Afscheid
van
Hinault
1
sporen
achter
finals
£eidócSouAcmt'
BOET VAN DULMEN
en de eemiste kansen
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1986
Bertin en Hinault reden samen naar
Frankrijks meest prestigieuze criterium,
in Chateaulin. Toen ze er aankwamen
ontmoetten ze Jacques Esclassan, die
Bertin te spreken vroeg. Esclassan regel
de in die tijd veel zaken in de criteriums
en Bertin behoorde tot de kliek die de
dienst uitmaakte en die onder meer de
gewonnen premies verdeelde. Bertin die
medelijden had met Hinault vroeg aan
Esclassan of zijn vaste reisgenoot ook
niet in de groep kon worden opgeno
men, zodat hij een paar francs zou kun
nen verdienen. „Hinault?", antwoordde
Esclassan, „geen sprake van, wie is dat
eigenlijk?". Door het open raampje van
de auto had Bernard Hinault het gesprek
kunnen volgen, maar hij zei niets toen
Bertin terugkeerde.
De wedstrijd begon. Eerste premiesprint:
winnaar Bernard Hinault. Tweede pre
miesprint: winnaar Bernard Hinault.
Derde premiesprint, alle vedetten reden
nu als gekken mee op kop. Desalniette
min: winnaar Bernard Hinault. Op dat
moment kwam Eddy Merckx naast Hi
nault rijden. „Ben je van plan zo door te
gaan?", vroeg hij. „Ja!", antwoordde Hi
nault. „Dan moeten we eens praten",
vond Merckx en even later werd Hinault
opgenomen in het exclusieve groepje dat
de zogenaamde blauwe trein vormde.
Jacques Esclassan wist nu ook wie Ber
nard Hinault was.
Veehouderij
Bernard Hinault gaat zijn neef René hel
pen zijn veehouderij in een gehucht niet
ver van Dinan te runnen. Hinault heeft
problemen met de enorme boerderij,
waarin hij ruim 2,5 miljoen gulden heeft
geïnvesteerd. „Ik zou namelijk drie keer
zoveel varkens en koeien moeten kun
nen houden om de investeringen renda
bel te maken", zegt hij. „Maar de Euro
pese Gemeenschap heeft limieten gesteld
waardoor dit niet mogelijk is. Ik houd
de boerderij echter minstens nog twaalf
jaar aan, want ik heb personeel dat pas
over twaalf jaar met pensioen gaat en ik
zal nooit iemand ontslaan".
Bovendien heeft Hinault met een Bre
tonse industrieel grote belangen in een
speelgoedfabriek. De zakenman zorgt
voor de produktie, Hinault gaat vanaf
komend jaar de public relations verzor
gen. En de sport? Hinault: „Ik zal een
club oprichten voor jongeren en die zal
ik - zo zij dit willen - helpen een car
rière op de fiets op te bouwen". Wordt
hij ooit ploegleider? „Nee, nooit", is het
korte antwoord.
Relaties
Bernard Hinault, 1.73 meter, 66 kilo,
schorpioen, polsslag 40 in rust, bloed
druk 75/120 en verwoed postzegelverza
melaar. heeft al een rijk leven achter de
rug. Behalve dat hij vreselijk heeft afge
zien waren er ook mooie dagen, dagen
van triomf en dagen waarin hij zijn geest
verrijkte via ontmoetingen met promi
nente leden in de samenleving, kunste
naars, politici, artiesten.
Sinds vorig weekeinde is Bernard Hi
nault een stuk geschiedenis geworden.
Hij zal ook niet veel criteriums rijden.
„Van elke meter die ik afleg rijd ik toch
driekwart voor de fiscus", zegt Hinault.
Hij gaat zich voorbereiden op zijn leven
als gewone burgerman. „Straks veel
wandelen met de kinderen (Michael en
Alexandre; red.) en veel uit eten met
mijn vrouw, waarbij ik dan lekkere vette
sauzen zal nemen die ik als wielrenner
nooit over mijn vlees of groenten mocht
doen".
In Parijs reed Bernard Hinault onder or
kanen van applaus zijn laatste ronde.
