De mummies spreken Nu nóg meer prijsdjjf/KnoieifiaH Jpland groet Yan Aardenne DE KEER nü 4950/ 1250.- Jet goede fotoboek Vkoopt zichzelf NT VRIJDAG 30 MEI 1986 PAGINA 19 3-2ZITS KOMBINA- TIE in fraai bedrukte ka toen velours. Van 6245r OORFAUTEUIL in fraaie lichtgekleurde weefstof. ortC i675?nü OORFAÜTEÜIL in fraai lichtgekleurde weefst Van 1275-,- nü 2 1/2 ZITSBANK in zeer fraaie weefstof van 295ft- „oor 2295.-1 AWillem Barentszstr.l 21-23. Leiden. Tel. 071- 122547, SO- do. koop- Xfr" 1 avond A lerwil van de recessie in pekenbranche lijkt het je verkoop van fotoboe- png niet slecht te gaan. ps een recent onderzoek et blad „Foto" ligt, op- i genoeg, juist de wat ;re en luxe uitgave goed I markt. Een tendens die f bevestigd door gegevens gespecialiseerde uitge- n boekhandel. Kwaliteit bpt blijkbaar zichzelf en •efet betreft is er voor het verschenen boek s Klein fotograaf" geen aan de lucht. nKI ein: uniek boek tylet de bezwaren die wij e1ren tegen de tot 8 juni 1 le overzichtstentoonstel- Kleins werk in Bre ons inziens wel erg keuze, zal zelden ïederlands fotoboek er Pfverzorgd hebben uitge- In een eerdere bespre- e (ebben we al uiteengezet frommelige opzet van de veel van het kijk- 111 bederft. In het boek is dit bezwaar volledig 'angen. Waar in de Bre- yerd" de foto's elkaar rdringen en om indivi- aandacht schreeuwen, iet losbladige, in drie n opgesplitste boek alle elke prent op te beschouwen. Voor zet, in Nederland vrii is gekozen om zowel le als staande foto's op- jte laten uitkomen. Dus jrenten dwars door de aid, geen overmatig en nidoelloos wit en en ook draaien om een Je plaat te kunnen be- ii hoeft niet. Al met al eaal fotoboek, waar het iniatieve tekstboek van hé Terreehorst én de per- ilruk niet in het minst dragen. En uiteraard de jl die eens temeer de aiheid van de schepping hfukken. Al zal dat voor ebn niet zo evident zijn. rings Amsterdam Klein het levend wezen in een groter ge uit doorgaans een decora- toedicht, laat Cor r j „Nederlands raarst fotograaf" zo- /(Zichzelf in zijn autobio- noemt, de mens de azol spelen. De spelende de opstandige, vooral etaomde mens op zoek Een eigen gezicht en >fin een nauwelijks be- zijde maatschappij. In de 1 der generaties, bijzon- rblent in het Amsterdam van de jaren., zestig, vond de autodidact en voormalig have narbeider Jaring het materiaal voor de in het boek „Jarings jaren" vereeuwigde tijdsbeeld. Het was de tijd van Provo, het Lieverdje, hasj, Maharishi Ma- hesh Yogi, hot-pants, Phil Bloom, John Lennon en Yoko Ono in het Hilton, anti-Viet nam, Veldhoen en Vinkenoog. En Jaring was er altijd bij, de „lijffotograaf" van een bewe ging waarvan de invloed nog altijd voelbaar en tastbaar is. Ook dit boek gaat vergezeld van een tentoonstelling, die nog tot 23 juni in het Amster dams Historisch Museum valt te bewonderen. Max Natkiels Paradiso De wortels van Paradiso, de Amsterdamse poptempel, gaan eveneens terug tot het einde van de jaren zestig, waarin „peace, love and happiness" dé kreet was. In de loop van de tiid maakte het lieve karakter plaats voor meer agressieve punk en hard-rock met uiter aard een aangepaste scene. Fo tograaf Max Natkiel heeft vanaf 1980 de bezoekers van Paradiso letterlijk en figuur lijk tegen de muur gezet en al dus in „Paradiso Stills" een onthutsend beeld geschapen van een subcultuur. Wie zich de „beautiful people" van eer tijds herinnen en de toch daarbij behorende ergenis van menigeen, moet tot de conclu sie komen dat de toenmalige jongeren lieverdjes waren ver geleken mei de nu getoonde verloederde jeugd. Een deca dentie overigens die van alle tijden is. Begon het allemaal niet met het brood en spelen van de Romeinse keizers? Je kunt je overigens wel afvra gen of dit nu wel zo uitgebreid vastgelegd diende te worden. Teken van de robot De afdeling Nederlandse ge