Democraten nestelen zich behaaglijk in het midde Stelselherziening sociale zekerheid door kamer aanvaard De „natuurlijke weerstand" jj van PvdA-mannen tegen meel vrouwen in het parlement Onderzoekers zien onderklasse ontstaan n NA VLUCHT NAAR LINKS EN RECHTS BUITENLAND CeidócSoutont WOENSDAG 14 MEI 1986PAGINi HIT (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Met een krap pe meerderheid, de kleine rechtse partijen stemden op een aantal punten tegen, is gis teren in de Tweede Kamer het nieuwe stelsel van sociale ze kerheid aangenomen. Alleen de regeringspartijen CDA en VVD spraken een po sitief oordeel uit over de zes wetsvoorstellen. Een motie van het PvdA-kamerlid Ter Veld om ook ex-politieke ambtsdragers onder het regi me van de Nieuwe Werkloos heidswet te laten vallen, werd unaniem door de Kamer aan genomen. Kamerleden, minis ters en wethouders krijgén nu nog als ze werkloos worden een uitkering van tachtig pro cent van het laatstverdiende loon dat in stapjes wordt afge bouwd. Op korte termijn zul len wetsvoorstellen worden voorbereid die de maximum uitkering voor werkloze politi ci op hetzelfde niveau vaststel len als in de NWW, namelijk 70 procent. Ook zal een eind worden ge maakt aan het feit dat een ex- politieke ambtsdrager zijn wachtgeld ook krijgt, zij het minder, als hij een andere baan aanvaard. Bij de stemverklaringen bena drukte oppositieleider Den Uyl gisteren nogmaals dat de PvdA er in een komende re geerperiode alles aan zal doen de uitkeringen weer te her stellen op het niveau van 75 procent. Hij noemde het stelsel slecht, en in de uitvoering du bieus. CDA-fractieleider De Vries verweet Den Uyl het doen van beloften die hij niet waar zal kunnen maken. DEN HAAG In de Ne derlandse verzorgingsstaat ontstaat een onderklasse van verschillende groepen die nauwelijks uitzicht hebben op verbetering van hun slechte financiële en maatschappelijke posi tie. In de toekomst zullen meer huishoudens dan thans het beroerd hebben en aan de rand van de sa menleving verkeren. Waar veel werklozen zijn, zal de maatschappij een armoedecultuur vertonen. Voorts wordt voor mensen met een minimaal inko men de kans op sociale stijging verder geblok keerd. Tot deze bevindingen komen drs G. Engbersen en drs R. van der Veen van de Rijksuni versiteit in Leiden en drs G. Oude Engberink van de Ge meentelijke Sociale Dienst in Rotterdam in hun onderzoek van 120 huishoudens in Rot terdam. Deze huishoudens moeten al geruime tijd rond komen van het sociaal mini mum. De onderzoekers hebben hun nota „Een minimaal be staan" gisteren aan de Twee de-Kamercommissie voor soci ale zaken aangeboden. Meer dan om het gebrek aan geld gaat het daarin om de sociale gevolgen ervan. Dat gebeurt aan de hand van onder andere uitgebreide vraaggesprekken over de ma nieren waarop de minima pro beren rond te komen. Daaruit blijkt dat het dagelijks leven voor deze mensen zonder houden in het teken staat rondkomen. Het is de kelijke levenswijze. Uit het onderzoek blijkt dat vooral de gezinnen kinderen in een wankel nanciële situatie verkerei procent van de eenoudergi nen en 61 procent var tweeoudergezinnen ha schulden. noo de (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG „Ons de mocratisch systeem schiet in essentieel opzicht te kort. Het zijn vooral de politieke spelregels die er de oorzaak van zijn. Ver slapping is er het gevolg van. En vermoeidheid. En onverschilligheid. En on doorzichtigheid. Lang ge leden toen die spelregels werden opgesteld, zijn ze zinvol geweest en doel treffend. Nu zijn ze ver sleten en ontoereikend voor onze veeleisende maatschappij". Het bovenstaande citaat