog wel even „partij van de armoede" blijven
„Vooroordeel over laffe jood
doorbreken door gedenkteken
CeidaeSou/to/nt
Politiek
Partij
Parlement
RIET NU TABOE IN DOOR
BRAND GETROFFEN DORPJE
STICHTING JOODS VERZET:
NNENLAND
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1986 PAGINA 7
HAAG Hier en
wordt „Het Ver-
Jjnsel Schmelzer" weer
tt€|s uit de boekenkast ge
ld. Niet zozeer omdat
avonden langer wor
maar omdat het op 15
•ber precies twintig
art geleden zal zijn dat
-nfbert Schmelzer in de
r hem genoemde nacht
kabinet-Cals/Vonde-
f de doodsteek toedien-
Zonder het zelf te be
delfen bracht de toenmali-
(KVP-leider daarmee in
vaderlandse politiek
proces op gang dat
ir weerga niet kende.
jmelzers onverbloemde
voor de VVD en zijn af-
:ing van de PvdA veroor-
te een grote bitterheid on-
de sociaal-democraten.
*jlrmee werd de weg geëf-
."n voor een machtsoverna-
juTdoor Nieuw Links. Voor-
>n van deze voor Neder-
begrippen nogal revolu
tionaire groepering verander
den de politieke stijl van de
PvdA op een ingrijpende ma
nier. De tot dan toe tamelijk
hiërarchisch ingestelde soci
aal-democratische partij werd
tot de grond (basis) toe gede
mocratiseerd. Ook naar buiten
toe veranderde de PvdA.
Compromisbereidheid maakte
plaats voor polarisatie, het to
verwoord waarmee „die ver
maledijde KVP" mores ge
leerd zou worden.
Vaak wordt gedacht dat de
PvdA op dót punt in de fout
ging. Maar de nieuwe strategie
werkte aanvankelijk voortref
felijk. Vrij spoedig nadat de
„socialisten", zoals ze zich
weer trots noemden, hun anti-
KVP-resolutie hadden aange
nomen, begon het katholieke
bolwerk inderdaad af te brok
kelen. Dat leidde tot de op
richting van de PPR en ver
volgens tot het kabinet-Den
Uyl, dat volgens de onlangs
overleden Jaap Burger „het
enige echte socialistische kabi
net is geweest dat ons land ooit
heeft gehad"
En het moet gezegd: KVP en
ARP fungeerden in die tijd
min of meer als bijwagens van
de progressieve (lees: PvdA-)
locomotief. Tot zover ging
voor de PvdA dus alles naar
wens. De echte fout werd pas
gemaakt, nadat de PvdA haar
wijze van regeren bij de ver
kiezingen van 1977 beloond
had gezien met een winst van
tien zetels. Dronken van
macht waren de socialisten, zo
dronken dat zij niet meer be
seften wat men zich in de Ne
derlandse politieke verhoudin
gen wel en niet kan permitte
ren. Het koeionneren van
mensen als Van Agt en An-
driessen, die van de PvdA niet
beiden in het tweede kabinet-
Den Uyl mochten plaats ne
men, dreef het inmiddels aar
zelend tot stand gekomen
CDA regelrecht in de armen
van de VVD.
Aanzet
We schreven toen eind 1977.
Maar het zou nog ruim negen
jaar duren eer het tot de PvdA
begon door te dringen dat er
ergens een beslissende fout ge
maakt moest zijn. Vijf jaar re-
feren sinds de Nacht van
chmelzer is immers veel te
weinig voor een partij die een
derde van de kiezers aantrekt.
Nu de verkiezingen van 21
mei dit jaar op een „overwin
ningsnederlaag" zijn uitgelo
pen, lijkt men daar ook in bre
de lagen van de partij van
overtuigd te zijn. Er moet iets
veranderen, zo valt allerwegen
te horen.
En er gaét ook iets verande
ren. De officiële aanzet daar
toe wordt dit weekeinde gege
ven in Amsterdam, op een bij
eenkomst van de partijraad
van de PvdA Centraal discus
siepunt in gebouw De Meer
vaart is het rapport van de
commissie-Netelenbos, die de
uitslag van de jongste verkie
zingen heeft geanalyseerd. Op
het eerste gezicht lijkt deze
commissie zeer voortvarend te
werk te zijn gegaan. Zij
schroomt niet de vinger op een
aantal zere plekken te leggen.
Zo zou er verkeerd omge
sprongen zijn met lijsttrekker
Joop den Uyl. In plaats van
hem te presenteren als oude
en wijze staatsman hebben de
campagneleiders hem de rol
opgedrongen van „ruziemaker
met de jonge hond Ed Nijpels".
