,Nu kan ik me nog verbeteren" RJAN JAGT VINDT BRONZEN MEDAILLE MOOI GENOEG: „Leids" basketbal mist eredivisie... )nder redactie van Gert-Jan Onvlee en Pieter Evelein prestatiegerichte sport staan twee zaken centraal: innen èn verliezen, let name dat verliezen teemt een belangrijke plaats jfn bij sportieve gebeurtenis- „Er kan er immers iaar één winnen", de zeer vaarheidsgetrouwe gemeen plaats moet een ieder be iend zijn. In een competitie van tien ploegen, dus negen verlie- ?rs. In bij een wielerkoers met 'eertig deelnemers, zullen r toch negenerdertig zijn lie die eerste plaats niet be nken. ook bij het Masterstoer- iooi van de Leidse Courant, 's deelneemsters waren er )ij de B-dames. Heieen van len Berg was daar een van. ~>e zeer jeugdige Noordwij- ïerhoutse reikte uiteindelijk tot de finale, een grillig ver lopen eindstrijd die door op- mente Margot van Over loop werd gewonnen. En dan is het dus goed dat :(er een opa in de buurt is... 9 De schrik sloeg de redactie van Hutspo(r)t om het hart. Woubruggenaar Arjan Jagt bronzen medaillewinnaar bij de wereldkampioenschap pen wielrennen op de weg voor ^amateurs. En dat ter wijl wij Han Kulker net al zijn titel Leids sportman van het jaar hadden laten pro longeren, „want dat kon toch niet meer fout". Nu, het bleek uiteindelijk inderdaad niet fout te kun nen. Tenminste, niet door toedoen van Jagt. De talent volle coureur is immers lid van Woerden en niet van het Leidse Swift, en dat nu staat zijn kandidatuur voor de „Zilveren Sleutels" lelijk in de weg. Het feit dat hij in Woubrugge woont natuur lijk niet: binnen een straal van vijftien kilometer van Leiden, wordt een aan een Leidse club verbonden sportman door het grootste gedeelte van de zittende jury geacht voldoende „Lei- denaar" te zijn... Bij nader inzien toch wel jammer: Woubruggenaar Jagt had als Leids Sportman van het jaar.een waardig op volger van Leidschendam- mer Kulker kunnen zijn... Bank Het na twee wedstrijden nog ongeslagen Rijnsburgse Boys zou dit seizoen een te kleine selectie hebben om het com plete jaar op niveau mee te PORT LEIDEN £eidae(3otwmizaterdagisseptember ^pagina 17 „Mister Grasshoppers" Ed Zaal: met zijn dames is de basketbal professor een belangrijke gegadigde voor de titel in de dames promotiedivisie. LEIDEN Met een glim lach rond de lippen droe gen zich „clubmensen" noemende onwetenden de eredivisie-afdeling van BS Leiden in mei ten grave. Blij en opgelucht dat ein delijk een einde was ge komen aan de 18 jaar du rende vervloekte periode van gesponsord basketbal, aangekochte spelers en het beoefenen van het spelletje op een niveau waar de gezelligheid, naar hun mening, ver te zoe ken was. Eerst nu de com petitie 86-87 op het punt van beginnen staat (de rayonploegen hebben de startblokken vorige week al vèrlaten), blijkt hoezeer de Leidse regio haar ver tegenwoordiger op het hoogste niveau mist en komt men langzaam tot inkeer. Een simpel voorbeeld: het le denaantal van BS Leiden liep in de voorbije maanden schrikbarend hard terug. Van 210 kelderde het aantal naar 155. De jeugd houdt het voor gezien, nu de regio een team met aantrekkingskracht mist, terwijl het basketbal zich toch al niet meer mag verheugen in de populariteit zoals die be stond ten tijde van de „Par- ker-jaren". De vraag naar de inmiddels geleden schade wordt overi gens door de meeste onder vraagden schouderophalend ontweken. Slechts weinigen zijn bereid de immateriële schadeposten onder ogen te zien. Want naast het verlies van (voornamelijk) jeugdige leden, kennis en supporters, staat inmiddels ook vast dat organisatorisch kader de hak ken heeft gelicht, waardoor een herinstallering van een eredivisieploeg in Leiden vooralsnog een utopie lijkt. Zeker omdat Leiden zich in de laatste drie, sportief gezien zeer succesvolle, seizoenen toch al niet mocht verheugen in een grote publieke belang stelling, wordt het misschien tijd dat men elders in de regio de ogen eens de kost geeft. In Alphen aan den Rijn bijvoor beeld, waar het sportklimaat op zich al veel gunstiger lijkt, het basketbal nog leeft en het enthousiasme van de club, BV Odijk, in ieder geval een aar dige