is nu bijna 20 jaar oud. Zesendertig mensen gebruikten het in sep tember 1966 om via een pam flet de stichting van een nieu we partij D'66 (sinds een paar maanden zonder komma) aan den volke kenbaar te maken. Dit jaar doet die partij voor de zevende keer aan de Kamer verkiezingen mee. Dat mag ei genlijk een wonder heten, ze ker voor een groepering die nog steeds - of moeten we zeg gen opnieuw? - gebruik maakt van teksten als bovenstaande om zichzelf aan de man te brengen. De politiek leider van de par tij, Hans van Mierlo, trok op 30 april tijdens een feestelijke reünie in het Amsterdamse Krasnapolsky nog een treffen de gelijkenis tussen de ont staansperiode van D66 en de huidige situatie. Hij schilderde daar de manier waarop hij zich twintig jaar geleden naar een zaaltje in hetzelfde Kras napolsky spoedde. Hij zou daar een paar mensen ontmoeten naar aanleiding van het feit dat de VVD zich in een be paalde zaak niet liberaal ge noeg had gedragen. Dit alleen geeft al aan dat D66'ers zich graag zien als liberaal. Niet zo conservatief als sommigen de VVD betichten te zijn, maar li beraal met een socialistisch ge tint gezicht. Met een vleugje PvdA erin als het ware. Vernieuwen Voor een goed begrip van het fenomeen D66 gaan we terug naar de beginjaren. De Demo craten presenteerden zich als een partij die de politiek wilde vernieuwen. De kiezer moest twee stemmen krijgen: één Voor de macht (de minister president) en één voor de con trole op de macht (de Kamer). Tegelijk diende de evenredige vertegenwoordiging (Van Mierlo: „een parlement van partijen") in ons land vervan gen te worden door een dis trictenstelsel („een parlement van volksvertegenwoordi gers", aldus de voorman). Het districtenstelsel is een vorm van democratie waarbij bur gers per gebied hun „eigen" vertegenwoordiger in de Ka mer kiezen. Tot 1975 zette D66 zich in om dit soort idealen te verwezen lijken, door ondermeer te stre ven naar een zo hecht mogelij ke band met PvdA en PPR. Het streven te komen tot een firogressieve volkspartij mis- ukte echter. De „broeders in de strijd" bleken toch meer te hangen aan hun eigen identi teit dan aan een bundeling met de nieuwe partij. D66 kwam niet verder dan een vrij kleurloze bijrol in het cen trum-linkse kabinet-Den Uyl tussen 1973 en 1977. Het meest in het oog springende „wapen feit" was een conflict tussen D66-staatssecretaris Glastra van Loon (Justitie) en zijn mi nister Van Agt die hem dwong zijn biezen te pakken. De deelname aan dit kabinet kwam op een moment dat de populariteit van de partij al daalde. Na een start met zeven Kamerzetels in 1967 behaalden de Democraten in 1971 er nog elf. Maar een jaar later zakte dat aantal tot zes. Vervolgens ging het in de polls steeds ver der achteruit. Partijleider Van Mierlo trok zich het misluk ken van een progressieve volkspartij en het weglopen van zijn aanhang persoonlijk aan. Vrijwel direct na het aan treden van het kabinet-Den Uyl gaf hij zijn functie als fractieleider op. Jan Terlouw werd zijn opvolger. De wisseling^ van de wacht mocht niet baten. Eind 1973 zakten de Democraten op nieuw verder weg bij tussen tijdse gemeenteraadsverkiezin gen in Zaanstad en Amers foort. De teruggang was daar ongeveer 60 procent. In no vember van dat jaar kwamen dan ook de eerste stemmen op om de partij maar op te hef fen. De politieke en staats rechtelijke hervorming was mislukt, redeneerden veel par tijleden. Zo niet Terlouw. Hij stelde op een D66-congres dat de PvdA niet de enige vorm van linkse politiek in het land kon zijn. Daarmee nam hij duidelijk afstand van de door Van Mierlo tot dan toe gevolg de koers. De hechte