Hoeksteen
van Britse
tradities
Nieuwe ploegleider moet de ANWB uit het ravijn trekken
I LONDEN - Het kauwgompje in de
mond van de taxichauffeur die ons naar
de de kazerne van het Household Caval
ry Regiment bij Hydepark brengt, heeft
het zwaar te verduren. Als we rijden
gaan de malende kaken van de jonge
man al als een razende tekeer, maar tel-
kens wanneer de chauffeur in een file be
landt, schijnt hij overspannen te raken
en neemt zijn ongeschoren kinnebak een
gestrekte galop aan. 't Zal je vak maar
zijn om dag in dag uit je brood in een
verkeersmierennest als dat van Londen
te moeten verdienen. Toch weet hij zijn
i heiligdom voortreffelijk door de njen
blik te loodsen en in zeer korte tijd staan
we voor de kazerne.
Als ergens in de wereld tradities hoog in
't vaandel staan dan is het wel bij het
Household Cavalry Regiment, waar de
crème de la crème van de Britse officie
ren en voornamelijk Ierse paarden zich
dagelijks tot in de puntjes laat verzorgen
i door onderofficieren en soldaten. Want
de Britten willen er geen enkele onduide
lijkheid over laten bestaan: je hebt nu
j eenmaal „chiefs" en „indians".
De Household Cavalry bestaat eigenlijk
uit twee regimenten: de Blues and Roy
als die het onberispelijk blauwe uniform
I dragen en de Life Guards, de heren in de
rode uniformen. In het dagelijks leven
zijn de taken van deze regimenten zeer
verschillend. De Life Guards houden
domicilie op Windsor waar zij voorna
melijk waken over de koninklijke fami
lie. De Blues and Royals verrichten in
I Duitsland met een tankdivisie het ruige
re werk.
De Household Cavalry is ook voor Ne-
I derlanders die weieens in Engeland zijn
j geweest of bijvoorbeeld op de televisie
Britse parades gadeslaan, beslist geen on-
bekend verschijnsel. De militairen met
hun zware zilveren helmen inclusief
j pluimen zijn altijd aanwezig bij officiële
aangelegenheden zoals de veijaardag van
koningin Elizabeth - The Trooping of
j the Colour wanneer de vorstin het regi-
ment te paard leidt -, de opening van
het Engelse parlement, staatsbezoeken
en natuurlijk koninklijke huwelijken. Ze
zijn nu dan ook druk bezig met de voor
bereidingen voor het huwelijk van prins
Andrew en zijn grote liefde Sarah Fergu
son.
De muzikale dressuurshows van de
Household Cavalry zijn ook bepaald
geen ontwikkelingen van de laatse jaren.
Een dergelijke presentatie werd voor het
eerst in 1882 uitgevoerd tijdens een
tournee in eigen land. Sindsdien is er
weinig veranderd. Zo is het aantal paar
den en ruiters van de twee regimenten
hetzelfde gebleven: acht Life Guards,
acht Blues and Royals, één paukenist te
paard, vier trompetisten en nog eens
twee zogeheten „farriers" met bijlen.
Deze laatsten dragen tegenwoordig tij
dens de show zorg voor de paarden,
maar in vroeger tijden gebruikten zij bij
het leveren van een slag de bijlen voor
het „uitschakelen" van gewonde paar
den.
Eenmaal in de vier jaar worden de ver
schillende onderdelen van de show ver
vangen door nieuwe. De Household Ca
valry is de laatste jaren op tournee ge
weest in Zweden, Parijs (drie maal) en
binnenkort vertrekt zij naar Berlijn. In
juni komt de groep voor het eerst ook in
Nederland.
Hautain
I Terug naar de kazerne. Kapitein J. Bern-
I hard van de Blues and Royals is zicht-
baar zenuwachtig. Het is voor de eerste
maal dat een nieuwe lichting de presen
tatie in ceremonieel uniform gaat geven.
