Indrukwekkend debuut
van Rudi van Dantzig
Vrouwen in de journalistiek, alleen voor zover plaats..
DE
KEElj
Kane en Abel:
streekroman op
internationaal
niveau
„Nederlandse thriller is geen
veredelde Donald Duck meer"
BOEKEN
Jubileum
boek Rob
Herwig
Frits Bromberg prikt-
sprookjes door met
verhalen van boze op=
foidócêouuMit
VRIJDAG 20 JUNI 1986PAGIN*
De Nederlander Rob Herwig is
een van de meest gelezen au
teurs van planten- en tuinboe-
ken ter wereld. Tot nu toe
verschenen 50 titels van zijn
hand met een totale oplage
van 7 miljoen exemplaren in
15 verschillende talen.
Ter gelegenheid van de ver
koop van het zeven miljoenste
Herwig groenboek heeft uitge
verij Zomer Keuning het
..Grote Tuin- en Kamerplan
tenboek" uitgebracht. De nor
male prijs zou volgens de uit
gever bijna honderd gulden
moeten bedragen, maar nu
kost het nog geen drie tientjes.
Voor dat bedrag krijgt de ko
per een indrukwekkend boek
in handen. Rijkelijk voorzien
van fraaie kleurenprenten
passeren meer dan 2000 plan
ten in alle mogelijke soorten
de revue.
Herwig heeft gekozen voor
een overzichtelijke indeling,
waarin de diverse categorien
goed zijn gescheiden. Uiter
aard zijn de tuin- en kamer
planten gesplitst, maar de on
derverdeling gaat veel verder
en is zelfs voor een leek te be
grijpen. Voorts bevat het boek
werk veel praktische informa
tie over groeiplaats, snoeien,
water en licht, maar ook over
grondbewerking, aanleg van
terassen, gazons etc. Voor de
gene die zich na het lezen van
het boek nog meer wil infor
meren. wordt een bezoek aan
het modeltuinêncomplex van
Herwig in het Veluwse Lunte-
ren aangeraden.
Herwigs boeken zijn door
gaans goed leesbaar, ook voor
de liefhebber-in-spé, die zon
der al te veel deskundigheid of
grote interesse toch op een
eenvoudige en simpele wijze
een redelijk resultaat wil be
halen met zijn plantenbakje op
het balkon of het tuintje. Juist
voor deze groep mensen is
..Het Grote Tuin- en Planten
boek" bedoeld.
Rob Herwig „Het Grote
Tuin- en Plantenboek". Uit
geverij Zomer Keuning.
Prijs ƒ29,90.
.VOOR DE VERLOREN SOLDAAT":
Veel van het leed dat zich in
de Tweede Wereldoorlog af
speelde. vond plaats op het
platteland. Kinderen, die om
allerlei redenen uit de grote
steden in het westen van het
land moesten verdwijnen,
maakten emotionele jaren mee
tussen plattelandsmensen,
waar zij niets van begrepen In
..Het Bittere Kruid" heeft
Marga Minco daar al aandacht
aan besteed, ook in andere
verhalen is dit thema terug te
vinden. Rudi van Dantzig, de
balletman, concentreert zich in
zijn eerste roman, „Voor een
verloren soldaat" heel sterk op
dergelijke gebeurtenissen.
De hoofdpersoon van dit boek.
Jeroen, is een jongen van
twaalf, die in het laatste oor
logsjaar naar Friesland ge
transporteerd wordt, waar hij
in een kleine boerengemeen
schap heel moeilijke tijden
doormaakt. Met grote zorg. in
leving en gevoel voor het dra
ma. dat zo'n knaap overkomt
in die situatie, schrijft Van
Dantzig hierover een intens
verdrietig verslag, dat in veel
opzichten de kracht heeft van
een klassieke vertelling. Klas
siek in deze zin, dat er weinig
aan toe te voegen valt, dat het
geschetste beeld heel compleet,
heel indringend en onvergete
lijk is. Alleen al om deze reden
is „Voor een verloren soldaat"
een roman van belang.
