Eindexamen
in exacte
vakken koud
kunstje
1 £eidóc Qowiwnt'
vijver
eirmnering
iata
;OTTERDAM - Het kaartje in de
trine meldt: schooltje uit Neuren-
rg, 1890. In de glazen stolp bla-
rt een deftige schoolmeester in
n leerboek. Pal voor de lessenaar
aisteren twaalf jongens en meisjes
wap hun bankjes met geschroefde
aaöktpotten naar de verhalen van
wiun knappe onderwijzer. Op de
irtonnen muur hangt een kaart
n het werelddeel Afrika, daar-
last gekleurde platen van olifan-
n, neushoorns en gevaarlijke vo-
onjels die nog slechts door enkele
nl |appere Europeanen in het echt
'in gezien. Ook op de muur: Stun-
lavl^np'an 1890.
ho|
issé
Heimwee" of „nostalgie" komt dicht in
p buurt van datgene wat een bezoeker
an speelgocdmuscum Toy-Toy in Rot-
trdam ondergaat bij het zien van de
icniallen taferelen achter glas. en toch
ntiijjn het niet de juiste omschrijvingen.
ïaiierdcr bekruipt je een gevoel van on-
zoi&acht, van jaloezie op wat zich in die
l aille, onbeweeglijke wereld afspeelt. Een
?slivereld waarin zo'n Duitse onderwijzer
S/ji miniatuur geen blikken van museum-
pngers nodig heeft om zijn leerlingen
>be£lfgenoegzaam de wonderen der aarde
l verklaren, een wereld waarin een bar-
lier in een kapsalon (Engeland, 1860)
ijn klanten scheert en een eend en een
pp als vanzelfsprekend om een spartc-
tnde kikker vechten. Een wereld die
leejaar eigen gang gaat en de bezoeker ach-
,intrlaat met een gevoel van schaamte, als-
f de dagelijkse gang van zaken achter
las door jouw toedoen is verstoord en
e personages elk moment op kunnen
ijken om je te verzoeken hen met rust
laten.
Iet speelgoedmuseum Toy-Toy ligt aan
en brede laan in Kralingen, op een
teenworp afstand van de Erasmus Uni-
ersiteit. Het werd ruim een jaar geleden
jeopend door mevrouw Lubbers en is
jcvestigd in een zeventien kamers tellen-
'arle villa, in 1927 als woonhuis gebouwd
0ti opdracht van een gefortuneerd nota-
e tjs. Vier jaar lang heeft Flos Mars (42),
lie de collectie in enkele jaren bijeen-
iracht, nodig gehad om het pand tot
nuseum om te toveren. „Op mijn der-
igste", herinnert ze zich. .kreeg ik plot-
Tdpling de behoefte om in mijn leven iets
lijl^ezenlijks achter te laten, iets authen-
iaijcks waarvan andere mensen hun pro-
)m|jt zouden kunnen trekken. Dat is toe-
ge/allig dit museum geworden",
da
''Afhankelijk
jen glazen tafel in de serre. Achter Flos
Mars hangt een fraai stuk uil de collec
te, het front van het Amerikaanse auto-
nerk Buick, waarvan de nummerplaat
lich tijdens het gesprek in de gedachten
Dort: 6436-YA. Hoe komt men op het
lee om een speelgoedmuseum te begin-
len? „Ik heb", vertelt ze. Jarenlang een
alerie met moderne kunst gehad. Maar
ia een tijd begon het voortdurende af-
lankelijk zijn van kunstenaars me een
leetje de keel uil te hangen. De markt
aakte verzadigd, mijn vaste klanten
aakten een beetje uitgekeken op datgene
vat ik bracht".
,Tien jaar geleden was ik in Oostenrijk
ur'P vakantie. Daar kocht ik, waarom
aiveet ik nog niet, drie oude stukken
aripcelgoed. Ik zette ze als decoratie in de
eftalerie en kreeg vervolgens vragen van
i jezoekers die wilden weten waar dat
oipul vandaan kwam, door welke fabti-
rdtant het was gemaakt en of ik nog meer
eitezat. Ik ben in catalogi gedoken, ben
;eluizenden kilometers gaan reizen om
)epaalde stukken te pakken te krijgen en
i jouwde zo mijn verzameling op. Toen
eek tenslotte vijf jaar geleden in Lima,
id'eru een conquistadors-woning bezocht
j 3iet daarin een schitterende collectie
m'oorwerpen, toen wist ik dat dit de for
mule was om mijn verzameling te pre
senteren".
Briljant
De collectie omspant de periode 1700-
1940 en valt in drie categorieën te verde
len: de afdeling poppen, de collectie
handbeschilderde dan wel gelithografeer
de mechanieken en daarnaast de minia
turen, waarvan het klassieke fenomeen
poppenhuis slechts één aspect uitmaakt.
