Sociale
psychologie
verrijkt met
een nieuw
instrument
£eidóc0ou4a/nt
WAGENINGEN - Wordt er het slot
van een open kluis geforceerd wanneer
iemand - een wetenschapper boven
dien, een psycholoog - de stelling po
neert dat schuldgevoel een hulpmiddel is
om van overmatig eten, roken of een an
dere slechte gewoonte af te komen? Het
heeft er alle schijn van. Een bericht die
naangaande bracht het in de krant niet
verder dan het hoekje waar het meer
lichtvoetige nieuws bij elkaar staat ge
veegd, en Neerlands populairste praat
paal Ivo Niehe achtte zich zelfs geroepen
om de radiorubriek „Met het oog op
morgen" te openen via de vraag: waar
blijft de psycholoog die promoveert op
de stelling dat een promovendus zich
schuldig zou dienen te voelen over zo'n
onderwerp?
De jonge doctor meteen maar deze kri
tiek voorgelegd. Immers: „schuldgevoel
als voorwaarde om van roken of over
matig eten af te komen" - zo staat het
er - werd daarmee belangrijke volks
groepen niet een laatste strohalm aange
boden? Koen de Soomer heet hij en offi
cieel luidt de titel van het proefschrift
waarop hij zojuist aan de Landbouwho
geschool te Wageningen gepromoveerd
is: „Schuldgevoel en subjectieve compe
tentie: condities voor verandering van
gedrag". Veel te geleerd voor de leek.
Wat heeft Koen de Soomer precies ont
dekt? Maar eerst die kritiek.
Hij blijkt er bleek noch rood van te wor
den. „Ivo Niehe en die anderen", doet
hij af. „hebben mijn boek kennelijk niet
gelezen. Hoezo open deur? Inderdaad is
er in het verleden door vakgenoten heel
veel over schuld gepubliceerd. Maar waf
ze schreven, was afgeleid uit vermoe
dens. Ze beschikten niet over instrumen
ten waarmee de mate van iemands
schuldgevoel en schuldbesef gemeten
kon worden. Zo'n meetinstrument heb
ik ontworpen. Ik ben ermee begonnen.
Ik heb de sociaal-psychologie een nieuw
instrument gegeven 'dat toepasbaar is op
alle vormen van ongewenst gedrag. In
mijn proefschrift heb ik gekozen voor
rokers en voor mensen die te veel eten.
Maar ik had evengoed nagelbijters kun
nen nemen. De eindconclusie van mijn
onderzoek luidt: schuldgevoeligheid,
schuldgevoel en de erkenning van de
schade die men zichzelf toebrengt, kun
nen een middel zijn om tot ander en be
ter gedrag te komen. Volgens mij geldt
die slotsom ook voor andere vormen
van verslaving dan de twee waartoe ik
me beperkt heb. Voor alcoholisme en
drugsverslaving met name. Voor het
wegwuiven van gezondheidsadviezen in
het algemeen. Maar ook buiten het do
mein van de gezondheid zou mijn stel
ling best eens geldig kunnen zijn. Ik
denk aan vandalisme en destructieve
agressie. Aan schuld en falen in bedrijfs
leiding en bestuur. Aan onderwijs en op
voeding, milieugedrag en consumptie,
aan familie- of burenhulp. Ik denk ei
genlijk aan alle vormen van hulp en zelf
hulp waarin de verantwoordelijkheid
voor het ontstaan van een probleem en
voor het niet oplossen daarvan aan de
orde is".
Intensiteit
Schuldgevoel kan mensen ertoe aanzet
ten om iets goeds voor anderen te doen.
Maar schuldgevoel kan mensen ook
prikkelen om zelf tot ander gedrag te ko
men, vooral wanneer ze op een andere
manier niet in staat blijken tot goed ge
drag dat bevorderlijk is voor het eigen
welzijn.