Er is echter veel meer: de
knaap Jeroen wordt gecon
fronteerd met aspecten van
zijn bestaan, die hij niet kende,
waar hij niet aan toe was,
waar hij trouwens helemaal
niets van wist. Schokkend
voor hem is het lichamelijk
contact dat een lotgenoot, een
ook uit Amsterdam naar
Friesland geëvacueerd vriend
je, met hem zoekt. Later wordt
dat onduidelijke sexuele ge
voel tot meer klaarheid ge
bracht. Een van de bevrijders,
de soldaat Wolt, speelt daarin
een belangrijke rol. Door hem
ontdekt Jeroen zijn ware aard:
de bevrijding is in dat opzicht
vol betekenissen in zijn ont
wikkeling.
Het contact met die soldaat
gaat natuurlijk verloren. Het
verhaal beschrijft hoe dit ver
lies van betekenis blijft in het
leven van de man, die verder
moet leven na deze ontwikke
lingen. En opnieuw is Van
Dantzig heel trefzeker, in de
manier waarop hij Jeroen als
volwassene terug laat kijken
naar deze jeugdepisode, die
nooit voorbij is gegaan en ook
nooit voltooid is.
Deze oorlogspastorale van
Rudi van Dantzig is een ver
rassende roman, omdat deze
theaterkunstenaar zich in zeer
preciese taalvormen en struc
turen tot een verhaalvorm
dwingt, die overtuigend* lite
rair is. Een historisch en men
selijk dokument van grote
WMrde' JAN VERSTAPPEN
Rudi van Dantzig: „Voor een
verloren soldaat" - De Arbei
derspers. Prijs 34,50.
i
„Er zijn mooie sprookjes. Sprookjes waarin kikkers een
len. Daarin is een kikker een betoverde prins. Ook wel efc
prinses. Ze worden weer gewoon als ze iets mogen." Zo>n
Opa Knor een van zijn verhaaltjes, die opgeschreven zijU
vorm van een soort raamvertelling in het kinderboek v
verhalen", door Frits Bromberg. Een vermakelijk, boos fc]
boek. i
Want de opa, die terecht Knor heet, is niet van plan vcc
kleinkinderen lieve, aangename, sprookjesachtige verhfti
vertellen. Hij is zijn verhalen ook vaak kwijt, hij steekt
tekst ervan zijn pijp in de brand of hij vindt nog wat acP
koelkast. De kinderen kunnen er met enig denken in mR
die weten wel dat het allemaal niet zo mooi is, als doorgif
andere verhalen verteld wordt. Jan gelooft die sprookjto
„Ze kunnen me wat", roept hij. Dat roept hij na elk sp
„Allemaal sprookjes, die sprookjes. Ik geloof er geen snam
Met zo'n opa komen kinderen niet ver in de georganiseer
gens van de samenleving. De boze opa die deze sprookjes
halen liefst slecht of raar af laat lopen, weet natuurlijk jr
ter.
Kinderboeken schrijven en niet in sprookjes geloven. Date
alleen grappig, het is misschien wel hard nodig. Frits Br«r
draagt met deze Knor-verhalen bij tot een bewustwordilf
die „leeskinderen": zij lezen alles wat los en vast zit, zijn
in alles mee te fantaseren, maar zo mooi als ze het in de vit
tjes lezen, is de werkelijkheid toch niet. Dat ontdekkend
tuurlijk zelf wel eens, maar waarom zou je ze voordien eu
genachtig sprookje voorhouden? if
JAN VERSTA»
Rudi van Dantzig: indrukwekkend literair debuut met „Voor een Frits Bromberg: „Knor-verhalen". Uitgave Wolters-l<
verloren soldaat". hoff. Prijs ƒ12,50.
„Voor zover plaats aan de
perstafel". Dat schreef een Ne
derlandse rechter rond de
eeuwwisseling op de perskaart
van een van de eerste vrouwe
lijke verslaggevers. Het is te
vens de titel van een onlangs
uitgebracht boekwerk dat
handelt over de rol van de
vrouw in de dagbladjournalis
tiek.
Vrouwen hebben anno 1986
het recht aan te schuiven aan
de perstafel, ook al blijft er
geen plaats over voor manne
lijke collega's, maar de conclu
sie dat vrouwen binnen de
dagbladen dezelfde positie in
nemen als mannen, hebben de
samenstelsters van „Voor zo
ver plaats..." Els Diekerhof,
Mirjam Elias en Marjan Sax
niet kunnen trekken.