Wij worden toegewezen aan Eerste- Lui
tenant Steward Cowen („Nee, géén co
ward, maar Cowen"), een vriendelijke
25-jarige officier die een treffende gelij
kenis vertoont met prins Charles. Da's
mooi meegenomen. Gekleed in een kaki
uniform voorzien van een donkerbruine
„buckle" met fluit. De zweep heeft hij
stevig onder de oksel geklemd. Steward
mag dan van oorsprong een boerenzoon
zijn, zijn bekakt Engelse tongval doet
een heel andere afkomst vermoeden.
Trouwens alle officieren van de House
hold Cavalry hebben zich deze spraak
aangemeten en gedragen zich tegenover
soldaten en onderofficieren zeer hautain.
Een ongeveer vijftigjarige sergeant
springt in de houding en salueert wan
neer Cowen dwars door hem heenkijkt
en verder loopt. Het „natuurlijke over
wicht" viert hoogtij in het Britse leger.
Nou ja vooruit dan maar, het is die aar
dige Engelse traditie zullen we maar zeg
gen.
ZATERDAG 17 MEI 1986
HOUSEHOLD CAVALRY
De Haagsche Paardendagen die elk jaar op
het lommerrijke, statige Lange Voorhout
worden gehouden, beginnen langzamerhand
ook internationale bekendheid te krijgen.
Dit komt mede door het aantal buitenlandse
deelnemers dat tijdens de dagen optreedt.
Het organiserende evenementenbureau
AHC is al jaren bezig om de „Musical
Ride" van het Britse Household Cavalry
Regiment naar de residentie te krijgen. Het
is dit jaar gelukt. Voor het eerst te zien in
Nederland. Dit paradepaardje van het
Britse leger geeft tijdens de Haagsche
Paardendagen, die 9 en 10 juni worden
gehouden, vier spectaculaire shows. Voor
deze muzikale presentatie komen
tweeëndertig Britse militairen en
vijfentwintig schitterende Ierse paarden
naar Den Haag. Verslaggever Loek Moor
kreeg in Londen een voorproefje van deze
show voorgeschoteld en nam een kijkje
achter de schermen van dit Engelse
legeronderdeel waar tradities hoog in 't
vaandel staan. En waar de paarden het
honderd maal beter hebben dan de vele
zwervers die Londen rijk is.
maar heeft het hier dik naar zijn zin. De
leden van dit regiment blijven drie jaar
en gaan dan weer terug naar hun eigen
onderdeel. Thuis bij zijn ouders op de
boerderij heeft Cowen ook enkele paar
den staan. „Ik ben ermee opgegroeid.
Trouwens iedereen die hier werkt is gek
van paarden. We zijn dag en nacht met
ze bezig. Het was dan ook verschrikke
lijk toen de IRA enkele jaren geleden in
Hydepark een bomaanslag op het regi
ment pleegde waarbij acht paarden om
kwamen". En hoeveel ruiters? „Ja na
tuurlijk, dat waren er vier. Verschrikke
lijk hoor". Op de vraag wat de taak van
dit regiment is wanneer er oorlog uit
breekt begint Cowen eerst te lachen en
antwoordt dan: „Daar kan ik niet veel
over vertellen. Maar als die in Londen
uitbreekt brengen wij eerst de paarden in
veiligheid".
Telefoontje
Tijdens het uitgebreide koude buffet
(„Rightoo, shall we have lunch now,
shann't we?") is de jonge luitenant die in
de zitkamer van de mess z'n voeten op
de fauteuil te ruste legde constant aan
het woord. Op een gegeven moment
fluistert een mess-boy hem in zijn oor
dat er telefoon voor voor hem is. Moe
ders aan de lijn. Geërgerd kijkt de offi
cier hem aan, verontschuldigt zich bij de
tafelgenoten en loopt weg. De mess-boy
zal vermoedelijk nog wel door de luite
nant op het matje worden geroepen.
