Democraten nestelen zich behaaglijk in het midde
Stelselherziening sociale
zekerheid door kamer aanvaard
De „natuurlijke weerstand" jj
van PvdA-mannen tegen meel
vrouwen in het parlement
Onderzoekers zien
onderklasse ontstaan
n
NA VLUCHT NAAR LINKS EN RECHTS
BUITENLAND
CeidócSoutont
WOENSDAG 14 MEI 1986PAGINi
HIT
(Van onze
parlementaire redactie)
DEN HAAG Met een krap
pe meerderheid, de kleine
rechtse partijen stemden op
een aantal punten tegen, is gis
teren in de Tweede Kamer het
nieuwe stelsel van sociale ze
kerheid aangenomen.
Alleen de regeringspartijen
CDA en VVD spraken een po
sitief oordeel uit over de zes
wetsvoorstellen. Een motie
van het PvdA-kamerlid Ter
Veld om ook ex-politieke
ambtsdragers onder het regi
me van de Nieuwe Werkloos
heidswet te laten vallen, werd
unaniem door de Kamer aan
genomen. Kamerleden, minis
ters en wethouders krijgén nu
nog als ze werkloos worden
een uitkering van tachtig pro
cent van het laatstverdiende
loon dat in stapjes wordt afge
bouwd. Op korte termijn zul
len wetsvoorstellen worden
voorbereid die de maximum
uitkering voor werkloze politi
ci op hetzelfde niveau vaststel
len als in de NWW, namelijk
70 procent.
Ook zal een eind worden ge
maakt aan het feit dat een ex-
politieke ambtsdrager zijn
wachtgeld ook krijgt, zij het
minder, als hij een andere
baan aanvaard.
Bij de stemverklaringen bena
drukte oppositieleider Den
Uyl gisteren nogmaals dat de
PvdA er in een komende re
geerperiode alles aan zal doen
de uitkeringen weer te her
stellen op het niveau van 75
procent. Hij noemde het stelsel
slecht, en in de uitvoering du
bieus. CDA-fractieleider De
Vries verweet Den Uyl het
doen van beloften die hij niet
waar zal kunnen maken.
DEN HAAG In de Ne
derlandse verzorgingsstaat
ontstaat een onderklasse
van verschillende groepen
die nauwelijks uitzicht
hebben op verbetering
van hun slechte financiële
en maatschappelijke posi
tie. In de toekomst zullen
meer huishoudens dan
thans het beroerd hebben
en aan de rand van de sa
menleving verkeren.
Waar veel werklozen zijn,
zal de maatschappij een
armoedecultuur vertonen.
Voorts wordt voor mensen
met een minimaal inko
men de kans op sociale
stijging verder geblok
keerd.
Tot deze bevindingen komen
drs G. Engbersen en drs R.
van der Veen van de Rijksuni
versiteit in Leiden en drs G.
Oude Engberink van de Ge
meentelijke Sociale Dienst in
Rotterdam in hun onderzoek
van 120 huishoudens in Rot
terdam. Deze huishoudens
moeten al geruime tijd rond
komen van het sociaal mini
mum. De onderzoekers hebben
hun nota „Een minimaal be
staan" gisteren aan de Twee
de-Kamercommissie voor soci
ale zaken aangeboden. Meer
dan om het gebrek aan geld
gaat het daarin om de sociale
gevolgen ervan.
Dat gebeurt aan de hand van
onder andere uitgebreide
vraaggesprekken over de ma
nieren waarop de minima pro
beren rond te komen. Daaruit
blijkt dat het dagelijks leven
voor deze mensen zonder
houden in het teken staat
rondkomen. Het is de
kelijke levenswijze.
Uit het onderzoek blijkt
dat vooral de gezinnen
kinderen in een wankel
nanciële situatie verkerei
procent van de eenoudergi
nen en 61 procent var
tweeoudergezinnen ha
schulden.
noo
de
(Van onze
parlementaire redactie)
DEN HAAG „Ons de
mocratisch systeem schiet
in essentieel opzicht te
kort. Het zijn vooral de
politieke spelregels die er
de oorzaak van zijn. Ver
slapping is er het gevolg
van. En vermoeidheid. En
onverschilligheid. En on
doorzichtigheid. Lang ge
leden toen die spelregels
werden opgesteld, zijn ze
zinvol geweest en doel
treffend. Nu zijn ze ver
sleten en ontoereikend
voor onze veeleisende
maatschappij".