Ook de beeldvorming van de
gehele partij wordt als „niet
gunstig" beoordeeld. De PvdA
komt niet alleen als „dramme
rig" over maar ook als incon
sequent. „Men denkt nogal
eens dat we gemakkelijk van
standpunt veranderen," aldus
partijbestuurslid Tineke Nete
lenbos naar wie de evaluatie
commissie is genoemd. Een
volgende conclusie luidde dat
de PvdA qua politieke strate
gie ernstig heeft gefaald. Het
was fout „Lubbers en de zij
nen voor schurken uit te ma
ken en tegelijk te roepen: we
willen straks wèl met ze sa
menwerken", aldus commis
sielid James van Lidt de Jeu-
de, wethouder van Utrecht.
De commissie-Netelenbos
heeft er ook over nagedacht
welke strategie voortaan ge
volgd moet worden. Het niet
zo verrassende antwoord is: de
PvdA moet zich net zo opstel
len als CDA en VVD. Met an
dere woorden: de partij dient
weer bereid te zijn tot het slui
ten van compromissen. „Je
moet duidelijk maken wat de
PvdA wil, maar er tegelijker
tijd bij zeggen dat wij dat niet
alleen kunnen," zegt Van Lidt
de Jeude. In de praktijk bete
kent dit dat de partij geen „on
onderhandelbare strijdpunten"
meer mag formuleren en dat
de coalitiebesprekingen moe
ten worden overgelaten aan de
Tweede-Kamerfractie. Pas als
het totale regeerakkoord klaar
is, mag de basis ook nog iets
zeggen, op een verkiezingscon
gres.
Zwijgen
haren overhoop hebben ge
haald. Maar toch is hun rap
port lang niet volledig. Er
wordt namelijk vrijwel niets
gezegd over (de wenselijkheid
van) een koerswijziging. Nadat
tal van gezaghebbende PvdA-
'ers zoals Hans Kombrink, Re-
lus ter Beek, Bart Tromp, Joop
van den Berg en Paul Kalma,
hebben gepleit voor wijziging
van het programma, zwijgt de
commissie-Netelenbos hier
over in alle talen. Voor com
missielid Kalma is dat zelfs re
den geweest het rapport van
de voorzitster te verwerpen en
een eigen minderheidsstand
punt te publiceren.
Kalma. adjunct-directeur van
de Wiardi Beekman Stichting,
het wetenschappelijk bureau
■van de PvdA, beseft dat hij
„met dergelijke kritiek de po
litieke tegenstanders van de
partij in de kaart kan spelen".
Maar een te grote terughou
dendheid op dit moment zal de
PvdA naar zijn mening op de
lange termijn nog veel méér
schade berokkenen. Daarmee
tikt hij de spijker precies op de
kop. Want alleen als de PvdA
ook inhoudelijk tot een andere
opstelling komt, zal zij voor
het CDA (en wellicht ooit de
VVD) weer aanvaardbaar
worden als coalitiegenoot. Zo
lang zij de „Partij van de Ar
moede" blijft, zoals sommige
PvdA'ers haar zijn gaan noe
men vanwege haar vereenzel
viging met slechts één kant
van de samenleving fuitke-
ringstrekkers, pacifisten, femi
nisten e.d.), blijft zij veroor
deeld tot de oppositie.
Waarom de evaluatiecommis
sie zorgvuldig om dit probleem
heenloopt, laat zich gemakke
lijk raden. In maart 1987 wor
den de Statenverkiezingen ge
houden en de PvdA wil bij die
gelegenheid haar reusachtige
verlies van 1982 goedmaken.
Bovendien ziet zij die verkie
zingen als de eerste test-case
voor het zwak geachte tweede
kabinet-Lubbers. Tot die tijd
wil de PvdA-leiding dus geen
inhoudelijke discussies. De ka
derleden die in februari en
maart de straat op en de deu
ren langs moeten, zouden eens
ontmoedigd kunnen raken!
RIK IN 'T HOUT
A
Ottoland in vroe-
;er eeuwen gebeurde het
""oms meermalen per jaar:
"Vn klein brandje ont
aardt in een ware vuur
zee en verwoest een heel
niorp. Toen waren alle
Iuizen van hout en dan
on het kleinste vonkje
et begin zijn van een
jroot drama. Op 28 fe
bruari j.l., midden in de
cjzig koude winter wer
den in het dorpje Otto-
pnd in de Alblasser-
vaard elf gezinnen
achtoffer van zo'n dra-
a. Bijna van de ene op
le andere minuut ston-
len ze op straat, zich af
jagend hoe het nu ver
ier moest.
n deel van het toch al niet
forse dorp brandde af, niet
de laatste plaats doordat de
I9.iuizen rieten daken hadden.
