Boter nog
steeds
een luxe
ra
DEN H.-L4G - De trein van München
naar Istanboel was de Turkse grens nog
niet over of het raampje ging open en de
lucht werd diep opgesnoven. Het was een
wat oudere Turkse man die daar stond;
kort en breed, met vochtige weemoedige
ogen. Hij was duidelijk ontroerd weer te
rug te zijn in zijn moederland. Maar
toen richtte zijn zoon zich op. temidden
van alle koffers. en zei in onvervalst Am
sterdams: „Pa: wat een zooi. Het
stinkt!".
Deze anekdote uit het glooiende land
schap van Thraciè. vol zonnebloemen
maar ook met slecht gedraineerde afval
hopen, geeft volgens migratieconsulent
drs. J. van der Loos de tegenwoordige
Turkse remigratie in een notedop weer.
Pa kon dank zij de experimentele rege
ling van staatssecretaris Kappeyne van
de Coppello een lang gekoesterde wens
in vervulling doen gaan: terug naar zijn
geboortegrond. Maar in hoeverre zal zijn
zoon zich daar thuis voelen? Dat is een
klemmende vraag, want een weg terug is
er niet. Turkse kinderen die met hun ou
ders remigreren zijn in Nederland niet
meer welkom. Wat de remigratie betreft
voert de Nederlandse overheid een poli
tiek van: eens weg, nooit meer terug.
Oriëntatiereis
Van 24 juli tot 24 augustus reisde Van
der Loos, migratie-consulent bij de Ka
tholieke Emigratiecentrale in Den Haag
door Turkije, met name geïnteresseerd
in de ervaringen van geremigreerde (te
ruggekeerde) Turkse families. Hoewel in
het Nederlandse minderhedenbeleid „re
migratie" sinds 1983 krachtig wordt aan
gezwengeld. is tot dusverre nog nauwe
lijks onderzoek verricht naar de gang
van zaken in Turkije zelf. Uit verschei
dene enquêtes in Nederland was al over
duidelijk gebleken dat het merendeel
van de Turken en Marokkanen in Ne
derland graag terug wil naar het moeder
land (volgens een onderzoek van D66 in
1984 zelfs bijna vijfenzeventig procent),
maar de belangstelling voor het weder
varen van de daadwerkelijk teruggekeer
de „gastarbeiders" had nog geen onder
zoek opgeleverd. Uit het oog, uit het
hart, zou je bijnar zeggen.
„Je kunt ook mijn reis niet als een we
tenschappelijk onderzoek bestempelen",
meent Van der Loos, die er in Turkije
niettemin enkele duizenden kilometers
en zeker honderd interviews op heeft zit
ten. „Ik denk dat je beter kunt zeggen
dat ik de sfeer geproefd heb. Ik ben ter
plaatse vooral nagegaan of de verwach
tingen zijn uitgekomen, of er financiële
problemen waren en of de voorlichting
en voorbereiding in verband met de mi
gratie voldoende zijn geweest. Dat laat
ste is voor mijn werkgever interessant,
omdat die voorlichting in maart dit jaar
aan de vakcentrales, de remigratiecentra
les en het Nederlands Centrum voor
Buitenlanders was opgedragen".
Onderschat
Eerdere rapporten hebben de vinger al
op de wonde gelegd: veel Turken die te
rug willen naar het moederland onder
schatten de problemen die daar op hen
wachten. In het algemeen hebben ze een
te rooskleurig beeld van de maatschap
pelijke verhoudingen en economische
mogelijkheden, die ze nog van jaren te
rug en wellicht van enkele vakanties
kennen. Van der Loos: „Dan remigreert
men met de bedoeling een taxibedrijfje
te beginnen of een kruidenierswinkeltje,
maar dan blijkt dat er al honderden taxi
ondernemers en kruideniers zijn".
Ook in sociaal opzicht komen de Turkse
remigranten in eerste instantie vaak van
een koude kermis thuis. Waar een warm
onthaal wordt verwacht ontmoeten de
remigranten dan wantrouwen, omdat zij
in de ogen van hun vroegere dorpsgeno
ten te veel verwesterd zijn en wellicht
een bedreiging vormen voor de plaatse
lijke islamitische cultuur. Of, aldus Van
der Loos, er wordt van de teruggekeerde
„rijke" Turkse gastarbeider verwacht dat
hij allerlei schenkingen doet, goede da
den verricht en in het onderhoud voor
ziet van familie en verwanten.