Het bovenstaande citaat is nu
bijna 20 jaar oud. Zesendertig
mensen gebruikten het in sep
tember 1966 om via een pam
flet de stichting van een nieu
we partij D'66 (sinds een paar
maanden zonder komma) aan
den volke kenbaar te maken.
Dit jaar doet die partij voor de
zevende keer aan de Kamer
verkiezingen mee. Dat mag ei
genlijk een wonder heten, ze
ker voor een groepering die
nog steeds - of moeten we zeg
gen opnieuw? - gebruik maakt
van teksten als bovenstaande
om zichzelf aan de man te
brengen.
De politiek leider van de par
tij, Hans van Mierlo, trok op
30 april tijdens een feestelijke
reünie in het Amsterdamse
Krasnapolsky nog een treffen
de gelijkenis tussen de ont
staansperiode van D66 en de
huidige situatie. Hij schilderde
daar de manier waarop hij
zich twintig jaar geleden naar
een zaaltje in hetzelfde Kras
napolsky spoedde. Hij zou daar
een paar mensen ontmoeten
naar aanleiding van het feit
dat de VVD zich in een be
paalde zaak niet liberaal ge
noeg had gedragen. Dit alleen
geeft al aan dat D66'ers zich
graag zien als liberaal. Niet zo
conservatief als sommigen de
VVD betichten te zijn, maar li
beraal met een socialistisch ge
tint gezicht. Met een vleugje
PvdA erin als het ware.
Vernieuwen
Voor een goed begrip van het
fenomeen D66 gaan we terug
naar de beginjaren. De Demo
craten presenteerden zich als
een partij die de politiek wilde
vernieuwen. De kiezer moest
twee stemmen krijgen: één
Voor de macht (de minister
president) en één voor de con
trole op de macht (de Kamer).
Tegelijk diende de evenredige
vertegenwoordiging (Van
Mierlo: „een parlement van
partijen") in ons land vervan
gen te worden door een dis
trictenstelsel („een parlement
van volksvertegenwoordi
gers", aldus de voorman). Het
districtenstelsel is een vorm
van democratie waarbij bur
gers per gebied hun „eigen"
vertegenwoordiger in de Ka
mer kiezen.
Tot 1975 zette D66 zich in om
dit soort idealen te verwezen
lijken, door ondermeer te stre
ven naar een zo hecht mogelij
ke band met PvdA en PPR.
Het streven te komen tot een
firogressieve volkspartij mis-
ukte echter. De „broeders in
de strijd" bleken toch meer te
hangen aan hun eigen identi
teit dan aan een bundeling
met de nieuwe partij. D66
kwam niet verder dan een vrij
kleurloze bijrol in het cen
trum-linkse kabinet-Den Uyl
tussen 1973 en 1977. Het meest
in het oog springende „wapen
feit" was een conflict tussen
D66-staatssecretaris Glastra
van Loon (Justitie) en zijn mi
nister Van Agt die hem dwong
zijn biezen te pakken.
De deelname aan dit kabinet
kwam op een moment dat de
populariteit van de partij al
daalde. Na een start met zeven
Kamerzetels in 1967 behaalden
de Democraten in 1971 er nog
elf. Maar een jaar later zakte
dat aantal tot zes. Vervolgens
ging het in de polls steeds ver
der achteruit. Partijleider Van
Mierlo trok zich het misluk
ken van een progressieve
volkspartij en het weglopen
van zijn aanhang persoonlijk
aan. Vrijwel direct na het aan
treden van het kabinet-Den
Uyl gaf hij zijn functie als
fractieleider op. Jan Terlouw
werd zijn opvolger.
De wisseling^ van de wacht
mocht niet baten. Eind 1973
zakten de Democraten op
nieuw verder weg bij tussen
tijdse gemeenteraadsverkiezin
gen in Zaanstad en Amers
foort. De teruggang was daar
ongeveer 60 procent. In no
vember van dat jaar kwamen
dan ook de eerste stemmen op
om de partij maar op te hef
fen. De politieke en staats
rechtelijke hervorming was
mislukt, redeneerden veel par
tijleden. Zo niet Terlouw. Hij
stelde op een D66-congres dat
de PvdA niet de enige vorm
van linkse politiek in het land
kon zijn. Daarmee nam hij
duidelijk afstand van de door
Van Mierlo tot dan toe gevolg
de koers. De hechte band met
de/ sociaal-democraten werd
opgegeven.