De Soomer: „Ik heb dit idee toegepast
op overmatig eten en het roken van siga
retten, twee vormen van gedrag die risi
co's voor de gezondheid met zich mee
brengen. Zo vond ik in een onderzoek
bij tweehonderdzeventig sigarettenrokers
dat schuldgevoel over het roken en een
gevoel van onmacht om er iets tegen te
doen. bij deze verslaafden in verschillen
de mate voorkomt en dat de sterkte van
de negatieve gevoelens een aanwijzing
vormt voor de bereidheid om met de
slechte gewoonte te stoppen. Hetzelfde
bleek op te gaan bij de vierenzestig over
matige eters die ik op hun schuldgevoel
heb doorgemeten. Ik heb de intensiteit
van de schuldgevoelens die in beide
groepen aanwezig waren, uitgezet op een
schaal die uiteenliep van zeer zwak tot
zeer sterk. Zeer hevige schuldgevoelens
kunnen iemands functioneren ernstig be
lemmeren. Maar anderzijds houden ook
zeer zwakke schuldgevoelens gevaren in
voor de betrokken mensen. Ze zijn niet
tot beter gedrag te bewegen omdat ze de
woordelijkheid. Maar wil dat effect op£
treden, dan moet dr verslaafde van zijir
kant behept zijn met een middenstem1
schuldgevoel. Er bestaan mensen di£'
hun verantwoordelijkheid ontkennen oP
verdringen. Deze eigenschap gaat ge-*j
paard met ongevoeligheid voor schuld"^
Het is een categorie bij wie de slechte geP
woonte nauwelijks te verbeteren valtf
Ontkenning en verdringing'blijken nicf1
vatbaar te zijn voor rechtstreeks beïnfl
vloeding. i'
Dr. De Soomer: „Dergelijke menseif
sluiten zich af voor hun probleem. ZP
willen er niet over praten. Ik noem daP
in mijn proefschrift primitieve defensie*
Maar er bestaat ook een complexe der
fensie en die is heel goed te beïnvloeden^
Het gaat dan om mensen die zich oor
wel verzetten, maar hun tegenstribbelelf
is meer verstandelijk; ze zoeken recht»1'
vaardiging voor hun gedrag. Met ander
woorden: ze zijn vatbaar voor argumen1
ten. In dit kader kun je de vraag stelleij
wat het effect is van een reclame waariii
een groot aantal niet-rokers - zo word-
het tenminste voorgesteld - min o(
meer klagerig vraagt of het niet wat min[
der kan. Een klagerige toon is niet ge^
schikt om opbouwende schuldgevoelen
wakker te roepen. Integendeel, een kla
gerige toon leidt tot neurotische schuld1
gevoelens en die leggen, om in termer
van het onderwerp te spreken, alleei'
maar een rookgordijn". 1
Hoe?
Een gematigd, mild schuldgevoel ove,
een slechte gewoonte is een hulpmiddc
bij het afleren ervan. Wat dr. De Soome
echter in zijn proefschrift onbeantwoori,
laat, is de vraag: hoe komt een overmati J
ge eter, een roker, hoe komt een mens ii,
het algemeen aan een gematigd, mik.
schuldgevoel? Hel lijkt nauwelijks eei
artikel dat op de schappen in een super,
markt voor het grijpen ligt. En toch eei!
voorwaarde. Hoe?
„Ik heb, in tegenstelling tot wat er in he!
verleden gedaan is, naar de achterkan,
van het schuldgevoel gekeken. Ik heb ej
metingen op verricht. De volgende stap
is dat je gaat onderzoeken: hoe roep il
het op? Hoe kan ik er in de praktijk mei
werken? Die weg zal ik zeker proberei
in te slaan. Dit jaar nog. Ik vind dat dij
mensen voor hun dagelijkse leven iet!
aan mijn proefschrift moeten hebben
Het mooiste zou zijn dat ik in contac
zou komen met een aantal vakgenotei
die werkzaam zijn in het praktisch!