2. Nu. meer dan een half jaar la-
jer. blijkt wat de saamhorig
heid in zo'n klein plaatsje
ioor gevolgen heeft gehad.
Vanwege ^iat gevoel van bij
ïlkaar horen piekerde geen
I7iran de getroffenen erover om
ï1.|lders te gaan wonen, ieder-
ien wilde Ottolander blijven,
'ttoland wordt, momenteel
^an de grond af weer opge-
iuwd, niet met rieten daken,
iaar met stenen dakpannen.
77
ie beelden van de puinhopen
n het gehucht in de gemeente
Graafstroom zullen velen nog
0jelder voor ogen staan. Een
Vonkenregen was, geholpen
door een zeer sterke en ijs
koude wind, dwars over het
dorp „gevlogen", daarbij al
het brandbare op z'n weg in
vuur en vlam zettend. Het
waren vooral de rieten daken
van de boerderijen die soms
binnen enkele seconden in
lichterlaaie stonden. Elf ge
zinnen stonden letterlijk en
figuurlijk op straat, onder wie
een groot aantal mensen dat
hun hele hebben en houden
in vlammen had zien opgaan.
Voor de honderden mannen
van de elf te hulp geschoten
brandweerkorpsen was er bij
na geen eer te behalen.
Wie verwacht dat deze men
sen nu tot de bedelstaf zijn
veroordeeld, ziet de saamho
righeid in deze zeer god
vruchtige gemeenschap van
900 zielen over het hoofd. Met
hulp van gemeente, de gere
formeerde én de hervormde
kerk en eigenlijk iedere inwo
ner is Ottoland een geweldige
hulpactie begonnen voor de
gedupeerden, van wie er een
aantal flink onderverzekerd
waren. In alle kerken van de
Alblasserwaard is gecollec
teerd voor en gepreekt over
de schade die de natuur aan
het dorpje heeft toegebracht.
In totaal kwam ongeveer drie
ton binnen op de rekening
van het inmiddels weer opge
heven hulpcomité van de dor
pelingen.
Resultaten
De resultaten zijn niet achter
wege gebleven. Wie het
plaatsje binnenrijdt en gas te
rugneemt omdat de bebouwde
kom niet groter is dan een
paar honderd meter, ziet op
het eerste gezicht weinig dat
nog aan de koude februari-
nacht herinnert. Of het zou
den de nog enigszins zwartge
blakerde knotwilgen moeten
zijn die aan de waterkant van
de vaart staan. Voor de niet-
ingewijde heerst er op zo'n
doordeweekse dag een gezon
de bedrijvigheid. Al gauw
blijkt echter dat de nieuwe
huizen de onderkomens zijn
van de getroffenen. Zo is de
77-jarige voormalige veehou
der G. Aanen voor zijn bun-
galow-in-aanbouw bezig de
grond wat te egaliseren. Het
gaat de oude boer niet meer
zo gemakkelijk af, maar op
zijn manier geniet hij toch
zichtbaar van het karweitje.
De tevredenheid straalt van
zijn gezicht af: „Zó erg getrof
fen te worden door het lot en
er dan nog zó mooi uit te
springen. Dat had ik niet voor
mogelijk gehouden". Aanen
aanvaardt het gebeurde min
of meer als de loop der din
gen, maar hij zou God wel op
zijn blote knieën willen dan
ken voor de afloop van de
zaak. De veehouder was één
van de gedupeerden wiens
verzekering op z'n kapitale
historische boerderij feitelijk
te laag was. „Ik kan er nog
niet over uit, er zijn geen
woorden voor, zo dankbaar
ben ik. Met behulp van ieder
een in het dorp, van m'n fa
milie en van de kerk heb ik
het toch voor mekaar gekre
gen om een nieuw huisje te
laten bouwen. Een echte
boerderij is het weliswaar
niet, maar om te boeren ben
ik toch te oud", aldus Aanen,
die volgens de dorpelingen als
eerste getroffene met zijn
vrouw op zoek ging naar een
nieuw onderkomen. „Die
oude, die ging dóór en zat niet
bij de pakken neer", zegt de
Ottolander Jan van Dam, die
Zolang hun huis nog in aanbouw is. wonen veel inwoners van Ottoland nog In een tijdelijk onderkomen, zoals dit bejaarde echtpaar
de hulpverlening van ge
meente en het speciaal in het
leven geroepen hulpcomité zo
veel mogelijk in goede banen
Gedenksteen
Van Dam is met een aantal
dorpsgenoten van plan om
mogelijk een gedenksteen op
te richten om iedereen die
door het lintdorp rijdt te wij
zen op wat er is gebeurd.
