I
Mogelijke doorbraak
voor zwart Hollywood
SPIELBERGS „THE COLOR PURPLE'*:
finali
Fluoride
ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1986
Twee van de drie tandheelkundige faculteiten
moeten dicht, vindt minister Deetman, en wat
hem betreft mogen ze allemaal de tent sluiten
want er zijn tandartsen te veel. Te veel! Jawel,
wie had dat twintig jaar geleden kunnen den
ken? Toen konden de vijf tandheelkundige
faculteiten niet genoeg jonge tandartsen afleve
ren om de gaten in de Nederlandse gebitten te
dichten.
In die goede oude tijd had bijna geen en
kel kind een gaaf gebit en de meeste
mensen van veertig en ouder liepen toen
met een kunstgebit rond. „De gebitstoes
tand van de Nederlandse bevolking is
rampzalig", schreef een deskundige
hoofdschuddend. Maar gelukkig, toen de
nood het hoogst was, leek de redding na
bij. In 1942 was het de Amerikaan Dean
opgevallen dat kinderen minder last van
J. Paalman
gaatjes hadden als er meer fluoride in
het drinkwater zat. De gemeente Tiel
nam vanaf 1952 de proef op de som en
vulde zijn drinkwater aan met 1 milli
gram fluoride per liter, en waarempel,
het hielp. Dan maar overal fluoride in
het drinkwater vond minister Vorrink in
de jaren zeventig. Maar dat ging niet
door: het opkomende actiewezen verhin
derde dat.
De staat mag niet via de kraan genees
middelen aan zijn burgers verstrekken,
was het niet onredelijke argument. Bo
vendien zou fluoride allerlei nare bijwer
kingen vertonen en dat is echt onzin. Er
zijn hele volksstammen die water drin
ken waar van nature net zoveel fluoride
in zit als in gefluorideerd drinkwater en
bij hen is van onaangename bijwerkin
gen nooit iets gebleken. Hoe dan ook, in
1976 stemde de Tweede Kamer tegen en
vervolgens brak de grote verwarring uit.
Iedereen moest maar zelf zien hoe hij
aan zijn fluoride komt. Dat kan op min
stens vijf manieren: fluoridetabletten
slikken (veertig tot vijftig procent min
der gaatjes), een keer per week spoelen
met fluoride (dertig tot veertig procent)
en de tandarts kan twee keer per jaar een
laagje fluoride op de tanden aanbrengen
(twintig tot veertig procent). Jarenlang
wist niemand wat hij met al die fluori
despullen aan moest, de ouders niet en
de tandartsen net zo min. Tenslotte
kwam in 1982 het Geneesmiddelen Bul
letin met een aantal richtlijnen, waar ik
verder schaamteloos uit zal citeren.
Maar allereerst dit. De echte oorzaak
van caries is suiker. Gebruik je dat in
overmaat dan helpt niets, ook het gla-
zuurversterkende fluoride niet. Daar
gaan we dan.
Bij zwangerschap:
Het kind heeft er niets aan, maar kan
ook geen schade lijden, want fluoride
passeert de moederkoek niet. Vroeger zei
men dat elke zwangerschap een tand
kost, maar dat kan de moeder met fluo
ride voorkomen.
Kinderen van 0-4 jaar:
Van 0-1 jaar: Een tabletje per dag. Spe
ciale Vitamine AD druppeltjes met fluo
ride erin kan ook. Tussen de 2-4 jaar,
vier tabletten verspreid over de dag
(sommige tandartsen vinden dat te veel
en houden het op drie). Niet poetsen
met fluoridetandpasta, want kinderen
slikken dat op die leeftijd in. „Zodra er
tanden en kiezen zijn op de tabletten la
ten kauwen of zuigen", zegt het Bulletin
in alle onschuld. Hoe je dat bij een kind
van twee jaar voor elkaar krijgt vermeldt
de schrijver wijselijk niet. De tabletten
altijd na het tandenpoetsen innemen.
Kinderen van 4 tot 6 jaar:
Doorgaan met tabletten en beginnen met
fluoridetandpasta.
Een belangrijke leeftijd want het blij
vend gebit breekt door en fluoride heeft
vooral effect op een groeiend gebit. (Een
geraadpleegde wetenschappelijk mede
werker: „Ouders zijn vooral in de eerste
jaren heel fanatiek en laten als het kind
een beetje op eigen benen staat en zak
geld krijgt (snoep!) het wat vermoeid af
weten. Ik zou liever hebben dat het an
dersom was"). Tabletten en fluoride
tandpasta. Bij de tandarts spoelen met
een fluoride-oplossing en het plaatselijk
aanbrengen van fluoride hoeft alleen
maar in bijzondere gevallen.