vlak. Ik denk aan de pedagogie, de voor
lichting, het onderwijs. Samen verder. II
hoop dat het lukt. Maar misschien kaï
ik de mensen alvast deze sleutel biedenI
Het gaat om het toeschrijven aan jezel
van.de verantwoordelijkheid voor dadei
waarvan niet ontkend kan worden dat ji
ze zelf gesteld hebt. Heel simpel: iemant
die rookt, kan niet zeggen dat hij nooi
gerookt heeft. Het nemen van verant
woordelijkheid voor je eigen gedrag, da
is de kern. Wanneer je ziet dat je dii|
verantwoordelijkheid verwaarloosd heb
en, vanuit schuldgevoel daarover, vat
baar bent voor rede, dan is de voorwaar
de geschapen om van overmatig eten
van roken, van welke slechte gewoontf
dan ook, af te komen".
PIET VAN DIEMEI»
Hoe wordt een mens verlost van een slechte gewoonte of een
verslaving? In heel het gebied tussen nagelbijten en
alcoholisme, roken en drugsgebruik, is dat de hamvraag. Dr.
Koen de Soomer meent een beetje antwoord gevonden te
hebben. Tegen de gangbare mening in dat schuldgevoelens
alleen maar negatief zijn, propageert hij juist het koesteren
ervan. Maar met mate. Ook hier ligt de deugd in het midden.
ZATERDAG 10 MEI IS
Dr. De
Soomer:
„Hoezo open
deur?
Inderdaad is er
al veel over
schuldgevoel
geschreven.
Maar mijn
vakgenoten
beschikten niet
instrumenten
waarmee de
mate van
schuldgevoelens
gemeten kon
worden. Zo'n
meetinstrument
heb ik
ontworpen".
reële risico's die hen bedreigen, niet wil
len zien. Ze hanteren daarbij allerlei
doorzichtige smoezen om hun passieve
houding tegenover zichzelf en anderen te
rechtvaardigen. Een zeer zwak schuldge
voel kan dus ook negatieve gevolgen
hebben".
Een gematigd schuldgevoel, mild, op een
peil tussen sterk en zwak in, dat wil we
zenlijk helpen, heeft dr. De Soomer ge
vonden.
„Daar ligt volgens mij het beste uit
gangspunt voor gedragsverandering. Dit
midden-niveau van schuldgevoeligheid
moeten opvoeders dan ook nastreven
wanneer ze kinderen voorthelpen op de
weg naar volwassenheid. Een te grote
nadruk op schuld en discipline kan lei
den tot geestelijke scheefgroei. Maar on
derwaardering van schuld en discipline
zoals je die ziet bij opvoeders met een
vrijblijvende opstelling - het cafetaria
systeem noem ik dat; het systeem van:
zoek maar uit - deugt ook niet. Er zit
ten wel degelijk positieve kanten aan het
schuldgevoel, met name waar mensen
proberen om van slechte gewoonten af
te komen. Ik noemde al nagelbijten. Of
stotteren, ook zoiets. Sommige ouders
hebben de neiging om bij zichzelf te
denken: ik zeg er maar niets van, want
het komt daar en daar van en Marietje
of Pietje heeft het toch al moeilijk ge
noeg. Ze verdoezelen het. Fout. Het aan
kweken van een niet te sterk schuldge
voel kan in bepaalde gevallen juist een
bijdrage leveren tot het persoonlijk wel
zijn en welbevinden".
Freud
Over de aard en de betekenis van
schuldgevoelens lopen de meningen uit
een. Hulpverleners, therapeuten, leggen,
in de lijn van de gedachten die de psy
chologische baanbreker Sigmund Freud
erover ontwikkeld heeft, de nadruk
graag op de negatieve kanten van
schuldgevoel.