Van der Loos: „Ik had de indruk dat er
meestal toch wel een jaar overheen gaat
voordat een geremigreerde Turkse fami-
consulent bij de
Katholieke Emi
gratiecentrale in
Den Haag, reisde
een maand lang
door Turkijemet
name geïnteres
seerd in de
ringen van geremi
greerde (terugge
keerde) Turkse fa
milies.
Otn lofocokumi
;Remi|radón!
ïijj—iJI
m
RaTOgrcpo!
$m
fcnpocjo?
RcmiM.iii.-i
"Towwt'
U'\
ii
i 'y
t ,j
TURKSE JONGEREN TERUG NAAR EEN VER, VREEMD LAND
Voor veel oudere Turken is het een lang gekoesterde wens terug te keren naar hun geboortegrond. Naar de tOn en de gemoedelijke
bevolking. Maar voelt zijn zoon zich daar thuis?
lie geaccepteerd en geïntegreerd is. Men
moet helemaal opnieuw bewijzen echte
islamieten te zijn. Niet in de laatste
plaats omdat het westen in de Turkse
media nogal eens wordt afgeschilderd als
decadent en verdorven".
Juiste keus
Een voor het remigratie-experiment van
de overheid bemoedigende conclusie is,
dat de oudere Turken blijkens het reis
verslag van Van der Loos er na een jaar
in Turkije in het algemeen van over
tuigd zijn de juiste keus te hebben ge
maakt. Van der Loos: „Als er geen fi
nanciële problemen zijn omdat het eigen
bedrijfje is mislukt of omdat de wao-uit-
kering door een herkeuring is vermin
derd, staan ze vierkant achter hun remi
gratie. Wat de eerste generatie betreft, is
de experimentele remigratieregeling
(waarbij werkloze Turken ouder dan 55
jaar met een aangepaste uitkering terug
mogen keren, red.) bijzonder geslaagd".
De voordelen van de terugkeer naar
Turkije laten zich raden: hereniging met
de familie, terug-in de vertrouwde omge
ving, het ontspannen levensritme, het
prettige klimaat aan de kust. niet langer
gediscrimineerd worden en ook: een vei
lige thuishaven .voor de kinderen. De
kinderen zijn voor veel remigranten de
belangrijkste reden om terug te keren, zo
beluisterde Van der Loos in veel ge
sprekken. „Men had het idee dat de kin
deren bij een langer verblijf in Neder
land voor de islam en de Turkse cultuur
verloren zouden gaan. Zelfstandig op ka
mers gaan wonen is bijvoorbeeld in Tur
kije taboe".
Die jongeren, afkomstig uit het op indi
viduele vrijheid gerichte westen, moeten
zich dus weer zien aan te passen aan het
groepsgerichte en traditionele Turkije.
Dat dit niet altijd makkelijk gaat ligt
voor de hand. zeker omdat de kinderen
lang niet altijd bij de beslissing „terug of
niet?" betrokken worden. Jongeren on
der de zestien zijn sowieso verplicht met
hun ouders terug te keren en jongeren
tussen de zestien en achttien jaar heb
ben, als ze in Nederland zouden blijven,
geen recht op een uitkering. Een alterna
tief is er voor deze jongeren dus eigen
lijk niet.
Van der Loos: „Het is behoorlijk moei
lijk er achter te komen hoe het met de
tweede generatie in Turkije gesteld is.
Een Turk zal in het algemeen niet snel
zeggen: ik ben wanhopig en ongelukkig,
ik zit diep in de penarie. Dat zou een ca
pitulatie zijn. Maar uiteindelijk bereik
ten me toch wel verhalen van Turkse
meisjes en jongens die behoorlijk geïso
leerd moeten leven. Problemen op
school, vooral met de vakken Turks, ge
schiedenis en godsdienst. Jongeren met
nog minder perspectief dan Nederland al
bood, in Turkije kent men immers ook
een flinke werkloosheid".
Terugkeer
„Ik ben er een groot voorstander van dat
voor deze groep remigranten tot 21 jaar
een terugkeeroptie in het leven wordt ge
roepen", schrijft Van der Loos in zijn
reisverslag, dat binnenkort aan het mi
nisterie van sociale zaken wordt ge
stuurd. Verder zou onderzocht moeten
worden welke mogelijkheden er voor
deze categorie migranten zijn om in de
„booming" toeristenindustrie van Tur
kije werk te vinden.
