r na e Joop Wagenaar heeft al z'n kerkdorpen inclusief Zevenhuizen even lief gehad I EEN BURGEMEESTER, JOURNALIST EN KIND VAN ALKEMADE NEEMT AFSCHEID O Van Zoetemelk pad tot brandweer- garage fieicUc Qowiant ZATERDAG 26 IULI 1986 ALKEMADE - De burgemeester van zes kerkdorpen - „eigenlijk zijn het er zeven, maar Zevenhui zen bij de Kagerplassen is geen kerkdorp, eerder het Saint-Tropez van Alkemade" - heeft het nog maar een korte wijle moeilijk in z'n ambt dat hij aan het einde van deze maand neerlegt. ,,Ga maar vast zitten; ik moet nog even de post doornemen. Een burgemeester is de slaaf van zijn agenda". Johan nes (Joop) S. Wagenaar parafeert en constateert dat hij nog bezoekjes moet afleggen bij een gouden en diamanten bruidspaar. Vandaag geeft hij een afscheidsinterview in de weldoortimmerde burgemeesters kamer van het raadhuis van Alkemade dat in Roelofarendsveen staat. Nog even en de Veen, Oude en Nieuwe Wetering, Rijpwetering, Oud Ade en Kaag-eiland, benevens Zevenhuizen (maar dat moet je dus niet serieus nemen) kunnen een nieuwe heer en burgervader verwachten. Maar een Johannes Wagenaar is toch wel iets bijzonders in onze samenleving: hij werd in de Veen geboren (ging op Nieuwe Wetering huizen, maar dat neemt niemand hem kwalijk), hij is er getogen, werd er burgemeester en zal er tot zijn laatste snik blijven wonen. Zo werd J.S. Wagenaar een burgerboven meester. Niet meer van z'n geboorte grond los te branden. Het is warm. De heer Wagenaar, inmid dels 65 geworden, zit in witte hemds mouwen achter zijn grote bureau voor magistraat. De glas-in-loodramen zijn in de loop der jaren geschonken door ver schillende verenigingen en corporaties. Ze vertonen knusse, vaak typerende beelden uit het Alkemadese waterrijke bestel. Zelfs het geboortehuis van de heer Wagenaar staat er op: „Kijk, vlak naast de voormalige groenteveiling in de oude Veen". Daar was hij numero der tien in een gezin met vijftien kinderen. Veenser en roomser kon het niet. Het is warempel behoorlijk warm van daag. De burgemeester ontdoet zich al pratend van zijn bretels. Niet van die echte brede galgen, maar keurig smalle, witte elastieken. Een pantalon met een riem. Hij hijst de zaak op en stopt een fijne sigaar tussen de lippen: „Ook een?". Goudvis Tegenover de burgemeester zit ik bijna met m'n neus op een heel grote bolle waterkom waarin een eenzame goudvif zich met z'n tijd geen raad weet. En jd| blijft maar kijken naar dat zwarte sliertja onderaan dat steeds maar groter word| totdat ook dat gaat zwemmen. Hoe zou zo'n vis nou heten hè? Gemeentebode Piet van Noord komt binnen met de' thee. „Piet, hoe heet die vis eigenlijk?". „Ik zou het niet welen burgemeester", antwoordt Piet, „maar hij is ons enig le vende bezit hier op het gemeentehuis. U zult hem wel willen meenemen hè, als u weggaat; want hij is uw eigendom". „We zullen wel zien. Piet". Dan gaat de heer Wagenaar ons voor naar de belendende raadzaal. Het is net of hij de deur van de sacristie opendoet, en dan sta je plotseling in de kerk. De raadzaal vaiT Alkemade is een plaatje. Veel hout in de boenwas gezet en het ge meentebestuur kan er stijlvol zetelen. Er wordt kennelijk een slagvaardig beleid verwacht. Ook hier weer een „reportage" van geschonken glas-in-loodvensters en vanaf de muren kijken voorbije burge meesters op geschilderde doeken (eentje a la Van Gogh) op de belegde beraadsla gingen neer. Er is een open plek; alsof het graf