Ccidóc Qowumt Beeld en geluid: degelijk en duur WILT U ZEKER ZIJN VAN EEN SUPERIEURE KWALITEIT AFDRUKKEN, KIES DAN VOOR DE FOTOZAAK MET DEZE STICKER. JL_L jim SPECIALE UITGAVE DONDERDAG 29 MEI 1986 Het gaat ons goed. Dat kunnen we niet alleen dagelijks uit de krant halen, we brengen dat ook in de praktijk. In de winkels met beeld en geluid, televisie en Hi Fi wordt niet meer gevraagd naar een goede televisie die niet te duur mag zijn, maar naar een apparaat van een bekend merk, ook al is het duurder dan een geval met een fan- tasienaam uit Taiwan. Apparatuur voor beeld en geluid moet vooral degelijk zijn en jaren meekunnen; de prijs doet er minder toe. Dat is de mening van C. A. J. A. Tetteroo namens All Wave, een bedrijf met een landelijk net van verkoop punten. Zijn mening wordt gedeeld door anderen, im porteurs van bekende Japanse merkgoederen en Neder landse bedrijven. Hoewel de prijs van de compact-discspeler nog steeds rond de duizend gulden schommelt, neemt de vraag er naar toe; in 1985 werd in Nederland van dit apparaat 186 procent meer verkocht dan in 1984. Of in aantallen: veertigduizend stuks, dat is globaal voor veertig miljoen gulden. De verhoogde verkoop van de CD-speler ging overigens niet ten koste van de conventionele platenspelers, waar van er vorig jaar zelfs zeventien procent meer werden verkocht dan in 1984. Tetteroo: „Dit is niet zo opmer kelijk. Men is zeker geïnteresseerd in de CD, dat blijkt wel uit de verkopen. Maar de muziekliefhebber staat er aarzelend tegenover omdat hij zoveel grammofoonpla ten heeft. De' overgang naar de CD lijkt zo definitief. Toch zit er tekening in; vijfenzestig procent van de ko pers van platenspelers kiest voor een wat goedkoper ap paraat met snaaraandrijving, zo tussen de twee- en drie honderd gulden. Zo'n vijfendertig procent van hen koopt een platenspeler die direct wordt aangedreven en tussen de drie- en zeshonderd gulden kost. Met de kwa liteit van het geluid heeft dit overigens weinig of niets te maken. Het betekent slechts, dat de platenspeler niet meer zo voor de lange duur -wordt' gekocht". Economisch opvallend is voorts, dat er wel aanzienlijk meer videorecorders worden gekocht (in 1985 zestien procent meer dan in het jaar daarvoor), maar dat de handel geen cent meer verdiende: de apparaten werden in gelijke procenten goedkoper. Er werden wel meer kleurentelevisies verkocht, mede doordat ze in prijs daalden. De stereotoren, in de jaren zeventig zo populair, stortte lelijk in. Men vraagt er nauwelijks meer naar en de to rencombinatie - „inclusief boxen" - gaan voor bodem prijzen de winkel uit. Aanzienlijk gfoter is de vraag naar het middentype-apparatuur, de „midi": compacte com binaties waarin vijfenzeventig procent groei wordt ge meld. FRITS BROMBERG Zin en onzin Natuurlijk zitten fabrikanten niet stil bij een goed ontwerpal/es kan altijd net een beetje beter. Toch worden soms grenzen bereikt: soms zelfs overschreden. Men kan discussiëren over de vraag of het wel zinnig is een luidspreker drieweg-systeem in een klein kastje in de auto te gebruiken: vermoedelijk niet. Maar helemaal onzin wordt het. als in een autoradio voor weergave van een bandje een „metal-stand" wordt ingebouwd, zoals bij de duurdere typen thans gebettrt. „Meta!" is bedoeld voor de bi as- instelling, waarmee het metaalbandje wordt voor- gemagnetiseerd bij opname. Afspelen (in de auto.kan gewoon, normaal". En dan attendeerde een handelaar ons nog op een grapje. Een radiorecorder had twee losse boxjes. Prachtig. En beide hadden twee luidsprekertjes, naar voren en opzij. AI minder prachtig. Maar onzinnig werd hel, toen bleek dat het tweede luidsprekertje nergens op was aangesloten Eindredactie: Lonneke van Koot Vormgeving: Hans Schneider en Charles Be/s

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 21