schiedenis van het Rijksmu seum geeft elk jaar een foto graaf de opdracht een bepaald facet van onze samenleving in ontwikkeling vast te leggen. Eerder waren dat de thema's als „Vrouwen in beweging" en „De omroep". In 1985 werden de fotografen René de Wit en Michel Pellanders aan het werk gezet om onze geautoma tiseerde maatschappij te be lichten. De weerslag van hun werk valt onder de noemer „In het teken van de robot" nog tot 7 september te bezich- ten in het Rijksmuseum en ui- Cor Jaring teraard is er een begeleidend, gelijknamig boek. Hoezeer de rol van de werknemer in het arbeisproces is geminimali seerd, alsook op weer andere terreinen is toegenomen valt uit menig beeld af te leiden. Heel navrant zijn toch die prenten, waarin de mens tot robot is geworden en achter tralies met een trieste blik in de ogen als een soort oppasser de bewegingen van de grijpar men volgt. Zoals ook de holle gezichten van de meisjes ach ter de toonbank van McDo nalds aan de Amsterdamse Nieuwendijk je voorgoed de lust tot het eten van French fried benemen. Zien we hier mensen techniek gebruiken, of techniek mensen? Anderzijds heeft de automatisering ook goede kanten, waarvan de toe passing onder andere in de ge neeskunde getuigt. De over heersende indruk, gebaseerd op dit boek, blijft echter toch die van een maatschappij waarin de „gewone" arbeider meer en meer in de marge van het leven is komen te staan. CHARLES BELS Aart Klein: „Aart Klein fo tograaf'. Tekst van Pauline Terreehorst. Uitgeverij Ref lex Utrecht. Prijs ƒ64,50. Cor Jaring: „Jarings jaren 60". Voorwoord van Simon Vinkenoog. Uitgeverij De Kern Baarn. Prijs ƒ24,90. Max Natkiel: „Paradiso Stills". Tekst van Diana Ozon. Uitgeverij Fragment Amsterdam. Prijs ƒ39,50. Michel Pellanders en Réne de Wit: „In het teken van de robot". Tekst van Folkert Catz en Ruud Vreeman. Uit geverij Sun Nijmegen. Prijs ƒ19,50. HET PARLEMENT N ZO VOND IK IN HET VAGEVUUR EINPELIJK DE R.UST DIE MIJ Toekwam.. tekenaar Opland, gewoon Rob [heeft er genoeg van. r.M.V. van Aardenne, rlPn minister van econo- zaken, moet verdwij- hdt hij. In zijn tekenin- J de Volkskrant en ad De Groene Amster- laat Opland dat fi duidelijk blijken. Zijn élde tekeningen gaan k als „Mijn memoires, JOS van Aardenne" de Jin. bland is Van Aardenne bonificatie van het ■Joals dat gestalte kreeg j(eerste?) kabinet Lub berd Nederland toch al jird door een „oligarchie grutters en •ers in ijzerwaren en vhe artikelen". Van pe vormde wel het „Weg met Van Aardenne en dit hele rechtse kabinet!" is zijn devies. Al was het maar omdat de minister van econo mische zaken voorbij ging aan het parlement en toch mocht blijven zitten van CDA en VVD. Opland tekent dus een vice-premier die vertederend in zijn binnenzakken kijkt, waar vriendjes Bert de Vries en Ed Nijpels tevreden in de handjes klappen, blij blij blij. Nee, genuanceerd is het niet, maar een genuanceerde spot prent is ook niets anders dan een vloekende dominee. Niet voor niets tekent Opland zwart-wit. Opgetogen laat hij Van Aardenne over de RSV- kwestie roepen: „En ruim twee miljard guldens gemeen schapsgeld en 6000 banen kwijt..!" Terwijl Van Aardenne als Kop Van Agt, Lubbers, Den Uyl en andere grootheden zich in Op- lands belangstelling verheu gen. Zo tekent hij Den Uyl in een grote pan snert, opgediend door de vazallen Wim Meyer en Max van den Berg. ^En Lubbers wordt afgebeeld met een kruisraket in een winkel wagentje, terwijl hij tot een grote protesterende menigte roept: „Ik wou er even dóór...". Maar de memoires eindigen met de hoofdpersoon uit de grillige grutterij; Gijs zelf. In het vagevuur graaft hij eeuwig vurige kolen, naar analogie van het kolengra- vers-debacle van RSV. STEVO AKKERMAN Opland: „Gijs van Aarden ne: mijn memoires" Uitgeverij De Harmonie. NEDERLAND, GEZIEN DOOR HET DERDE OOG VANEEN