„Een stuk speelgoed moet bij mij iets
losmaken", meldt Flos Mars. „Artikelen
moeten een esthetische waarde bezitten,
maar daarnaast vooral de schoonheid
van een bepaalde cultuur vertegenwoor
digen. De fabrikanten Vichy, Décant en
Marklin hebben wat dat betreft briljante
ontwerpen gemaakt. Bij hen zie je als in
een film het hele scala van produktieme-
thoden van de maatschappij weerspie
geld worden". In speelgoed vindt wie
zoekt de gedetailleerde sporen van mo
raal, leefgewoonten, economie en opvat
tingen over oorlog en vrede uit een be
paalde periode terug. Zo heeft, meldt
Flos Mars, ook de Duits-Franse oorlog
in 1870 zijn equivalent gehad in een fel
le concurrentiestrijd onder de speelgoed
fabrikanten.
„De opkomst van de auto", doceert Ros
Mars, „had vormtechnische consequen
ties voor de fabricage van speelgoed. An-
dré Citroen was in dat opzicht een bij
zonder slimme man. Hij liet in de jaren
twintig zijn auto's in het klein namaken
met het idee: laat kinderen wennen aan
mijn modellen, laat ze daarin meegroei
en en later automatisch een echte grote
Citroén kopen".
De vorige eeuw was de „gouden eeuw
van het speelgoed". Toen, weet Ros
Mars, werd met fabelachtige aandacht en
zorg aan ontwikkeling en fabricage ge
werkt. „Een firma als Marklin of Bugatti
wilde per se een topprodukt maken. Die
lui waren zó ontzettend eerzuchtig! Aan
reclame via de media viel nog niet te
denken, het produkt moest het helemaal
zelf maken en dus stuurde men nieuwe
modellen naar tentoonstellingen over de
hele wereld. Dat waren een soort Olym
pische Spelen. Wanneer je als fabriek
daar een medaille won voor jouw ont
werp, dan was je van een grote afzet
markt verzekerd".
Waar is de tijd gebleven dat verant
woord speelgoed in de eerste plaats in
het interieur moest passen? Hoe lang is
het geleden dat slechts de welgestelden
zich een pop konden veroorloven, hun
dochter in een apart vertrek lieten spelen
onder begeleiding van een kinderjuf
frouw, dezelfde periode waarin kinderen
van de straat theepunten moesten spa
ren om in het bezit van degelijke speel
tjes, de zogeheten penny toys, te komen?
„Vroeger", constateert Ros Mars, „was
speelgoed een statussymbool, hulpmid
del bij de opvoeding. Kinderen werden
voortdurend in de gaten gehouden, kre
gen de kans niet om de artikelen kapot
te spelen. Tegenwoordig gluurt tachtig
procent van de kinderen hele dagen naar
de video, zit wezenloos met koptele-
Emotioneel
De afgelopen tien maanden kreeg Toy-
Toy 34.000 bezoekers over de vloer. In
het museum wordt hard gewerkt aan de
bouw van een koffiebar, want een mu
seum beginnen is leuk en aardig maar je
realiseert je amper hoe snel je deel uit
maakt van de aanbiedingen van de
VVV's, het Nederlands Bureau voor
Toerisme en andere Lekker-weg-in-ei-
gen-landers. Met bussen tegelijk komen
de hordes; waar halen ze de tijd van
daan?
Ros Mars: „Hier komen de emoties los,
hè. Mensen die in tranen uitbarsten,
overtuigd dat ze hun eigen speeltje te
rugzien. Herinneringen aan momenten
in de oorlog waarin iemand nog net haar
pop wist te redden. Bezoekers die hier
hun ouders verwijten dat ze al hun
speelgoed hebben weggegooid. Het blijkt
allemaal een geweldige emotionele la
ding te hebben".
Dure business, speelgoed verzamelen.
Flos Mars („Ik ben niet rijk of zo")
moet soms collectiestukken verkopen
om andere aanwinsten te verwerven. In
Nederland valt, vernemen wij, weinig te
halen. Enerzijds heeft de oorlog veel
speelgoed verdonkeremaand, anderzijds
laat ook in de speelgoedbranche de Hol
landse kruideniersmentaliteit zich gel
den. „Calvinistisch, zuinig en goedkoop;
door die normen heeft de Nederlander
zich in de geschiedenis laten leiden. Men
liet het kind spelen en dan hup weg met
het speeltje", aldus Ros Mars.
Visie
Zelf heeft ze eigenlijk nooit met speel
goed gespeeld. Zij was avontuurlijk, luis
terde naar de radio en was veel buiten
op straat te vinden. Zij was nooit: het-
zoete-meisje-bezig-met-haar-speelgoed.