De auteurs, werkzaam bij de
Stichting Vrouw en Media,
schromen niet een harde aan
val uit te voeren op het man-
nenbolwerk dat „redactie"
heet. Uit een eerder gehouden
onderzoek in opdracht van de
Stichting Vrouw en Media,
waarvan de resultaten uitge
breid in het boek worden be
sproken, blijkt dat van de dag
bladjournalisten slechts tien
procent vrouw is.
Zes procent van de vrouwelij
ke journalisten is chef gewor
den, waarvan voornamelijk
van stad- en streekredacties,
waaraan een lagere status
wordt verleend dan bijvoor
beeld binnen- en buitenland-
redacties. Ter vergelijking:
van hun mannelijke collega's
werd 22 procent chef. Vrou
wen op financieel- en of so-
ciaaleconomische redacties zijn
nog steeds een zeldzaamheid.
Gezegd moet worden dat
vrouwelijke journalisten het
zelf lange tijd niet ambieerden
chef te zijn. Maar „minder am
bitie" is zeker niet de hoofd
oorzaak die ligt in de werk
structuur van een krant (dag
en nacht paraat staan) en de
sfeer en omgangsvormen op
de redactie zelf. Opmerkelijk
is het dat de onderzoeksters
moesten concluderen dat het
24 uur per dag in dienst staan
-van de krant zo veel meer be
zwaarlijk is voor vrouwen dan
voor mannen.
Er zijn immers wel meer vak
groepen waarbij de werkne
mers oproepbaar moeten zijn,
zoals in sectoren van het wel-
zijns- en opvangwerk, bij me
dische en aanverwante instel
lingen en politie. Voor wat be
treft de laatste twee factoren
(sfeer op de redactie en om
gangsvormen) hebben vrou
wen bij veel redacties nog een
harde dobber. „De krant is een
meneer" en dat willen manne
lijke collega's laten weten ook:
haantjesgedrag tegenover
vrouwen, prestigekwesties en
mannen-onder-elkaar-gepraat
vieren hoogtij, zo bleek de sa
menstelsters uit gesprekken
met vrouwelijke journalisten.
Het is duidelijk dat een derge
lijk gedragspatroon ook door
speelt in de inhoud van de
krant. Een dagblad zou een
spiegel van de maatschappij
moeten zijn, maar dat blijkt
noch uit de samenstelling van
de redactie, noch uit de onder
werpen, die veelal geschreven
zijn door en met name voor
mannen. Niet verwonderlijk
dat vrouwelijke lezers minder
van hun gading in de krant te
rug vinden dan hun partners
van andere sexe, zoals uit eer
dere onderzoeken is gebleken.
In „Voor zover plaats aan de
perstafel" staan behalve een
analyse van de enquête, inter
views met bekende vrouwelij
ke journalisten en verhalen
over de vrouwelijke pioniers
in de Nederlandse journalis
tiek, die de strijd aangingen
met heren-collega's en het pu
bliek. Treurige staaltjes van
paternalistische en macho-
journalistiek worden op vlotte
en soms ook humoristisch wij
ze beschreven; als historie was
het leuk geweest, maar niet
wanneer de geschiedenis zich
dagelijks herhaalt. „Voor zo
ver plaats..." biedt ook voor
niet-journalisten een aardige
kijk achter de schermen van
een produkt dat dagelijks bij
het merendeel van de bevol
king door de brievenbus rolt.
JOOS PERSOON
Marjan Sax, Els Diekerhof
en Mirjam Elias: „Voor zo
ver plaats aan de perstafel".
Uitg. Meulenhoff Informa
tief. 215 pag. PriJS: ƒ34,50
gulden.
(ADVERTENTIE)
BOEKHAND!
LEIDEN LEIDERDC
OEQSTGEEST - KAT\
VOORSCHOTEN
Archieffoto van Jeffrey Archer, schrijver van Kane en Abel.