al gedolven is. „Daar zal ik wel komen te hangen, vermoed ik", zegt de burgemeester, in zijn ambtelijke nada gen, opgeruimd. „Kijk, toen ik in de raad kwam, in '58 voor de KVP, zat ik op deze stoel hier. Wat later schoof ik op naar die andere stoel daar en toen ik wethouder werd in '65 kwam ik op die hogere stoel achter de collegetafel. En nou zit ik dan als vertegenwoordiger van Wagenaar mag volgens commissaris der koningin Vrolijk dan geen watersportman zijn, met de roeiboot kan hij aardig overweg. de koningin nog een paar weken op die hoogste, met het gemeentewapen; zoals het hoort". Waarschijnlijk zijn er in ons land nog wel meer van die ingeburgerde burge meesters, maar dan wel spaarzaam. Bur gemeester Wagenaar in overhemd voert me door het gemeentehuis van een jaar of 117 oud. Aaneengebouwde panden met niveauverschillen; je gaat er een paar treden af en dan weer een paar tre den op. En overal zijn ambtenaren bezig met het reilen en, vooral, het zeilen van hun gemeente met 13.500 inwoners. Steeds kom je er wel een tegen op de gangen en dan stelt de burgemeester ze aan je voor. Het lijkt wel of ze allemaal knipogen. Maar zo'n eerste burger krij gen ze waarschijnlijk voorlopig niet meer terug. Hij licht toe: „Er is nu ruim te voor zestig mensen - het gemeentelijk bestand in de binnen- èn buitendienst is honderddertig. Maar vroeger, in m'n jongensjaren zeg maar, zaten er vier man en een paardekop. De politie zat erin met een cel en het was ook de secre tariswoning, de burgemeesterswoning, het bodehuis en een postkantoor. Het was ooit een arme gemeente. Maar van daag lacht de toekomst deze gemeen schap toe. Als je de constellatie maar in de gaten houdt". Bekoring Toen de nu afscheidnemende Johannes Wagenaar nog een Jopie was, deden zijn Binnen de grenzen van Alkemade zijn de afgelopen jaren voor miljoenen guldens aan nieuwe kassen gebouwd. Burgemeester Wagenaar op bezoek bij een van de tuinders. ouders de meeste jongens van hun kin derschaar in de „kost": Joop ging voor een jaar of vijf naar Oudenbosch, bij de broeders van St. Louis, onder de rook van het vergane pauselijke zouavendom. „Een internaat, jawel. En je kon er nog broeder worden ook, maar aan die beko ring heb ik weerstand kunnen bieden". De sigaar is uitgegaan, maar er is weer nieuw vuur. „Het waren de crisisjaren en ik ging het onderwijs in. In Den Haag. Graag gedaan overigens". Op een gegeven moment werd Johannes Wage naar een collega die we nu gewoon Joop mogen noemen: in '61 ging hij als jour nalist „proefdraaien" bij het Haagse dag blad Het Binnephof en werd hij gecon fronteerd met het ruige leven der ver- slaggeverij. „Maar de politiek bleef me trekken". „Ik was toen al aandeelhouder van de Leidse Courant. Ik had vier aandelen ad vijfentwintig gulden besteld, maar ik kreeg er na verloop van tijd drie. Die aandelen moesten volgens de statuten in „goede handen" blijven. Geloof en ze den dienden beschermd te worden. Zo heb ik ook nog aan de wieg gestaan van de fusie tussen Leidse Courant en Het Binnenhof, in '61 was dat. De samen smelting was definitief, niemand van ons had meer iets te zeggen en we zaten met een brok in onze keel; het was niet meer terug te draaien. Toen besloot ie mand dan maar het Onze Vader te gaan bidden. Dat was het laatste dat we als zelfstandige krant nog konden doen. Ik zal het nooit vergeten". Joop Wagenaar als Haags raadsverslag- gever; een dorpeling in de grote