basis zou vormen. De Alphenaren promoveerden dit seizoen naar de eerste divi sie, waarmee aan de primaire vereiste om straks een voor trekkersrol te kunnen gaan vervullen is voldaan. De ploeg van coach Ben Ponsioen, met slechts Klaas Bruins Slot als nieuwkomer, ziet het avontuur niet als een eenmalig uitstapje, maar is inmiddels naarstig op zoek naar tal van uitbreidin gen (spelersmateriaal en fi nanciële middelen). Andere gegadigde voor een (hernieuwde) greep naar dè macht blijft natuurlijk BS Lei den zelf, dat het voordeel heeft voldoende bestuurlijk kader uit de vaseline te kun nen halen, mocht dat nodig blijken. Maar Leiden weet zich ingedeeld in de eerste divisie B, de zwaarste van de drie laagste Topsport Liga-afdelin gen, en ziet zich voor een aan merkelijk lastiger taak ge plaatst dan BVO. Op basis van de Frans Kales-erfenis (nu coach van DAS 2) creëerde de nieuwe coach Frans Broekhof (via Lisse en Blitz naar Lei den) een (in de oefenperiode wisselvallig) team rond steun pilaar Bert Kragtwijk, de laat ste der Mohikanen. Thijs Min derhout, Erik-Paul van Weer- en en Herman den Heeten kwamen ter broodnodige ver sterking. Vanuit het rayon mag eigen lijk geen spectaculaire „coupe" verwacht worden, want daar is al jaren gezapigheid troef. Leiderdorp zou misschien de enige uitzondering kunnen vormen, ware het niet dat de nieuwe coach Peter Paulides momenteel danig overhoop ligt met het bestuur van de club. De spelersgroep, met Bo ris Monkhorst, Léon Zaal, Pe ter Verkerk en Wil Moerer nieuw, was in een eerder sta dium als enige zo „onbeschei den" om de titel te ambiëren, maar ziet zijn zegetocht moge lijk vroegtijdig gestuit. Van het Voorschotense Blitz mag al helemaal niks worden ver wacht. Hoe triest de onder gang van de Voorschotenaren ook mag zijn (het hele eerste team en de coach stapten op), de hand mag daar gerust diep in eigen boezem verdwijnen. Coach René Mulder van Grasshoppers hoeft, met de wetenschap dat zijn voorgan ger Ed Zaal de ploeg vorig sei zoen ternauwernood voor de gradatie kon behoeden, ook niet te rekenen op een hoge klassering, want in Katwijk waren slechts de aderlatingen Elgin Zaal en Wim van de Oever te noteren. Nee, dan staan de zaken er in Noordwijk, bij MSV, rooskleu riger voor. Hans Jacobs (alle hier genoemde rayonploegen veranderden van coach, dus ook hij is nieuw) verloor Rick Driesen (aan Voorburg), be hield de rest van de voormali ge middenmoot-ploeg, en mag met aanvulling van Robert- Jan Drijver (LUSV) en Frank van de Poll (Kinheim) hopen op betere tijden. Muziek Muziek zit er vooral in de da- mesploegen. De belangrijkste drie vertegenwoordigers, MSV, Lisse en Grasshoppers, acteren allen op het één na hoogste niveau (de promotiedi visie) en mogen zichzelf ron der schroom titelpretenties aanmeten. Lisse is in dat ver band te beschouwen als een outsider, die in de persoon van coach Martin Feitsma (afkom stig van Racing Beverwijk) een onzekere factor herbergt: Feitsma debuteert bij de da mes, maar brengt wel de erva ring van een paar seizoenen heren promotiedivisie mee. Hij hoeft nauwelijks aan de Lisser formatie te schaven, want de mutaties beperkten zich tot het vertrek van Marieke Strobbe (AMVJ Amsterdam) en de komst van Ada van Leeuwen (uit Ierland). MSV flirt als enige openlijk met de eerste plaats en mag dat doen op basis van voor gaande prestaties. Coach Titus Flapper zette na het eredivisie debacle van 84-85 (alle wed strijden werden verloren) orde op zaken, hetgeen resulteerde in een derde plaats in de eind afrekening. Flapper kromp zijn selectie met één speelster in (Annet Zondervan, Carry Stoops en Marja van Dijk ver trokken, Marjolein ter Laak en Annelies Schaap kwamen). Het hart van MSV bleef daar door gezond doorkloppen en zal dat ook wel blijven doen, omdat de Haagse wiskundele raar niet uit is op het record „clubje-wisselen". Maar dè verrassing in de pro motiedivisie is natuurlijk Grasshoppers, dat door vier kampioenschappen op rij re gelrecht naar de bijna-hoogste sport op de ladder klom. Een persoonlijk succes van basket balprofessor Ed Zaal, „Mister Grasshoppers", want wie de dames één keer een break