Turnwereldje scoort hoger in jaloezie dan op de mat finale IRMA BORGSTEEDE: „VINGER IN DE KEEL OM AF TE VALLEN" Kwetsbaar Obsessie Brokken Opstand Neus 'SatcUctBouAa/nt1 ZATERDAG 12 APRIL 1986 .c- fze week is het rapport van NSF- ri- is Peter Vergouwen gepubliceerd, •ld larin opening van zaken wordt tot geven omtrent de medische ?r- keleiding binnen het Koninklijke ov Iderlandse Gymnastiek Verbond. de j turnbond, in de persoon van n- jorzitter Jack Bons, heeft in eerste ,e- itantie, getracht de inhoud van het m pport voor de buitenwereld kt: fborgen te houden. Maar toen de n- peede Kamer er aan te pas kwam, n- pest het KNGV overstag en zijn de se windingen van Vergouwen, die ook f/ n de atletiekunie is verbonden en in |der anderen Ria Stalman en •r. erard Nijboer begeleidde of nog ■e- feeleidt, publiekelijk geworden. •i- ft rapport handelt over de situatie V- nnen de turnbond in de periode n- ji 1980 tot en met 1983. De 'r- {vindingen van Vergouwen worden or westigd door Frans Borgsteede en is- Di dochter Irma. Borgesteede, inend in het Overijsselse Hasselt, is in die periode vice-voorzitter ft het KNGV. Zijn dochter is derlands kampioene ritmische irtgymnastiek. een onderdeel van KNGV, en zij heeft veel te ken gehad met Vergouwen. De F-arts is niet meer beschikbaar or de nationale turnselectie. Uit ener beweging beëindigde hij eind rig jaar zijn medewerking aan de idische begeleiding van het iiinternaat op Papendal, rgouwen beperkte zijn rkzaamheden voor de turnsters al 1982, omdat hij niet overweg kon •t de toenmalige bondstrainer Hans n Zetten. ge". rl \SSELT - Het komt er geëmotioneerd 'i I bij de 22-jarige Irma Borgsteede: 'e |eter was meer dan een arts voor mij. i. anneer ik me slecht voelde en op Pa- ?- ndal was, liep ik even bij hem aan. e ft om diepzinnige gesprekken te voe- II L maar meer van mens tot mens. Ge- r. llig kletsen. Dan kon je er weer een r iosje tegenaan. Hij kende mij van bin- :n en buiten. Het is echt te gek dat hij f niet meer voor ons is. Daar is trou- |ns nooit iemand van op de hoogte ge lid. Ik denk dat de meeste meisjes niet ns weten dat Vergouwen niet meer or ons beschikbaar is", ia is Nederlands kampioene ritmische irtgymnastiek, een tak van sport die nt onder het Koninklijk Nederlands mnastiekverbond. En binnen dat ver- nd is er nogal wat loos, zo bleek deze ek uit het rapport van NSF-sportarts ter Vergouwen. Irma Borgsteede wil k wel een boekje opendoen, maar :est duidelijk de gevolgen. „Ik ben er eer van dat een interview consequen- s zal hebben. Nu hoor ik al geluiden ik straks onder geen enkele voor- arde Nederlands kampioen mag wor- n, omdat ze me lastig vinden. Het et op chantage en zo voel ik het ook tl. Dat gevoel beklemt me zelfs enorm, wil eigenlijk geen risico's lopen". 5 h t ,hantage Borgsteede: „Leg mij al haar woorden in maar in de mond. Dan houden we jna tenminste even uit de wind. Die igst voor chantage speelt natuurlijk ec. Wat dat betreft is Irma veel te tatsbaar. Een Vriesekoop of een Gee- ik hebben Europese en wereldtitels iter hun naam staan. Die kunnen een list maken zonder dat er tegen hen ngebokst wordt. Het verleden heeft wezen dat Irma snel als slachtoffer ge- cht wordt. Onlangs zijn we er bij de lve finales voor de NK nog weer mee tonfronteerd. Wordt er keihard gezegd It die Borgsteede in elk geval geen npioen mag worden. Dat verhaal rd bevestigd door een vader, die nu If ook bang voor chantage van het be ur is. Het feit dat ik vroeger bestuurs- was van de afdeling ritmische sport- nastiek werd als een pré voor Irma elegd". Zij zelf ontkent dat heftig, let is in veel gevallen eerder nadelig ir me geweest. Het heeft me in