Jmm
Ml
i mm!
De
hersen
schim
van het
straf
recht
Vissen op een zoele zomeravond
'mMM-
"final*
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1986
dig. Dan vraag ik: wie is dat dan wel?
Als je zo aan de gang gaat: is niemand
ooit schuldig. Door rood licht gereden?
Jawel, maar ik hoorde net dat mijn
vrouw is opgenomen in het ziekenhuis.
Wat moet je daar als rechter mee? Vol
gens mij niks. En toch doen rechters er
ingewikkeld over. De oplegging van
TBR gaat meestal gepaard met een lich
tere straf. Ik pleit dus voor strengere
straffen. De functie van de straf? Ja.
luister, ik ben geen jurist. Maar van mij
mag het gerust vergelding zijn. Daar heb
ik als psycholoog geen enkele moeite
mee. Ik vind het veel erger dat er in het
recht allerlei strafdoelen worden gesteld
die onbereikbaar zijn. De generale pre
ventie, het afschrikwekkende effect, daar
merk je in de praktijk toch geen snars
van?".
Nederland heeft een inwoner die in de
jaren zestig het vleesgeworden tegendeel
leek te zijn van Hamers' stelling dat het
type van de agressieve delinquent niet
bestaat. Hans van Z., de meervoudige
moordenaar uit Utrecht die in 1969 een
voor de vaderlandse rechtspraak uniek
vonnis over zich hoorde uitspreken: le
venslang en daarnaast terbeschikking
stelling. Hoe rechtvaardigde de officier
van justitie deze straf ook weer? Zo:
„Voor mij staat vast dat de grootst mo
gelijke beveiliging van onze samenleving
tegen herhalingen geboden is. Over der
tig jaar is deze verdachte nog slechts 56
jaar oud. Nooit en te nimmer zal hem
de kans gegeven mogen worden om voor
de tweede maal een inhaalprogramma
op te stellen zoals door hem is gedaan
na zijn ontslag uit de jeugdgevangenis in
1963".
Hamers heeft Hans van Z. uit hoofde
van zijn vroegere functie bij het selectie-
instituut voor TBR-gestelden goed ge
kend. Diens huiveringwekkende crimi
nele verleden is voor hem geen reden
om in hem de geboren, onverbeterlijke
killer te zien. „Hans van Z. had volgens
mij alleen levenslang moeten krijgen. En
de tegenwerping dat hij dan volgens de
heersende rechtsgang na twaalf, dertien
jaar op vrije voeten gekomen zou zijn.
zodat hij opnieuw aan het moorden had
kunnen gaan slaan, begrijp ik niet. Hans
van Z. met zijn TBR loopt nu toch ook
vrij rond? En hij is toch niet in herha
ling vervallen? De praktijk wijst uit dat
iemand die een moord heeft gepleegd,
door zijn proces, door alle publiciteit er
omheen, een ingrijpende persoonsveran-
ocring beleeft. Dat gaat je niet in de kou-
we kleren zitten hoor. We hebben in Ne
derland sinds de oorlog, geloof ik, drie
meervoudige moordenaars gehad. Dal
zijn echt enorme uitzonderingen. Heel
rare gevallen. In zijn algemeenheid kun
je zeggen: moord recidiveert nietjnits je
hem op de gebruikelijke manier af
straft".
Kritiek
Het proefschrift van Hamers heeft in
middels de nodige kritiek losgewoeld.
Hij meent te weten dat het ministerie
van justitie zelfs via een academisch
achterdeurtje heeft geprobeerd zijn pro
motie te verhinderen. Niet geheel onbe
grijpelijk. want ten departemente geldt
de TBR als een stokpaardje. Nog in 1984
meldde staatssecretaris Korte-Van He
mel niet zonder trots de Tweede Kamer:
„Het gaat hier om een strafrechtelijk sy
steem waarin men nationaal en interna
tionaal erg geïnteresseerd is". Maar ook
het tegengeluid uit vakkringen loog er
niet om. H. van Marle. geneesheer-direc
teur van de Groningse Mesdagkliniek
voor TBR-gestelden heeft het proef
schrift openlijk flut genoemd en Hamers
ervan belicht niet met zijn tijd meege
groeid te zijn. Hoe deze weerstand op
hem overkomt? Ten antwoord wijst hij
er fijntjes op dat zijn dissertatie niet
voor niets „Het kristallen paleis" heet.