PARAGNOST Altijd gedacht dat er in Nederland op het gebied van spoken, gnomen, trollen, plaaggeesten, aardkrachten, zeemeer minnen en heksen niets te beleven valt? Spook verhalen blijven immers voorbehouden aan Schot se landhuizen, bosgeesten vertonen zich bij voor keur in Noorse naald wouden en de stille kracht doet zich vooral gelden in de Indonesische archipel. Maar dan heb ben we ons toch vergist. Want hoewel het aantal volwassen Nederlanders dat 's avonds nog melk en brood voor de tuinkabou ters buitenzet op één hand te tellen is, wemelt het in de polders en aan de kust toch echt van de mysterieuze wezentjes en vreemde krachten. Vroeger openbaarden ver schijnselen uit de „ijlere we reld" zich veel eerder. Neder landers waren toen misschien minder nuchter, wellicht ook werd men minder gehinderd door wetenschappelijke ken nis. Ziekte en dood, overstro mingen en blikseminslagen werden niet bij het CBS gere gistreerd, in computermodel len ondergebracht en in ver band gebracht met satellietop names of een samenloop van maanstand, storm en hoog tij. Kwaadaardige heksen, tieren de goden en wraakzuchtige geesten waren dan meer voor de hand liggende verklarin gen. Solse Gat Wat te denken bijvoorbeeld van de legende van het Solse Gat, een klein en diep moeras in de Veluwse bossen. Vol gens de overlevering stond daar ooit een klooster, waarin heksen en boze geesten 's nachts de zwarte mis lazen. Begin deze eeuw tekende Gust van de Wall Perné op uit de monden van dorpsbe woners in de omgeving: „...Op een kerstnacht nu al eeuwen geleden, brak een he vige storm los. De dorpelin gen bleven angstig in hun huizen. Plotseling hoorden ze midden in de nacht een hevi ge donderslag. De volgende dag kwam een jongetje op een draf het dorp binnen lopen en vertelde dat het klooster ge heel was verdwenen en dat er op die plaats een ijzingwek kende diepe kuil was ont- staan.f...) Sinds die tijd komt te middernacht uit de diepte van het Solse Gat een vreemd gerucht. De klokken van het verzonken klooster beginnen te luiden, onregelmatig en schor, alsof alle klokken ge barsten zijn. Dan treden uit het duister de geesten der monniken naar voren. Ze kla gen droeve litanieën en gaan langzaam en gebogen rondom het gat waaruit een blauwe gloed opstijgt. Dan zweven ze allen rusteloos uiteen om op nieuw in een lange rijlang zaam naar voren te treden. Pas als de eerste morgensche mer over de nog slapende bossen en heide strijkt, vluch ten ze plotseling jammerend weg in het diepste duister van de sombere kuil". Bloedstollend Paragnost Jelle Veeman weet wel raad met dergelijke bloedstollende verhalen. Sa men met journalist Hans van den Bosch bezocht hij twaalf „magische plaatsen" in Ne derland, waar geestverschij ningen en aardkrachten zo gewoon ziin als een witte was op maandag. Het verschil is alleen, dat beddelakens aan de waslijn door iedereen waargenomen kunnen wor den. Met heksen, geesten en bijvoorbeeld zeemeerminnen ligt dat wat subtieler. Om daar nota van te nemen is, zo weet Van den Bosch, toch tenminste een „derde oog" vereist. In - oude Indiase geschriften en ook volgens de boeddhisti sche literatuur, wordt dat (on zichtbare) derde oog ergens boven de neuswortel gesi tueerd. Het geeft de gelukkige bezitter onder meer het ver mogen allerlei onzichtbare za ken te zien. En omdat parag nost Jelle Veeman toevallig met zo'n „derde oog" is gebo ren, dansen voor hem vuur- kabouters een verzengend pas-de-deux op plaatsen waar voor de gewone sterveling al leen wuivende riethalmen te zien zijn. Overal worden beel den uit het verleden, die op het netvlies van de stoffelijke wereld zijn blijven hangen, waargenomen. Het ligt voor de hand dat het op de twaalf zorgvuldig geselecteerde ma gische plaatsen helemaal een bonte boel is. Vuurkrachten Om op het Solse Gat terug te komen, daar