Dr. De Soomer: „Het gaat daarbij om
wat je neurotische schuld zou kunnen
noemen. Er bestaat een redelijke een
stemmigheid over dat deze neurotische
schuld geen positieve functie heeft. Neu
rotische schuldgevoelens, dat zijn
schuldgevoelens die niet terecht zijn. Ze
vormen een onaangename emotie, een
aan angst verwante vorm van stress of
spanning, een loden last. Dergelijk
schuldgevoel ontstaat in de visie van
Freeud niet alleen wanneer men kwaad
doet, maar ook wanneer men kwaad na
laat - wanneer men geen gevolg geeft
aan zijn diepste driftverlangens. Ze die
nen opgelost te worden, uitgezuiverd,
want ze staan als een hinderpaal het ge
luk in de weg".
Maar er bestaan naast neurotische ook
andere schuldgevoelens, wijst dr. De
Soomer hulpverleners en therapeuten te
recht.
„Wanneer die alleen oog hebben voor
neurotische emoties en wanneer ze ten
aanzien van dergelijke gevoelens louter
oplossend en uitzuiverend te werk gaan,
dan kan het gebeuren dat het kind met
het badwater wordt weggegooid. Dan
heeft men geen oog meer voor het te
rechte, het ware, het authentieke schuld
gevoel dat wel degelijk een functie heeft
omdat het aanzet tot nieuw en beter ge
drag. Dit soort schuldgevoel - de on
aangename emotie die volgt op het ver
waarlozen van een verantwoordelijk
heid - kan gewoon heel positieve gevol
gen hebben. Nogmaals: extreem sterke
schuldgevoelens, hoe terecht ook, zijn
ongewenst. Overgevoeligheid voor
schuld kan ertoe leiden dat een mens
vervreemdt van zichzelf. Evenzo moeten
extreem zwakke schuldgevoelens als on
gunstig beschouwd worden, in dit geval
omdat ze kunnen leiden tot vervreem
ding van de maatschappelijke werkelijk
heid. De deugd blijkt, zoals altijd, in het
midden te liggen".
Hamvraag
De hamvraag. Kan op grond van dr. De
Soomers bevindingen gesteld worden dal
een nieuwe benaderingswijze om rokers
te doen stoppen met hun slechte ge
woonte hierin bestaat dat bijvoorbeeld
ouders of partners bij de roker het
schuldgevoel over dat roken moeten ver
sterken? En geldt hetzelfde voor eetver
slaafden?
De jonge doctor, voorzichtig: „Zonder
nadere verfijning kun je dit niet als alge
meen advies geven. Duidelijk is natuur
lijk dat een verontschuldigende benade
ring niet bevorderlijk is voor het stop
pen met eten, roken of welke andere
slechte gewoonte ook. Maar een harde,
verwerpende benadering zal evenmin tot
de gewenste uitwerking leiden en kan
zelfs tot gevolg hebben dat het van
kwaad tot erger komt. Of dat de roker,
de overmatige eter in isolement komt te
verkeren - stiekem gaat roken en
schransen als de beoordelende partij
even afwezig is. Het beste effect, denk
ik, wordt bereikt door de verslaafde be
wust te maken van zijn eigen verant
De bloesem van
Washington
Ik zou nogal gek zijn als ik niet over de
bloesem van Washington schreef. Ik weet
natuurlijk ook wel dat in Nederland alles
beter is, dat wij precies weten hoe we met
bloemen en planten om moeten gaan en
dat wij dat stukje van onze civilisatie
graag uitdragen over de gehele aarde.
Maar tegen de bloesem van Washingtion
kan niks op.
Zeker, het zal in Keukenhof allemaal wel
mooier wezen. Maar Keukenhof is aan
gelegd, bedacht, verzonnen.
De bloesem van Washington is spontaan,
eerlijk en vooral van de mensen zelf. En
omdat die mensen hier een naïeve, kin
derlijke en onvolwassen opvatting hebben
over hoe ze hun tuinen moeten aanleg
gen, ziin hun tuinen veel mooier dan de
Nederlandse tuinen.