Die titel is ontleend aan een citaat uit
het boek „Herinneringen uit het onder
grondse" van Dostojevski. Het luidt:
„Mijne heren, u gelooft in een onver
woestbaar kristallen paleis, dat is dus
iets waartegen men nooit in het geheim
zijn tong kan uitsteken, dat men nooit in
het geheim met zijn vuisten kan bedrei
gen. Welnu, ik ben wellicht juist bang
van dit bouwwerk omdat het van kristal
is. De mens heeft zulk een voorliefde
voor het systeem en voor de abstracte
gevolgtrekkingen daarvan dat hij bereid
is de waarheid bewust te verdringen, dat
hij bereid is ziende niet te zien en horen
de niet te horen".
PIET SNOEREN
Zo'n roerloze zomeravond; augustus, september en zelfs oktober kunnen er nog heel wat
bieden.
Zoele zomeravonden aan zee, roer
loze avonden, de zon traag zak
kend, het water zo stil dat je er je
naam op kunt schrijven We
hebben er ruim ons deel van gehad
dit jaar en misschien zullen er nog
heel wat komen. Augustus, septem
ber, ja, zelfs de vroege oktober
maand kunnen zulke avonden ge
ven en naarmate het seizoen voort
schrijdt worden onze vangstkansen
aan strand en dijken er niet slech
ter op.
Zoele zomeravonden aan zeè, twee hen
gels die schuin naar de langzaam bleker
wordende hemel wijzen, een man in een
stoeltje of op een kanis, nu en dan een
wandelaar die langsstapt en vraagt: „Wil
't nogal?".
Om u eerlijk de waarheid te zeggen,
niets dan de waarheid en de volle waar
heid: het gebruikelijke antwoord deze
zomer is tot nu toe dat het niet erg wil.
Zeg maar dat 't gemeenlijk voddebalen
is met de vangsten van strand en dijken
af. Maar wanhoopt niet, medevissers,
het beste van het seizoen moet nog ko
men, de nazomer, het is al vaker ver
toond dat pas dan de tong en de zee
baars onder de oevers kwamen spele
meien. En de aal. allicht, daar rekenen
we gewoon op.
Zomeravonden aan zee kunnen grandi
oos zijn, glorieus, welke mooie, sterke
woorden hebben we nog meerMaar
u moet echt niet erop uitgaan om kilo's
en kilo's vis te vangen. Theoretisch kan
het. zeker, en in tientallen jaren vissen
heb ik het ook wel meegemaakt dat we
met een zak vol dikke aal en/of tong in
het holst van de nacht het strand af
sjouwden. Maar neem echt van me aan
dat zulke nachten tot de grote zeldzaam
heden behoren. Als het u mocht overko
men dat u over een tij (zeg maar langs
het strand van twee uur voor laag water
tot twee uur daarna) drie tongen, vier
alen en een zeebaars vangt, dan mag
werkelijk een zachte tevredenheid uw li
chaam doortrillen, want dat is gewoon
een goeie vangst.
Verschil
We praten - dat was uit het bovenstaan
de al af te leiden - over vier a vijf uur
vissen. De mooiste tijen zijn derhalve
die waarop laag water tussen 20 en 22
uur valt (dan gaan we naar het strand),
danwel hoog water tussen dezelfde uren
(dan gaan we naar de dijken). Waarom
dat verschil? Wel, vis vang je alleen om
dat vis voedsel zoekt; ze jaagt achter
klein spul aan en met het wassende wa
ter komt dat spul naar ondieper en war
mer water (de stukken water voor de
zeedijken), met laag water zit dat spul
van de kant, dus is het zaak van 't
strand af zo ver mogelijk te werpen, als
het kan in een zwin of mui.