Kinderen van 12 tot 18 jaar. Program
ma voortzetten.
Ouder dan 18 jaar. Hetzelfde, maar al
leen als er sprake is van caries.
Eigenlijk zijn al die richtlijnen bescha
mend ingewikkeld. Dat blijkt wel. Hel
aantal kinderen met caries is sinds 1970
gehalveerd. Prachtig. Maar die daling
was het sterkst bij de kinderen van de
goed betaalde en goed geïnformeerde eli
te. Kinderen van minder goed opgeleide
ouders hebben pech gehad, die profiteer
den het minst. Toch werd ook bij hen
het tandbederf belangrijk teruggedron
gen. Waarschijnlijk omdat bijna alle
tandpasta nu fluoride bevat, en belang
rijker, er wordt minder gesnoept. Suiker
in vaste vorm (snoep dus) is stukken
schadelijker dan suiker die (bijvoor
beeld) in frisdranken is opgelost. Men
verwacht zelfs dat nog voor de eeuwwis
seling het tandbederf bij jonge mensen
onder de dertig volledig zal zijn uitge
bannen. Dat scheelt een hoop werk voor
de tandartsen. Die hebben ongetwijfeld
een vreugdedans rond hun enge stoel ge
maakt toen ze hoorden dat Deetman
twee faculteiten gaat sluiten. Maar voor
de tandheelkunde is het een slag, aldus
een wetenschappelijk medewerker. ..We
worden gestrafd voor ons succes. Wij
hebben het wetenschappelijk mogelijk
gemaakt dat caries kon worden terugge
drongen en er is nog een hoop ander
werk te doen". Voor al die wetenschap
pers die nu tandenknarsend de valbijl af
wachten een versje van John O Mill:
Hier ligt tandarts G.J.J. Bulle.
Bedenk aan zijn graf
Dat hij ziin leven gaf
Om zijn laatste gaatje te vullen.
Margaret A very is niet een van die actricetjes die alleen maar stilstaan bij hun lijn.
Rechts: Margaret A very aan een haringkar op de Scheveningse boulevard. Voor de
zwarte acteurs in Amerika zijn de tijden beter geworden. Nu de vrouwen nog".
SCHEVENINGEN - Margaret
Avery heet ze. Een tengere, zwarte
Amerikaanse actrice en zangeres,
die een van de belangrijkste rollen
naast Whoopi Goldberg speelt in
de film „The color purple". Ze
loopt vrij en blij rond op de Sche
veningse boulevard, maakt een
aantal uitbundige standjes voor het
Kurhaus en vraagt de fotograaf na
drukkelijk of hij haar vooral toch
maar die foto's thuis wil sturen. Ze
eet een haring aan een stalletje aan
de boulevard, maar loopt later
langdurig met het grootste deel
daarvan in een servetje rond. Bang
om te laten merken dat ze de zoute
hap toch niet helemaal door haar
keel kan krijgen? Of bang voor
haar lijn? Wanneer we haar opha
len in haar Kurhaus-suite ligt ze op
de grond en is bezig aan een „work
out". Haar herwonnen slanke lijn
moet bewaard blijven.
Want voor haar rol als blueszangeres
Shug Avery in „The color purple" moest
Margaret (toevalligerwijs voorzien van
dezelfde achternaam als haar rol) een
aantal kilo's aankomen. Ze praat er nog
met afgrijzen over: „In de jaren dertig
was het sexy om een beetje ronde vor
men te hebben. Kijk maar naar oude
films. En aangezien ik een aantrekkelijke
vrouw moest spelen, heb ik een speciaal
dieet moeten volgen en langzame work
outs moeten doen. Want daar krijg je
meer „body" door. Ik moest zelfs méér
kilo's aankweken dan noodzakelijk was,
want met die lange opnamedagen en de
spanning van het filmen zweette ik er zo
weer enkele pondjes per dag uit".
Minder allooi
Het lijken de frivole teksten van weer
zo'n Amerikaans actricetje dat niet ver
der denkt dan haar vormen. Maar snij
het onderwerp „zwarte acteurs in de
film" met haar aan en Margaret is weer
helemaal bij de ies. Ze blijkt degelijk on
derlegd in de geschiedenis van haar
zwarte collega's en bovendien behept
met een uitgesproken mening. „De Hol-
lywood-film wordt door blanken gefi
nancierd. Zolang er geen zwarte mensen
zijn^die financiële macht hebben, zal de
positie van de zwarte acteur niet ingrij
pend veranderen. Ik kan je een hele lijst
geven van het soort rollen en rolletjes
dat ik op film en tv gespeeld heb: hoer
tjes, verslaafden enzovoort. Mensen van
de straat van minder allooi. Goed, ik
was er al lang blij mee, want het bete
kende werk. Maar terwijl de mannelijke
zwarte acteur de laatste jaren eindelijk
wat meer werk en minder stereotype rol
len kreeg, bleven de vrouwen daarbij
achter. Zwarte acteurs konden opeens
wel partners worden van blanke acteurs.
