Instituut Rhetorica legt
u de woorden in de mond
Interieur is
onderdeel
van totale
architectuur
Spoed
cursus
Haags instituut
wil met cursus
Fries beginnen
Cursus Chinees
CeidóeSomont
cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen
cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen cursussen
Advertentie: Spoedcursus. Nu bel
len, niet schrijven".
Belletje: „Kunt u me razendsnel
zeggen waar die cursus over gaat?".
Instituut: „Laten we geen kostbare
tijd verliezen, komt u ogenblikke
lijk naar ons toe".
Klop, klop. „Dag ik ben de nieuwe
cursist, ik kom voor
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1986
„Ja, ja, dat weten we wel. Duizend
gulden inschrijfgeld kunt u hier
achterlaten. Gaat u maar snel die
deur door".
Cursist gaat „die" deur door en
komt in een kamer waar vier duis
tere figuren hem opwachten.
Waar bleef u zo lang, we zitten al
dertig seconden op u te wachten. U
kunt nu weer gaan. Volgende
graag. Hè, waar blijft die nou
weer!".
Uit alle macht rent de eerste cursist
naar de ingang om zijn duizend
gulden terug te pakken. „Weer te
laat", roepen de vier duistere figu
ren vanuit een wegscheurende taxi,
op weg om een volgende leergierige
een lesje te leren.
Eerste cursist is onverbeterlijk,
denkt „geduld is een schone zaak,
maar het moest niet zo lang duren"
en tuimelt in een volgende adver
tentie:
„Instituut Haasjerepje: Spoedcur
sus in geduld".
„Dat is de oplossing", denkt de
cursist met de telefoon al in zijn
hand.
„Kon u gisteren?", vraagt een liej
stemmetje.
„Kan het niet eerder?".
„Ho, ho, ik hoor het al. U bent echt
aan onze cursus toe. Okee dan,
komt u eergisteren dan maar even
langs. Dat is nog twee nachtjes niet
meer slapen. Kunt u tot die tijd uw
nog bewaren?".
HERMAN JANSEN
VOORBURG - De heer W.A. Hansum
weet precies hoe dat gaat als je een toe
spraak moet houden. „Je schrijft je ver
haal helemaal uit, een paar keer zelfs, tot
het helemaal perfect is. Maar als je dan
voor die zaal staat gaat alles mis. Je
knieën knikken, je staat voortdurend te
wippen, je hoofd is rood en je kunt geen
woord meer uitbrengen. En 's avonds,
als je in bed ligt, dan gaat het opeens wel
zó goed. Angstaanjagend gewoon, ieder
een hangt aan je lippen". Als docent van
het Instituut Rhetorica ziet de heer Han
sum daarin het prettige bewijs dat ieder
een spreekvaardig kan zijn. „De aanleg
is er altijd, maar de kunde ontbreekt
vaak. Wij laten de mensen zichzelf te
rugvinden", zegt hij.
Zo'n veertien jaar geleden stond hij zelf
met zweet in zijn handen voor een ge
willig en beleefd gehoor. Dat was in Ja
pan. „Ik was daar namens een vereni
ging van dealers van Japanse auto's en
moest een cadeautje overhandigen. Een
paar maanden vantevoren was ik hier in
Den Haag naar de Japanse ambassade
gegaan om m'n toespraak in het Japans
uit het hoofd te leren. Maar toen ik daar
stond in Japan, op het punt een mooie
staande Friese klok te overhandigen,
bleek de zaal bomvol te zitten, stond ik
in het felle licht van schijnwerpers en
werd alles gefilmd. Toen kreeg ik dus
echt de" kriebel in de knieën. Ik heb
daarna in Nederland een cursus spreek
vaardigheid gevolgd en ben op een gege
ven moment gevraagd zelf lessen te ge
ven".
