Indrukwekkend debuut van Rudi van Dantzig Vrouwen in de journalistiek, alleen voor zover plaats.. DE KEElj Kane en Abel: streekroman op internationaal niveau „Nederlandse thriller is geen veredelde Donald Duck meer" BOEKEN Jubileum boek Rob Herwig Frits Bromberg prikt- sprookjes door met verhalen van boze op= foidócêouuMit VRIJDAG 20 JUNI 1986PAGIN* De Nederlander Rob Herwig is een van de meest gelezen au teurs van planten- en tuinboe- ken ter wereld. Tot nu toe verschenen 50 titels van zijn hand met een totale oplage van 7 miljoen exemplaren in 15 verschillende talen. Ter gelegenheid van de ver koop van het zeven miljoenste Herwig groenboek heeft uitge verij Zomer Keuning het ..Grote Tuin- en Kamerplan tenboek" uitgebracht. De nor male prijs zou volgens de uit gever bijna honderd gulden moeten bedragen, maar nu kost het nog geen drie tientjes. Voor dat bedrag krijgt de ko per een indrukwekkend boek in handen. Rijkelijk voorzien van fraaie kleurenprenten passeren meer dan 2000 plan ten in alle mogelijke soorten de revue. Herwig heeft gekozen voor een overzichtelijke indeling, waarin de diverse categorien goed zijn gescheiden. Uiter aard zijn de tuin- en kamer planten gesplitst, maar de on derverdeling gaat veel verder en is zelfs voor een leek te be grijpen. Voorts bevat het boek werk veel praktische informa tie over groeiplaats, snoeien, water en licht, maar ook over grondbewerking, aanleg van terassen, gazons etc. Voor de gene die zich na het lezen van het boek nog meer wil infor meren. wordt een bezoek aan het modeltuinêncomplex van Herwig in het Veluwse Lunte- ren aangeraden. Herwigs boeken zijn door gaans goed leesbaar, ook voor de liefhebber-in-spé, die zon der al te veel deskundigheid of grote interesse toch op een eenvoudige en simpele wijze een redelijk resultaat wil be halen met zijn plantenbakje op het balkon of het tuintje. Juist voor deze groep mensen is ..Het Grote Tuin- en Planten boek" bedoeld. Rob Herwig „Het Grote Tuin- en Plantenboek". Uit geverij Zomer Keuning. Prijs ƒ29,90. .VOOR DE VERLOREN SOLDAAT": Veel van het leed dat zich in de Tweede Wereldoorlog af speelde. vond plaats op het platteland. Kinderen, die om allerlei redenen uit de grote steden in het westen van het land moesten verdwijnen, maakten emotionele jaren mee tussen plattelandsmensen, waar zij niets van begrepen In ..Het Bittere Kruid" heeft Marga Minco daar al aandacht aan besteed, ook in andere verhalen is dit thema terug te vinden. Rudi van Dantzig, de balletman, concentreert zich in zijn eerste roman, „Voor een verloren soldaat" heel sterk op dergelijke gebeurtenissen. De hoofdpersoon van dit boek. Jeroen, is een jongen van twaalf, die in het laatste oor logsjaar naar Friesland ge transporteerd wordt, waar hij in een kleine boerengemeen schap heel moeilijke tijden doormaakt. Met grote zorg. in leving en gevoel voor het dra ma. dat zo'n knaap overkomt in die situatie, schrijft Van Dantzig hierover een intens verdrietig verslag, dat in veel opzichten de kracht heeft van een klassieke vertelling. Klas siek in deze zin, dat er weinig aan toe te voegen valt, dat het geschetste beeld heel compleet, heel indringend en onvergete lijk is. Alleen al om deze reden is „Voor een verloren soldaat" een roman van belang. Er is echter veel meer: de knaap Jeroen wordt gecon fronteerd met aspecten van zijn bestaan, die hij niet kende, waar hij