lersfoort een keer de nationale titel :ost". Haar vader weer: „Er werd een iteriaalfout geconstateerd aan de lint- Ie. Ik was wedstrijdcommissaris en ld toen kunnen ingrijpen. Om elke Jhijn van partijdigheid te vermijden, :b ik het niet willen doen. Die aftrek Irma voor het kampioenschap net Kam lm J kort", iet turnv turnwereldje scoort hoger in jaloezie I afgunst dan op de turn mat. De mees bestuursleden zijn ook jurylid, waar- or de diverse waarderingen niet altijd rallel lopen aan de geleverde presta- 's. Die worden toch al mondjesmaat leverd m ons land hoewel al vroeg met lectie en nationale trainingen wordt gonnen. Ook daar kunnen vraagtekens j worden gezet. Gaan de meisjes niet P te vroege leeftijd richting Papendal (I pleeggezin? Irma Borgsteede: „Ik ben li op mijn vijftiende jaar pas in de na- male ploeg gekomen. Dat vind ik een ede leeftijd. Jonger heeft diverse nade- n. Neem Maud van Helvoirt, ook ooit ederlands kampioen. Zij kwam op aar elfde in de ploeg en bedankte toen fc zestien was. In vier jaar tijd had ze Ues al meegemaakt. Was in Amerika, in Rusland, in Bulgarije, enzovoorts ge weest. Kreeg een vriendje, een baantje en omdat ze. net als ik, een sterke wed- stnjdvrees kende, had ze het er niet meer voor over. En zo zijn veel meisjes en jongens voor de turnsport verloren gegaan". „En vergeet niet", vult Frans Borgsteede aan, „dat je hèt nu over een leeftijdsca tegorie hebt van tien tot zestien en van achttien tot twintig jaar, die lichamelijk zeer kwetsbaar is. Schoolproblemen, het voor het eerst ongesteld worden, al die lichamelijke veranderingen werken door. En er werd en wordt ook nu niets aan Waarom heeft hij zelf als vice-voorzitter en als vader niet ingegrepen. „Ik heb al tijd het belang van de meisjes en jongens voorop gesteld. Als penningmeester van de bond moest ik op een gegeven ogen blik tijdens een lopend jaar fiks bezuini gen. Ik heb een rapport gemaakt voor mijn mede-bestuursleden, waarin ik het welzijn van de meisjes en jongens pri mair stelde. Dat is zonder meer van tafel geveegd. Daar hadden ze geen bood schap aan". Bezuinigingen werden veelal op de me dische begeleiding verhaald. Borgsteede: „Het is ook vaak een centenkwestie. In mijn tijd werkte het KNGV met een be groting van 210.000 gulden. Daar ging 100.000 gulden af voor een buitenlandse trainster en van de rest moesten de za- lenhuur, de reiskosten, het organiseren van Nederlandse kampioenschappen en ook nog eens de medische begeleiding worden betaald. Die hing er dus maar een beetje bij. Ik heb tien dagen met een ploeg in Polen gezeten zonder een arts. Die hebben ze daar wel, wordt er dan ge zegd. En binnen het KNGV heeft jaren lang een negatieve gedachte over top sport geheerst. De kringen hebben het daar voor het zeggen. Die moeten niets van topsport hebben, kiezen eerder voor de grote groep van recreanten. Dat vindt zijn weerslag in de begroting van de sec tie wedstrijdsport". Met name die houding steekt veel atle ten. Irma zelf haalt het voorbeeld aan van de diverse diëten die door Vergou wen zijn samengesteld. Irma: „Peter heeft van alle meisjes genoteerd wat ze in een week aten. Daarmee is hij naar de universiteit van Nijmegen gegaan, waar voor ons een op maat gesneden dieet werd samengesteld. Het bestuur heeft daar niets mee gedaan. Er zijn meisjes weggestuurd vanwege een verkeerd dieet. Weet je wat het gevolg kan zijn? Anorexia nervosa. De vinger in de keel, omdat je bang bent te veel te hebben ge geten en dat je niet aan je gewicht zit, wordt een gewoonte. Die weegschaal is een obsessie". Vader Borgsteede beaamt dat. „De kin deren worden in een rij gezet en moeten om beurten op die schaal