Succes bleef uit. De partij zak
te verder weg. In september
1974 kwam de echte klap: op
een congres van de partij werd
met 242 tegen 188 stemmen
besloten het doek maar defini
tief te laten vallen. Omdat er
geen tweederde meerderheid
was, had de uitspraak echter
geen gevolgen. De partij
kwam 1975 zonder kleerscheu
ren door om begin 1976 weer
langzaam te gaan herleven.
Wellicht kwam dat omdat de
kiezer doorkreeg dat D66 echt
niet langer een bijwagen van
de PvdA was. Voor Terlouw
was dat herstel echter niet ge
noeg. Hij eiste voor de verkie
zingen van 1977 handtekenin
gen van 66.000 stemgerechtig
den en 1666 nieuwe leden. En
ook dat wonder voltrok zich.
Bij de verkiezingen schreef
D66 de band met de PvdA de
finitief af en deed als onafhan
kelijke partij aan de stembus
strijd mee. Als beloning be
haalde de partij acht zetels.
D66 bestond weer. Maar zon
der Van Mierlo.
Redelijk alternatief
In de ogen van Van Mierlo
werd de nieuwe lijn van D66
onder Terlouw gekozen uit te
leurstelling over het vastlopen
van pogingen de democratie te
vernieuwen. Er werd een pro
grammatische lijn gekozen:
het redelijk alternatief. Het
moet gezegd worden: D66
boerde onder Terlouw goed.
Bij de verkiezingen van eihd
1981 won de partij onder zijn
leiding elf Kamerzetels. Niets
stond deelname aan een cen
trum-links kabinet met CDA
en PvdA meer in de weg. D66
kon daarin een brug vormen
tussen de twee grote machts
blokken. Tenminste dat dacht
men. In feite werd de partij
langzaam fijngemangeld tus
sen CDA en PvdA. D66 werd
onzichtbaar.
Dat de partij definitief het
progressieve masker had afge
zet, werd enkele maanden la
ter duidelijk. De PvdA stapte
uit het kabinet en D66 bleef
met het CDA van Van Agt in
diens kabinet zitten, een com
binatie die in de Kamer steun
kreeg van de VVD. D66 voel
de zich verantwoordelijk voor
de regeerbaarheid van ons
land. Deze opstelling en het
feit dat Terlouw eind 1982 het
meedoen van D66 aan een ka
binet met CDA en VVD niet
wilde uitsluiten, werden de
partij fataal. De kiezer strafte
dat af door D66 niet meer dan
zes Kamerzetels te gunnen.
Teleurgesteld dropen de kop
stukken af. En D66 zakte op
nieuw weg.
Totdat begin 1985 Van Mierlo
naar de politieke arena werd
teruggehaald, bijna als een
wanhoopsdaad.. De geschiede
nis herhaalt zich: vanaf dat
tijdstip stijgt D66 weer in de
opiniepeilingen. Zelfs tot tien
Kamerzetels. En zowaar, kabi
netsdeelname komt in het vi
zier.
Wat is er nu anders dan twin
tig iaar geleden aan D66? Ei
genlijk niets. Van Mierlo
houdt weliswaar vol dat de lijn
van de politieke vernieuwing
uit de beginperiode nu voor
het eerst vervlochten is met de
programmatische lijn die Ter-
louw daarna koos, wat hij als
„nieuw" betitelt, maar geen
kiezer die daar wijs uit kan
worden. De partijleider praat
ook nog steeds over de macht
en de controle op de macht,
waarbij hij het RSV-schandaal
aangrijpt om te stellen dat die
ideeën uit het eind van de zes
tiger jaren nu meer dan ooit
aan de orde zijn.
„Als het maar werkt"
Sociaal-economisch is D66 een
beetje liberaal en een beetje
socialistisch gebleven. Daar
komen de Democraten ook
rond voor uit, zoals blijkt uit
het propagandamateriaal
waarin letterlijk staat: ,,D66
zal dat een zorg zijn, als het
maar werkt". En het werkt
kennelijk. Naarmate het CDA
meer naar rechts opschuift uit
angst om kiezers te verliezen
aan de VVD, wordt het cen
trum van de politiek leger.
D66 vult die ruimte op in een
poging zich niet al te zeer pro-
PvdA voor te doen; onder elke
voorwaarde moet een uitleve
ring aan de PvdA, zoals in de
beginjaren gebeurde, voorko
men worden. Het is dan ook
logisch dat er binnen de partij
schema's circuleren waarin
het CDA als de grootste oppo
nent van D66 wordt gezien.