Gieter
Het Instituut Rhetorica leidt jaarlijks
ongeveer 3500 cursisten op tot „mondi
ge" burgers. Behalve de cursus Spreek
vaardigheid (waarin zowel het spreken
in het openbaar als discussietechniek
aan de orde komt) biedt het instituut
ook de cursussen snellezen en verkoop-
kunde. „In het begin komen de deelne
mers niet verder dan een toespraak van
twintig seconden, maar na de cursus van
vijftien weken moetje ze werkelijk aftik
ken, dan zijn ze niet meer te houden",
vertelt Hansum. „De meeste mensen ko
men bij ons ómdat ze een keer zijn afge
gaan als een gieter. Ze zijn tijdens een
jubileumfeest vergeten het cadeau te
overhandigen, volslagen dichtgeslagen of
iets dergelijks. Nee, ik vind 495 gulden
voor de cursus niet te veel. Als je een
kostuum koopt ben je net zo veel kwijt
en daar doe je niet langer dan vier jaar
mee. Aan spreekvaardigheid heb je je
hele leven wat. Denk alleen al aan solli
citatiegesprekken".
De eerste les kunnen de cursisten met
een duidelijk maken waarom ze geko
men zijn. Ze moeten dan „iets over
zichzelf vertellen". Iets vertellen, terwijl
al die onbekende mensen je aanstaren,
ach! Je houding is verkeerd, dat blijkt al
dadelijk. Je moet rechtop staan, handen
langs je lichaam (dus niet in de zakken,
heren), de beide voeten iets uit elkaar op
de grond en de mensen aankijken. Han
sum: „En dan heb je nog allerlei irrite
rende gewoontes, zoals het oorlelletje
trekken, baard wroeten en bril afzetten.
Ja, als ik dat noem roept iedereen altijd
direct: Den Uyl. Ook stopwoordjes, het
veelvuldige „uh"-gebruik en uitdrukkin
gen als „ik wil maar zeggen" of „ik be
doel maar" moeten afgeleerd worden".
Gewapend met deze vermaning gaan de
cursisten vervolgens de zenuwen te lijf.
Niet om ze uit te bannen, maar om te
leren er mee om te gaan. „Eerst laten we
de mensen zien wat angst eigenlijk is.
Dat het vaak de vrees voor de vrees is.
Ik haal ook altijd Toon Hermans aan
die zegt dat ie nog steeds voor elk optre
den doodzenuwachtig is, maar dat het
over is zodra hij de planken betreedt.
Dat is normaal, dat heeft iedereen".
Maar wordt je droge mond daar beter
van en staken je knieën door die weten
schap het knikken? „Gedeeltelijk, ja.
Maar daar zijn ook andere middeltjes te
gen. Bij een droge mond moet je niet
met die lap (lees: de tong) langs je lippen
gaan, dat heeft geen zin en het is ook
geen fris gezicht. Nee, je moet aan een
citroen denken die je langzaam boven
een geurige kop thee uitknijpt, dat helpt
echt. Als je knieën knikken, trek dan je
tenen op, daarmee span je je spieren. Je
kunt ook een klein stapje naar voren of
naar achteren doen. En trillende han
den? Daar maak je gebaren van. Je moet
met je hele lichaam praten. Maar niet
als een gek gaan bewegen natuurlijk, we
zijn hier geen toneelschool".
Schaamte
Nadat de cursisten is geleerd er een beet
je fatsoenlijk bij te staan, leren ze ver
volgens minuten achtereen iets zinnigs
uit te brengen. Op het examen moeten
ze tenslotte een minuut of zes vaardig
spreken. Het onderwerp doet er niet zo
veel toe, maar de presentatie en de op
bouw moet goed zijn. Hansum: „We
gaan uit van het schema „aanhef, inlei
ding, analyse, climax, slot". Daarbij le
ren we de mensen hun onderwerp van
uit één gezichtspunt te behandelen: his
torisch, technisch of wat dan ook". Als
dan ook nog de uitspraak in orde is (een
goede articulatie, Algemeen Beschaafd
Nederlands en een goede melodie), haalt
men het diploma wel. Zo niet, dan kan
de cursus nog eens gratis worden ge
volgd. In vele plaatsen in Nederland,
waaronder Den Haag, Leiden, Delft en
Zoetermeer.