„Ik heb geprobeerd, anders dan bijvoor
beeld het speelgoedmuseum in Deven
ter, niet een toevallige verzameling spul
len te presenteren. Geen enkel stuk in
Toy-Toy is gerestaureerd of bijgewerkt.
Ik heb gestreefd naar een collectie met
een persoonlijke visie".
Door de hausse op antiek speelgoed is
wat het verzamelen betreft de rek er
voorlopig uit. Toen Ros Mars een jaar
of tien geleden op stap ging in de buurt,
wilde ze nog wel met een koffertje thuis
komen. Maar nu? „Het wordt steeds
moeilijker", zegt ze. „Ik heb net op tijd
een basis kunnen leggen. Toch voel ik de
collectie niet als mijn bezit. De kick van
het verzamelen alleen is niet genoeg. De
glans van twee en een halve eeuw speel
goed overdragen op andere mensen, dat
schenkt voldoening".
ARJEN SCHREUDER
FOTO'S: CEES VERKERK
DEN HAAG - De tijden dat het
ixamen voor het vak wiskunde de
niddelbare scholieren wékenlang
ten slechte nachtrust bezorgde, zijn
toorbij. Zenuwachtig? Helemaal
liet nodig, want met een goede cal-
:ulator kom je een heel eind. En je
slaagt zeker met vlag en wimpel als
een programmeerbare rekenma
chine, in feite dus een mini-com-
)uter, van een paar honderd gul
len meeneemt.
Weliswaar zijn zulke programmeerbare
ipparaatjes op het examen verboden,
naar de kans dat ze worden afgepakt is
_»iet groot. Want veel toezichthoudende
a|eerkrachten weten door de snelle ont
wikkelingen op het gebied van elektro
nisch rekentuig niet meer welke ma
chientjes wel en welke juist niet zijn toe
gestaan. Een geruststellende gedachte
a/oor scholieren, zeker met de weten
schap dat het voor mavo, havo en vwo
pjomende maandag weer prijs is. Van ne-
jen tot twaalf in de ochtend zullen de
Qtenuweri en vooral ook het logisch denk
vermogen in het wiskunde-examen wor-
ïen getest.
"Officieel mag een examenkandidaat geen
^programmeerbaar rekenspul gebruiken.
.Bij de examens voor mavo, havo, vwo
tn lbo is het niet toegestaan rekenappa-
'aten te gebruiken die zijn voorzien van
ichrijfbollen, alarminstallaties cn zend-
;n/of ontvangstmogelijkheden. Met na-
Jruk wordt erop gewezen dat gebruik
i'an vooraf door de gebruiker te pro-
jrammeren rekenapparaten niet is toege
staan. De schoolleiding wordt verzocht
pij de examenzittingen in het bijzonder
tan het laatste aspect grote aandacht te
pesteden", zo vermeldt een circulaire die
pet ministerie van onderwijs en weten
schappen aan het voortgezet onderwijs
tieeft gestuurd.
Maar in de praktijk blijkt er van contro
le weinig terecht te komen. Het is een
publiek geheim dat de docenten die tij-
rjjiens het examen toezicht moeten hou
den, lang niet altijd gespecialiseerd zijn
In het vak waarover de vragen gaan. Dat
het zo een koud kunstje is om fraude te
plegen, laat zich raden. „Neem bijvoor
beeld een leraar Engels die moet surveil
leren bij het wiskunde-examen. De kans
is groot dat hij geen verstand heeft van
rekenapparaatjes. Het is voor hem moei
APPARATUUR MOEILIJK
TE CONTROLEREN
Eenvoudige
machientjes zoals
deze zijn op het
examen in de exacte
vakken toegestaan.
Maar wie zegt dat
een of andere
linkmiegel deze
calculator niet heeft
opengeschroefd om
er wat chips aan toe
te voegen f
lijk te beoordelen wat er zoal het lokaal
binnenkomt", aldus een woordvoerster
van het ministerie van onderwijs en we
tenschappen.
Veel vragen
„Eerlijk gezegd ben ik ook niet van de
allernieuwste snufjes op de hoogte",
geeft conrector Van der Griend van het
Haagse Groen van Prinsterercollege
(mavo, havo en vwo) ruiterlijk toe. „Pas
als ik zie dat er wat meer knopjes op
zo'n apparaatje zitten dan normaal, ga ik
even kijken. Maar wij kennen onze leer
lingen. Die smokkelen niets naar bin
nen, en bovendien: ze weten dat ze,
wanneer het bedrog ontdekt wordt, uit
gesloten kunnen worden van verdere
deelname aan de examens", aldus Van
der Griend.