niet aan toe was, waar hij trouwens helemaal niets van wist. Schokkend voor hem is het lichamelijk contact dat een lotgenoot, een ook uit Amsterdam naar Friesland geëvacueerd vriend je, met hem zoekt. Later wordt dat onduidelijke sexuele ge voel tot meer klaarheid ge bracht. Een van de bevrijders, de soldaat Wolt, speelt daarin een belangrijke rol. Door hem ontdekt Jeroen zijn ware aard: de bevrijding is in dat opzicht vol betekenissen in zijn ont wikkeling. Het contact met die soldaat gaat natuurlijk verloren. Het verhaal beschrijft hoe dit ver lies van betekenis blijft in het leven van de man, die verder moet leven na deze ontwikke lingen. En opnieuw is Van Dantzig heel trefzeker, in de manier waarop hij Jeroen als volwassene terug laat kijken naar deze jeugdepisode, die nooit voorbij is gegaan en ook nooit voltooid is. Deze oorlogspastorale van Rudi van Dantzig is een ver rassende roman, omdat deze theaterkunstenaar zich in zeer preciese taalvormen en struc turen tot een verhaalvorm dwingt, die overtuigend* lite rair is. Een historisch en men selijk dokument van grote WMrde' JAN VERSTAPPEN Rudi van Dantzig: „Voor een verloren soldaat" - De Arbei derspers. Prijs 34,50. i „Er zijn mooie sprookjes. Sprookjes waarin kikkers een len. Daarin is een kikker een betoverde prins. Ook wel efc prinses. Ze worden weer gewoon als ze iets mogen." Zo>n Opa Knor een van zijn verhaaltjes, die opgeschreven zijU vorm van een soort raamvertelling in het kinderboek v verhalen", door Frits Bromberg. Een vermakelijk, boos fc] boek. i Want de opa, die terecht Knor heet, is niet van plan vcc kleinkinderen lieve, aangename, sprookjesachtige verhfti vertellen. Hij is zijn verhalen ook vaak kwijt, hij steekt tekst ervan zijn pijp in de brand of hij vindt nog wat acP koelkast. De kinderen kunnen er met enig denken in mR die weten wel dat het allemaal niet zo mooi is, als doorgif andere verhalen verteld wordt. Jan gelooft die sprookjto „Ze kunnen me wat", roept hij. Dat roept hij na elk sp „Allemaal sprookjes, die sprookjes. Ik geloof er geen snam Met zo'n opa komen kinderen niet ver in de georganiseer gens van de samenleving. De boze opa die deze sprookjes halen liefst slecht of raar af laat lopen, weet natuurlijk jr ter. Kinderboeken schrijven en niet in sprookjes geloven. Date alleen grappig, het is misschien wel hard nodig. Frits Br«r draagt met deze Knor-verhalen bij tot een bewustwordilf die „leeskinderen": zij lezen alles wat los en vast zit, zijn in alles mee te fantaseren, maar zo mooi als ze het in de vit tjes lezen, is de werkelijkheid toch niet. Dat ontdekkend tuurlijk zelf wel eens, maar waarom zou je ze voordien eu genachtig sprookje voorhouden? if JAN VERSTA» Rudi van Dantzig: indrukwekkend literair debuut met „Voor een Frits Bromberg: „Knor-verhalen". Uitgave Wolters-l< verloren soldaat". hoff. Prijs ƒ12,50. „Voor zover plaats aan de perstafel". Dat schreef een Ne derlandse rechter rond de eeuwwisseling op de perskaart van een van de eerste vrouwe lijke verslaggevers. Het is te vens de titel van een onlangs uitgebracht boekwerk dat handelt over de rol van de vrouw in de dagbladjournalis tiek. Vrouwen hebben anno 1986 het recht aan te schuiven aan de perstafel, ook al blijft er geen plaats over voor manne lijke collega's, maar de conclu sie dat vrouwen binnen de dagbladen dezelfde positie in nemen als mannen, hebben de samenstelsters