Niet zozeer omdat hij de conversatie
stoorde met de mededeling dat er een te
lefoontje voor hem was, maar meer om
het feit dat de soldaat er „en publique"
bij meldde dat het de moeder van de lui
tenant was die opbelde
LOEK MOOR
BIJ DE FOTO'S:
Boven: Met één hand aan de teugel en in
de andere hand een vaandel leiden de
ruiters de paarden door de muzikale
show. „Dat kan nooit wat zijn, als je het
paard met één hand moet leiden",
mompelt een kenner in het gezelschap.
Onder: Als de paukenist wil afstijgen,
moet hij geholpen worden. De massief
zilveren instrumenten wegen elk dertig
kilo en bovendien wordt hij door zijn
uniform beperkt in zijn
bewegings vrijheid.
De presentatie wordt gegeven op een
grasstrook van Hyde Park, pal tegenover
de kazerne. Voor de kapiteins staan twee
fauteuils op een verhoginkje klaar. De
genodigden hebben staanplaatsen rond
om het uitgezette parcours. Als de pau
kenist te paard zijn zilveren trommels
beroert en het orkest een melodie inzet,
heeft iedereen zijn blik gericht op de rui
ters en de paarden. In zeer vlot tempo
volgen de verschillende onderdelen van
het carrouselrijden elkaar op. Met één
hand aan de teugel en in de andere hand
een vaandel leiden de ruiters de paarden
door de muzikale show. „Dat kan nooit
wat zijn, als je het paard met één hand
moet leiden", mompelt de echte kenner
in ons gezelschap. „Die beesten zijn zo
stuurloos als wat natuurlijk". Tja, hij zal
het wel bij het rechte eind hebben, maar
die jongens rijden niet onverdienstelijk.
Toch lijkt de kenner gelijk te krijgen,
wanneer het laatste, meest spectaculaire,
onderdeel volgt. Dit is het „scharen"
waarbij de ruiters elkaar met een snel
heid van ongeveer 45 kilometer per uur
rakelings passeren. Een van de ruiters
heeft vermoedelijk zijn galop een fractie
van een seconde te laat ingezet. De on
fortuinlijke komt in aanraking met een
andere ruiter en klapt met een enorme
vaart op de grond. Bewusteloos blijft hij
liggen. Het paard gaat ervandoor. „Holy
shit", horen wij onze luitenant mompe
len en hij kijkt onmiddellijk waar het
paard naartoe rent. „Dat dit juist moet
gebeuren nu de pers er is", lispelt Cowen
ontevreden. Na enkele minuten komt de
ruiter bij en hij wordt naar de kazerne
afgevoerd. Iedere aanwezige cavalerist is
zeer bezorgd Over het paard.
Zwervers
„Dat is ook niet zo verwonderlijk", zegt
Steward Cowen later wanneer we de stal
len bezichtigen. „De paarden zijn duur.
Ze kosten zo'n vijftienhonderd pond per
stuk (ongeveer zesduizend gulden, red.).
En je moet niet vergeten dat hier ieder
een leeft voor de paarden. Ook de man
die zoéven bewusteloos bleef liggen".
De tweehonderd paarden die in de
boxen van deze stallen staan, hebben in
derdaad nergens over te klagen. Ze krij
gen een betere behandeling dan de vele
zwervers die Londen rijk is. Elke vier
voeter wordt dagelijks door zijn eigen
verzorger in de watten gelegd. Tien hoef
smeden voorzien de dieren van het be
nodigde schoeisel en wanneer de ruiters
zijn uitgereden worden de paarden on
middellijk opgevangen door soldaten.
Een van hen helpt de paukenist uit het
zadel. Voorzichtig zet hij de twee mas
sief zilveren pauken van elk dertig kilo
op de grond. Het is trouwens toch niet
gemakkelijk afstijgen met een zeer zware
zilveren helm op het hoofd, de borstkas
gepantserd met een metalen kuras en
aan de benen zwartleren lieslaarzen die
geen centimeter meegeven. Cowen ver
telt dat de ruiters zes k tien uur bezig
zijn om het complete uniform tiptop in
orde te maken. Hij houdt een ruiter aan
en geeft een uitgebreide explicatie. De
cavalerist verroert geen vin. Ook zijn ge
laat lijkt plotseling van was te zijn ge
worden. Het is net een paspop. Met één
hooghartig wijsvingertje drukt de jonge
luitenant op de schouder van de man
ten teken dat hij zich moet omdraaien.