is volgens Vee man inderdaad heel wat loos. In trance vertelt hij ten over staan van zijn begeleider, dat hier ooit druïden uit Wales een vuurtoren bouwden, han dig gebruik makend van de „vuurkrachten" die hier uit de aarde opstegen. Maar toen de zwarte magiërs uit Rusland kwamen logeren was het met de vuurkracht snel gedaan: de toren brandde tot op de grond toe af. Germanen streken neer in de Solse bossen en wijdden een tempel aan de goden Wodan (de oppergod) en Freyja (de godin van de doden), maar dat was vragen om moeilijkheden, want al spoedig werd de heilige plaats overstroomd. Veeman: „Het luchtelement ging overheer sen, en dat trok mystieke christenen uit Duitsland aan die een abdij stichtten om daar te mediteren". Maar de monniken hadden er niet mee gerekend dat al dat gemedi- teer zou uitmonden in een stormramp. „Ik zie water, brand, storm en hoor het ge kerm van stervenden. Dit is een gevaarlijke plaats; een baarmoeder waaruit levens krachten opstijgen", conclu deert Veeman dan ook. Zwevende stenen Het is werkelijk verbluffend wat er in Nederland op het gebied van de magie en alche mie vandaag de dag nog mo gelijk is. Een bezoekje van de paragnost aan het Robert Morris-observatorium op de Flevopolder bijvoorbeeld, leert dat het mogelijk is om midden in de aarden wallen van het kunstwerk kleine ste nen vrij door de ruimte te la ten zweven. „Snaarmuziek is voor dit experiment het meest geschikt", vermoedt Veeman maar tekent er enigszins mis moedig bij aan: „Omdat het observatorium nog niet geac tiveerd is kun je er niet zo gek veel mee". Een praktijk proef wordt derhalve achter wege gelaten, maar er is wél een steekhoudende verkla ring voor de bijzondere krachten die de paragnost in het observatorium signaleert Vroeger woonden exact op die plaats geëmancipeerde vrouwelijke bouwmeesters, met brede kinnen en voor over gekamd haar. Met be hulp van windkracht konden zij enorme steenblokken ver plaatsen en het geluid van de wind werd gebruikt als ware het cement. Handig voor ast mapatiënten: de „geluid kracht" in het observatorium is nog steeds heilzaam voor de luchtwegen. Er is nog meer geneeskracht onder de mensen, wget Vee man. Zo proeft hij in het kerkje van Thorn een op waartse kracht „alsof de mens hier naar God wordt opge tild". Toevallig is het kerkje, waar mummies onder het priesterkoor liggen, gewijd aan de aartsengel Michaël „die de mens uit de stof kan bevrijden". Mensen met reu ma of verkalking ondergaan in de kerk ongemerkt een magnetische behandeling door vuuruitstraling en kleu rentherapie, noteert Van den Bosch en dat is toch mooi meegenomen. Geheugenchips De paragnostische reis door Nederland levert nog andere verrassingen op. Zo blijkt in Drenthe dat de hunnebedden oorspronkelijk geen graven zijn, maar een soort geheu genchips waarin de hunne- bedbouwers via allerlei ritue len informatie in konden op slaan. De mummies in Wieu- werd verklappen aan Veeman dat de Labadistenmonniken in dit kerkje ooit alchemisti sche experimenten uitvoerden om een levenselixer te kun nen brouwen. Bovendien stij gen bijzondere gassoorten uit de grond op „die echter door de wetenschappers nog niet gemeten kunnen worden". Dat verklaart meteen waarom de mummies zo goed gecon serveerd blijven. In Rhenen, waar de katholieke heilige Sinte Cunera ligt begraven, blijkt nog steeds een monnik rond te dolen die op wraak zint voor de wrede moord op Cunera. Bij de vesting Bour- tange in Groningen is het he lemaal oppassen geblazen want in de lindebomen op het exercitieterrein huizen de geesten van overleden vrou wen die door hun mannen in de steek zijn gelaten. „Ik zie dat de geesten zich al van de bomen losscheuren om bezit te nemen van nieuwe vrou wenlichamen", aldus Vee man. Verder passeert de zeemeer min van Westerschouwen de revue, kermen de