stad, een buitenjongen uit Nieuwe Wetering, een dorpje van zeshonderd mensen of zo. „Maar ik begon toch mee te tellen. In middels was ik in '58 in de raad geko zen. Dat raadslidmaatschap wilde ik handhaven terwijl ik journalistiek werk deed. Toen ik wethouder was geworden, kwam ik 's morgens om acht uur op het gemeentehuis om nog wat te regelen en daarna verdween ik naar de krant. Het was een vrij zwaar leven. Hoe heb ik dit kunnen doen! Als journalist was ik beze ten van m'n vak. Trouwens, je kwam een combinatie van functies heel wat te gen in bestuurlijke kringen. Maar ik moest een keer weg uit de journalistiek, hoewel ik er nooit van gedroomd had burgemeester te worden". Roerselen Maar Joop Wagenaar had nu eenmaal in de jaren dertig de trieste toestanden in z'n eigen dorp meegemaakt. „Daarom wilde ik in de politiek, ik was gegrepen. Ik heb grote mensen zien huilen omdat ze geen brood meer bij de bakker kon den halen. Ik dacht toen: dat mag na de oorlog nooit meer gebeuren. Zoiets brengt roerselen in je teweeg. Er moest een andere wind gaan waaien, je wilde een einde maken aan die armoe. Zo kwam ik in de gemeenteraad, om een bijdrage te leveren in het besturen van een gemeente". Het werd Wagenaars definitieve carrière. Hij werd als wethouder waarnemend burgemeester van Alkemade en sollici teerde naar het burgemeesterschap van Warmond. „Maar commissaris der ko ningin Vrolijk zei: „Daar hebben ze een watersportman nodig en dat ben jij niet". Een half jaar later kwam Zevenho ven vrij. Gevraagd werd een nieuwe ka tholieke burgemeester. Ik heb toen ja ge zegd. Zo gaat de trein maar verder. Daar eindigde toen mijn journalistieke baan. Met enige pijn, want ik was liever jour nalist dan burgemeester. Gek hè?". Het werden negen jaren Zevenhoven en Joop Wagenaar was er toch in z'n ele ment: „Met weinig mensen hebben we veel kunnen doen: wegen opgeknapt, nieuw gemeentehuis, fietspaden, het sportpark vergroot, een winkel- en me disch centrum gerealiseerd. De eerste drie maanden zat ik er met tranen in m'n ogen, maar toen kreeg ik de smaak te pakken: tweehonderd huizen uit de grond gestampt in de vrije sector en zo; tot '80 mochten we er maar drie woning wetwoningen bouwen". 'nder elkaar Toen kwam, in '82, Alkemade in zicht. Smolders was weg, Bolten kwam en ging. Joop Wagenaar, edelachtbaar, liep tegen de zestig maar haalde de zifting. Op eigen verzoek kwam hij terug in zijn geboortedorp, als burgemeester. „De mensen kennen mij. ik ken de mensen hier. Ik hou van ze, echt. Het is het die nen van een gemeenschap waar ik van hou. Zo ligt dat. Een reuze leuke afslui ting van m'n carrière. Ik heb hier lief en leed met die lui gedeeld. Het is de een voud van mensen die zichzelf blijven. Stug? Nee, beslist niet stug. In deze stre ken zijn ze gemoedelijk, saamhorig ook, ze hebben veel voor elkaar over. Ker missen, carnaval, dan zijn ze hier alle maal onder elkaar. Maar als buitenstaan der word je niet gehaald, je moet zelf ko men. Laat ik zeggen: Veenders en Wete- ringers houden gewoon niet van kapso nes. Daar hebben ze een gruwelijke he kel aan, aan kapsones. Dat noemen jul lie in de stad dan stug". In Alkemade is Joop Wagenaar gewend geraakt aan besturen, „met tonnen over de tafel". „Er gaat hier wat om aan hek senwerk". Maar als ambtsdrager is deze eerste burger ook eerlijk gebleven: „Ik heb aan bureaucratie een verschrikkelij ke hekel. Als je werkelijk de wetten en verordeningen