Hij verdwijnt uit de startlijsten, maar
zijn naam zal nog lang in de herinnering
blijven.
JEAN NELISSEN
SILVERSTONE - Gedecideerd
houdt Boet van Duimen staande
dat hij er na dit seizoen een punt
achter zet. Op het gevaar af voor
een ..Heintje Davids" versleten te
worden, als hij - onder druk van
de sponsor - tóch weer besluit om
zijn loopbaan met een jaar te ver
lengen. Het was nog geen jaar gele
den dat Van Duimen terugkwam
op zijn aanvankelijke beslissing om
te stoppen. Een vierde plaats in de
Asser TT was toen voldoende aan
leiding voor de Brabander om on
der de hoede van teammanager Jan
Huberts voor één seizoen aan een
laatste avontuur te beginnen. „Na
dit jaar is het écht afgelopen", be
weert de veteraan uit Ammerzo-
den. „Vanaf de eerste Grand Prix
van dit seizoen heb ik gemerkt" dat
het minder gaat. Ik word oud, de
kans dat ik ooit nog een uitschieter
meemaak als de vierde plaats van
vorig jaar en de zesde plaats van
dit seizoen op Monza wordt steeds
kleiner".
Het naderende afscheid van de actieve
racerij valt „Den Boet" niet gemakke
lijk. Vijftien jaar lang heeft hij in het cir
cus meegedraaid, waarvan hij de laatste
jaren algemeen werd gerespecteerd als de
„beste privé-coureur" achter de snelle
fabrieksrijders. „Ik ben eigenlijk in de
verkeerde tijd in topvorm geweest, heb
niet op het juiste moment gebloeid. In
die jaren waren de verkoopmogelijkhe
den van de Japanse motorfietsen in het
land waar een coureur vandaan kwam,
bepalend. Nederland was niet interes
sant voor de fabrieksteams omdat er te
weinig motoren konden worden ver
kocht. Nu is het anders. De sigarettenfir-
ma's hebben de macht overgenomen
waardoor de belangen veel meer ge
spreid zijn. Een Nederlandse coureur die
bulkt van het talent kan nu ook in een
fabrieksteam terecht. Maar aan de ande
re kant: als ik werkelijk een absolute
topper was geweest, had ik ook op een
fabrieksmachine gezeten".
Weemoed en spijt zijn geen eigenschap
pen die Van Duimen meezeult, vlak
voor de races op Silverstone dit week
einde.
Terugkijkend op zijn carrière, waarin hij
tijdens de afgelopen Grand Prix een
den weggevallen. Als iemand nu slecht
heeft gereden, moet hij weken wachten
om opnieuw op de motorfiets te kunnen
kruipen. Dat vreet aan het zelfvertrou
wen".
Mentaliteit
In zijn eigen team heeft Van Duimen de
mogelijkheid om aan de mentaliteit van
jonge coureurs als Henk van der Mark
en Cees Doorakkers te sleutelen. Het
„lesgeven" is hem niet bijster meegeval
len. „Vooral de jongens in het
250cc-team vallen me nog enigszins te
gen. De prestaties zijn niet zoals we ver
wachtten. Het materiaal is heus niet veel
slechter dan dat van andere teams. Dat
andere jongens harder gaan is een kwes
tie van sturen, van zelfvertrouwen ook".
Hij wil een beschermeling als Doorak
kers niet over één kam scheren met jon
ge coureurs die volgens hem geen „rug-
gegraat" hebben. „Toen wij opgroeiden
was er volop werk. Bij ons was het ge
bruikelijk dal iedereen tot tien uur 's a -
vonds bezig was. Het geld rolde toen ge
makkelijk. De coureurs die nu opgroeien
zijn anders. Veel jonge rijders denken:
hoe kan ik het langst in de ww blijven?
Als ze dan een paar nachten moeten
doorwerken om hun motorfiets in orde
te maken is de lol er snel af. Ze willen
wel rijden, maar daarmee is het afgelo
pen".