„Dat is wel een belangrijk lichtpunt", al
dus Van der Loos. „Niet zelden is de
manager van een hotel of een reisleider
een uit Nederland of Duitsland terugge
keerde jongere die verschillende talen
onder de knie heeft. Het toerisme in
Turkije maakt werkelijk een stormachti
ge ontwikkeling door, en vooral in die
sector - tussen oost en west - voelen
deze jongeren zich thuis".
In de Turkse gemeenschap in Nederland
zijn de remigratieregelingen (een basis
voorziening met een verhuiskostenver
goeding plus dne maanden uitkering, en
de mogelijkheid van bijstands-export
voor oudere werklozen) in elk geval
flink aangeslagen. Per 1 juli 1985 hebben
al drieduizend Turken gebruik gemaakt
van beide regelingen. Sinds 1975 zijn to
taal 19.961 Turken geremigreerd. Aan
vankelijk zonder enige steun of begelei
ding van de zijde van de Nederlandse
overheid, want plannen voor remigratie
regelingen werden 'in die tijd nog veront
waardigd als „oprotprojecten" van de
hand gewezen.
Van der Loos: „Gelukkig is het inzicht
doorgebroken dat je de buitenlandse ar
beiders tenminste de keuze moet bieden
om hier te blijven, dan wel terug te gaan.
Remigratie kan een goed sluitstuk van
het minderhedenbeleid zijn, daar zijn
alle emigratiecentrales het nu wel over
eens. Al blijf ik bij veel remigranten het
gevoel houden: we hebben gefaald. Het
is opnieuw niet gelukt .om ze in de Ne
derlandse gemeenschap op te nemen,
maar dan met behoud van de eigen
identiteit".
PAUL KOOPMAN
ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1986
GESCHIEDENIS
OP TAFEL
In de duizenden jaren dat boter
bestaat - en dan spreek ik over echte
boter - is zij steeds een luxe
gebleven. De techniek om room tot
boter te karnen is uit Azië via
Grieken en Romeinen naar onze
streken gekomen. Op die lange reis
door landen en eeuwen is de gele
spijs voortdurend voorbehouden
gebleven aan de rijksten. Het gewone
volk gebruikte olie of vet.
Aangezien nagenoeg iedereen in ons
lana min of meer rijk is - in
historisch licht bezien althans - zou
men verwachten dat natuurboter een
algemeen goed is geworden. Toch is
dat niet zo. Dat komt doordat
Hippolyte Mège Moiriès in 1869 de
kunstboter uitvond. Mège werd in
1817 in het Zuidfranse stadje
Draguignan geboren. Zijn
vindingrijke geest heeft de mensheid
verrijkt met vele uitvindingen,
uiteenlopend van een verbeterd middel
tegen syfilis tot het gebruik van eigeel
bij het looien van leer. Zijn
uitvinding van de kunstboter kwam
voort uit een opdracht van Napoleon
III om een produkt te bereiden dat
goedkoper en beter houdbaar is dan
boter. Mège vervaardigde zijn beurre
économique met behulp van onder
meer onzuiver palmitinezuur, sinds
1813 bekend onder de technische
Margarine, een Franse uitvinding, ging er
bij vele, vele mensen in als koek.
naam margarine (het Griekse woord
margarites betekent parel en de stof
heeft een parelachtige glans; vandaar).
De overheid maakte bezwaar tegen
een produktnaam die boter su
en zo werd de kunstboter tot
margarine t
Mège heeft zijn uitvinding wereldwijd
verkocht, onder meer in 1871 voor
zestigduizend gulden aan de firma
Jurgens te Oss. Nederland was toen
reeds een van de belangrijkste
boterexporteurs in Europa. Jurgens
zag een mogelijkheid om met
margarine van de grote vraag naar
boter te profiteren. Zo ontstond te Oss
de eerste industriële
margarineproduklie, die zich daarna
over de hele wereld heeft uitgebreid.
Margarine kan uit allerlei
grondstoffen vervaardigd worden zoals
uit kokos, pinda's, katoenzaad,
zonnebloem, soja, visolièn, dierlijk vet
enzovoorts. Vanzelfsprekend is
margarine, anders dan natuurboter,
dus ook niet per definitie geel. Toen
in de oorlog belasting werd geheven
op gekleurde margarine, bevatten de
pakjes ongekleurd vet plus een
capsule met kleurstof. De belasting
werd zo ontdoken.