De ruiter mag gaan. 't Is allemaal niet te
geloven.
In de officiersmess bieden in onberispe
lijke uniformen gestoken mess-boys een
glas „pymm's" aan. Dit is een licht-alco-
holisch limonadedrankje dat voortreffe
lijk smaakt. Het interieur van de ruimte
bestaat voornamelijk uit dikleren fau
teuils en aan de wanden hangen schilde
rijen van illustere voorgangers van de le
den van het regiment. Een zeer jeugdige
luitenant heeft plaatsgenomen op de rug
leuning van een fauteuil. Met zijn voet
steunt hij op de zitting van de stoel. Het
losjes in de hand bengelende glas
pymm's geeft deze houding de wat deca
dente aanblik die ook op een van de
schilderijen te zien is. Maar zelfs de ka
pitein stoort zich er niet aan. Ook niet
aan de vele honden van de officieren die
in de ruimte rondwandelen. Want een
beetje officier heeft daar een hond.
Steward Cowen vertelt dat het een hele
eer is te worden ingelijfd bij de House
hold Cavalry in Londen. Zelf zit hij, als
lid van de Blues and Royals, al vijl jaar
in het Britse leger. Voerde in Duitsland
enige tijd het commando over een tank,
DEN HAAG - Een bezoek aan het
hoofdkantoor van de ANWB in
Den Haag kan mede dank. zij die
102-jarige bond voor niemand fout
gaan. Bij pech onderweg kun je
- al veertig jaar lang en sinds ook
al geruime tijd via de praatpalen -
de hulp inroepen van de Wegen
wacht. ANWB-gidsen en dito weg
wijzers leiden je ANWB-gekeurde
wagen vanuit elk land tot vlakbij
het hoofdkantoor en het laatste
stuk kun je de borden „ANWB
kantoor" volgen, want sinds de
bond de bewegwijzering in Neder
land verzorgt (al vanaf 1896), ver
zuimt ze niet ook de eigen gebou
wen uit het doolhof van het wegen
net te lichten.
Op de - uiteraard - ruime parkeer
plaats zet je je in een regionale ANWB-
shop gekochte zonnebril af en je legt
deze op de achterbank naast de bladen
Autokampioen, Surfkampioen, Water
kampioen en Kampeer Caravankam
pioen. Een alarminstallatie moet voor
komen dat uit het dashboardkastje de
reis- en kredietbrief en de papieren van
een ANWB-reis en Uniegarantverzeke-
ring worden gestolen. Aldus doordrenkt
met ANWB-service betreed je vervol
gens de onverwacht gehandicapten-on
vriendelijke trappen van het ANWB-pa-
viljoen dat met winkel en informatieba
lies fungeert als voorportaal van het
hoofdkantoor. Later blijkt dat er voor
gehandicapten een aparte ingang is in
het complex uit 1960.
Er is, zoals altijd, aan allés en iedereen
fedacht en daarom suizen zelfs bij de
300 persooneelsleden nog altijd de bol
len als ze terugdenken aan de recente
publikaties van de jaarcijfers. Door een
letterlijk slordige twintig miljoen gulden
verlies in 1985 stortte de ANWB in een
diep dal. Vooral qua reputatie, want het
eigen vermogen van honderd miljoen
gulden kan nog wel valpartijen goedma
ken. Na een eeuw lang op een col van de
eerste categorie te hebben rondgefietst,
moet de Algemene Nederlandse Wielrij
ders Bond nu naar de allerkleinste ver
snelling terugschakelen om via de be
klimming van een steile wand weer op
zeeniveau te komen. Daarom wordt de
zer dagen middels grote advertenties ge
zocht naar een ploegleider a la Peter
Post als krachtige opvolger van hoofddi
recteur B. IJntema, die na dit wegsei-
zoen vervroegd met pensioen gaat. Op
eigen verzoek overigens. Zoals bekend
heeft IJntema de schuld op zich geno
men van het echec met de zelf georgani
seerde reizen (RTC). Dat laatste laat
men voortaan weer aan de bekende
touroperators over, voor wie men nog
wel de reizen blijft verkopen op de vijf
tig ANWB-kantoren. De bond blijft ook
in het algemeen toeristische informatie
verstrekken op letterlijk elk gebied. De
reizen zijn aan NRV Holiday overge
daan.