Het is Hansum opgevallen dat nogal wat
cursisten uit Den Haag en Zoetermeer
zich schamen voor de lessen die ze vol
gen. Die gaan dan in een andere plaats
dan de woonplaats naar Rhetorica. „In
Leiden kwamen laatst een hele groep
Hagenaars uit één bedrijf, die niet van
elkaar wilden weten dat ze de cursus
volgden, in één groep terecht. Ja, die
stonden gek te kijken. Maar waarom ze
die gêne hebben begrijp ik niet. Spreken
is een vak en dat kun je leren. Dat is
toch heel gewoon?".
STEVO AKKERMAN
FOTO: CEES VERKERK
DEN HAAG - Het Instituut Maas
land uit Den Haag onderzoekt mo
menteel of er in Nederland vol
doende belangstelling bestaat voor
een schriftelijke cursus Fries. De
heer R. W. van der Leuv, die de
leiding over het Instituut heeft, zegt
hierover: „Wij geven cursussen in
vreemde talen en richten ons voor
al op gaten in de markt. Er wordt
wel zo geregeld naar een schriftelij
ke cursus Fries gevraagd dat mag
worden aangenomen dat het voor
ons rendabel kan zijn".
Zo'n cursus zou dan samengesteld wor
den door Friezen. De heer R. D. Vene-
ma uit Leeuwarden is een van de men
sen die gevraagd is zijn medewerking te
verlenen. Van der Leuv: „Het wordt een
soort basiscursus, waarmee de cursisten
een gedegen elementaire kennis van de
taal krijgen. De cursisten moeten na af
loop in staat zijn een Fries krante-artikel
te lezen".
De cursus gaat ongeveer een jaar duren,
afhankelijk van het tempo van de stu
dent. Er wordt na afloop geen diploma
uitgereikt. Instituut Maasland maakt
geen gebruik van geluidsapparatuur. De
cursisten moeten hun eigen uitspraak
controleren. Van der Leuv: „Dat is een
beperking, ja. We willen later wel met
geluidsapparatuur beginnen, maar dat is
momenteel nog te duur". Cursisten die
in de buurt van Den Haag wonen, kun
nen echter wel mondelinge lessen vol-
en.
r bellen nu ongeveer vijftien tot twintig
mensen per jaar op om te informeren
naar een schriftelijke cursus Fries. Van
der Leuv: „Dit aantal is voor ons in elk
geval voldoende om erover te denken.
Als we veertig cursisten per jaar hebben,
is het voor ons rendabel".
DEN HAAG - Zoals bekend is de Tele:
ac-cursus Chinese taal en cultuur „Ni
Hao" een overweldigend succes geble
ken. De gemiddelde belangstelling was
tweehonderdduizend kijkers per les. Ook
gewoon in den lande worden cursussen
Chinees gegeven. Bijvoorbeeld door de
Vriendschapsvereniging Nederland-Chi-
na (VNC). De VNC start op 9 oktober
ook in Den Haag weer een taalcursus
Chinees. Voor beginners en voor gevor
derden. Voor meer informatie: mevrouw'
W. Duynstee, telefoon: 070-272258.
DEN HAAG - Architectuur is al
les. Steden, gebouwen, interieur,
omgeving, meubels en lepels. Het
één staat niet los van het ander, het
is één geheel. Daarom: general de
sign. Dat moeten we vooral goed
begrijpen, vindt I. Parvin. De do
cent architectonische vormgeving
en tevens adjunct-directeur aan de
Koninklijke Academie van Beel
dende Kunsten in Den Haag trekt
een beetje wit weg als we het over
binnenhuisarchitectuur willen heb
ben. Dat riekt te veel naar het Hol
landse binnenhuis, naar de sfeer uit
romans van, bijvoorbeeld, Reve.
Parvin ziet liever de grote verban
den. Als je daarvan uitgaat, kan ie
dereen later zijn eigen schaal bepa
len, van theelepel tot stad.
Een gebouw, hoe groot of klein ook,
staat niet los van zijn interieur noch van
zijn omgeving. Daarom is het te simpel
om te zeggen: richt een huis in, zonder
iets te weten van het huis zelf, de omge
ving, materialen, afmetingen en verhou
dingen. Parvirf is dan ook moeilijk te
verleiden om alléén maar over binnen
huis-, pardon, interieurarchitectuur te
praten. Hij noemt zichzelf ook liever
geen interieurarchitect, hoewel hij dat
vak wel degelijk doceert en praktiseert.