Door de uitvinding van het betaalbare
alternatief door Mège is de echte
boter een betrekkelijk elitair produkt
gebleven. Vandaar ook dat Nederland
wgl een botermuseum kent, namelijk
te Maarsbergen, maar geen
margarinemuseum.
MAU RITS VAN ROOI JEN
De vriendjes van
prinses Margaret
LONDEPf - De vriendjes die prinses
Margaret van Grool-Brittannië (56) er op
nahoudt, hebben haar weer in opspraak
gebracht. Platenproducer Tony Eyers
(46). die al negen jaar geregeld bij Mar
garet op visite komt in Lonaens Kensing
ton Palace, kreeg kortgeleden een boete
van 2500 pond en twee jaar voorwaarde
lijk wegens medeplichtigheid inzake de
leverantie van cocaïne.
Eyers onthulde nadien in een sensatiek
rant, dat hij en andere gasten van de
prinses tijdens feestjes in naar riante pa
leisje geregeld naar het toilet gingen om
daar wat „coke" te kunnen snuiven. Van
prinses Margaret is bekend, dat zij cocaï-
nepoeder „een plezierig drugje" vindt.
Deze uitspraak van de prinses dateert uit
de tijd dal zij bij toevaf ontdekte dat twee
vergrijsde Britse rocksterren, Keith Ri
chard en Ronnie Wood, ergens in een
hoekje van haar woning „coke" stonden
te snuiven van een zilveren lepeltje. Mar
garets woorden wekten de indruk daj. zij
dit druggebruik een leuke bezigheid
vond.
Nadat Tony Eyers door Scotland Yard
bij de kladden was gegrepen, dook de
naam van de prinses alras op in het on
derzoek. Maar Evers hield vol dat Mar
garet geen schuld trof. Ook in zijn verha
len aan de kranten beweerde hij dat het
zusje van koningin Elizabeth niet wist
dat op haar toilet door de gasten vrij ge
regeld cocaïne wérd gesnoven.
De aantrekkelijke mannequin Jilly John
son (33), die vijf jaar met Eyers/heeft sa
mengewoond. bevestigt zijn verklaringen.
Jilly, hoog geroemd wegens haar extra
lange en daardoor bijzonder mooie be
nen, zegt: „Echt, Margaret wist van
niets. Zij dacht waarschijnlijk dat haar
gasten allemaal een kou op de blaas had
den".
Maar roddelend Londen vraagt zich toch
af of dit alles wel waar is. Er wordt ge
fluisterd dat prinses Margaret chantage
lie. Zij
in op
spraak te brengen. Volgens professionele
roddelaars is dat haar wraak op haar
zus, die haar dertig jaar geleden verbood
de gescheiden stalmeester Peter Town-
send te trouwen.
Dat prinses Margaret sedertdien toch ge
huwd is geweest, maar daarna ook weer
gescheiden, schijnt haar niet met haar lot
te hebben verzoend. De boeiende verha
len die door insiders worden verteld over
Margarets verslaafdheid aan sigaretten,
whiskey en vriendschappelijke attenties
van vrolijke knapen die een stuk jonger
zijn dan zij, doen in Engeland mifjoenen
oren tuiten. Na haar scheiding van lord
Snowdon, de fotograaf met wie zij twee
kinderen heeft, bracht het zusje van de
Britse vorstin Roddy Llewellyn ten tone
le. Roddy stamde net zoals lord Snowdon
uit Wales, maar hij had geen verstand
van fotografie, wel van tuinieren. Na ver
loop van tijd trouwde Llewellyn een jon
ger vrouwtje. Sindsdien komt hij haast
niet meer op Kensington Palace.
Op Roddy Llewellyn volgden nog vele an
deren, onder wie John Bindon, een ac
teur die ooit door het gerecht was vrijge
sproken van moord. Geboren roddelaars
vertellen, dat Buckingham Palace zich de
laatste tijd steeds meer zorgen maakt
over Margaret en haar vriendjes. De Sun
day Mirror schreef kortgeleden dat de
prinses het maar niet schijnt te snappen,
dat wie bij de hond slaapt ook zijn vlooi
en krijgt.
ROGER SIMONS
'fieidóc Somcwit'
j