heeft zien lopen met naar vo ren gestrekte armen, kan niet anders concluderen dan dat de Katwijkse dames in het veld bijna Zaal's personificatie zijn. Problematisch voor Zaal blijft echter de niet-professionele instelling en het hoge aantal zieken of geblesseerden. Daar door zal Grasshoppers de com petitie beginnen zonder nieuwkomer Marja van Dijk (knie) en Wilma Berkheij (bloedarmoede). Hoe aardig het damesbasketbal zich echter ook zal presente ren, een feit blijft, dat uit deze hoek zeker geen blikvanger voor de Leidse regio verwacht mag worden. Damesbasketbal spreekt, in vergelijking met herenbasketbal, nu eenmaal veel minder tot de verbeel ding, hoe enthousiast en vaak ook beter het spelletje door de dames beoefend wordt. Deze wetenschap en het doorzetten van de crisis binnen het natio nale herenbasketbal kondigen (waarschijnlijk voor de ko mende jaren) het samenklon teren van donkere wolken bo ven het Leidse basketballand aan. JACOB BERGSMA j DUBRUGGE Toen jan Jagt zo'n vier landen geleden van de ïuwslezer op het jour- al vernam, dat de YWU na de kernramp Tsjernobyl had beslo- 1 de Nederlandse deel- me aan de Vredeskoers te zeggen, zat hij met de ,nden in het haar: wat 1 van de twee hoogte- nten van het seizoen d moeten worden, werd 1 grote teleurstelling. et WK wordt nu mijn ofddoel. Daar zal ik leten presteren", sprak Woubruggenaar toen jongstleden zondag hij zijn woorden lar. Niet eens tot zijn ei- n verbazing spurtte de pil van André Boskamp n de kop van het uitge- nde peloton naar de rde plaats, achter de tsnapte Oostduitser ve Ampler en landge- |(ot John Talen. „En nu iar zien of ik het vol- nd jaar nog beter doe", kt hij vooruit. „Dan wil me nog meer in de kij- r rijden". nt Jagt, tijdens het verblijf Amerika 20 jaar geworden, rastbesloten er nog een sei- n bij de amateurs aan vast knopen. „Het gaat nu alle- J al wel aardig, maar dat be ent nog niet, dat je rijp bent naar de profs over te stap- 1. Ik heb dat ook dit seizoen dervonden in de étappe- jersen; tot incidentele uit- hieters zijn veel renners in jat, maar een week lang een (derstrui dragen en verdedi- p is iets heel anders. Ik wil eten of ik daartoe in staat m; of ik tegen de druk be- knd ben. Ik ben soms nog te [rustig in een koers terwijl [1 niet nodig is", pk in Colorado Springs voel- Bronzen" Arjan Jagt, verkleumd maar dolgelukkig op het podium In Colorado Springs. Links van hem wereldkampioen Uwe Ampler en John Talen, winnaar van het zilver. de Jagt zich niet helemaal op zijn gemak toen zich een kop groep formeerde zonder éen Nederlander. Jagt: „John zei dat het allemaal wel goed zou komen, maar dat verbaasde me niks. Hij kan bluffen als geen ander. Ook al zit hij nog zo kapot, dan kijkt hij nog om zich heen alsof er niets aan de hand is. Ik wist in elk geval dat ik in vorm was en dan wil je nu eenmaal graag van voren rijden". Vandaar dat Jagt hem aankondigde, dat hij de laatste twee ronden „alles uit de kast zou rijden". „Ik voelde me be resterk. Diréct na de start reed ik het hele peloton al fluitend voorbij en tijdens de koers merkte ik dat er een goede uitslag in zat". Twee ronden voor het einde maakte Jagt de sprong naar de kopgroep, in één ruk een gat van 45 seconden overbrug gend. Andere renners, waar onder John Talen, volgden zijn voorbeeld. Kortom: de fi nale was in volle gang. Jagt: „In de laatste ronde sprong Ampler weg uit de kopgroep, onhoudbaar. Op een gegeven moment reed ik op kop, John in mijn wiel. Hij reed langs me om kop over te nemen; hèt moment om een gat te laten vallen. John twijfelde nog, maar ik riep: ga nou!" En Ta len ging, op de „13" op weg naar het zilver. Kostte het Jagt geen moeite om zich op te offeren? „Nee, want omge keerd had John het ook ge daan, denk ik. Bovendien was de sfeer in de ploeg erg goed nadat de tijdrijders goud had den gepakt. We waren bereid elkaar te helpen, echt als ploeg te rijden". Op de één-na-laatste klim, waar een dag eerder Charly Mottet had geprobeerd de late re kampioen bij de profs More no Argentin te lossen, ging de Oostduitser Olaf Ludwig op jacht naar het brons. Onder aanvoering van Jagt streek de groep weer op