zou toepassen zoals die op papier staan, wordt het leven onleef baar. Dus zijn wij zowat de hele dag in overtreding. In Nederland wil men alles regelen. Dat is heel erg. Kijk die post- map maar eens. Die ziet er al uit als een reglement. Nee, je moet redelijke wegen kunnen bewandelen en niet alles volgens de letter zien op te lossen. Je hebt met mensen te doen en die kunnen er soms beroerd voor zitten. Als je o-n met het wetboek in de hand komt, L n je ze soms beter meteen maar naar een inrich ting sturen". Even lief Joop Wagenaar de lankmoedige. De va der die het beste met z'n kinderen voor heeft: „Ik wil iets voor de mensen kun nen doen en niet op elke slak zout leg gen". De zes kerkdorpen (en Zevenhui zen) zijn hem allemaal even lief geweest. „Het is Alkemade, met z'n eensgezind heid, ofschoon de kernen toch allemaal weer verschillend zijn. Dat komt door die autochtone bevolking die in de dor pen is blijven hangen, al generaties lang. Veenders, dat zijn vanouds „peulesnij- ers", die van Oud Ade zijn „gemakke lijk" en de Rippers wat bedachtzamer, maar toch positief. Bij de ene groep duurt een belangenvergadering wat kor ter dan bij de andere". Als burgemeester heeft Joop Wagenaar daar een open oog voor gehad. Hij is im mers uit dezelfde veengrond getrokken. En wat na de 30e juli? „Kom nou, ik vermaak me hier best. Ik blijf er wonen, anders zou 't m'n dood wezen. Ik weet m'n weg wel te vinden. Niks doen is niets voor mij". Als Joop Wagenaar straks z'n ambtsketen heeft afgedaan, leeft hij samen met zijn vrouw voort aan de Voorweg op de Nieuwe Wetering; op een soort terp die op een eiland staat en over een ophaalbrug bereikbaar is. De enige „verhevenheid" die deze ambitieu ze Wagenaar rest. Met twee zoons en een dochter die in de streek wonen, voelt hij zich bovendien gelukkig. En een behulpzame landman onderhoudt in het zweet zijns aanschijns z'n moestuin en plukt daarvan de vruchten via hem toegekende kroppen sla en andere geteel de groenten. „Opera mundi Wagneria- nenses erant". De wereldwerken van Wagenaar zijn op een haar na gevild. Hij was een eigengestoofde burgemeester. Alle lof daarvoor. TON PIETERS FOTO'S: MILAN KONVALINKA ALKEMADE - Hij wrijft wat in zijn ogen en langs zijn voorhoofd. Want het is zeer warm die zomer avond tijdens een bezoek aan zijn woning in Nieuwe Wetering. On derwerp van gesprek: wat is er de afgelopen jaren in Alkemade tot stand gekomen? Wagenaar: „Als journalist ben je eigenlijk altijd veel meer bezig met wat komen gaat dan met gedane zaken". Maar dat er tijdens de ambtsperiode van Wa genaar veel tot stand is gekomen wil of kan de scheidende burge meester niet ontkennen. Hij had het bij zijn benoeming ruim vier jaar geleden niet gedacht, maar er bleek - ondanks de vroegere vooruitgang en ontwikkelingen - toch veel werk aan de winkel te zijn. „Met zijn allen", aldus Wagenaar, „hebben we er hard aan ge trokken. De wethouders, raadsleden, bur ger-commissieleden, werkgroepen, teams, de gemeentesecretaris en zijn ambtena ren, de politieke partijen, het vier- partijenoverleg en de diverse adviseurs waren bij wijze van spreken dag-in-dag- uit in de weer: dikwijls ook in de week ends". Met deze opsomming wil hij dui delijk stellen dat heel veel mensen op tal van fronten zeer actief waren. „En dat zal wel zo blijven, want Alkemade is een heel dynamische gemeente geworden na de Tweede Wereldoorlog. Een groot voor deel is trouwens dat