Knap en heel consequent heeft Jeffrey Archer zijn roman
..Kane en Abel" geconstrueerd en uitgewerkt, met een precisie
die nauwelijks van deze tijd is. Maar onder literatuur zal zijn
werk niet worden gerangschikt, eerder, als het genre bestond,
onder „internationale streekroman". Het werk laat zich overi
gens lezen op de manier waarop men pinda's pleegt te eten: hal
verwege stoppen is nauwelijks mogelijk.
Archer heeft dat op verschillende manieren bereikt. Hij werkt
met twee hoofdthema's, de levens van bankier Kane en hotel
magnaat Abel die beiden een successtory vertegenwoordigen.
Door de beschreven lotgevallen op hoogtepunten af te breken
houdt Archer de spanning erin, waartoe overigens zijn schrijf
trant bijdraagt. Die is sober en beschrijvend; Archer houdt van
recht-toe-recht-aan, hij beschrijft wat hij ziet en verder geen on
zin. In de uitstekende vertaling van René van de Weyer blijft
^elfs zijn gevoel voor Amerikaanse humor, soms ironie, dapper
overeind. Aardig van Archer is voorts, dat hij menselijke zwak
heden voortreffelijk gestalte geeft en door die zwakheden op de
juiste momenten weer te geven, zijn karakters versterkt.
Het verhaal is opgebouwd uit twee hoofdstromingen met zijtak
jes. Archer begint zijn verhaal met een vondeling in Polen die
meer is dan hij lijkt te zijn. Deze vondeling wordt later Abel. die
zich in Amerika van Poolse vluchteling opwerkt tot hotelmag
naat en een dochter krijgt die haar eigen leven gaan leiden.
Tegenhanger van Abel is Richard Kane, zoon uit een bankiers
geslacht, die evenals pa niet van wijken weet en met zijn bank
doet, wat Abel met zijn hotels voorelkaar krijgt. Kane krijgt
kinderen en ook die gaan hun eigen rol spelen. Dat, en hoe de
levens van Kane en Abel elkaar kruisen, maakt Archer vol
maakt, aannemelijk; dat de kinderen van hen dat ook doen en
wel heel erg toevallig, wordt minder aannemelijk gemaakt. Eni-
ge zwakke plek overigens in dit verhaal.
Waarom het werk voor televisie werd bewerkt en in tal van
landen werd en wordt uitgezonden, ligt voor de hand. De
schrijftrant van Archer is luid en duidelijk, een regisseur hoeft
maar te doen wat er staat, met inbegrip van de dialogen en het
is voor de bakker. Bovendien is Archers formule opgebouwd
-rond tamelijk probleemloos succes en warmbloedige intermense
lijke relaties. Dat leest en kijkt lekker en al heeft Jeffrey Ar
cher kennelijk geen last van literaire aanvallen, een goed schrij
ver toont hij zich wel, ook een man die goed kan observeren en
karakters in alle consequentie kan laten opbloeien. Daarom
boeit zijn roman tot het eind.
Jeffrey Archer Kane en Abel. Uitg. Het Spectrum, prijs
ƒ29,90.
FRITS BROMBERG
I'
Thomas Ross is één van de zeer weinige Nederlan
ders voor wie de misdaadliteratuur loont. De zoon
van een BVD-ambtenaar heeft in zijn thrillers de
BVD-spion Martin Finch gecreëerd. Maar van één
misdaadroman per jaar kan de schoorsteen niet
roken. De cultureel antropoloog, ex-journalist en
-welzijnswerker maakt derhalve ook nog filmscé
nario's, beoordeelt thrillers voor een uitgeverij en
interviewt collega-misdaadauteurs voor Vrij Ne
derland. Hard werk: „Ik lees ongeveer honderd
misdaadboeken per maand en dat komt me soms
behoorlijk de strot uit", verzucht Ross, tevens
voorzitter van het kortelings opgerichte Genoot
schap van Nederlandstalige Misdaadauteurs.
AMSTERDAM „De
misdaadroman wordt niet
serieus genomen. Thuis
heb ik vijfduizend detec
tives. Als mensen dat
zien, denken ze dat je niet
goed bij je hoofd bent. En
ze vragen altijd weer
wanneer je nou eens echt
boek schrijft", zegt Tho
mas Ross, die inmiddels
zeven veelgeprezen en
goedverkochte thrillers
op zijn naam heeft staan.