band met de/ sociaal-democraten werd opgegeven. Succes bleef uit. De partij zak te verder weg. In september 1974 kwam de echte klap: op een congres van de partij werd met 242 tegen 188 stemmen besloten het doek maar defini tief te laten vallen. Omdat er geen tweederde meerderheid was, had de uitspraak echter geen gevolgen. De partij kwam 1975 zonder kleerscheu ren door om begin 1976 weer langzaam te gaan herleven. Wellicht kwam dat omdat de kiezer doorkreeg dat D66 echt niet langer een bijwagen van de PvdA was. Voor Terlouw was dat herstel echter niet ge noeg. Hij eiste voor de verkie zingen van 1977 handtekenin gen van 66.000 stemgerechtig den en 1666 nieuwe leden. En ook dat wonder voltrok zich. Bij de verkiezingen schreef D66 de band met de PvdA de finitief af en deed als onafhan kelijke partij aan de stembus strijd mee. Als beloning be haalde de partij acht zetels. D66 bestond weer. Maar zon der Van Mierlo. Redelijk alternatief In de ogen van Van Mierlo werd de nieuwe lijn van D66 onder Terlouw gekozen uit te leurstelling over het vastlopen van pogingen de democratie te vernieuwen. Er werd een pro grammatische lijn gekozen: het redelijk alternatief. Het moet gezegd worden: D66 boerde onder Terlouw goed. Bij de verkiezingen van eihd 1981 won de partij onder zijn leiding elf Kamerzetels. Niets stond deelname aan een cen trum-links kabinet met CDA en PvdA meer in de weg. D66 kon daarin een brug vormen tussen de twee grote machts blokken. Tenminste dat dacht men. In feite werd de partij langzaam fijngemangeld tus sen CDA en PvdA. D66 werd onzichtbaar. Dat de partij definitief het progressieve masker had afge zet, werd enkele maanden la ter duidelijk. De PvdA stapte uit het kabinet en D66 bleef met het CDA van Van Agt in diens kabinet zitten, een com binatie die in de Kamer steun kreeg van de VVD. D66 voel de zich verantwoordelijk voor de regeerbaarheid van ons land. Deze opstelling en het feit dat Terlouw eind 1982 het meedoen van D66 aan een ka binet met CDA en VVD niet wilde uitsluiten, werden de partij fataal. De kiezer strafte dat af door D66 niet meer dan zes Kamerzetels te gunnen. Teleurgesteld dropen de kop stukken af. En D66 zakte op nieuw weg. Totdat begin 1985 Van Mierlo naar de politieke arena werd teruggehaald, bijna als een wanhoopsdaad.. De geschiede nis herhaalt zich: vanaf dat tijdstip stijgt D66 weer in de opiniepeilingen. Zelfs tot tien Kamerzetels. En zowaar, kabi netsdeelname komt in het vi zier. Wat is er nu anders dan twin tig iaar geleden aan D66? Ei genlijk niets. Van Mierlo houdt weliswaar vol dat de lijn van de politieke vernieuwing uit de beginperiode nu voor het eerst vervlochten is met de programmatische lijn die Ter- louw daarna koos, wat hij als „nieuw" betitelt, maar geen kiezer die daar wijs uit kan worden. De partijleider praat ook nog steeds over de macht en de controle op de macht, waarbij hij het RSV-schandaal aangrijpt om te stellen dat die ideeën uit het eind van de zes tiger jaren nu meer dan ooit aan de orde zijn. „Als het maar werkt" Sociaal-economisch is D66 een beetje liberaal en een beetje socialistisch gebleven. Daar komen de Democraten ook rond voor uit, zoals blijkt uit het propagandamateriaal waarin letterlijk staat: ,,D66 zal dat een zorg zijn, als het maar werkt". En het werkt kennelijk. Naarmate het CDA meer naar rechts opschuift uit angst om kiezers te verliezen aan de VVD, wordt het cen trum van de politiek leger. D66 vult die ruimte op in een poging zich niet al te zeer pro- PvdA voor te doen; onder elke voorwaarde moet een uitleve ring aan de PvdA, zoals in de beginjaren gebeurde, voorko men worden. Het