van „Voor zo ver plaats..." Els Diekerhof, Mirjam Elias en Marjan Sax niet kunnen trekken. De auteurs, werkzaam bij de Stichting Vrouw en Media, schromen niet een harde aan val uit te voeren op het man- nenbolwerk dat „redactie" heet. Uit een eerder gehouden onderzoek in opdracht van de Stichting Vrouw en Media, waarvan de resultaten uitge breid in het boek worden be sproken, blijkt dat van de dag bladjournalisten slechts tien procent vrouw is. Zes procent van de vrouwelij ke journalisten is chef gewor den, waarvan voornamelijk van stad- en streekredacties, waaraan een lagere status wordt verleend dan bijvoor beeld binnen- en buitenland- redacties. Ter vergelijking: van hun mannelijke collega's werd 22 procent chef. Vrou wen op financieel- en of so- ciaaleconomische redacties zijn nog steeds een zeldzaamheid. Gezegd moet worden dat vrouwelijke journalisten het zelf lange tijd niet ambieerden chef te zijn. Maar „minder am bitie" is zeker niet de hoofd oorzaak die ligt in de werk structuur van een krant (dag en nacht paraat staan) en de sfeer en omgangsvormen op de redactie zelf. Opmerkelijk is het dat de onderzoeksters moesten concluderen dat het 24 uur per dag in dienst staan -van de krant zo veel meer be zwaarlijk is voor vrouwen dan voor mannen. Er zijn immers wel meer vak groepen waarbij de werkne mers oproepbaar moeten zijn, zoals in sectoren van het wel- zijns- en opvangwerk, bij me dische en aanverwante instel lingen en politie. Voor wat be treft de laatste twee factoren (sfeer op de redactie en om gangsvormen) hebben vrou wen bij veel redacties nog een harde dobber. „De krant is een meneer" en dat willen manne lijke collega's laten weten ook: haantjesgedrag tegenover vrouwen, prestigekwesties en mannen-onder-elkaar-gepraat vieren hoogtij, zo bleek de sa menstelsters uit gesprekken met vrouwelijke journalisten. Het is duidelijk dat een derge lijk gedragspatroon ook door speelt in de inhoud van de krant. Een dagblad zou een spiegel van de maatschappij moeten zijn, maar dat blijkt noch uit de samenstelling van de redactie, noch uit de onder werpen, die veelal geschreven zijn door en met name voor mannen. Niet verwonderlijk dat vrouwelijke lezers minder van hun gading in de krant te rug vinden dan hun partners van andere sexe, zoals uit eer dere onderzoeken is gebleken. In „Voor zover plaats aan de perstafel" staan behalve een analyse van de enquête, inter views met bekende vrouwelij ke journalisten en verhalen over de vrouwelijke pioniers in de Nederlandse journalis tiek, die de strijd aangingen met heren-collega's en het pu bliek. Treurige staaltjes van paternalistische en macho- journalistiek worden op vlotte en soms ook humoristisch wij ze beschreven; als historie was het leuk geweest, maar niet wanneer de geschiedenis zich dagelijks herhaalt. „Voor zo ver plaats..." biedt ook voor niet-journalisten een aardige kijk achter de schermen van een produkt dat dagelijks bij het merendeel van de bevol king door de brievenbus rolt. JOOS PERSOON Marjan Sax, Els Diekerhof en Mirjam Elias: „Voor zo ver plaats aan de perstafel". Uitg. Meulenhoff Informa tief. 215 pag. PriJS: ƒ34,50 gulden. (ADVERTENTIE) BOEKHAND! LEIDEN LEIDERDC OEQSTGEEST - KAT\ VOORSCHOTEN Archieffoto van Jeffrey Archer, schrijver van Kane en Abel. Knap en heel consequent heeft Jeffrey Archer zijn roman ..Kane en Abel" geconstrueerd en uitgewerkt, met