Er is een weelde aan bomen en struiken
die wij in Nederland gewoon niet zouden
kunnen verdragen. Wij zouden werken
met keurige partijen heesters, met uit°e-
kiende bloembedden, met netjes in be
dwang gehouden bodembedekkertjes, met
keurig gesnoeide wilgjes en berkjes en co-
nifeertjes. En hier en daar zouden wij
een echte boom toelaten. Wij zouden
bane zijn voor te vee! schaduw, te veel
blaaeren in het najaar, te veel rupsen in
het voorjaar en te veel afgewaaide takken
in de winter. Want wij zijn een net volk
en die netheid belet ons uitbundig en
overdadig te tuinieren. Wij weten niet
dat overdadigheid overal schaadt, behal
ve in de natuur.
In de tuinen van Washington bloeit nu
de dogwood, een niet al te grote boom
met oosterse, om niet te zeggen Japanse
trekjes. Die boom draagt wekenlang vier-
blaaige bloemen die meestal oogverblin
dend wit zijn, zo wit zelfs dat het lijkt
alsof ze met reflecterende verf zijn bespo
ten. De dogvóod is daarom nogal domi
nant, een beetje agressief zelfs, maar
evengoed van een eigenaardige en trou
wens ook sprookjesachtige schoonheid.
Maar hij kan niet op tegen de azalea.
Stop, hoor ik de betweterige vaderlandse
bloemenkenner al zeggen, azalea's heb
ben we hier ook, dat is dus niks bijzon
ders.
Maar zoiets kunnen alleen de mensen
zeggen die de azalea's van Washington
nooit hebben gezien. Het is een hoeveel
heid wit, rose, rood en paars die een
mens niet voor mogelijk houdt. Het zijn
reusachtige struiken die zich van scha
duw noch zon iets aantrekken en die met
een overdadigheid bloeien die in onze
moerasdelta niet mogelijk is.
Natuurlijk, hun kleuren zijn onbeheerst,
bijna brutaal. Maar hun kleuren maken
ook duidelijk dat de natuur niet met zich
laat sollen, en al zeker niet in de tuinen
van Washington. De azalea's maken de
indruk het gevolg te zijn van een door het
voorjaar opgeroepen explosie. Onze tul
pen en narcissen worden door al die
kleuren weggevaagd. Onze tulpen staan
in de tuinen van Washington in de rij,
als een gezelschap ongehuwde frikken die
een door de vrouwenbond van de paro
chie georganiseerde dagtoer maken.
De azalea's zijn brutaal, uitdagend en
- als ik dat woord voor deze ene keer
mag gebruiken - zelfs een beetje hoerig.
Ze worden, net als de dogwoods, geado
reerd door de Amerikanen. Het zijn de
jonge meiden van het voorjaar die met
opgetilde rokken in ieders tuin dansen.
Ze zijn gespeend van elke truttigheid, ze
missen - gelukkig - de beschaving die
van een meid een dame maakt.
Ik ben het met de Amerikanen eens dat
je, in dit geval, veel beter een uitgelaten
meid, dan een beschaafde mevrouw in ji
tuin kunt hebben.
Jullie moeten echt eens komen kijken
Jullie Nederlandse opvattingen over wa
een tuin is, wordt volledig overhoop ge
haald. Jullie notie van wat bloesems ii
gewone wijken kunnen aan- en uitrich
ten, wordt volstrekt gewijzigd.
Over een paar weken is hett allemao.
voorbij. Dan overhuift het machtig love
van de miljoenen bomen van Washing
ton onze straten en huizen. Dan zittei
wij op onze eindeloze gazons te vechtei
tegen een benauwde, vochtige, klamm
zomer. Maar zolang de dogwoods ei
azalea's van Washington nog bloeien,
blijf ik er naar kijken en blijf ik woordei
zoeken voor wat de aanblik ervan in mi
losmaakt.
JO WIJN El