Maar zover is het nog niet en
evenmin is er al een beslissing
genomen over de uitgave van
een gedenkboek over de
ramp. De gedupeerden zelf
hebben die zaken niet meer
nodig. Zij hebben hun lesje
geleerd: geen van hen heeft
het aangedurfd om opnieuw
een rieten dak op de nieuwe
of verbouwde woning te laten
plaatsen. „Geen denken aan,
daar begin ik niet meer aan",
antwoordt Aanen beslist ter
wijl zijn bonkige knuisten op
nieuw de spade in de grond
steken.
Honderd meter verderop legt
de familie De Kok de laatste
hand aan de tegels in de keu
ken van hun nieuwe onder
komen. Nadat hun huis door
de brand werd getroffen en er
slechts twee muren van over
eind bleven, heeft het echt
paar bij de dochter des huizes
gelogeerd. De brand van Otto
land vond plaats enkele dagen
voor de trouwdag van de
dochter. Het heeft de pret van
de familie De Kok niet kun
nen bederven en na de brui
loft bleven pa en ma gewoon
nog een half jaartje toezicht
houden.
Inmiddels heeft een plaatselij
ke aannemer op de plek van
het drama een knap staaltje
vakwerk verricht. Mevrouw
De Kok leidt het bezoek trots
rond, door de nieuwe keuken
en de huiskamer waar de
vloerbedekking nog dezelfde
week moet worden gelegd. Ze
vertelt uitgelaten over het
nieuwe plafond en over de
oorspronkelijke, onpraktische
indeling van het huis die ze
nu voor eens en voor altijd in
haar voordeel heeft kunnen
veranderen. Zoals in elke
kleine gemeenschap zou zijn
gebeurd, wordt ook in Otto
land soms door een enkeling
met jaloezie en afgunst ge
praat over „hoe warmpjes ze
er nu bij zitten". Jan van
Dam wordt een beetje boos als
zulke verhalen ter sprake ko
men. „De slachtoffers van de
ramp zullen de brand nooit
van hun leven meer vergeten.
Oké, ze hebben nu bijna alle
maal weer hun eigen dak bo
ven het hoofd, maar niemand
mag vergeten dat ze vreselijk
veel immateriële schade en
leed te verwerken hebben. De
meesten zijn het familiebezit
van tientallen jaren, soms wel
eeuwen kwijtgeraakt, evenals
erfstukken, sieraden, foto-al
bums die voor de mensen per
soonlijk zeer veel waarde
kunnen hebben. Dat mag nie
mand vergeten", vindt Van
Dam.
Verlegenheid
De hulp kwam van overal, er
waren zelfs mensen die hun
mooiste spullen vanuit het
oosten van het land persoon
lijk kwamen brengen. De Ot-
tolanders die zich in het
plaatselijke Groene Kruis-ge-
bouw bezig hielden met de in
zameling van kleding en huis
raad werden op sommige mo
menten zelfs een beetje in
verlegenheid gebracht door
het enthousiasme waarmee de
chaotische bende dagjesmen
sen de knip opentrokken. De
zondagsrust werd er dan wel
ernstig door verstoord, maar
het was immers voor het goe
de doel. Zo kwam alles in de
woorden van Van Dam toch
nog „op de pootjes terecht".
Over de oorzaak van de
brand en de verdere toe-
'dracht praat men in het over
wegend agrarische dorp nog
maar zelden. De politie en de
brandweer hebben hun on
derzoek naar de vraag hoe het
vuur om half negen in de
avond in het schuurtje van de
familie Van Houwelingen is
begonnen allang afgesloten,
zonder dat de oorzaak is vast
gesteld. „Gebeurd is gebeurd",
zegt Van Dam. „In een grote
stad had men misschien het
allereerst de mogelijkheid van
brandstichting bestudeerd,
maar wij denken daar pas het
laatst aan".
Achter de woning van de fa
milie De Kok is nog duidelijk
zichtbaar waar de stal van het
boerenbedrijf is geweest.
Maar alleen de betonnen
vloer herinnert nog aan de
dagen van vóór 28 februari.