Schaduwzijde
In zijn loopbaan heeft Van Duimen ook
kennisgemaakt met de schaduwzijde van
de motorsport. De tragedie rond het ver
ongelukken van Jack Middelburg is door
hem moeizaam verwerkt, een onderwerp
waarover hij niet graag praat. Gevaar is
sowieso een gespreksthema, dat Van
Duimen liever terzijde schuift.
„Ik was vroeger bulldozermachinist.
Daar heb ik verschillende collega's inva
lide zien worden, dus waarom zou ik het
dan over het gevaar in de motorsport
hebben? Natuurlijk, wegracen levert
meer risico op dan dammen. Maar je
kiest ervoor. In de loop van mijn carriè
re is het wilde er ook afgesleten. Ik rij nu
veel meer op routine, weet precies wan
neer ik voluit kan gaan en wanneer niet.
Vergelijk het maar met een wielrenner.
Die kan nog zo hard gaan, maar als hij
het koppie er niet bij houdt komt-ie er
niet".
GIO LIPPENS
PARIJS - Het afscheid is onherroepelijk. Er werden afgelo
pen weekeinde op de Champs Elysées in Parijs pamfletten
uitgereikt met als opschrift „Les Adieux du Blaireau", het
„Afscheid van de das". Het gebeurt op zondag 9 november
1986 in Quessoy, diep in het binnenland van de Cötes du
Nord in Bretagne waar Bernard Hinault woont. Om half vier
's middags rijdt hij nog mee in een veldrit, dan geeft hij om
zes uur zijn laatste persconferentie en vervolgens is er om
acht uur een diner-anniversaire, ter gelegenheid van zijn 32e
veijaardag, vijf dagen later. Talrijke bedrijven sponsoren het
afscheidsfeest, zodat niemand iets te kort zal komen. Com
mercie derhalve tot en met de laatste minuut.
Hinault stopt dus definitief en vorige
week zondag nam „tout Paris" afscheid
van de op Merckx na grootste Tour-ren
ner in de geschiedenis, die bijna voorbij
de magische grens van vijf overwinnin
gen gleed, maar het mede aan eigen
overmoed te danken had dat hij net niet
het record kon vestigen dat tot na het
jaar 2000 overeind zou zijn gebleven.
De blaireau ging in zijn laatste Tour
slechts als tweede over de streep en dit
was een positie met sociale gevolgen. Op
de Champs Elysées stond zondagmiddag
namelijk een kleine man met een kalend
hoofd. Hij heet Louis Marteil en hij is al
twintig jaar burgemeester van YfTiniac
waar Bernard Hinault werd geboren en
waar zijn ouders nog wonen. Louis Mar
teil had maandenlang voorbereidingen
getroffen om," als Hinault het record zou
vestigen, de gehele regio een week lang
feest te laten vieren met YfTiniac als
stralend middelpunt.
Want YfTiniac is Bernard Hinault veel
dank verschuldigd. Hij heeft met zijn
fiets het dorp uit zijn isolement gehaald
waarin-het eeuwenlang sluimerde. Met
een goed ontwikkeld gevoel voor com-
Aiercie heeft Louis Marteil acht jaar ge
leden het gemeentehuis van YfTiniac
omgetoverd in een Hinault-museum. In
de hal hangen zijn gele truien en de
regenboogtrui van Sallanches, vele foto's
van onvergetelijke successen en er staat
ook een buste van de das. Yffiniac profi
teert in royale mate van zijn beroemde
zoon. De middenstand doet goede za
ken, want het hele jaar door en vooral in
de zomermaanden stoppen vele bussen
en auto's uit Belgié, Nederland; Luxem
burg, Engeland, zelfs uit Zwitserland en
Oostenrijk en natuurlijk uit Frankrijk
met toeristen die in het gemeentehuis de
permanente Hinault-tentoonstelling be
zoeken, en passant in de naburige cafés
een pils of een glas wijn pakken en in de
winkels souvenirs kopen. Het zijn er nu
al meer dan 80.000 per jaar. Het is daar
om een ramp voor YfTiniac dat Hinault
het absolute record niet heeft gehaald,
waardoor het dorp in lengte van jaren
verzekerd zou zijn geweest van een mas
saal bezoek van sportfans. Het lot heeft
anders bepaald. Een kapotte knie in
1980 heeft Hinault parten gespeeld,
waardoor hij in de gele trui de ronde
moest verlaten en dit jaar stond Greg
Lemond hem in de weg, nota bene een
jongen die door Hinault zelf wegwijs is
gemaakt in het métier.