een precisie die nauwelijks van deze tijd is. Maar onder literatuur zal zijn werk niet worden gerangschikt, eerder, als het genre bestond, onder „internationale streekroman". Het werk laat zich overi gens lezen op de manier waarop men pinda's pleegt te eten: hal verwege stoppen is nauwelijks mogelijk. Archer heeft dat op verschillende manieren bereikt. Hij werkt met twee hoofdthema's, de levens van bankier Kane en hotel magnaat Abel die beiden een successtory vertegenwoordigen. Door de beschreven lotgevallen op hoogtepunten af te breken houdt Archer de spanning erin, waartoe overigens zijn schrijf trant bijdraagt. Die is sober en beschrijvend; Archer houdt van recht-toe-recht-aan, hij beschrijft wat hij ziet en verder geen on zin. In de uitstekende vertaling van René van de Weyer blijft ^elfs zijn gevoel voor Amerikaanse humor, soms ironie, dapper overeind. Aardig van Archer is voorts, dat hij menselijke zwak heden voortreffelijk gestalte geeft en door die zwakheden op de juiste momenten weer te geven, zijn karakters versterkt. Het verhaal is opgebouwd uit twee hoofdstromingen met zijtak jes. Archer begint zijn verhaal met een vondeling in Polen die meer is dan hij lijkt te zijn. Deze vondeling wordt later Abel. die zich in Amerika van Poolse vluchteling opwerkt tot hotelmag naat en een dochter krijgt die haar eigen leven gaan leiden. Tegenhanger van Abel is Richard Kane, zoon uit een bankiers geslacht, die evenals pa niet van wijken weet en met zijn bank doet, wat Abel met zijn hotels voorelkaar krijgt. Kane krijgt kinderen en ook die gaan hun eigen rol spelen. Dat, en hoe de levens van Kane en Abel elkaar kruisen, maakt Archer vol maakt, aannemelijk; dat de kinderen van hen dat ook doen en wel heel erg toevallig, wordt minder aannemelijk gemaakt. Eni- ge zwakke plek overigens in dit verhaal. Waarom het werk voor televisie werd bewerkt en in tal van landen werd en wordt uitgezonden, ligt voor de hand. De schrijftrant van Archer is luid en duidelijk, een regisseur hoeft maar te doen wat er staat, met inbegrip van de dialogen en het is voor de bakker. Bovendien is Archers formule opgebouwd -rond tamelijk probleemloos succes en warmbloedige intermense lijke relaties. Dat leest en kijkt lekker en al heeft Jeffrey Ar cher kennelijk geen last van literaire aanvallen, een goed schrij ver toont hij zich wel, ook een man die goed kan observeren en karakters in alle consequentie kan laten opbloeien. Daarom boeit zijn roman tot het eind. Jeffrey Archer Kane en Abel. Uitg. Het Spectrum, prijs ƒ29,90. FRITS BROMBERG I' Thomas Ross is één van de zeer weinige Nederlan ders voor wie de misdaadliteratuur loont. De zoon van een BVD-ambtenaar heeft in zijn thrillers de BVD-spion Martin Finch gecreëerd. Maar van één misdaadroman per jaar kan de schoorsteen niet roken. De cultureel antropoloog, ex-journalist en -welzijnswerker maakt derhalve ook nog filmscé nario's, beoordeelt thrillers voor een uitgeverij en interviewt collega-misdaadauteurs voor Vrij Ne derland. Hard werk: „Ik lees ongeveer honderd misdaadboeken per maand en dat komt me soms behoorlijk de strot uit", verzucht Ross, tevens voorzitter van het kortelings opgerichte Genoot schap van Nederlandstalige Misdaadauteurs. AMSTERDAM „De misdaadroman wordt niet serieus genomen. Thuis heb ik vijfduizend detec tives. Als mensen dat zien, denken ze dat je niet goed bij je