Nieuwe topman
Ook voor dit jaar heeft de ANWB nog
een verlies ingecalculeerd van zes mil
joen gulden. Het zou overdreven zijn dit
bedrag te zien in het licht van de salari
sovereenkomst met de nieuw aan te
trekken topman. In de personeelsadver
tentie staat letterlijk: „Geboden worden
arbeidsvoorwaarden die in overeenstem
ming zijn met het belang van de func
tie". Het belang van die functie is nu
groter dan ooit, dus mag worden aange
nomen dat het salaris van de nieuwe
man niet zal lijden onder de in te voeren
bezuinigingsmaatregelen, waaronder een
totale reorganisatie en een reclame- en
personeelsstop.
Er zal geen personeel worden ontslagen,
er is zelfs - qua behoefte - een tekort
van tweehonderd man, waarvan de vijf
tig vacatures bij de Wegenwacht, die
hoge eisen stelt, de opvallendste zijn. De
ANWB heeft sinds een maand al één
nieuwe man in de viermans-directie: drs.
G. Kist, een financieel expert afkomstig
van PTT-Amsterdam, wiens ogen als
een soort röntgenstralen alle aangetaste
delen in de boekhouding van de ANWB
binnen de kortste keren zichtbaar maak
ten. Intern heeft ook een belangrijke ver
huizing plaatsgevonden. De verspreide
directieleden en de secretaris hebben al
len een eigen ruimte betrokken op de
zelfde etage, hetgeen kennelijk moet bij
dragen tot een hechter beleid.
Kroon
Theo Kroon, de officiële woordvoerder
van de ANWB, zat al op die verdieping
en zijn kantoorruimte heeft in de vorm
van een „likje verf' op een verfrissende
manier geprofiteerd van de komst der
directeuren. Kroon is een praktisch man,
die gelooft in zeer positief denken. Hij
praat het liefst over wat zijn werkgever
als dienstverlenende organisatie doet en
nog allemaal van plan is te gaan doen.
Aan het RTC-avontuur maakt hij niet
veel woorden vuil. „We hebben met val
len en opstaan leren leven met concur
rentie, iets dat we tot zeven jaar geleden
nooit hebben gehad. Een hoofddirecteur
kwam bij ons vroeger in een gespreid
bedje. Er waren tijden dat we per jaar
honderd vijftigduizend leden erbij kre
gen. Het geld kon niet op. De meeste
mensen die bij de ANWB werken zijn
ook geen harde, commerciële mensen.
Dat ligt ook niet in de aard van de vere
niging. We moeten uitstralen dat we op
komen voor de belangen van de leden.
Service verlenen. De ANWB doet heel
erg veel en als je veel doet, maak je wel
eens een fout. Iemand die niks doet,
maakt maar één fout: namelijk dat ie
niks doet. We moeten onze fout erken
nen en die misstap mag ook nooit meer
voorkomen. Maar wat gebeurd is, is ge
beurd. Nu moeten we verder gaan. We
waren natuurlijk wel een beetje bureau
cratisch geworden doordat we zoveel
mensen in dienst hebben die weer met
zoveel contacten en overlegvormen te
maken hebben, maar daaraan moeten
we ons ontworstelen".