Momenteel werkt hij aan
een boek over de aanslag
op de Rainbow Warrior.
Hij neemt ruim de tijd
voor het interview, want
een geestelijke blokkade
belet al enige dagen het
schrijven van spannende
pagina's.
„Het nieuwe boek is bijna do
cumentair. Ik probeer ook de
karakters wat uit te diepen.
Maar volgens de man, aan wie
ik alles voorlees voordat het
naar de uitgever gaat, doe ik
dat niet goed. Toch hebben
alle thriller-schrijvers na een
aantal jaren de neiging om
iets ander te gaan doen. Dat is
ook logisch, het geldt bijvoor
beeld ook voor muzikanten.
Als je vijftien jaar de Radetz-
ky-mars hebt gespeeld, wil je
wel eens zelf een compositie
schrijven"
Zijn held. Martin Finch, is
agent van de Binnenlandse
Veiligheids Dienst en bemoeit
zich namens dit gezelschap
met de toestand in de wereld:
de Molukken (De honden van
het verraad). Zuid-Afrika (De
ogen van de mol), prins Bern-
hard (Van koninklijken bloe
de), Slavenburgs Bank (Poesj-
kinplan) en Nicaragua (Scha
duwen van Gethsemane).
Hij maakt ook scenario's voor
Nederlandse speelfilms, zoals
de nog niet uitgekomen Het
Buitelkruid. Uit dit Grijpstra
en De Gier-avontuur verwij
derde hij eerst Grijpstra („dat
is altijd zo oubollig, zo'n oude
re politieman en een jongere")
en vervolgens De Gier. „Rob
Houwer had Beverly Hills
Cop gezien met Eddie Murp
hy. Zoiets wilde hij ook. Dus
is De Gier vervangen door
een Arubaanse politieman. In
de film heb je nu zwart en
wit, die totaal niet met elkaar
overweg kunnen. Tja, als je
de filmrechten van je boek
verkoopt, heb je helemaal
THOMAS ROSS VOORZITTER VAN GENOOTSCHAP VAN MISDAADAUTEUR
Thomas Ross: „Van één boek per jaar kan je niet leven".
niets meer te zeggen. Ik heb
het contract van Rob Houwer
met Marga Minco over Het
Bittere Kruid gezien. Hij had
er de Tweede Wereldoorlog
uit kunnen laten en van de
hoofdrolspeelster een lesbi
sche zigeunerin anno 1985
kunnen maken. Daar krijgt
een schrijver ook goed geld
voor. Voor een boek krijg je
een voorschot van vijf- of
tienduizend gulden, maar
voor de filmrechten krijg je
vijftigduizend gulden, zonder
dat ie iets extra hoeft te
doen Op dit moment werkt
Ross aan de verfilming van
Gangreen van Jef Geeraerts.
Koloniale sex en geweld in de
Kongo.
Leespiek
Ross is ook één van die crimi
nele literatoren, wier boeken
juist in deze zomermaanden
een leespiek bereiken. Onge
twijfeld zullen weer talloze
thrillers beduimeld en vol
zandkorrels bij de bibliothe
ken worden terugbezorgd.
Het blijft aardig dat mensen
zich op hun meest luie mo
menten vertreden met moord
en doodslag. Zoals gewoonlijk
heeft een Amerikaanse psy-
cho-analytica, dr. Geraldine
Pederson-Krag dit verschijn
sel herleid tot sex, jeugd en
Freud. De moord is het ge
slachtelijk verkeer van de ou
ders, de moordenaar is de le
zer, de aanwijzingen zijn
vlekken, nachtelijke geluiden
en voor kinderen onbegrijpe
lijke dubbelzinnigheden. An
dere zielevorsers zijn in het
lezen van moorddadige boe
ken het bewijs dat wij diep in
ons hart allemaal onze vader
om zeep willen brengen.
„Daar geloof ik niet in", zegt
hij. „Misdaadliteratuur is een
vorm van ontspanning en
ontsnapping. De meeste men
sen leven denk ik vrij saai.