Balans
Nu het tijdperk-Hinault voorbij is, kan
de balans worden opgemaakt en de
vraag worden gesteld hoe belangrijk deze
eigenzinnige zoon van een spoorwegar
beider voor het wielrennen is geweest?
Eén ding staat vast, Hinault laat diepe
sporen achter.
Er zal niet zo snel meer een man op
staan die de machtige managers, de
„misters 10 procent", de wetten voor
schrijft, zoals Hinault heeft gedaan.
Waar voor hem alle grote figuren van
het peloton, tot en met Coppi, Anquetil
en Merckx, door alle tijden heen min of
meer afhankelijk waren van managers,
brak Hinault de macht van deze heren
altijd populair gebleven, dat is al zo van
af het moment dat ik voor het eerst op
de motor stapte".
Na zijn vertrek uit de wegracerij blijft
Boet van Duimen actief in de motor
sport. Hij heeft nog steeds plannen om
in Assen - als het TT-circuit permanent
wordt - een wegraceschool te beginnen.
„Daar ben ik al een tijdje mee bezig. De
importeurs en een man als Jaap Timmer
hebben er belangstelling voor. De verko
pers van motorfietsen in Nederland zijn
ervan doordrongen dat ze slechts goede
twaalfde plaats (Assen), een negende in
Francorchamps en een veertiende in Le
Castellet realiseerde, ziet hij gemiste
kansen. „Ik wilde dat ik nog vijfen
twintig was. Ik ben best tevreden, maar
bepaalde dingen zou ik anders aanpak
ken. Op bepaalde momenten had ik
meer geluk moeten hebben. Trouwens,
voordat ik de juiste wegen bewandelde,
was ik al weer heel wat jaren in de race-
rij actief. Contacten met sponsors en de
pers gingen me vroeger niet goed af. Dat
is pas de laatste jaren gelukt, omdat ik
zélf veranderde. Bij het publiek ben ik
zaken kunnen doen als de wedstrijdsport
bloeit. Ze zien nu dat het helemaal de
verkeerde kant opgaat. De verkopen hol
len achteruit en dat zal ze niet lekker zit
ten".
Gezond maken
De reden voor de slechte gezondheid
van de nationale motorsport ligt volgens
hem in het nog niet eens zo verre verle
den. „Toen de NMP werd opgeslokt
door de KNMV ging het mis. Sinds die
en regelde zijn zaken zelf. Daar was veel
moed voor nodig en veel gevoel voor ei
genwaarde, eigenschappen die Hinault
vanaf den beginne heeft gedemonstreerd,
zo jong als hij was.
Een voorbeeld. Hinault was eerstejaars
professional en mocht in de auto van
Yvon Bertin mee naar de wedstrijden,
want dat spaarde geld uit. Hinault moest
in die dagen immers elke franc twee keer
omdraaien. Hij woonde met zijn vrouw
Martine, die assistent-boekhouder was
bij de plaatselijke melkfabriek in Yffini
ac, in een heel eenvoudig huisje aan de
Rue Général De Gaulle. Als Martine
niet was blijven werken had hij overi
gens nooit als professional bij Gitane
kunnen beginnen, want hij kon zijn ge
zin niet onderhouden, zo gering was in
het begin zijn maandsalaris.
tijd is niet zo hard meer gewerkt aan het
gezondmaken van de motorsport. Het is
een belachelijke zaak dat oudjes als Jan
Eggens, Anton Straver en ik de dienst
uitmaken. De jonge coureurs kan best
een gebrek aan mentaliteit worden ver
weten, maar ze krijgen ook in eigen land
nauwelijks kans zich te bewijzen.- Vroe
ger konden de coureurs zich een week
nadien herstellen van een slechte race.
Nu niet, want er vallen enorme gaten in
het wedstrijdprogramma. Er zijn met het
verdwijnen van de NMB dertig wedstrij