De angst bij de drie grote par
tijen voor deze „nieuwkomer"
in het centrum neemt met de
dag toe. Aanvankelijk zetten
de lijsttrekkers van PvdA,
CDA en VVD zelfs haren op
snaren om Van Mierlo buiten
de radio- en televiedebatten te
houden. Dat werkte echter als
een boemerang: D66 wint aan
populariteit. Sinds een paar
dagen roepen Den Uyl, Lub
bers en Nijpels daarom om het
hardst dat de Democraten wél
in een kabinet met hen kun
nen plaatsnemen. Van Mierlo
omschreef dit proces onlangs
als volgt: „De schoonheid vie
ren van het wonder om iedere
keer als de grote partijen met
intense tevredenheid denken
„zo, die zijn we kwijt" op het
moment suprème te kunnen
zeggen: „dat had je gedacht".
In het beeld van een partij die
in het centrum opereert, past
ook het vermijden van keihar
de uitspraken over samenwer
king na de verkiezingen,
kruisraketten of kerncentra
les. Zo wil D66 er wèl aan
meewerken dat de PvdA als
grootste partij na de verkiezin
gen in een kabinet komt, maar
niet tot elke prijs. Net zo min
als men een combinatie met
CDA en VVD na de verkiezin
gen zondermeer afwijst. Ook
de plaatsing van kruisraketten
is voor de Democraten geen
strijdpunt. D66 is weliswaar
tegen de raketten maar nu er
een plaatsingsverdrag met de
VS is gesloten, moet dat geres
pecteerd worden. De bouw
plannen voor de kerncentrales
die in 1985 door de Kamer
werden aanvaard (waarbij D66
nota bene tegenstemde), hoe
ven ook niet de prullenbak in.
D66 steunde een motie van de
CDA'er Lansink waarin de
uitvoering van de plannen na
Tsjernobyl opgeschort wordt.
Een motie van de PvdA om
het besluit uit 1985 te schrap
pen, werd door de Democraten
verworpen.
Andere politiek
Zelf omschrijft D66 het eigen
beleid zo: „Is een programma'
langs deze lijnen nu liberaal?
Jazeker. Is het sociaal-demo
cratisch? Zonder twijfel. Is het
dan soms onchristelijk, of on
duidelijk, of kleurloos? .Na
tuurlijk niet. Het is andere po
litiek". Waarop volgt: „Stemt
allen lijst 4"; een komische va
riatie op de verkiezingsposters
uit de dertiger jaren. Maar het
riekt naar oubolligheid en nos
talgie.
Wat onder „andere politiek"
verstaan moet worden is ei
genlijk niet duidelijk. Of het
moet de afkeer van Van Mier
lo zijn om in de campagne al
leen op goedkope effecten te
werken, dan wel zijn voorkeur
om volle collegezalen urenlang
te onderhouden over de
nieuwing van de democrj
De „andere politiek"
partijdichter en senatoi
Nuis omschreven met de|
gende woorden:
„Politiek: veel woorden,
nig werk,
palen rond ieder perk,
een doolhof zonder groei
wat zal een mens daar di
Is er ook andere politiek'
Vaststaat dat Van Mierli
een kar trekt die weinig
weg heeft van de progres
partij die hij aan het ein<
de zestiger iaren voor
had. Persoonlijk is hij gem
der geworden. Ouder. Po
ke vernieuwing ziet hij
meer van de ene op de au
dag tot stand komen. H<^
van D66 in handen leggei»|
een andere partij doet hij^l
niet meer. Mooie ideeën;
nu vervlochten met kille
fers over het financierin
kort van de overheid e
werkloosheid. Na een uita -
naar links in het begin va J
zeventiger jaren en J
rechts tien jaar daarna, zit
nu in het midden. Progrd
noemt de partii zich nog!
Zou de samenleving sonf0<:
verrechtst zijn dat het linlfri
de zestiger jaren nu het F
trum is geworden? !in
ED FlLer;
CAREL GOSElP,
SUSKE EN WISKE DE BONKIGE BAARDEN
"bii
Deel 2 van de serie
Vrouwen in de poli
tiek. De Rooie Vrou-
wenin de PvdA. Het
verhaal over de VVD-
vrouwen stond in de
krant van zaterdag jl.
Aanstaande zaterdag
volgt het laatste deel,
over het CDA-Vrou-
wenberaad.
bh
Oud-staatssecretaris voor
emancipatiezaken Hedy d'An-
cona.