„Zo ver mogelijk?", mompelt daar al
een medestander en natuurlijk heeft-ie
gelijk met zijn twijfels: het is geen wet
van Meden en Perzen dat er ver gewor
pen moet worden. Er zijn avonden dat
met name tong en aal dicht onder de
kust jagen (jaren heb ik ook met een
sleepnet gevist, ik ging nooit verder dan
tot net over mijn heupen te water en
ving bést tong, vaak) en dat een worp
van veertig, vijftig metertjes al genoeg is.
Vandaar dat ik u adviseer met twee hen
gels te vissen: één wordt gebruikt om 't
aas zo ver mogelijk weg te zetten, met de
ander maken we een luie, lome worp,
dichtbij. Kijken wat 't beste gaat, tevo
ren is daar nooit een zinnig woord over
te zeggen.
Aas? Zeepier en zagers. Zéér duur spul
geworden. Ik steek ze 't liefst zelf, maar
wie daartoe niet in de gelegenheid is,
moet diep in de beurs tasten. Controleer
wel uw koop, maak het pakje open en
kijk of men u geen halfdooie troep wil
aansmeren. Ik spreek uit ervaring. Een
goed aas, zeer in zwang langs de Wad
denzee en de Afsluitdijk, maar merk
waardig genoeg ten zuiden van IJmui-
den weinig gebruikt, is ook diepvries
spiering. Met name aal klapt er vaak
heel driftig op.
Licht
Vis niet te zwaar. Ik zie veel te veel lie
den langs het strand die het zichzelf no
deloos moeilijk maken en bovendien
hun vangstkansen ernstig beperken om
dat zij poken van strandhengels nemen,
waarop ze 40/00 of nóg zwaarder nylon
monteren en onderaan een lood van
150. zelfs 200 gram. Jazeker, op zee in
najaar en winter, als u op de gul gaat,
dan is zulk spul noodzakelijk. Maar op
die mooie zoele zomeravonden waar wij
in dit verhaal van dromen, moet u echt
eens proberen hoe licht u kunt gaan op
de stek waar u vist. Is dat een strand
waar geen obstakels te verwachten zijn,
waar het aas niet over een steiltje heen
getrokken moet worden als u indraait en
waar geen kolkende stroom staat, kies
dan eens uw lichtste zeehengel (of uw
zwaarste karperstokzet er 25/00
op, 50 of 75 gram lood, en als uw nylon
met oud is en van een goed merk, garan
deer ik u groter vangstkans dan met dat
zware spul. De laatste jaren is er zelfs
een „zeepikker" in de handel, ontwor
pen door Jo Muda uit Vlaardingen, een
heel slanke, lichte stok waar je bij rustige
zee (op de Maasvlakte bijvoorbeeld) 40
gram zéér ver mee wegzet aan 25/00. Als
u huivert voor dunne lijnen, verklein
dan uw risico door een voorslag van en
kele meters te nemen die wat zwaarder
uitvalt; bij 24/00 vislijn bijvoorbeeld
30/00 voorslag.
Haken? Niet te groot en vlijmscherp.
Persoonlijk prefereer ik Mustad Aber
deen no. 6 en zélfs wel no. 8. Prima ha
ken, maar u moet ze na een visdag wel
in de vuilnisbak doen. want ze roesten al
in de prijslijst. Gelukkig zijn ze niet
duur.
Ja, aan 't meesjouwen van een lamp ont
komt u niet, tenzij het helder weer en
rond volle maan is. Er zijn prachtlam-
pen in de handel, dingen die schitterend
licht geven, maar die kosten over de
honderd gulden; wie er maar een enkel
keertje op een zomeravond op uittrekt,
moet zo'n ding maar zien te lenen (van
de toegewijde gulvissers die van oktober
tot januari de avondlijke stranden bevol
ken) of zich een avond behelpen met een
zaklantaren. Dat lukt best.
Heel de nacht doorhalen heeft, van
strand of dijken af, weinig zin. Zelfs
's nachts op zee vissend uit een boot
heb ik geleerd dat er tussen een uur of
één en het ochtendgloren weinig te bele
ven valt. Als u van strand en dijken vist
raad ik aan: begin - als het tij er goed
voor is - tussen 20 en 22 uur, kap er
vijf uur later maar mee.