is dan ook logisch dat er binnen de partij schema's circuleren waarin het CDA als de grootste oppo nent van D66 wordt gezien. De angst bij de drie grote par tijen voor deze „nieuwkomer" in het centrum neemt met de dag toe. Aanvankelijk zetten de lijsttrekkers van PvdA, CDA en VVD zelfs haren op snaren om Van Mierlo buiten de radio- en televiedebatten te houden. Dat werkte echter als een boemerang: D66 wint aan populariteit. Sinds een paar dagen roepen Den Uyl, Lub bers en Nijpels daarom om het hardst dat de Democraten wél in een kabinet met hen kun nen plaatsnemen. Van Mierlo omschreef dit proces onlangs als volgt: „De schoonheid vie ren van het wonder om iedere keer als de grote partijen met intense tevredenheid denken „zo, die zijn we kwijt" op het moment suprème te kunnen zeggen: „dat had je gedacht". In het beeld van een partij die in het centrum opereert, past ook het vermijden van keihar de uitspraken over samenwer king na de verkiezingen, kruisraketten of kerncentra les. Zo wil D66 er wèl aan meewerken dat de PvdA als grootste partij na de verkiezin gen in een kabinet komt, maar niet tot elke prijs. Net zo min als men een combinatie met CDA en VVD na de verkiezin gen zondermeer afwijst. Ook de plaatsing van kruisraketten is voor de Democraten geen strijdpunt. D66 is weliswaar tegen de raketten maar nu er een plaatsingsverdrag met de VS is gesloten, moet dat geres pecteerd worden. De bouw plannen voor de kerncentrales die in 1985 door de Kamer werden aanvaard (waarbij D66 nota bene tegenstemde), hoe ven ook niet de prullenbak in. D66 steunde een motie van de CDA'er Lansink waarin de uitvoering van de plannen na Tsjernobyl opgeschort wordt. Een motie van de PvdA om het besluit uit 1985 te schrap pen, werd door de Democraten verworpen. Andere politiek Zelf omschrijft D66 het eigen beleid zo: „Is een programma' langs deze lijnen nu liberaal? Jazeker. Is het sociaal-demo cratisch? Zonder twijfel. Is het dan soms onchristelijk, of on duidelijk, of kleurloos? .Na tuurlijk niet. Het is andere po litiek". Waarop volgt: „Stemt allen lijst 4"; een komische va riatie op de verkiezingsposters uit de dertiger jaren. Maar het riekt naar oubolligheid en nos talgie. Wat onder „andere politiek" verstaan moet worden is ei genlijk niet duidelijk. Of het moet de afkeer van Van Mier lo zijn om in de campagne al leen op goedkope effecten te werken, dan wel zijn voorkeur om volle collegezalen urenlang te onderhouden over de nieuwing van de democrj De „andere politiek" partijdichter en senatoi Nuis omschreven met de| gende woorden: „Politiek: veel woorden, nig werk, palen rond ieder perk, een doolhof zonder groei wat zal een mens daar di Is er ook andere politiek' Vaststaat dat Van Mierli een kar trekt die weinig weg heeft van de progres partij die hij aan het ein< de zestiger iaren voor had. Persoonlijk is hij gem der geworden. Ouder. Po ke vernieuwing ziet hij meer van de ene op de au dag tot stand komen. H<^ van D66 in handen leggei»| een andere partij doet hij^l niet meer. Mooie ideeën; nu vervlochten met kille fers over het financierin kort van de overheid e werkloosheid. Na een uita - naar links in het begin va J zeventiger jaren en J rechts tien jaar daarna, zit nu in het midden. Progrd noemt de partii zich nog! Zou de samenleving sonf0<: verrechtst zijn dat het linlfri de zestiger jaren nu het F trum is geworden? !in ED FlLer; CAREL GOSElP, SUSKE EN WISKE DE BONKIGE BAARDEN "bii Deel 2 van de serie Vrouwen in de poli tiek. De Rooie Vrou- wenin de PvdA. Het verhaal over de VVD- vrouwen stond in de krant van zaterdag jl. Aanstaande zaterdag volgt het laatste deel, over