Het is slechts een onderdeel van de tota
le architectuur zoals hij die bedrijft en
onderwijst.
Is het toeval dat beroemde Nederlandse
architecten als Herzberger, Van Eijck en
Quist er net zo over denken? Zij willen
het liefst een gebouw of een huis ontwer
pen met alles erop en eraan. Ze willen
de kleur en soort van de gevelsteen be
palen tot en met die van het kraantje op
de wc. Parvin noemt dat geen hoog
moedswaanzin of bemoeizucht. Een
voorbeeld: „In meubelzaken zie je soms
de prachtigste interieurs, maar als je die
zou overplanten naar je eigen huis, valt
het enorm tegen. Wat op de ene plaats
mooi is, hoert dat ergens anders niet te
zijn, is het ook meestal niet. De omge
ving waarin dingen zijn geplaatst, de
persoonlijkheid van de bewoners, de
ruimte, de natuurlijke lichtval, het zijn
allemaal facetten die bepalen of een inte
rieur al dan niet voldoet. En het ligt ook
aan de doelstelling. Een showroom is
om te verkopen, een huis om in te le
ven".
Cultuurschok
Wie iets aan zijn interieur wil doen,
moet daar dus in elk geval rekening mee
houden. Heel simpel: geen eethoek van
twee bij twee in een kamer van drie bij
drie. Het lijkt voor de hand te liggen,
maar het geeft precies aan wat Parvin
bedoelt. Wie kent niet de „cultuur
schok" als hij een negentiende-eeuwse
boerderij binnenstapt en daar wordt ge-
De folder spreekl
u vaardig aan.
„Tijdens een
gesprek hebt u
vaak het gevoel
dat u overtuiging
kracht mist, terw:
u de juiste
argumenten wel
kent. Achteraf
weet u precies w;
u had willen
zeggen".
Inderdaad, hoe
raden ze het. Zo
gaat het nou altij>
De zinnen zijn e
wel, maar ze
komen niet over
de lippen. Het
Instituut
Rhetorica helpt
graag een handje
voor 495 gulden
legt men u de
woorden in de
mond. Neem uh
een opleinee
cursus, ik bedoel
spraakles, of wat
ik wil zeggen,,
spreekvaardig
heid, weet je wel
Veel mensen kunn>
slecht in het
openbaar spreken.
Zij hoeven zich
daarvoor niet te
schamen. De heer
Hansum: „Sprekei
is een vak en dat
kun je leren".
Architectuur
docent I.
Parvin: „Je
móet weten wat
er met
voorwerpen en
kleuren gebeurt
in een ruimte,
want anders
maak je hele
andere
interieurs dan
je eigenlijk
wilt".
Rehorst, die als aandachtig toehoorder
bij Parvins uitleg zit, verduidelijkt: „Als
u zegt: ik wil een modern interieur en ga
maar aan de gang, dan wordt het, meest
al, niets. Want dan komt de architect
met een tekening en dan zegt u: nee, dat
bedoel ik niet. Dat betekent dus dat u
wel degelijk een wens had".
Financiële overwegingen of verschillen
van mening tussen opdrachtgever en ar
chitect kunnen er nog wel eens toe lei
den dat mensen liever zelf aan het ont
werpen slaan. Soms met enige, soms met
veel kennis. Dat sluit, zegt ook Parvin,
helemaal niet uit dat er iets goeds en
moois ontstaat. Maar architectuur is na
tuurlijk wel een vak en wie dat vak be
heerst, heeft meer mogelijkheden om tot
een goed produkt te komen dan een
(goede) hobbyist. Parvin: „Je maakt
vaak mee dat mensen er heel veel van
weten, maar dat ze het toch niet zelf
kunnen vormgeven".