Maar terwijl de blanke heren er met een
wonderschone blanke dame vandoor
mochten, bleef de zwarte acteur van
vrouwelijk gezelschap verstoken. Zwarte
actrices hebben het nog veel moeilijker
dan zwarte acteurs. Ze lopen achteraan
in de ontwikkeling".
Zelfrespect
Het sluit aan bij de film die Steven
Spielberg maakte naar het boek van Ali
ce Walker, „The color purple". Het ont
roerende en aangrijpende relaas van de
zwarte vrouw Celie (gespeeld door
Whoopi Goldberg) in de eerste helft van
deze eeuw. Ze is verkracht door haar va
der, haar kinderen zijn haar ontnomen,
haar zusje vlucht weg uit het gezin, zij
wordt uitgehuwelijkt en geminacht door
haar man. Eèn trieste sloof die niet eens
meer de droom van beter en anders
heeft, want de brieven van haar zusje
die een bestaan in Afrika gevonden
heeft, worden door haar man voor haar
verstopt. Zijn minnares, de blueszange
res Shug, leert haar weer leven als
vrouw. Er ontstaat een dieper wordende
genegenheid, een sexuele verhouding die
niet in de eerste plaats uitgesproken les
bisch is als wel een ontdekking van een
sexualiteit die ze niet kende. Sexualiteit
als middel tot de herontdekking van het
vrouw zijn en het winnen van zelfres
pect. In tegenstelling tot de slaafs onder
worpen, vreugdeloze lichamelijkheid die
ze ten dienste van een man moet stellen
van wie ze niet houdt.
Zwarte kritiek
Margaret Avery speelt Shug en aarzelt
bij de kritiek dat de film die lesbische re
latie alleen maar aanstipt. „Er zijn een
paar mooie liefdesscènes opgenomen,
waarin Whoopi en ik alleen maar bij el
kaar zitten en naar elkaar kijken. Ze zijn
uit de film verdwenen. Spielberg had
ontzettend veel materiaal, heeft een uur
moeten snijden en hield tenslotte toch
nog een film van ruim twee en een half
uur over. Dat is verschrikkelijk jammer.
Maar het heeft niets met de kritiek te
maken die er in Amerika op de film
kwam". Die kritiek kwam onder meer
van de NAACP, de National Association
for Advancement of the Colored People,
een organisatie die Margaret Avery in
1977 nog een prijs gaf voor haar rol in
de tv-film Scott Joplin (hier ook in de
bioscoop vertoond). Men vond dat de
blanke Spielberg een uiterst negatief
beeld gaf van de zwarte man en opnieuw
voedsel serveerde voor raciale vooroor
delen. Margaret Avery: „Eenzelfde soort
kritiek was er al geweest op het boek van
Alice Walker. Maar dat boek is inmid
dels verplichte leesstof geworden op de
Amerikaanse scholen. De vergissing die
de vooral zwarte critici maken is dat zij
denken dat „The color purple" in feite
een film is over het raciale vraagstuk in
Amerika. En dat is hij niet. Niet in de
eerste plaats. Het is een film over een
onderdrukte vrouw, die zelfrespect ont
dekt, die van kansloos steeds kansrijker
wordt. Het is een veel universeler the
ma. Maar dat soort kritiek ligt voor de
hand. Je kunt hem vergelijken met de
kritiek die er kwam uit de Chinese ge
meenschap van Amerika op die film met
Mickey Rourke, „The year of the dra
gon".
T eleurstelling
Toch is haar rol als blueszangeres in een
bepaald opzicht een teleurstelling gewor
den voor Margaret Avery. „Ik ben eigen
lijk een zangeres", vertelt ze. „Ik heb een
eigen show, met songs en teksten. En
wanneer je dan eindelijk een grote film
rol krijgt als blueszangeres en je mag
niet zingen, is dat een teleurstelling. Ik
was heel laat gekozen voor die rol. De
schrijfster had mijn auditie op video ge
zien en kon haar ogen niet van me af
houden. Toen ook Spielberg ja had ge
zegd, ben ik op de muziek gaan studeren
met Quincy Jones, die een van de pro
ducenten van de film is. Maar de tijd
was te kort, ik werd er steeds nerveuzer
van. Overdag je rol studeren en dan
's avonds nog in de studio. „Zie je dan
geen vooruitgang?", heb ik Quincy Jones
wanhopig gevraagd. „Jawel", zei hij,
„maar ik zie ook hoe je er de volgende
dag bij loopt". Toen is er gekozen voor
een onbekende, Tata Vega, die de songs
zingt. Fantastisch trouwens. Je hebt haar
misschien gezien bij de uitreiking van de
Oscars".