het CDA-Vrou- wenberaad. bh Oud-staatssecretaris voor emancipatiezaken Hedy d'An- cona. DEN HAAG Arbeidstijd verkorting en sociale zeker heid: twee kwesties die mo menteel in het brandpunt van de publieke belangstelling èn de verkiezingsstrijd staan. De oorsprong van de huidige dis cussies ligt in de vrouwenorga nisaties. Een kleine twintig jaar geleden werd door onder meer de „Rooie Vrouwen", de vrouwenorganisatie van de Partij van de Arbeid, al over deze zaken gesproken. Discus sies over gelijke rechten voor vrouwen die door mannen, zelfs in de Partij van de Ar beid, met een korreltje zout werden genomen. Pas op het moment dat het de mannen uitkwam en de werkloosheid tot ongekende hoogte steeg, werd het een serieuze aangele genheid. Neem het PvdA-kamerlid Marcel van Dam, die enkele jaren geleden in zijn persoon lijke lobby om het opvolger schap van Den Uyl populari teit bij de Rooie Vrouwen trachtte te verwerven met zijn pleidooi voor de invoering van de 25-urige werkweek. Een oud stokpaardje van de Rooie Vrouwen, dat in 1967 reeds door de feministe Joke Smit was gepresenteerd, maar dat toen op vrijwel geen enkele steun van mannen kon reke nen. De vurige pleidooien van Van Dam werden dan ook argwanend door de vrouwen beweging ontvangen. Marcel van Dam, volgens sommigen eerder dè PvdA-sexist, nu plotseling dé behartiger van vrouwenbelangen? ..Ik wilde De vrouwenbeweging is bij de socialisten al heel wat jaren actief. In 1908 werd binnen de Sociaal-Democratische Arbei ders Partij, de voorloopster van de PvdA, een vrouwenorga nisatie opgericht. Deze streed vooral voor algemeen kies recht, dat in 1917 voor mannen en twee jaar later ook voor vrouwen werd ingevoerd. In het najaar van 1916 hadden de vrouwen reeds het passief kiesrecht gekregen (zij mochten toen worden gekozen). In 1918 trad Suze Groeneweg van de SDAP als eerste vrouw toe tot de Tweede Kamer. Bij de daarop volgende verkiezingen in 1922 werd het aantal vrou welijke kamerleden uitgebreid tot zes. In 1975 kreeg de socialistische vrouwenorganisatie de huidi ge, strijdbare naam „Rooie Vrouwen". De Rooie Vrouwen richten zich voornamelijk op verbetering van de sociaal-eco nomische positie van vrouwen in Nederland: de herverde ling van betaald en onbetaald werk binnens- en buitenshuis. De Rooie Vrouwen zijn georganiseerd in meer dan 40C plaatselijke groepen. een economische discussie, geen emancipatorische", luid de zijn verweer. Kennis De recente discussie over het nieuwe stelsel van sociale ze kerheid wordt in de Tweede Kamer, vooral ter linkerzijde, grotendeels beheerst door vrouwen. Volgens het PvdA- kamerlid Elske ter Veld heeft dit te maken met het feit dat voor 1980 de sociale zekerheid vooral voer voor vrouwendis cussies was. „Voor mannen za ten er immers geen problemen aan. Gehuwde vrouwen wer den, omdat ze geen kostwin ner waren, in hun uitkerings rechten gediscrimineerd. Daarover werd gesproken en dat verbreedde vooral bij vrouwen de kennis over dit onderwerp". Het gevolg van de bemoeienis van de vrouwelijke parlemen tariërs is volgens Ter Veld dat de sociale zekerheid niet lan ger als een „hard" onderwerp wordt beschouwd. „In onze fractie viel een keer de opmer king „Nu kómen er meer vrouwen in de Kamer en nu doen ze alleen de zachte sec tor". Toen dacht ik, sinds wan neer is de sociale zekerheid een zachte sector geworden?" De vrouwen binnen de PvdA- fractie willen hoe dan ook meer „macht" naar zich toe trekken. „We hebben nu de sociale zekerheid en daarna gaan we onze zinnen zetten op financiën", zegt Elske ter Veld Het PvdA-kamerlid Elske ter Veld. strijdlustig. „We werken ons al aardig