nnalë
Wie was
de zoon van
Cananefaat
Amandus?
Archeoloog
luidt
CeidócSouAOtii
on? landje in de eerste eeuwen van de
jaartelling toch behoorlijk drukker dan
tot nu toe is aangenomen. Dan kloppen
cijfers als-acht- a tienduizend Romeinen
en autochtonen niet meer. Misschien
moet wel aan het dubbele worden ge
dacht. Zo blijkt een relatief kleine
vondst toch grote gevolgen te hebben.
De laatste jaren zijn in Zuid-Holland
meer van dergelijke unieke vondsten ge
daan. De provincie blijkt rijk aan resten
uit de Romeinse tijd. Niet zo verwon
derlijk, want toen de grens van het Ro
meinse Rijk langs de oevers van de Rijn
en Donau slingerde, begon of eindigde
hier een serie vestingen. En was dit het
dichtstbevolkte deel van ons land. De
oorspronkelijke bewoners, de Cananefa-
ten, hadden hun nederzettingen voorna
melijk in het Westland, in die tijd de
delta van de Maas. Een krekengebied,
vergelijkbaar met de huidige Biesbosch.
Dit deel van de provincie is in het bij
zonder een archeologisch wingebied,
want juist omdat het daar altijd zo nat
was, is zeer veel bewaard gebleven. He
laas worden deze archeologische bodem
schatten van vele kanten bedreigd. Er
blijkt weinig tijd meer te zijn voor gron
dig onderzoek, voor het krabben met
troffeltjes en theelepeltjes in historische
aarde. Reden voor professor J. H. F.
Bloemers, archeoloog aan het Amster
damse Albert Egges van Giffen Instituut
voor Pre- en Proto-Historie, om voor
Zuid-Holland de noodklok te luiden en
met een laatste gebaar te komen, een
noodoplossing.
Onheil
„Er moet een lange-termijnbeleid wor
den gemaakt in de provincie Zuid-Hol
land waarin Midden-Delfland centraal
komt te staan", zegt de archeoloog die
zelf in de jaren zestig het opzienbarende
onderzoek leidde naar de Rijswijkse ne
derzettingen aan de Tubasingel.
Midden-Delfland is volgens de weten-'
schapper een archeologisch wingebied
dat ernstig wordt bedreigd. „De aanleg
van Rijksweg 13, de geplande stads- en
dorpsuitbreiding, misschien de Bloe-
menroute door deze streek en in elk ge
val de recreatiegebieden vormen een
steeds nader komend onheil. Want ar
cheologisch onderzoek is alleen mogelijk
als de gebieden nog niet opnieuw zijn in
gericht".
Volgens de archeoloog moet in Midden-
Delfland op zeer korte termijn eenzelfde
onderzoeksopzet komen als nu in Val
kenburg wordt gehanteerd. „Daar is een
goede samenwerking tussen de provin
cie, ons instituut en anderen aan de
gang. Met als doel zo goed en zo snel
mogelijk het Romeinse grafveld en de
nederzetting bij Valkenburg te onderzoe
ken. De inrichting van Midden-Delfland
duurt nog enige jaren en kan dus in
principe gecombineerd worden met een
of andere vorm van archeologische bege
leiding".
BIJ DE FOTO'S:
Boven: Een van de vijf skeletten die in
Rijswijk zijn gevonden.
Prachtexemplaren, maar zij bieden geen
enkel zicht op de reden waarom of de
omstandigheden waaronder in de derde
eeuw dit hele gebied ontvolkt raakte.
Onder: Een volledig gave Romeinse kan
uit de derde eeuw, gevonden aan de
Tubasingel in Rijswijk. In die eeuw sloeg
de romanisatie in de Rijswijkse
nederzettingen toe. Een van de
nederzettingen had zelfs een Romeinse
hete-luchtverw arming.
Links: Het militaire diploma uit de
tomatenkas in Poeldijk. Hoe een kleine
vondst grote gevolgen kan hebben.
meer over het leven in de eerste en twee
de eeuw van onze jaartelling. En de ge
vonden resten van zout- en graancontai-
ners maken dat dit castellum in Valken
burg zo uit Pompeii lijkt te zijn weggelo
pen. Hier moet over twee jaar de pro
vinciale weg S4 Katwijk-Leiden komen.