DEN HAAG Arbeidstijd
verkorting en sociale zeker
heid: twee kwesties die mo
menteel in het brandpunt van
de publieke belangstelling èn
de verkiezingsstrijd staan. De
oorsprong van de huidige dis
cussies ligt in de vrouwenorga
nisaties. Een kleine twintig
jaar geleden werd door onder
meer de „Rooie Vrouwen", de
vrouwenorganisatie van de
Partij van de Arbeid, al over
deze zaken gesproken. Discus
sies over gelijke rechten voor
vrouwen die door mannen,
zelfs in de Partij van de Ar
beid, met een korreltje zout
werden genomen. Pas op het
moment dat het de mannen
uitkwam en de werkloosheid
tot ongekende hoogte steeg,
werd het een serieuze aangele
genheid.
Neem het PvdA-kamerlid
Marcel van Dam, die enkele
jaren geleden in zijn persoon
lijke lobby om het opvolger
schap van Den Uyl populari
teit bij de Rooie Vrouwen
trachtte te verwerven met zijn
pleidooi voor de invoering van
de 25-urige werkweek. Een
oud stokpaardje van de Rooie
Vrouwen, dat in 1967 reeds
door de feministe Joke Smit
was gepresenteerd, maar dat
toen op vrijwel geen enkele
steun van mannen kon reke
nen. De vurige pleidooien van
Van Dam werden dan ook
argwanend door de vrouwen
beweging ontvangen. Marcel
van Dam, volgens sommigen
eerder dè PvdA-sexist, nu
plotseling dé behartiger van
vrouwenbelangen? ..Ik wilde
De vrouwenbeweging is bij de socialisten al heel wat jaren
actief. In 1908 werd binnen de Sociaal-Democratische Arbei
ders Partij, de voorloopster van de PvdA, een vrouwenorga
nisatie opgericht. Deze streed vooral voor algemeen kies
recht, dat in 1917 voor mannen en twee jaar later ook voor
vrouwen werd ingevoerd. In het najaar van 1916 hadden de
vrouwen reeds het passief kiesrecht gekregen (zij mochten
toen worden gekozen). In 1918 trad Suze Groeneweg van de
SDAP als eerste vrouw toe tot de Tweede Kamer. Bij de
daarop volgende verkiezingen in 1922 werd het aantal vrou
welijke kamerleden uitgebreid tot zes.
In 1975 kreeg de socialistische vrouwenorganisatie de huidi
ge, strijdbare naam „Rooie Vrouwen". De Rooie Vrouwen
richten zich voornamelijk op verbetering van de sociaal-eco
nomische positie van vrouwen in Nederland: de herverde
ling van betaald en onbetaald werk binnens- en buitenshuis.
De Rooie Vrouwen zijn georganiseerd in meer dan 40C
plaatselijke groepen.
een economische discussie,
geen emancipatorische", luid
de zijn verweer.
Kennis
De recente discussie over het
nieuwe stelsel van sociale ze
kerheid wordt in de Tweede
Kamer, vooral ter linkerzijde,
grotendeels beheerst door
vrouwen. Volgens het PvdA-
kamerlid Elske ter Veld heeft
dit te maken met het feit dat
voor 1980 de sociale zekerheid
vooral voer voor vrouwendis
cussies was. „Voor mannen za
ten er immers geen problemen
aan. Gehuwde vrouwen wer
den, omdat ze geen kostwin
ner waren, in hun uitkerings
rechten gediscrimineerd.
Daarover werd gesproken en
dat verbreedde vooral bij
vrouwen de kennis over dit
onderwerp".
Het gevolg van de bemoeienis
van de vrouwelijke parlemen
tariërs is volgens Ter Veld dat
de sociale zekerheid niet lan
ger als een „hard" onderwerp
wordt beschouwd. „In onze
fractie viel een keer de opmer
king „Nu kómen er meer
vrouwen in de Kamer en nu
doen ze alleen de zachte sec
tor". Toen dacht ik, sinds wan
neer is de sociale zekerheid
een zachte sector geworden?"