Als u één ker de aanbeet van een zware
tong op een niet te zware hengel heeft
gezien, bent u. vrees ik, voorgoed aan
avondlijk strandvissen verslingerd. Ga 't
maar eens proberen. Zeker tot eind sep
tember heeft u alle kans op (enig) succes.
A.C.W. VAN DER VET
'QeidócGowiwnt'
S ill ifSJJSi
Tt'ft//f 11
AMSTERDAM - „Het type van
de agressieve delinquent waarvoor
tegenwoordig veel belangstelling
bestaat, is een fictie", luidt stelling
nummer twee bij het proefschrift
dat psycholoog H. J. A. (Harrie)
Hamers zojuist aan de Universiteit
van Amsterdam een doctorsbul
heeft opgeleverd. In gewoon Neder
lands betekent dat ongeveer: de
moordenaar die het doden niet kan
laten, de gewelddadige verkrachter
op zoek naar steeds nieuwe slacht
offers. de bankrover of terrorist van
wie de vinger zit vastgegroeid aan
de trekker, het zijn hersenschim
men, voortbrengselen van de ver
beelding, geen wezens van vlees en
bloed. Omdat deze stelling in strijd
lijkt met de werkelijkheid van een
steeds agressiever wordende samen
leving, ligt een gesprek met de jon
ge doctor voor de hand (jong in
overdrachtelijke zin dan; Hamers is
53 jaar oud). Ontkent hij het be
staan van gewelddadigheid in meer
en meer gevarieerde vormen?
Overdrijft de politiek met zijn be
kommernis om de groeiende crimi
naliteit? Schrijven de kranten maar
raak?
Zo blijkt het niet bedoeld te zijn. „Ik
heb wel degelijk oog voor het vele ge
weld in dc maatschappij. En je zult mij
niet horen zeggen dat het geweld niet
adequaat bestraft dient te worden. Ik
vind juist dat een passende strafmaat te
genwoordig ver te zoeken is omdat men
met de straf allerlei idiote doelen pro
beert na te streven - de rechtsorde waar
borgen. recidive voorkomen, een veiliger
samenleving scheppen, dat soort onbe
reikbare. op illusie berustende doelen.
Ofwel een adequate strafmaat is ver te
zoeken omdat men redeneert: al dat ge
weld moeten we wijten aan de ver
vreemding waaraan de moderne mens
ten prooi is. de uitzichtloosheid, de grote
scljaal van de maatschappij, de automa
tisering. Maar wat houdt dat in. ver
vreemding? Als ik zie wat zich afspeelt
aan de universiteiten en onder mensen
met een hogere opleiding, als ik zie hoe
er in dergelijke kansrijke milieus getrei
terd wordt, hoe mensen elkaar de ver
nieling indraaien, dan zeg ik: hier is wel
degelijk ook sprake van een verschrikke
lijke agressie. De methode mag wat ver-
fijnder zijn. maar voor de rest is er geen
verschil met volksbuurten. Ja, dit ver
schil. Geestelijke wreedheid wordt door
de Nederlandse wet niet strafbaar ge
steld".
Psychopaten
Gewelddadige psychopaten. Ook aan het
bestaan van hen wil Hamers geen enkele
afbreuk doen. Hij kent ze uit zijn eigen
praktijk. „Ik heb gewerkt in Paviljoen 3,
de vroegere psychiatrische kliniek van
wat nu in Amsterdam het Academisch
Medisch Centrum heet. We hadden daar
een man van wie ik dacht: nou, die be
gint zich aardig aangepast te gedragen.
Dus stelde ik voor samen met zijn
vrouw een wandelingetje te gaan maken.
In het Vondelpark, dat was lekker dicht
bij. We zitten gezellig op een bankje te
praten. Een normaal gesprek. Ineens
springt hij op en steekt een matroos
dood die toevallig passeerde. Waarom?
Tja. Omdat hij stemmen hoorde. Dat
soort gevallen hou je. Die zijn er altijd
geweest. In de middeleeuwen heetten ze
de dollen, de onnozelen. Tegenwoordig
noemen we ze zwakzinnig of krankzin
nig. En altijd zijn ze in de rechtspraak
als zodanig onderkend. Mensen die psy
chisch zo gestoord zijn of die over zo'n
miniem verstandelijk vermogen beschik
ken dat hun een daad niet kan worden
aangerekend, zijn nooit in een strafin
richting terecht gekomen. Ik heb zelfs
nog nooit een zwakzinnige voor de rech
ter gezien".