Dan is het „boek" „Valkenburg in de
Romeinse tijd" definitief dicht.
Forum hadriani
Meer nog dan deze weg vormen bestem
mingsplannen van de gemeenten Leiden
en Voorburg een bedreiging voor de ar
cheologie en oude geschiedenis. In deze
gemeenten lagen de vestingsplaatsen
rond het fort Valkenburg. De dorpen,
waar eventueel de gezinnen van de sol
daten woonden, maar in elk geval de
handelaars, de herbergiers en de gepen
sioneerde militairen.
Zo is in Voorburg, in Forum Hadriani,
de hoofdstad der Cananefaten tot nu toe
nog maar bitter weinig gevonden. Resten
van een badhuis, muurtjes en twee meer
dan levensgrote handen van een bronzen
beeld. Daar moet deze hoofdstad feite
lijk mee volstaan. Het stadsaanzicht, de
muren, poorten, de grootte, het aantal
inwoners, alles blijft bij vage speculaties.
Geen openbare gebouwen of een markt
plein, noch een amfitheater en zelfs geen
resten van tempels zijn tot nu toe bloot
gelegd. In de vorige eeuw werd nog ge
dacht dat dit een havenstad zou zijn ge
weest. Maar tot op de dag van vandaag
is van een duidelijke kade nog geen
spoor gevonden. Ver weg zijn meer spo
ren van inwoners van Forum Hadriani
te vinden. Zo staan in Noord-Afrika en
Hongarije grafzerken die melden dat de
overledenen uit de stad der Cananefaten
afkomstig zijn.
Gemeenschappelijk onderzoek in Mid
den-Delfland. De archeologische institu
ten van de universiteiten van Amster
dam en de Rijksuniversiteit Leiden,
waar dr. L. P. Louwe Kooymans de
scepter zwaait, staan er klaar voor. Vol
gens professor Bloemers kunnen zij in
tien jaar tijd, tegen een geldbedrag van
1.250.000 gulden, enorm veel belang
wekkend nieuw historisch materiaal ver
zamelen.
„Wat in Zuid-Holland de laatste jaren
aan archeologische vondsten is gedaan
- Voorburg, Rijswijk, Valkenburg - dat
is van meer dan nationale betekenis ge
weest. Maar het provinciebestuur moet
snel reageren. Ik wil binnen twee a drie
jaar volop in Midden-Delfland aan het
graven kunnen zijn. Anders gaat het
over en richten we ons op een andere
provincie".
Dan is een gemeenschappelijk project
voor Midden-Delfland, voor het gebied
dat in' de Romeinse tijd zo'n centrale
plaats innam, van de baan. En is de kans
dat we bijvoorbeeld ooit nog te weten
komen wie de zoon van de Cananefaat
Amandus was, verkeken.
FRANS BOTHOF
ZATERDAG 7 JUNI 1986
RIJSWIJK - Het is maar een
klein bronzen plaatje, niet
veel groter dan tien centime
ter. In verschillende deeltjes
gevonden en nog steeds verre
van compleet. Toch is dit
stukje metaal uit het jaar 165
na Christus een uitzonderlijk
historisch document en heeft
het voor een nieuwe kijk op
de jaren van Romeinse bezet
ting in ons land gezorgd.
Het plaatje is een militair diploma dat
door een groepje amateur-archeologen in
een tuinderskas in Poeldijk is gevonden.