Het niet verwonderlijke gebrek aan ken
nis bestaat volgens de onderwijsinspec
ties bij de leraren over de hele linie. Bij
de inspecties komen elk jaar veel vragen
binnen over apparatuur die voor spot
prijzen aan middelbare scholieren wor
den aangeboden, maar waarvan niet be
kend is of ze zijn toegestaan. „Zo is er
dit jaar een minuscuul apparaatje op de
markt gekomen waarmee op een klein
schermpje ook grafieken zichtbaar ge
maakt kunnen worden", aldus een
woordvoerster van de Wiskunde-Onder-
wijsinspectie in Amsterdam. „Dat appa
raat mag dus echt niet gebruikt worden
tijdens het examen. We kunnen ons wel
voorstellen dat er docenten zijn die het
spoor wat bijster raken en die in het gro
te aanbod aan apparatuur de verboden
waar niet meer kunnen onderscheiden.
Elk jaar sturen we een circulaire naar
alle scholen waarin staat wat wel en wat
niet mag. En elk jaar is er wel een of an
dere linkmiegel die weer een heel spe
ciaal apparaatje heeft. Waarop de school
dan weer met de handen in het haar zit
en bij ons aanklopt om te vragen of het
wel mag", aldus de woordvoerster.
Bepaalde berekeningen in wis-, schei- en
natuurkundevraagstukken kostten vroe
ger „met de hand" zoveel tijd, dat men
besloot het verbod op het gebruik van
calculators in de B-vakken op te heffen.
Bepaalde merken en typen apparatuur
mogen sindsdien in het etui mee het
klaslokaal in; te „intelligente" apparaat
jes moeten echter door de docenten wor
den ingenomen omdat ze de opgaven
voor de leerlingen te zeer vergemakkelij
ken. Iedereen houdt zich aan de regels,
maar toch glippen er steeds weer vissen
door de mazen van het controlenet, zo
leert een gesprek op een willekeurig
schoolplein. Voor leerlingen met die ver
boden apparatuur is het een koud kunst
je om in het examenlokaal soms wel een
half uur eerder met de wiskunde-opga-
ven klaar te zijn dan anderen die het
met eenvoudiger materiaal moeten
doen.
„Je kunt er wat meer mee doen, en dat
kan behoorlijk schelen in je cijfer",
meldt een Amsterdamse atheneumscho
lier, die liever anoniem blijft. „Je stopt
er thuis een paar formules in die je tij
dens het examen nodig kunt hebben. In
het examenlokaal is het dan nog slechts
een fluitje van een cent om de cijfers in
te tikken en de uitkomsten te noteren".
Het intregreren van een functie, om het
in wiskundetaal te zeggen, wordt zo door
de computer overgenomen. „De reste
rende tijd kan veel beter besteed worden
aan andere bezigheden, zoals het contro
leren van de uitkomsten van andere op
gaven. Daarmee behaal je dan misschien
wel een voldoende", aldus de scholier.
Betreuren
De makers van de examenopgaven zeg
gen het te betreuren dat de controle op
het gebruik van rekenapparatuur op
sommige scholen gebrekkig is. „Als de
schoolleiding zegt dat er geen tijd, ken
nis van zaken of mankracht is om de
calculators te controleren, dan houdt al
les op", zegt een woordvoerder van de
„gewichtige" Centrale Examencommis
sie Vaststelling Opgaven Schriftelijke
Examens lbo, mavo. havo, vwo, kortweg
CEVO. „Een dergelijke slordigheid wijst
op een gebrek aan gevoel voor verant
woordelijkheid. Waar blijf je dan? In
zo'n situatie heeft het zelfs geen zin
meer om geheimhouding van examen
opgaven te vragen",aldus een vertwij
felde opsteller van eindexamens. Mocht
een dergelijke lakse houding van scholen
bij de onderwijsinspectie bekend raken,
dan neemt die maatregelen afhankelijk
van de omvang van de slordigheden en
de daaruit voortvloeiende fraude.
Het gebruik van de calculator lost niet
alle problemen tijdens het examen in de
exacte vakken op. Ook een groot deel
van de berekening die tot de oplossing
van een wiskundeprobleem heeft geleid,
zal aan het eind van het examen moeten
worden ingeleverd. Maar dan nog; het
ongetwijfeld correcte eindantwoord kan
door de computer worden geleverd, de
leerling moet alleen de tussenstappen
weten te vinden.
Het gaat de meeste docenten waarschijn
lijk te ver om alle calculators onderste
boven te keren. Zo zullen ze er ook
nooit achter komen wie van de kandida
ten zo handig is geweest om het oor
spronkelijk simpele apparaat open te
schroeven, er zelf wat chips aan toe te
voegen en zo een superintelligente com
puter te creëren, zonder dat dat aan de
buitenkant zichtbaar is. Maar deze eind
examenkandidaten zijn waarschijnlijk zó
goed in de exacte vakken, dat zij niet tot
zulke kunstgrepen zullen hoeven over
gaan om het examen te halen
ARJEN VAN DER SAR
ZATERDAG 26 APRIL 1986