Dergelijke patiënten worden regelrecht
opgenomen in een psychiatrisch zieken
huis. Óver hen gaat- het proefschrift van
Hamers niet. Zijn studie heeft een ande
re groep betroffen en wel de categorie
criminelen die ter beschikking van de re
gering worden gesteld omdat ze geeste
lijk niet helemaal in orde zouden zijn.
De bedoeling van zo'n TBR - zeg maar:
dwangverpleging - is dat de gestoorde
.mssssm
Stt lO is stattut-Ë
mtittftit(fyjüttuni
t3r.
- mt'Sgg
IVi/fiiï
lufff l*y.«ï-V 5
:tt:V-
In deze tijd waarin de toenemende misdadigheid gespreksstof voor
dagen levert, zal de stelling dat het type van de agressieve delinquent
een hersenschim is, weinig oor vinden. Toch heeft de psycholoog dr.
H. Hamers hem niet alleen aangedurfd, maar ook nog onderbouwd
met een proefschrift van 259 pagina's. Een gesprek dus met deze
wetenschapper die ooit beschikte over het lot van criminelen die ter
beschikking van de regering waren gesteld. Over de meervoudige
moordenaar Hans van z. gaat het, over geesteszieken die stemmen
horen, maar vooral over de wenselijkheid om de zachte mentaliteit in
de huidige rechtsgang uit te bannen.
van straffen? Van mij mag het gerust vergelding zijn".
delinquent een behandeling ondergaat
die hem geneest zodat hij in het vervolg
geen misdrijven meer zal plegen. Ha
mers lijkt bij uitstek de man te zijn die
over deze groep kan oordelen. In de ja
ren zeventig trad hij op als hoofd van de
psychologische afdeling van het selectie
instituut voor TBR-gestelden te Utrecht
dat de betrokken delinquenten over de
zeven behandelingsinstellingen moest
verdelen. Als zodanig kwam hij intensief
in aanraking met wat in de ogen van de
wet psychopaten zijn. En hij ontdekte
het volgende. Toen het Nederlands straf
recht in 1928 de psychopatenwet door
voerde, dacht men daarmee een ant
woord gevonden te hebben op landlo
pers. bedelaars, dronkaards en alle ande
re misdadigers - „met een ziekelijke
stoornis of een gebrekkige ontwikkeling
des geestvermogens" - die een gevaar
voor de openbare orde vormden. Sinds
dien echter heeft deze TBR zich meer en
meer ontwikkeld tot een vergaarbak van
alles wat afwijkt en niet gewenst is.
Heilloos
Een heilloze ontwikkeling, vindt Ha
mers. Zijn grote bezwaar: op de gronden
die worden aangevoerd om een TBR-
klant gestoord te noemen, kan men voor
hetzelfde geld iedere delinquent - en
misschien wel ieder mens - gestoord
noemen. Criminelen die in Nederland
als psychopaten worden beschouwd,
weet hij. zijn in alle andere landen van
de westerse wereld gewone gevangenen.
Dr. Hamers: „De functie
„Maar wij verklaren ze ziek. Wij ontne
men ze de verantwoordelijkheid voor
hun daden. Wij verklaren ze enigszins,
sterk, volledig of verminderd toereke
ningsvatbaar. Misdaad als ziekte. Waar
ben je mee bezig in een rechtsstaat als je
mensen niet meer volledig aansprakelijk
stelt voor hun handelen? Via de dwang
verpleging plak je het etiket van een be
paalde misdaad op een bepaald type de
linquent. Eens een moordenaar, altijd
een moordenaar, tenzij de behandeling
in de inrichting succes heeft en wie be
paalt dat? Met TBR offer je delinquen
ten op aan een gevoel van veiligheid bij
het niet-criminele deel van de maat
schappij. Maar mag je dat mensen aan
doen? Je kunt toch niet hele groepen de
linquenten op willekeurige gronden vast
zetten omdat er misschien ééntje tussen
zit die zijn misdrijf herhaalt? Zo mag
ons strafrecht toch niet in elkaar zit
ten?".