Van kantoor naar huis en van
huis naar kantoor. Daarom
hebben ze 's avonds geen zin
om moeilijke boeken van
Erasmus en Augustinus te le
zen. Ze hebben behoefte aan
een schijnwereld. De Neder
landse literatuur biedt die
niet. Die jongens hebben het
constant over zichzelf. Het is
weer het Oudhollandse bin
nenkamertje wat je ziet. In te
genstelling tot het buitenland
hebben we hebben geen grote
romanciers of vertellers. De
boeken top tien wordt hier
aangevoerd door een tv-pre-
sentator (Adriaan van Dis) en
een tv-komiek (Kees van
Kooten). Het is wel leuk,
maar het zijn allemaal van die
kleinschalige anekdotetjes."
Ross. die eigenlijk Willem
Hoogendoorn heet, schrijft
wel grootschalig. De bestand
delen van zijn held Martin
Finch zijn de auteur min of
meer met de paplepel ingego
ten. „Mijn vader zat bij de
BVD. Hij heeft mijn boeken
niet meer gelezen. Ik vraag
me wel vaak af wat hij ervan
zou vinden. Waarschijnlijk
zou hij zich erom bekreunen,
omdat er niets van klopt", al
dus Ross.
Als de Binnenlandse Veilig
heids Dienst een onuitroei
baar Janssen en Janssens-i-
mage heeft, ligt dat niet aan
Martin Finch. In Ross' laatste
boek, Schaduwen van Gethse
mane, rolt hij zelfs een com
pleet CIA-complot op. „Dat
gaat wel een beetje ver, dat is
zo. Maar ik vind het heel naï
ef om lacherig te doen over
de BVD, om de dienst als een
cartoon te beschouwen. De
Dienst heeft duizend vaste
werknemers en vijfduizend
free-lancers. Ze hebben een
perfecte samenwerking met
de Amerikaanse ambassade in
Den Haag, waar de CIA zit.
Ze hebben eeh begroting die
niet op de Rijksbegroting
staat, maar buiten alle bezui
nigingen is gebleven. En ze
worden alleen gecontroleerd
door een parlementaire com
missie, die alle informatie
krijgt aangeleverd door de
BVD zelf. Dat stelt dus niet
zoveel voor. De BVD is er om
de staatsveiligheid te bewa
ken, maar wie bewaakt de be
waker
„Het is o zo gevaarlijk om dat
niet serieus te nemen, omdat
er wel eens een document
over straat gewaaid is. Na
tuurlijk maken ze blunders.
Het is heel dom om een stu
dent te vragen of hij voor je
wil werken. Want zo iemand
stapt meteen naar een krant.
Maar tegenover die blunders
staan successen waar je nooit
iets van hoort. De bestrijding
van de Rote Armee Fraktion
en de Palestijnse terroristen
in Nederland is heel goed ge
daan. En zoiets lukt echt niet
met dikzakken of goedmoedi
ge ambtenaren op spekzolen".
De meeste thrillers draaien
nog altijd om het plot, de in
trige. Het opzetten van een
verrassend, maar niet volko
men ongeloofwaardig plot is
één van de grootste hinder
nissen bij het schrijven.
„Als ik collega's interview,
vraag ik altijd hoe ze een plot
opzetten. Jackie Lourens-
-Koop (een wat oudere dame
die amusante detectives in de
klassieke speurneuzenstijl
schrijft, PG) een schat van
een mens, vertelde me dat ze
vaak een moord en een moor
denaar heeft. Maar op bladzij
de 180 vindt ze die jongen dan
zo aardig dat ze een andere
dader verzint."
Ook Thomas Ross strooit de
lezer zand in de ogen. Hij ver
telt een verzonnen verhaal op
basis van ware gebeurtenis
sen. Schaduwen uit Gethse
mane geeft antwoord op de
vraag waarom de Nederland
se journalist Koos Koster en
zijn ploeg in El Salvador ver
moord zijn: omdat zij op het
punt stonden te ontdekken
dat de Verenigde Staten via
een ingewikkelde provocatie
Nicaragua wilden binnenval
len.
„Ik begin altijd bij het eind.