hoofd bent. En ze vragen altijd weer wanneer je nou eens echt boek schrijft", zegt Tho mas Ross, die inmiddels zeven veelgeprezen en goedverkochte thrillers op zijn naam heeft staan. Momenteel werkt hij aan een boek over de aanslag op de Rainbow Warrior. Hij neemt ruim de tijd voor het interview, want een geestelijke blokkade belet al enige dagen het schrijven van spannende pagina's. „Het nieuwe boek is bijna do cumentair. Ik probeer ook de karakters wat uit te diepen. Maar volgens de man, aan wie ik alles voorlees voordat het naar de uitgever gaat, doe ik dat niet goed. Toch hebben alle thriller-schrijvers na een aantal jaren de neiging om iets ander te gaan doen. Dat is ook logisch, het geldt bijvoor beeld ook voor muzikanten. Als je vijftien jaar de Radetz- ky-mars hebt gespeeld, wil je wel eens zelf een compositie schrijven" Zijn held. Martin Finch, is agent van de Binnenlandse Veiligheids Dienst en bemoeit zich namens dit gezelschap met de toestand in de wereld: de Molukken (De honden van het verraad). Zuid-Afrika (De ogen van de mol), prins Bern- hard (Van koninklijken bloe de), Slavenburgs Bank (Poesj- kinplan) en Nicaragua (Scha duwen van Gethsemane). Hij maakt ook scenario's voor Nederlandse speelfilms, zoals de nog niet uitgekomen Het Buitelkruid. Uit dit Grijpstra en De Gier-avontuur verwij derde hij eerst Grijpstra („dat is altijd zo oubollig, zo'n oude re politieman en een jongere") en vervolgens De Gier. „Rob Houwer had Beverly Hills Cop gezien met Eddie Murp hy. Zoiets wilde hij ook. Dus is De Gier vervangen door een Arubaanse politieman. In de film heb je nu zwart en wit, die totaal niet met elkaar overweg kunnen. Tja, als je de filmrechten van je boek verkoopt, heb je helemaal THOMAS ROSS VOORZITTER VAN GENOOTSCHAP VAN MISDAADAUTEUR Thomas Ross: „Van één boek per jaar kan je niet leven". niets meer te zeggen. Ik heb het contract van Rob Houwer met Marga Minco over Het Bittere Kruid gezien. Hij had er de Tweede Wereldoorlog uit kunnen laten en van de hoofdrolspeelster een lesbi sche zigeunerin anno 1985 kunnen maken. Daar krijgt een schrijver ook goed geld voor. Voor een boek krijg je een voorschot van vijf- of tienduizend gulden, maar voor de filmrechten krijg je vijftigduizend gulden, zonder dat ie iets extra hoeft te doen Op dit moment werkt Ross aan de verfilming van Gangreen van Jef Geeraerts. Koloniale sex en geweld in de Kongo. Leespiek Ross is ook één van die crimi nele literatoren, wier boeken juist in deze zomermaanden een leespiek bereiken. Onge twijfeld zullen weer talloze thrillers beduimeld en vol zandkorrels bij de bibliothe ken worden terugbezorgd. Het blijft aardig dat mensen zich op hun meest luie mo menten vertreden met moord en doodslag. Zoals gewoonlijk heeft een Amerikaanse psy- cho-analytica, dr. Geraldine Pederson-Krag dit verschijn sel herleid tot sex, jeugd en Freud. De moord is het ge slachtelijk verkeer van de ou ders, de moordenaar is de le zer, de aanwijzingen zijn vlekken, nachtelijke geluiden en voor kinderen onbegrijpe lijke dubbelzinnigheden. An dere zielevorsers zijn in het lezen van moorddadige boe ken het bewijs dat wij diep in ons hart allemaal onze vader om zeep willen brengen. „Daar geloof ik niet in", zegt hij. „Misdaadliteratuur is een vorm van ontspanning en ontsnapping. De meeste men sen leven denk ik vrij saai. Van kantoor naar huis en van huis naar