Menno meijes
„Ik had het boek van Alice Walker trou
wens niet gelezen vóór die audities. Ik
weet wel dat iedereen dacht dat het niet
te verfilmen zou zijn. Zoveel mensen
hebben geprobeerd er een filmscript van
te maken, dat Spielberg al wanhoopte.
Hij dacht dat het vooral een „praatfilm"
zou moeten worden. Pas de Nederlander
Menno Meijes zei onmiddellijk: „Wel
nee, het is juist een heel visuele film".
Met zijn script is de film pas echt van de
grond gekomen. Voor mijn rol ben ik als
volgt te werk gegaan. Het boek bestaat
uit brieven. Van Celie aan haar zusje
Nettie. Je ziet het verhaal en de andere
karakters door haar ogen. Ik ben gaan
verzamelen wat er in die brieven over
mij gezegd wordt. Daarna ben ik gaan
invullen wat er niet gezegd wordt. Zo
heb ik een beeld gemaakt van die rol.
Spielberg is een regisseur die je vrij laat.
Toen we bij de audities over m'n rol
praatten, heb ik hem gevraagd vertrou
wen in m'n intelligentie te hebben. Me
in een paar zinnen te vertellen wat hij
wilde. Geen ellenlange betogen, want dat
is toch vaak onzin. Hij lachte en zei:
„Die rol is voor jou". Mijn moeilijkste
scène is een hele kleine: Ik loop er met
Celie door dat veld met paarse bloemen
uit de titel van de film. M'n tekst daarin
kreeg ik er maar niet goed uit. „Het
klinkt te prekerig", zei Spielberg steeds.
Ik had me vantevoren te veel op een be
paald idee vastgelegd. Bij hem moet het
klinken alsof het geïmproviseerd is. Je
moet zo creatief worden dat het allemaal
.opnieuw ontstaat. Zo werkt hij".
Zwart op wit
Dus heeft Hollywood via Spielberg bijna
weer de „all black movie" uit de tijd van
de „blackploitation" film. De door blan
ken geproduceerde film van zo'n tien tot
vijftien jaar geleden voor een vooral
zwart publiek. Margaret Avery vindt de
vergelijking niet gelukkig: „Toen zat de
filmindustrie in een slop. Ze hadden in
Hollywood ontdekt dat de zwarte markt
nog niet ontgonnen was. En dat zwarte
mensen er blijkbaar geld voor over had
den om hun eigen zwarte beeld op het
witte doek te zien. Wat je kreeg, waren
goedkope blanke films waarin zwarte ac
teurs geëxploiteerd werden. En waarin
een zwart publiek werd geëxploiteerd,
want het geld aan bioscoopkaartjes dat
aan de zwarte gemeenschap werd ont
trokken, verdween in blanke zakken.
Het was een nogal racistische tijd in
Amerika. Blank en zwart mengden zich
nog niet muzikaal en sociaal zoals nu.
Het begint nu een beetje te veranderen.
We krijgen rollen die niet alleen maar
„zwart" zijn. De danser Gregory Hines
bijvoorbeeld. Acteur Lou Gossett die
een sergeant speelt in „An officer and a
gentleman", een rol die net zo goed door
een blanke acteur gespeeld had kunnen
worden. Dat is vooruitgang".
„En een man als Bill Cosby die een on
gelooflijke macht heeft. Hij en alleen hij
heeft het voor het zeggen in zijn ver
schrikkelijk populaire show. Al is er op
hem ook kritiek genoeg. Hij zou niet
echt „de zwarte gemeenschap" vertegen
woordigen. Maar ik vraag me af hoe dat
dan zou moeten. Een zwarte familie in
Philadelphia is anders dan een zwarte fa
milie in het Zuiden. De zwarte Ameri
kaan leeft niet meer in een beperkte so-,
ciale kring. Gelukkig niet. Hel is dan'
ook geen tijd meer voor alleen zwarte
films. „The color purple" is een stap op
de goede weg. Omdat die film een alge
meen menselijk drama laat zien, hier
toevallig gesitueerd in een zwarte ge
meenschap. Met de zwarte acteur gaat
het beter in het Hollywood van vandaag.
Nu de vrouwen nog".
BERT JANSMA
FOTO'S: CEES VERKERK
CcidócSouAOtit'