in. Met een klein beetje druk nemen we gewoon het fi nanciële beleid over. Dat is he lemaal geen punt": Knelpunten De PvdA is er alles aan gele gen, zo valt in de officiële par tijstukken te lezen, vrouwen de kansen en mogelijkheden te bieden het politieke bedrijf te betreden. Een speciaal in het leven geroepen commissie on derzocht de „knélpunten" en kwam tot de conclusie dat „er verbetering moet worden aan gebracht in het klimaat en de sfeer waarin mensen met el kaar samen moeten werken. Zo lang dat geen gestalte krijgt, is het moeilijk voor die enkele vrouw zich in een mannengemeenschap te hand haven. Via vorming en scho ling zal extra aandacht moeten worden besteed aan toeganke lijkheid voor vrouwen". „Want", zo gaat het verder, „buitenshuis ligt de macht bij mannen. Er wordt dan ook weinig rekening gehouden met de wereld binnenshuis bij zaken als woningbouwbeleid, verkeersbeleid, arbeidsvoor waarden of uitkeringen. De PvdA ziet ook wel dat er heel wat moet veranderen om tot „eerlijk delen" tussen mannen en vrouwen te komen, maar vrouwen komen er nauwelijks aan te pas als het gaat om poli tieke beslissingen' Desondanks is momenteel nog maar twintig procent van de huidige PvdA'ers in de Eerste en Tweede Kamer vrouw. Ook bij de komende verkiezingen zal dat nauwelijk hoger uitval len. Daarmee wordt nog steeds niet voldaan aan de regel die is opgenomen in de reglemen ten van de partij: minstens 25 procent vrouwen in besturen en vertegenwoordigende licha men. Deze regel heeft natuur lijk alleen zin als er ook vol doende vrouwelijke kandida ten beschikbaar zijn., Om dat aantal op te schroeven wordt er binnen de partij veel aan dacht geschonken aan de acti vering en scholing van vrou welijke leden. Met als uitein delijke doel: vijftig procent mannen, vijftig procent vrou wen. De socialist Troelstra, die zich begin deze eeuw fel ver zette tegen het vrouwenkies recht. moet zich in zijn graf regelmatig hebben (f draaid. p Hoe bedreigend? De PvdA is de enige parti een dergelijke „quoterir geling". Hoe bedreigend voor het mannelijke dee de partij? Hedy d'Ancona r' PvdA-staatssecretaris emancipatiezaken, spree! een zekere weerstand mannen om ten behoeve^ hun vrouwelijke tegenstie een stap opzij te doen. „Hi d nemen van een quotum ig ding. Het omzetten in de n tijk is veel moeilijker, moet je vróuwen gaan ra ti seren voor het politiek drijf. Daar zijn de Rooie wen tot nu toe best aar<r geslaagd. Vooral op hen meentelijke niveau is helt tal actieve vrouwen f< tisch toegenomen. In her, tijbestuur ziin ze nu al meerderheid". „In de Tweede Kamer wf1 maar negen van de 47 ?J door vrouwen bezet", o teert Hedy d'Ancona. mannen die er zitten veelal via het traditionel troon aan hun carrière r nen bouwen. Ook al oi strepen ze de emancip sche uitgangspunten vaL. partij, je zult bij hen een natuurlijke weerstand v om het in hun eigen lev< ders te doen. In de praktijk van het dagelijk ven vallen ze wel eens v: neergeschreven geloof j trekken ze zich comfo terug in eenN reeds jare gespreid bed". Volgens Hedy d'Ancona invloed van de PvdA-" wen in de partij niet? groot. „Ze fungeren stee^ een soort denktank ei. vindt zijn weerslag op col sen en in verkiezingspro s ma's. Daarnaast hebbe Rooie Vrouwen de ideeëi j macht en machtsVormin j de vrouwenbeweging oi3 nomen en binnen af de. j en gewesten invloed ui fend op de kandidaats! Dat is een proces dat zi(B leidelijk voltrekt. Een t ontwikkeling, want a n meer vrouwen in alle reg van de politiek komen, |i vanzelf meer aan zakeB daan die vooral voor vri belangrijk zijn". MAROA RT.I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 4