Griezelig
Stelling twee bij het proefschrift. De
agressieve delinquent bestaat met, al
thans niet als type. Hamers meent dat te
kunnen volhouden omdat hij het alle
maal precies heeft uitgeplozen. Hij heeft
880 delinquenten onderzocht bij wie tus
sen 1958 en 1963 een TBR was opgelegd;
880 criminele loopbanen heeft hij aldus
in kaart gebracht, 880 straflijsten geana
lyseerd. „Ik heb bij iedere delinquent
van het eerste tot het laatste delict beke
ken wat ze precies hadden gedaan. En
daarbij heb ik mezelf de volgende norm
gesteld. Wilde ik iemand een dief noe
men, dan moeten de door hem gepleeg
de delicten voor tachtig procent uit dief
stal bestaan. Een aanrander? Dan voor
tachtig procent aanrandingen. Welnu,
van de 880 onderzochte TBR-klanten
hadden er 304 één of meer agressieve
misdrijven gepleegd. Maar nu het grieze
lige. Daar waren er op de kop af dertig
bij die voldeden aan de norm dat tachtig
procent van hun delicten agressieve mis
drijven moesten zijn geweest. En toch
hadden al die 304 delinquenten TBR ge
kregen omdat ze tot het type van de
agressieve misdadiger zouden behoren.
Kijk, van die 880 hadden er 725 vermo-
gensmisdrijven gepleegd en 300 nage
noeg niets anders dan vermogensmis-
drijven. Je zou dus kunnen 'zeggen: de
vermogensdelinquent bestaat. Van de
880 hadden er 325 een seksueel misdrijf
begaan en 112 voldeden aan mijn norm
van tachtig procent. Dan zeg ik: je mag
desnoods van het type seksuele delin
quent spreken. Maar dc agressieve delin
quent?".
Terwijl TBR tegenwoordig nagenoeg nog
uitsluitend wordt opgelegd bij plegers
van agressieve misdrijven. Die krijgen
exclusief het stempel van onverbeterlijk
heid opgedrukt en daar wringt bij Ha
mers de schoen. Het leesbrilletje extra
stevig in de punt van de neus drukkend,
driftig vingerend door de 259 bladzijden
van het proefschrift: „Waartoe wordt er
TBR gegeven? Niet om te voorkomen
dat een moordenaar straks winkeldief
stallen zal gaan plegen toch? Nee, om te
voorkomen dat hij weer zal moorden.
Het betekent dat je eigenlijk die volgen
de moord zou moeten kunnen voorspel
len. Maar dat kun je niet. Uit mijn cij
fermateriaal blijkt dat van alle misdrij
ven de agressieve delicten het minst
voorspelbaar zijn. Hier, brandstichting.
Een ernstig agressief misdrijf Bij de 880
zaten cr 31 die vóór hun TBR wel eens
brand hadden gesticht. Van die 880 ble
ken cr acht tijdéns of na hun TBR brand
gesticht te hebben. Het griezelige is dat
er bij die acht maar één vroegere brand
stichter was. De andere zeven behoor
den tot de categorie vermogensdelicten.
Ik wil maar zeggen: zo onvoorspelbaar is
recidive bij agressieve misdrijven".
Strenger straffen
Geen TBR dus meer op grond van een
misplaatst psychiatrisch stempel. Weg
met de willekeur. Maar welk vonnis
moet de rechter dan vellen over agressie
ve criminelen? Voor Hamers is dat nau
welijks een probleem. „Als hun schuld
bewezen is. horen ze thuis in de gevan
genis. En als hun schuld groot genoeg is,
dienen ze levenslang te krijgen. De
schuldvraag, daar draait het om. Ik ben
geen voorstander van de heersende zach
te mentaliteit. Integendeel. Mijn be
zwaar is juist dat onze psychiaters daar
mee behept zijn. De dader had een over
heersende moeder, zijn vader dronk, hij
was werkloos, hij kwam uit een krotten-
buurt. De dader is niet helemaal schul-