spoken in kasteel Radboud, verschijnen aardmannetjes onder de Tan- kenberg bij Oldenzaal en wordt tenslotte een klem mend vraagstuk uit de Bra bantse Kempen opgelost. Waarom zijn namelijk de goedaardige kabouters uit dit gebied verdwenen? Dat vra gen ingewijden in paranorma le zaken zich al eeuwenlang af, maar enkele achtergeble ven vuurkabouters hebben nu het raadsel ontrafeld. Hun hoofdman, Kyrië, kwam te overlijden. Waarom? „Omdat de Brabanders meer goede krachten aan de kabou ters onttrokken dan de ka bouters konden aanmaken", vermoedt Veeman. Zal je zien: de mens wil altijd het onderste uit de kan en krijgt tenslotte de deksel op zijn neus. Net goed. PAUL KOOPMAN Jelle Veeman en Hans van den Bosch:„Twaalf magische plaatsen in Nederland". Uit geverij Bigot en van Rossum. feverij Bigot 'rijs 19,90. Raadsleden- info, „must" voor lokale bestuurders Bij veel raadsleden schijnt be hoefte te bestaan aan prakti sche informatie over tal van aspecten die met het raads werk te maken hebben. Ook bij veel raadsleden met erva ring zou de kennis van hun ei gen positie en van het functio neren van het gemeentebe stuur onvoldoende zijn. Voor hen maar ook voor ande re mensen die bij het lokaal bestuur zijn betrokken, is bij de uitgeverij Vuga het boekje „Raadsleden-info" verschenen. In het voorwoord stelt minis ter Korthals-Altes dat zij er goed aan doen het te lezen. Raadsleden kunnen zich voor wat betreft hun kennis van za ken niet louter beperken tot de partij-politieke uitgangs punten, schrijft hij. Ze zullen ook een meer algemeen in zicht moeten hebben in func ties en taken van het gemeen tebestuur. Een werk waarin deze brede basiskennis helder en compact is opgenomen ont breekt volgens de minister op dit moment. Daarom wordt met dit initiatief het lokaal be stuur in Nederland zijns in ziens een goede dienst bewe zen. Of de leemte, waarover de minister spreekt, er werke lijk is valt moeilijk te overzien. Het is in elk geval niet het eerste en enige boek is zijn soort. Nog niet zo heel lang ge leden verscheen bij de uitge verij Samson in Alphen a/d Rijn bijvoorbeeld het „Hand boek voor raadsleden". In „Raadsleden-info" komen zo ongeveer alle onderwerpen aan bod die voor lokale be stuurders van belang zijn te weten. De constatering, dat de raad aan het hoofd van de ge meente staat, lijkt wat overbo dig. Raadsleden die dat nog niet wisten kunnen wellicht beter wat anders gaan doen. Maar het boekje gaat uiteraard dieper in op de taken en be voegdheden van de raad en raadsleden. Ook de rol van de burgemeester, het college van B en W en de raadscommissies komen in duidelijk Neder lands aan de orde. Zo ook bij voorbeeld de verhouding tus sen raad en ambtelijk appa raat. De samenstellers hebben goed begrepen dat hun 160 pa gina's tellende boekje nooit volledig zou kunnen zijn als niet ook zaken als kiesrecht en de organisatie van verkiezin gen zouden worden behan deld. Ze leggen haarfijn uit hoe de verdeling van restzetels in haar werk gaat, maar ook wat precies moties en amende menten zijn en welke soorten van colleges er bestaan. In het dikste hoofdstuk wordt uiteen gezet welke de rol het ge meentebestuur (dat is raad én college) kan spelen op belang rijke beleidsterreinen zoals verkeer en vervoer, economi sche zaken, onderwijs, openba re orde, volksgezondheid en ruimtelijke ordening. Raadsleden-info is geschreven door ir. W. Merkx, oud-burge meester van Breda, drs. C. Versteden, gemeente-secreta ris van Utrecht, A. Verheij- den, gemeentesecretaris van Goirle, en J. Vriens, stafdocent aan de bestuursacademie Noord-Brabant en raadslid te Moergestel. RENE VAN LEUSDEN Ir. Merkx e.a:„Raadsleden- info". Uitgeverij Vuga. Prijs ƒ22,50. ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST KATWIJK VOORSCHOTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 19