De vrouwen binnen de PvdA-
fractie willen hoe dan ook
meer „macht" naar zich toe
trekken. „We hebben nu de
sociale zekerheid en daarna
gaan we onze zinnen zetten op
financiën", zegt Elske ter Veld
Het PvdA-kamerlid Elske ter Veld.
strijdlustig. „We werken ons al
aardig in. Met een klein beetje
druk nemen we gewoon het fi
nanciële beleid over. Dat is he
lemaal geen punt":
Knelpunten
De PvdA is er alles aan gele
gen, zo valt in de officiële par
tijstukken te lezen, vrouwen
de kansen en mogelijkheden te
bieden het politieke bedrijf te
betreden. Een speciaal in het
leven geroepen commissie on
derzocht de „knélpunten" en
kwam tot de conclusie dat „er
verbetering moet worden aan
gebracht in het klimaat en de
sfeer waarin mensen met el
kaar samen moeten werken.
Zo lang dat geen gestalte
krijgt, is het moeilijk voor die
enkele vrouw zich in een
mannengemeenschap te hand
haven. Via vorming en scho
ling zal extra aandacht moeten
worden besteed aan toeganke
lijkheid voor vrouwen".
„Want", zo gaat het verder,
„buitenshuis ligt de macht bij
mannen. Er wordt dan ook
weinig rekening gehouden
met de wereld binnenshuis bij
zaken als woningbouwbeleid,
verkeersbeleid, arbeidsvoor
waarden of uitkeringen. De
PvdA ziet ook wel dat er heel
wat moet veranderen om tot
„eerlijk delen" tussen mannen
en vrouwen te komen, maar
vrouwen komen er nauwelijks
aan te pas als het gaat om poli
tieke beslissingen'
Desondanks is momenteel nog
maar twintig procent van de
huidige PvdA'ers in de Eerste
en Tweede Kamer vrouw. Ook
bij de komende verkiezingen
zal dat nauwelijk hoger uitval
len. Daarmee wordt nog steeds
niet voldaan aan de regel die
is opgenomen in de reglemen
ten van de partij: minstens 25
procent vrouwen in besturen
en vertegenwoordigende licha
men. Deze regel heeft natuur
lijk alleen zin als er ook vol
doende vrouwelijke kandida
ten beschikbaar zijn., Om dat
aantal op te schroeven wordt
er binnen de partij veel aan
dacht geschonken aan de acti
vering en scholing van vrou
welijke leden. Met als uitein
delijke doel: vijftig procent
mannen, vijftig procent vrou
wen. De socialist Troelstra, die
zich begin deze eeuw fel ver
zette tegen het vrouwenkies
recht. moet zich in zijn graf
regelmatig hebben (f
draaid. p
Hoe bedreigend?
De PvdA is de enige parti
een dergelijke „quoterir
geling". Hoe bedreigend
voor het mannelijke dee
de partij? Hedy d'Ancona r'
PvdA-staatssecretaris
emancipatiezaken, spree!
een zekere weerstand
mannen om ten behoeve^
hun vrouwelijke tegenstie
een stap opzij te doen. „Hi d
nemen van een quotum ig
ding. Het omzetten in de n
tijk is veel moeilijker,
moet je vróuwen gaan ra ti
seren voor het politiek
drijf. Daar zijn de Rooie
wen tot nu toe best aar<r
geslaagd. Vooral op hen
meentelijke niveau is helt
tal actieve vrouwen f<
tisch toegenomen. In her,
tijbestuur ziin ze nu al
meerderheid".
„In de Tweede Kamer wf1
maar negen van de 47 ?J
door vrouwen bezet", o
teert Hedy d'Ancona.
mannen die er zitten
veelal via het traditionel
troon aan hun carrière r
nen bouwen. Ook al oi
strepen ze de emancip
sche uitgangspunten vaL.
partij, je zult bij hen een
natuurlijke weerstand v
om het in hun eigen lev<
ders te doen. In de
praktijk van het dagelijk
ven vallen ze wel eens v:
neergeschreven geloof j
trekken ze zich comfo
terug in eenN reeds jare
gespreid bed".
Volgens Hedy d'Ancona
invloed van de PvdA-"
wen in de partij niet?
groot. „Ze fungeren stee^
een soort denktank ei.
vindt zijn weerslag op col
sen en in verkiezingspro s
ma's. Daarnaast hebbe
Rooie Vrouwen de ideeëi j
macht en machtsVormin j
de vrouwenbeweging oi3
nomen en binnen af de. j
en gewesten invloed ui
fend op de kandidaats!
Dat is een proces dat zi(B
leidelijk voltrekt. Een t
ontwikkeling, want a n
meer vrouwen in alle reg
van de politiek komen, |i
vanzelf meer aan zakeB
daan die vooral voor vri
belangrijk zijn".
MAROA RT.I