Van het schuurtje ernaast is
nog te zien hoezeer de zwart
geblakerde balken onder het
verwoestende vuur hebben
geleden. Achter het nieuwe
huis van de Ottolandse fami
lie Van Houwelingen herin
nert een stenen muurtje nog
aan de ramp die Ottoland
trof. Zo zal elke gedupeerde
in het dorp wel een eigen
plekje hebben dat in stilte
herinnert aan de ramp. En de
•nieuwe huizen in de dorps
kern mogen dan wel bijzon
der fraai ogen, ze blijven litte
kens van het verleden.
ARJEN VAN DER SAR
JSKE EN WISKE DE GLANZENDE GLETSJER
AMSTERDAM Een
vooroordeel: de joden
hebben zich in de Tweede
Wereldoorlog als makke
schapen naar de slacht
bank laten leiden. Een
tweede vooroordeel: het
verzet tegen de Duitsers
werd gedragen door com
munisten en calvinisten,
niet door joden. Beide niet
waar, zegt de stichting
„Joods Verzet
19401945". Het joods
verzet is onderschat, ter
wijl het dat van de Neder
landers overtrof. Er moet
dan ook een monument
komen voor de joden die
zich verzet hebben tegen
het nazisme, het liefst in
de voormalige Amster
damse jodenbuurt, rond
het Waterlooplein.
De stichting Joods Verzet, die
zich gisteren onder voorzitter
schap van professor Ben Polak
presenteerde in het Anne
Frank Huisv is zeker van haar
historisch gelijk. Het wijd ver
spreide verhaal over de laffe
(of in elk geval gelaten) joden
die zich zondermeer overga
ven aan de Duitse doodsma
chine is apocrief; een mythe,
niet gestaafd door feiten.
De joodse oud-verzetstrijders
Barend Bluhm (dit jaar overle
den) en Herman Natkiel heb
ben verschillende deskundi
gen en geestverwanten om
zich heen verzameld om die
mythe uit de wereld te helpen.
Er is een stichting gevormd,
waarin naast oud-verzetstrij
ders zoals Ben Polak, Nico
Wijnen en Els Steijnis-de
Haan, ook Ronnie Naftaniël,
directeur van het Centrum In
formatie en Documentatie Is
rael (CIDI) deel van uitmaakt.
Allereerst moet er een ge
denkteken komen (begrote
kosten: anderhalve ton) en
vervolgens moet het onder
zoek naar de deelname van jo
den aan het verzet systema
tisch ter hand worden geno
men. Daarbij gaat het niet om
louter joodse verzetsgroepen,
maar om de joodse bijdrage
aan het verzet in het alge
meen.
Joods Verzet beroept zich on
der meer op onderzoek van de
historicus prof. dr. J. Presser
die in 1961 twee uitdagende
stellingen poneerde in zijn
„Schrijfsels en schrifturen"
De eerste knokploegen tegen
de Duitsers bestonden uit jo
den, aldus Presser. De NSB in
de Amsterdamse jodenbuurt
werd door die knokploegen,
bijgestaan door solidaire niet-
joden, al in 1941 afgedroogd.
En vanuit de joodse schouw
burg, waar de joden werden
ondergebracht voor ze gede
porteerd werden, heeft een
groep joden onder leiding van
de later vergastte Walter Süs-
kind veel potentiële slachtof
fers laten ontsnappen. Via de
ernaast gelegen crèche werden
duizenden kinderen op die
manier gered van een wisse
dood. Ook hebben leden van
de Chaloetziem, de Palestina-
pioniers, lotgenoten helpen on
derduiken en vluchten.
De stichting Joods Verzet kan
niet verklaren waarom deze
feiten in Nederland niet tot
een groter publiek zijn doorge
drongen. Naftaniël: „Misschien
heeft het geweldige aantal
slachtoffers van de Holocaust
de gedachte opgeroepen van
weerloze en gelaten schapen
Maar ook het woord „gelaten"
is al onjuist: veel joden zijn
moedig, met opgeheven hoofd,
vertrouwend op hun God de
gaskamers in gegaan. Toch
worden ze vaak laf genoemd.
Nee, ik geloof niet dat dat een
vorm van anti-semitisme is.
Het is een vooroordeel, dat bij
velen leeft, een stereotype dat
bestreden moet worden".
De gemeente Amsterdam
heeft al toegezegd mee te wil
len werken aan het vinden1
van een geschikte locatie van
een op te richten monument
voor het joods verzet. De stich
ting zal proberen van gemeen
te, overheid, bedrijfsleven en
instellingen subsidie los te
krijgen voor het gedenkteken.
STEVO AKKERMAN