kantoor. Daarom hebben ze 's avonds geen zin om moeilijke boeken van Erasmus en Augustinus te le zen. Ze hebben behoefte aan een schijnwereld. De Neder landse literatuur biedt die niet. Die jongens hebben het constant over zichzelf. Het is weer het Oudhollandse bin nenkamertje wat je ziet. In te genstelling tot het buitenland hebben we hebben geen grote romanciers of vertellers. De boeken top tien wordt hier aangevoerd door een tv-pre- sentator (Adriaan van Dis) en een tv-komiek (Kees van Kooten). Het is wel leuk, maar het zijn allemaal van die kleinschalige anekdotetjes." Ross. die eigenlijk Willem Hoogendoorn heet, schrijft wel grootschalig. De bestand delen van zijn held Martin Finch zijn de auteur min of meer met de paplepel ingego ten. „Mijn vader zat bij de BVD. Hij heeft mijn boeken niet meer gelezen. Ik vraag me wel vaak af wat hij ervan zou vinden. Waarschijnlijk zou hij zich erom bekreunen, omdat er niets van klopt", al dus Ross. Als de Binnenlandse Veilig heids Dienst een onuitroei baar Janssen en Janssens-i- mage heeft, ligt dat niet aan Martin Finch. In Ross' laatste boek, Schaduwen van Gethse mane, rolt hij zelfs een com pleet CIA-complot op. „Dat gaat wel een beetje ver, dat is zo. Maar ik vind het heel naï ef om lacherig te doen over de BVD, om de dienst als een cartoon te beschouwen. De Dienst heeft duizend vaste werknemers en vijfduizend free-lancers. Ze hebben een perfecte samenwerking met de Amerikaanse ambassade in Den Haag, waar de CIA zit. Ze hebben eeh begroting die niet op de Rijksbegroting staat, maar buiten alle bezui nigingen is gebleven. En ze worden alleen gecontroleerd door een parlementaire com missie, die alle informatie krijgt aangeleverd door de BVD zelf. Dat stelt dus niet zoveel voor. De BVD is er om de staatsveiligheid te bewa ken, maar wie bewaakt de be waker „Het is o zo gevaarlijk om dat niet serieus te nemen, omdat er wel eens een document over straat gewaaid is. Na tuurlijk maken ze blunders. Het is heel dom om een stu dent te vragen of hij voor je wil werken. Want zo iemand stapt meteen naar een krant. Maar tegenover die blunders staan successen waar je nooit iets van hoort. De bestrijding van de Rote Armee Fraktion en de Palestijnse terroristen in Nederland is heel goed ge daan. En zoiets lukt echt niet met dikzakken of goedmoedi ge ambtenaren op spekzolen". De meeste thrillers draaien nog altijd om het plot, de in trige. Het opzetten van een verrassend, maar niet volko men ongeloofwaardig plot is één van de grootste hinder nissen bij het schrijven. „Als ik collega's interview, vraag ik altijd hoe ze een plot opzetten. Jackie Lourens- -Koop (een wat oudere dame die amusante detectives in de klassieke speurneuzenstijl schrijft, PG) een schat van een mens, vertelde me dat ze vaak een moord en een moor denaar heeft. Maar op bladzij de 180 vindt ze die jongen dan zo aardig dat ze een andere dader verzint." Ook Thomas Ross strooit de lezer zand in de ogen. Hij ver telt een verzonnen verhaal op basis van ware gebeurtenis sen. Schaduwen uit Gethse mane geeft antwoord op de vraag waarom de Nederland se journalist Koos Koster en zijn ploeg in El Salvador ver moord zijn: omdat zij op het punt stonden te ontdekken dat de Verenigde Staten via een ingewikkelde provocatie Nicaragua wilden binnenval len. „Ik begin altijd bij het eind. Waarom zijn die Nederlandse journalisten vermoord Die