hem neer. Jagt: „Ik ben een kilometer op kop blijven rijden om niet verrast te worden in de sprint. De laatste 300 meter waren ver schrikkelijk zwaar. Ik reed op een versnelling die ik op zo'n helling normaal gesproken niet rond krijg, maar daar móest het". En zo kwam de zwoegende Jagt op 53:14 uit de mist tevoorschijn, dolgelukkig de streep passerend, waar hem niet alleen een bronzen mé daille, maar ook een ver schrikkelijke onweersbui wachtte. Het maakte de Wou bruggenaar uiteraard niets uit, zoals ook de mist en het totale gebrek aan sfeer hem tijdens de koers niet hadden kunnen deren. „Of het nu snikheet is of ijskoud, dat doet me alle maal niets. En veel publiek kan wel aardig zijn, maar ik was zo geconcentreerd op een goede prestatie, dat dat ér niet toe deed". Disco Waar Jagt zich, later, wel druk om maakte, waren de verhalen in de landelijke dag bladen als zou hij een „stap per" zijn, die door bondscoach André Boskamp bijna uit de selectie voor de wegkoers was verwijderd na een avondje vertier in een discotheek. Jagt: „Ik was werkelijk stomver baasd toen ik dat las. De waar heid is dat ik met een paar an dere renners en enkele Ameri kanen, waar we net hadden gegeten, wel naar een disco ben geweest, maar dat we daar niet eens binnen werden gela ten. Om de simpele reden dat we geen identiteitskaart kon den laten zien. Al met al wa ren we om half één 's nachts terug op onze kamers, tweeë neenhalf uur later dan Bos kamp ons had toegestaan. Dat was twee weken voor het WK. De volgende ochtend is Bos kamp even langs geweest. Hij zei alleen maar: „Jongens dit gebeurt niet nog een keer". Verder is er niets gezegd en ook niets meer gebeurd". Jagt benadrukt wel, dat er Voor hem meer is dan wielren nen alleen. „Ik wil graag prof worden, wat betekent dat je veel opzij moet zetten. Dat doe ik ook, maar af en toe wat af leiding beïnvloedt mijn presta ties alleen maar positief". Zijn goede prestatie op het WK dankt Jagt vooral aan de Coors Classic, die hij „een ide ale voorbereiding" noemt. „De opdracht van Boskamp waS: uitrijden. De eerste dagen ben ik te fanatiek tekeer gegaan op de klimmetjes. Nadat ik de terugslag teboven was, is het redelijk gegaan. Je went aan het koersen op grote hoogte en dat", analyseert Jagt, „was voor het WK natuurlijk van groot belang". „De omgang met de profs daar was schitte rend. Je bent automatisch ge neigd tegen renners als Hi- nault en Lemond op te kijken, maar het zijn dood gewone mensen die op een normale manier met je willen praten. Vooral over andere zaken dan fietsen", weet Jagt, die nog één week de tijd heeft om zich v/eer op te laden voor de ron de van Australië. In die tijd staan de organisatoren van cri teriums te dringen om hem aan de start te krijgen. „Het verdient leuk, en dat mag ook wel, want ik heb pas een auto gekocht", aldus Jagt. Die nog eens hardop concludeert, dat het misschien wel goed is ge weest dat hij geen wereldkam pioen is geworden. „Met die trui om je schouders sta je steeds in het middelpunt. Je moet je elke keer bewijzen en als dat even niet lukt, krijg je meteen te horen: ben jij nu wereldkampioen? Nee, nu kan ik me nog verbeteren. En dat is de mooiste aanloop naar een loopbaan als prof, te vergelij ken met renners als Knete- mann en Lubberding: als ama teur geen absolute uitblinker, maar bij de profs op de eerste rang". is gewoon nog te vroeg. Aan de andere kant: als de bij deze rubriek gaande foto toepasselijk zou blijken, dan zouden de „doemdenkers" waar het de geelzwarte kan sen betreft wel eens gelijk kunnen krijgen. Een typisch voorbeeld van een „zwakke bank", dachten wij... Aardig We maken er wel eens grap jes over, maar er zitten toch Aardig. doen. Zo luidde de verwach ting van menig voetbalken ner voor aanvang van het seizoen, zo denken velen er ook op dit moment nog over. Het is niet aan ons van Hut- spo(r)t daarover nu al een mening te verkondigen. Het ook wel heel erg aardige kanten aan de familiesport die korfbal heet. Neem nu bijgaand plaatje in deze ru briek. Zo vader, zo zoon. Met een korfje op passende hoogte. Echt aardig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 17