Dat de Nederlander zich stoort aan een
fout van de ANWB komt doordat deze
de bond ziet als een nationaal bezit. Dat
is het niet, het is geen overheidsinstel
ling, maar „doodgewoon" een vereni
ging. Kroon: „De ANWB is een fantasti
sche club en met zijn twee en een half
miljoen leden relatief gezien de grootste
vereniging ter wereld. Dat aantal stijgt
nog steeds en welke andere vereniging
kan dat zeggen? Vorig jaar hebben we er
netto weer twintigduizend leden bijge-
kregen. Onze leden laten ons niet in de
steek. Op de onlangs gehouden afde
lingsvergaderingen hebben we geen ver
ontruste geluiden gehoord van de leden.
Men stelde wel vragen over het miljoe
nen verlies, maar daar bleef het bij. Wat
de mensen daadwerkelijk zien en mer
ken van de ANWB is dat ze goed gehol
pen worden. Van die service is niets af
gegaan".
Bondsraad
Hoe zit de ANWB eigenlijk in elkaar?
Kroon weet op alles antwoord: „De le
den in de afdelingen kiezen vertegen
woordigers in de bondsraad. De bonds
raad kiest mensen voor het algemeen be
stuur en in dat bestuur wijst men weer
het dagelijks bestuur aan. Dat zijn alle
maal onbetaalde functies: Elke vereni
ging heeft een secretariaat en onze 2300
man personeel moet je zien als een heel
groot secretariaat. Die mensen worden
wel betaald. Er zijn een hoofddirecteur,
drie directeuren, één secretaris en zo'n
vijfendertig chefs. De secretaris vormt
de liaison tussen de directie, de besturen
en de raad".
„De meeste inkomsten komen uit de lid
maatschapsgelden. Bij de betaalde dien
sten is het streven dat deze in elk geval
kostendekkend zijn. Dat zijn ze niet in
alle sectoren. Een voorbeeld zijn onze
twintig techno-stations". Dezer dagen
wordt hard vergaderd over alle te nemen
maatregelen die dan, na allerlei raden en
besturen te zijn gepasseerd, in hun eind-
vorm pas naar buiten gebracht kunnen
worden. In elk geval worden alle com
merciële activiteiten, het nut en de haal
baarheid ervan, bekeken. Het al lang lo
pende overleg met de acht concurreren
de alarmcentrales van de diverse verze
keringsmaatschappijen in Nederland om
te komen tot één nationale alarmcentra
le („In het belang van de consument, die
bij pech duidelijk moet weten waar hij
terecht kan", aldus Kroon) gaat nog al
tijd door. Als antwoord op de APK-keu-
ring van vijftig gulden heeft de ANWB
een uitgebreidere keuring van tachtig
gulden in de aanbieding waarbij advies
en herkeuring zitten ingesloten.
Acties
Met het oog op bezuinigingen dan wel
extra service worden in elk geval de vol
gende activiteiten ontwikkeld: op 17 mei
start de bond in samenwerking met en
kele ministeries een nieuwe, drie jaar
durende actie tegen de rommel, net als
jaren geleden getiteld: „Laat niet als
dank Verder gaan alle technosta-
tions in den lande ook dienen als centra
waar men voor technisch advies en in
formatie terecht kan. De info-afdeling
van het hoofdkantoor heeft voor dit doel
een flink aantal adviseurs afgestaan aan
de regio. Een duidelijke decentralisatie
van de taken. „Verder", aldus woord
voerder Kroon, „willen we meer aan
dacht besteden aan de sportieve recrea
tie, waarvoor we in onderhandeling zijn
met de Nederlandse Sportfederatie. We
bekijken ook of we iets meer kunnen be
tekenen op het gebied van verkeerson-
derzoek en verkeersonderwijs. Bij de be
wegwijzering kan voor de toeristische
fietsers en wandelaars nog wel wat ge
beuren. Voor de auto's hebben we alles
nu wel „gecovered". In vergelijking met
de buitenlandse „ANWB's" zijn we hier
erg goed bezig". En met zo'n positief ge
luid in een sombere periode hoopt de
ANWB in 1987 weer op een klinkende
winst af te fietsen. Veel hangt af van de
nieuwe ploegleider.
HERMAN JANSEN
'Êeidóc Soiwcwit