Tekeningen
Zo kijkt de Haagse Academie ook vooral
naar de creativiteit van mensen die zich
aanmelden om de dag-, avond-of week
endcursussen architectonische vormge
ving te volgen. Pittige cursussen, op
hbo-niveau, die zich over vier (dag) of
vijf jaar (avond) uitstrekken en vnjwel
uitsluitend worden gegeven aan mensen
die er in de praktijk iets mee (willen)
doen. Directeur Rehorst: „Iemand moet
er toch wel zijn vak van willen maken.
Hobbyisten sluiten we niet bij voorbaat
uit, maar in de meeste gevallen kunnen
die toch beter ergens anders wat kennis
opdoen. Juist omdat we vinden dat ie
mand die aan zo'n cursus begint, de stu
die ook moet afmaken. Alleen er aan
ruiken vinden wij niet genoeg".
Parvin zegt dat iemand die aan zo'n cur
sus wil beginnen niet Bij voorbaat al
technisch volmaakt hoeft te zijn. Een
stapel goede, creatieve tekeningen uit de
losse pols kunnen wel degelijk voldoen.
Perspectief tekenen leer je dan wel bij
hem. Bij architectuur, dus ook interieur
architectuur, is het volgens Parvin het
belangrijkst hoe iemand denkt. Dat
moet dan wel drie-dimensionaal zijn en
uitgaan van bestaande materialen en
kleuren. Het interieur is altijd gericht op
de maatschappij en zal in de loop van de
tijd veranderen. Zaak bij een ontwerp is
daar rekening mee te houden, maar uit
te gaan van blijvende dingen.
Parvin: „Als je dertigduizend gulden uit
trekt voor je interieur, mag daarin maar
ongeveer vijfduizend gulden mode zit
ten. Dat gaat dan vooral om kleuren,
want die zijn nog het meest onderhevig
aan mode. Je moet die zo toepassen, dat
ze gemakkelijk zijn te veranderen. De
rest van het interieur moet toch wel zijn
ontworpen voor enige tientallen jaren.
Daarom moet het ook zo doordacht ge
beuren. Architectuur is eigenlijk om met
een bepaald budget zo'n goed mogelijke
oplossing te vinden. Voor de één is dat
„less is more" (Mies van der Rohe),
voor de ander is dat „less is bore" (Ro
bert Venturi). Tussen die twee uitersten
gebeurt het".
DICK HOFLAND
FOTO: TJERK HERINGA
Voorbeeld van
een tamelijk
modern, maar
toch vrij
tijdloos
interieur, zij
het in een
showroom.
Parvin
daarover: „Het
ligt ook aan de
doelstelling of
een interieur
voldoet. Een
showroom is
om te verkopen,
een huis om in
te leven".
confronteerd met een hypermodern,
strak en wit interieur. Wat weer niet wil
zeggen dat zoiets niet kan, want dat is
nou juist het subtiele in de (interieur)ar-
chitectuur.
Zo wijst Parvin erop dat iemand blauw
een hele mooie kleur voor een bank kan
vinden, maar dat het een hele lelijke
kleur blauw kan worden als de zon op
die bank schijnt. „De relatie tussen de
dingen, tussen groot en klein en tussen
licht en kleur, is essentieel in het ontwer
pen van een interieur. Van kleren weet
iedereen wel dat ze er in de winkel an
ders uitzien dan buiten. Door even de
winkel uit te lopen kun je voorkomen
dat je iets koopt dat je niet mooi vindt.
Maar bij een interieur kan dat niet, je
doet een bank niet na een dag weer weg.
Je móet dus weten wat er met voorwer
pen en kleuren gebeurt in een ruimte,
want anders maak je hele andere inte
rieurs dan je eigenlijk wilt".
Vertalen
Het ontwerpen van een interieur noemt
Parvin het vertalen van de wensen die
bewoners hebben. Een goede architect
zal dus nooit zijn wil aan een opdracht
gever opleggen en een opdrachtgever
zonder wensen is een slechte partner
voor de architect. Voordat er ook maar
één lijn op papier staat, moet er volgens
Parvin eerst een hele lijst met vragen
worden ingevuld. Dan pas kan duidelijk
worden wat iemand wil. Directeur C.