Voor een leek zijn de ingekraste letters
en tekens onleesbaar, maar deskundigen
hebben kunnen ontcijferen wat de oor
konde meldt. „Zoon van de Cananefaat
Amandus, gekregen na 25 jaar trouwe
dienst voor zich en de zijnen". Opgegra
ven begin jaren zeventig, sindsdien te
zien in het Rijksmuseum voor Oudhe
den in Leiden en object van vele specu
laties over het leven in de Romeinse
tijd. Volgens deze bron keerde in het
jaar 165 na Christus de zoon van Aman
dus, na een kwart eeuw huurlihgschap in
een ruiterafdeling van het Romeinse le
ger, terug naar het Westland, zijn ge-
boortestreek. Hij was een van de 960
„weerbare" mannen die de Cananefaten
permanent aan hun Romeinse bezetter-
moesten afstaan. Niemand weet hoe hij
heette, want het deel van de oorkonde
met zijn naam erop is nog steeds niet ge
vonden. Wel blijkt dat hij in Rome was
beloond voor zijn trouwe dienst. De ca-
nanefaat kreeg burgerrechten. Maar hij
niet alleen: de vermelding „en de zij
nen" geeft aan dat zijn hele gezin in deze
eer mocht delen. Een zeer opvallende ge-
beurtenis, want Romeinse soldaten
mochten niet trouwen, laat staan een ge
zin hebben. De zoon van Amandus was
officieel in overtreding. De keizer in
Rome, Marcus Aurelius, sanctioneerde
echter de huwelijkse staat met terugwer
kende kracht en gaf aan vrouw en kinde
ren van deze huurling burgerrechten.
Gezinnen
De vondst in de Poeldijkse tomatenkas
heeft grote gevolgen voor de kennis over
het leven van de Romeinen in deze stre-
j ken. Aan de militaire forten in ons land
waren dus niet alleen bordelen verbon
den, zoals vaak is gedacht. De soldaten
waren eerzaam getrouwde vaders, bleken
gezinshoofden te zijn. Met als gevolg dat
in de nederzettingen die aan zo'n Ro
meins fort grensden het leven niet alleen
een heel ander karakter had maar ook
veel omvangrijker was dan tot voor deze
vondst ooit is gedacht. Wanneer de dui
zenden Romeinse soldaten in ons land
brave huisvaders waren dan was het in
Midden-Delfland, grofweg het gebied
tussen Delft en Maassluis, als groot ar
cheologisch onderzoeksveld. Een van de
vragen die dan misschien beantwoord
kan worden, is hoe en waarom de desin
tegratie en ineenstorting van de Romein
se macht in Zuid-Holland, in hun pro
vincie Germania Inferior, in de derde
eeuw plaatsvond. Tot nu toe is dat een
onbeschreven bladzijde in de vaderland
se geschiedenis gebleven. Alleen beves
tigd door het spontaan verdwijnen van
bijvoorbeeld Forum Hadriani en de ne
derzettingen uit de tweede eeuw in Rijs
wijk, die door Bloemers zijn opgegraven.
Professor Bloemers: „Mogelijk hebben
de Romeinen de Rijnlinie opgeven om
dat het land door intensieve bebouwing
uitgeput raakte. Ook kunnen de steeds
vaker heersende stormvloeden in die tijd
een reden zijn geweest. Zij teisterden het
gebied enorm. Tot nu toe is hun vertrek,
toch niet de onbelangrijkste historische
gebeurtenis uit onze vaderlandse ge
schiedenis, nog hoofdzakelijk giswerk.
Onderzoek in Midden-Delfland kan
hierop meer licht werpen".
Maar er is nog meer dat door gedegen
archeologisch onderzoek in dit gebied
verduidelijkt kan worden. „Onze kennis
over de verschillen in veeteelt en land
bouw tussen inheemse en Romeinse be
woners, de handelspatronen en de „ro
manisering" van de Cananefaten is nog
zeer gering. Hoe werden al die duizen
den Romeinse soldaten met hun hele
achterban onderhouden? Want dank zij
de vondst van het militaire diploma in
de tomatenkas in Poeldijk weten we dat
de soldaten vrouw en kinderen hadden".
In de provincie Zuid-Holland is nog veel
materiaal uit de Romeinse tijd te vin
den. Maar zelfs de inmiddels bekende
plaatsen uit de begintijd van onze ge
schiedenis worden bedreigd. Bijvoor
beeld het grafveld bij het Romeinse fort
te Valkenburg. Drieduizend gecremeerde
mensenresten vertellen daar elke dag