Waarom zijn die Nederlandse
journalisten vermoord Die
vraag moet aan het eind van
het boek beantwoord zijn. Ik
vraag me af waarom dat on
derzoek destijds opeens opge
houden is. En ik weet dat
Reagan dolgraag Nicaragua
zou binnenvallen, als hij maar
een leuk excuus zou hebben.
Op basis daarvan maak ik een
plot. En de lezer moet maar
uitmaken wat feiten en fictie
zijn."
„Ik sprak laatst de Engelse
auteur Ken Follett, die boe
ken heeft geschreven over
dingen die echt gebeurd zijn.
Een plot maken, gebaseerd op
authentiek materiaal is het
moeilijkste wat er is, zei hij.
Want in het echt gebeuren
dingen die zo dom zijn dat je
ze als thrillerschrijver nooit
zou verzinnen. Ik ben dat met
mijn boek over de Rainbow
Warrior ook tegen gekomen.
Twee Franse geheime agen
ten hebben in Nieuw-Caledo-
nië een zeiljacht gehuurd om
naar Nieuw-Zeeland te varen.
Dat is slim. Maar ze hadden
een rubber boot nodig die
daar niet te krijgen was. Die
hebben ze vervolgens in Lon
den gekocht voor 1384 pond.
Ze hebben 1400 pond betaald
in briefjes van vijf, alsof het
geld gestolen was en het wis
selgeld laten zitten. Dat is na
tuurlijk ontzettend stom, want
dat valt op. Ook hebben ze
vanuit het hotel naar de ge
heime dienst in Parijs gebeld.
Ze wisten niet dat elk num
mer dat vanuit het hotel ge
beld wordt veertien dagen in
de computer blijft zitten. Om
te controleren dat de telefo
niste niet met haar vriendje
in Australië gaat zitten bellen.
Die dingen hoor je toch te we
ten, als geheim agent."
„In mijn boek los ik dat op
door een andere partij in te
voeren, die er belang bij heeft
dat dit aan het licht komt. Ie
mand wil dat Frankrijk pu
bliekelijk geschoffeerd
Nee, ik zeg niet wie,
geef ik mijn plot weg.
maar af, het boek komt i
vember uit."
Havank
De Nederlandse thrill!1
heel lang in het speurne)
genre blijven steken. Vq
Tweede Wereldoorlog H
terden Ivans' Geoffrey*
(„een kwestie van dedu|
en combineren") en Ha)
Schaduw („merkwaï
hoogst merkwaardig"), i
vank is natuurlijk klink
onzin. De Schaduw is ee!
mannetje met een gek t^
bruik. Hij heeft zichzel
woon niet serieus gen#
Zo word je natuurlijk
schouwd als een vera
Donald Duck."
Zo langzamerhand is oe
Nederlandse thriller vo
sen geworden, aldus Rof
worden wel degelijk t
misdaadromans met een<
realiteitsgehalte gerij
Daarom is het Genoot#
van Nederlandstalige J
daadauteurs opgericht.
soort vakbond voor lit»
criminaliteit, want he#
staan van de thriller-autl
ons land blijft marginaa)
„Van dat ene boek pei
kun je onmogelijk la
vertelt Ross. „Hoewel k.
als Tatort en Derrick ol
tend populair zijn, w|
thrillers slecht verkocht
heeft veel met de prijs t'
ken. Bij de mensen is v
eenmaal het idee ingep
dat je wel 25 kunt b#
voor Oek de Jong of
dichtbundel van Vasalis.J
niet voor een misdaadrt
En als je tussen de pock»
recht komt, verzuip je i'
enorme aanbod. Bovej
hou je daar als auteur eel
lemaal niets aan over".
Niettemin zijn er altijd!
sen die denken met snel!
kaar gezette thriller g^
kunnen verdienen. Tl)
Ross werkt één dag per|
bij een uitgever. In die h
nigheid worstelt hij ziclr
bergen manuscripten. „1
heel hard lachen. De n
zijn ontzettend slecht. 4
het Nederlands al. He)
bestaat vaak alleen mai
toevalligheden. Het bars
van de clichés, alleen I
gewillige vrouwen met!
zettend grote borsteif
breedgeschouderde ma
met een torso vol haar. 1»
ben ik maar één goed rrf
cript tegen gekomen."
PETER GIJ