iedere bestuurder - op welke post ook - deze gemeente (en ook de regio) zeer goed kent en terdege op de hoogte is van wat er zich in de di verse gemeenschappen afspeelt", ver klaart Wagenaar. De belangrijke zaken die zijn gereali seerd, hebben betrekking op alle kernen van Alkemade. Op het pittoreske eiland De Kaag werd een sportpark aangelegd en bij Nieuwe Wetering een nieuwe brug. Het Cultureel Centrum in Nieuwe Wete ring onderging een grondige opknap beurt. In de Kaag werd ook de brand weerkazerne uitgebreid. Mede dank zij een gemeentelijke subsidie kon de monu mentale domineeswoning worden geres taureerd en konden de karakteristieke kerken van Oud Ade en Rijpwetering worden opgeknapt. De voorbereidingen voor een fietspad langs de Leidseweg in Oud Adé zijn in een vergevorderd stadium. Rijpwetering heeft in een recordtempo zijn lang verbei de „Joop Zoetemelkpad" gekregen. De verbindingen in Alkemade-West zijn niet alleen verbeterd door de aanleg van dit pad. ook de reconstructie en ae nieuwe beschoeiing van de Pastoor van der Plaat straat droegen daaraan bij. In Rijp wetering zijn onlangs twee hectare en in Oude Wetering acht hectare gekocht voor verdere woningbouw. Voor Roelofarendsveen werd de moeilijke beslissing genomen om het huidige sport veldencomplex te renoveren. De biblio theek wordt gevestigd in Dorpshuis De Alkeburcht aat momenteel wordt ver bouwd. De Alkemadelaan kon met pro- vinciegeld worden gereconstrueerd en ook het Westeinde is grondig opgeknapt. De ambtswoning is verkocht en er zijn tal van woningbouwplannen gerealiseerd De scholenhuisvesting is verder verbeterd. Voor de Veense tuinbouw waren de voor uitzichten dusdanig goed dat er voor mil joenen guldens nieuwe kassen zijn ge bouwd. Veel aandacht is besleed aan de nood zaak van een rioolwaterzuiveringsinstal latie in Alkemade. Na jarenlang touw trekken tussen diverse ambtelijke instan ties is men eindelijk zover dat het Hoog heemraadschap van Rijnland voor twin tig miljoen gulden een zuiveringsinstalla tie gaat bouwen in de Nieuwe Weteringse polder 't Noordveen. De installatie zal over drie jaar in gebruik kunnen worden genomen. „Dan wordt de meest ideale si tuatie voor mens, dier en plant bereikt", aldus Wagenaar. En wat de toekomst betreft? „Problemen, wensen en werk genoeg", aldus de Alke madese burgen'ader. Denken we maar eens aan de uitbouw van de schoolbege leidingsdienst, de centrumontwikkeling in Roelofarendsveen rond dé Noordhoek, de automatisering van de gemeentelijke administratie, de uitbreiding van hel in dustrieterrein, de recreatieve voorzienin gen en de mogelijke verbouw of nieuw bouw van het gemeentehuis". Het be langrijkste vindt hij dat de werkloosheid in Alkemade zo sterk terugloopt en dat binnen het kader van de gemeentelijke herindeling Alkemade buiten schol blijft en dus zelfstandig. Op woensdag 30 Juli neemt hii in de hallen van de veiling EMM afscheid van de gemeente en ae bewoners van Alkemade en draagt hij me! een gerust hart de leiding over aan loco-burgemeester Beelen uit Rijpwete ring. Inmiddels is tijdens het gesprek de tem peratuur buiten tot „aangenaam" ge daald. Turend in de verte zegt de burge meester: „Behalve dat ik me verhem op wat minder druk bezette dagen, hopp ik flls gewoon huis-, tuin- en keukenbijrger ook nog iets méér te kunnen genieten van wat Alkemade zoal te bieden heeft". ELLEN VERHAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 15