vraag moet aan het eind van het boek beantwoord zijn. Ik vraag me af waarom dat on derzoek destijds opeens opge houden is. En ik weet dat Reagan dolgraag Nicaragua zou binnenvallen, als hij maar een leuk excuus zou hebben. Op basis daarvan maak ik een plot. En de lezer moet maar uitmaken wat feiten en fictie zijn." „Ik sprak laatst de Engelse auteur Ken Follett, die boe ken heeft geschreven over dingen die echt gebeurd zijn. Een plot maken, gebaseerd op authentiek materiaal is het moeilijkste wat er is, zei hij. Want in het echt gebeuren dingen die zo dom zijn dat je ze als thrillerschrijver nooit zou verzinnen. Ik ben dat met mijn boek over de Rainbow Warrior ook tegen gekomen. Twee Franse geheime agen ten hebben in Nieuw-Caledo- nië een zeiljacht gehuurd om naar Nieuw-Zeeland te varen. Dat is slim. Maar ze hadden een rubber boot nodig die daar niet te krijgen was. Die hebben ze vervolgens in Lon den gekocht voor 1384 pond. Ze hebben 1400 pond betaald in briefjes van vijf, alsof het geld gestolen was en het wis selgeld laten zitten. Dat is na tuurlijk ontzettend stom, want dat valt op. Ook hebben ze vanuit het hotel naar de ge heime dienst in Parijs gebeld. Ze wisten niet dat elk num mer dat vanuit het hotel ge beld wordt veertien dagen in de computer blijft zitten. Om te controleren dat de telefo niste niet met haar vriendje in Australië gaat zitten bellen. Die dingen hoor je toch te we ten, als geheim agent." „In mijn boek los ik dat op door een andere partij in te voeren, die er belang bij heeft dat dit aan het licht komt. Ie mand wil dat Frankrijk pu bliekelijk geschoffeerd Nee, ik zeg niet wie, geef ik mijn plot weg. maar af, het boek komt i vember uit." Havank De Nederlandse thrill!1 heel lang in het speurne) genre blijven steken. Vq Tweede Wereldoorlog H terden Ivans' Geoffrey* („een kwestie van dedu| en combineren") en Ha) Schaduw („merkwaï hoogst merkwaardig"), i vank is natuurlijk klink onzin. De Schaduw is ee! mannetje met een gek t^ bruik. Hij heeft zichzel woon niet serieus gen# Zo word je natuurlijk schouwd als een vera Donald Duck." Zo langzamerhand is oe Nederlandse thriller vo sen geworden, aldus Rof worden wel degelijk t misdaadromans met een< realiteitsgehalte gerij Daarom is het Genoot# van Nederlandstalige J daadauteurs opgericht. soort vakbond voor lit» criminaliteit, want he# staan van de thriller-autl ons land blijft marginaa) „Van dat ene boek pei kun je onmogelijk la vertelt Ross. „Hoewel k. als Tatort en Derrick ol tend populair zijn, w| thrillers slecht verkocht heeft veel met de prijs t' ken. Bij de mensen is v eenmaal het idee ingep dat je wel 25 kunt b# voor Oek de Jong of dichtbundel van Vasalis.J niet voor een misdaadrt En als je tussen de pock» recht komt, verzuip je i' enorme aanbod. Bovej hou je daar als auteur eel lemaal niets aan over". Niettemin zijn er altijd! sen die denken met snel! kaar gezette thriller g^ kunnen verdienen. Tl) Ross werkt één dag per| bij een uitgever. In die h nigheid worstelt hij ziclr bergen manuscripten. „1 heel hard lachen. De n zijn ontzettend slecht. 4 het Nederlands al. He) bestaat vaak alleen mai toevalligheden. Het bars van de clichés, alleen I gewillige vrouwen met! zettend grote borsteif breedgeschouderde ma met een torso vol haar. 1» ben ik maar één goed rrf cript tegen gekomen." PETER GIJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 18