staan. Dan wordt aangegeven hoeveel gewicht er af moet. Voor de één twee kilo, een ander weegt vijf kilo te veel. Dat moet er alle maal binnen hele korte tijd af. En hoe? Niemand helpt je daar bij. Je zorgt maar dat het er af is. Anders mag je niet meer mee. Word je weggestuurd. Daar komen juist de gevallen van anorexia uit voort". Dochter Irma: „Vroeger kwamen de jongens van de turnselectie graag naar ons kijken. Vonden ze ons „lekkere Vader Frans en dochter Irma Borgsteede met de uit de Sovjet-Unig meegesmokkelde poes Katja. stukken". Nu zeggen ze: „Wat een mage re latten". Ze vervolgt: „Van inspanningsfysiologie hebben ze nog nooit gehoord. Opbouw van een training bestaat niet. Van de ene dag op de andere moet je overschakelen van twee naar zes uur training per dag. En de trainster stopt je niet af Die gaat gewoon door. Zeker als ze uit een Oost blokland komt. Soms ben ik zo moe, dan kan ik echt niet meer. Maar je zult en je moet die oefeningen draaien. Net zo lang tot zij het goed vindt. Die train- sters hebben geen oog voor hoe jij je voelt en of je het nog wel aan kunt. Wanneer zij van bovenaf niet opgelegd krijgen om het met ons wat rustiger aan te doen, gaan ze in hun enthousiasme keihard door. De nieuwe trainster, Des- pa Katlieva, een van de beteren op we reldniveau, heeft daar wat meer oog voor. Zij zei tegen me: „Als je niet meer kunt, moet je me waarschuwen, want ik kan het niet zien". Onder haar hebben we voor het eerst in al die jaren dat ik bij de bond zit als ontspanning een videofilm gezien. En één keer zelfs heeft ze op een ijsje getracteerd. We stonden echt met open monden te kijken. Zoiets was jarenlang onbereikbaar voor ons ge weest. Een ijsje, stel je voor". Maar echt geluisterd naar de turnsters werd er nauwelijks. En juist daarmee werden en worden nog brokken ge maakt. Een knie-operatie van Irma Borgsteede - zij is wat dat betreft een van de velen - was het gevolg van de doofheid bij begeleiding en een gebrek aan persoonlijke moed om te stoppen. Irma haalt haar eindexamenjaar in 1982 nog even in de herinnering terug. „Ik moest naar Sofia, maar voelde me al een poos niet lekker. Vreselijk moe. Ik had het gevoel of ik helemaal niet meer tot deze wereld behoorde. Tegen mijn moe der heb ik nog gezegd dat ik helemaal niet weg wilde. Het trieste is dat mijn vader het .bestuur van de ritmische spqrtgymnastiek nog heeft gewaar schuwd dat ik Sofia niet aankon. Dat ik overspannen was". „Maar je moest. Voor de eer van het va derland en omdat er anders niemand was. Ik zie ze nog op Schiphol staan met de wijsvinger in de lucht: „En denk er om dat je daar goed presteen hoor". Zo ging het. Die dingen moeten ze juist te gen mij niet zeggen. Mijn klachten wer den gewoon weggewoven. „Stel je niet aan", werd er dan gezegd. In Sofia voel de ik me vreselijk beroerd. Ik heb voor de wedstrijd nog een brief aan mijn va der geschreven, waarin ik het hem heb uitgelegd. Ik kan het niet aan, schreef ik hem. En prompt tijdens de wedstrijd scheur ik mijn kniebanden en gaat er een meniscus kapot". Dringt de vraag zich onmiddellijk op, waarom toch niet voor die tnd eestom? Is de atleet dan niet meer baas over zijn/ haar eigen lichaam? Vader Borgsteede: „Kan iemand van vijftien jaar dan al zelf beslissen? En wat denk je van de houding van veel ouders? De pijn van jaloezie en naijver zit dieper bij de vol wassenen dan bij de jongelui. Je schrikt je rot als je ziet hoe ver ouders voor en met hun kinderen gaan om roem te oog sten. Met welk gemak de grote nadelen, die ik ze altijd heb voorgehouden, van tafel worden geveegd. Hoe vaak hebben mijn vrouw en ik op tribunes niet geze ten dat er iets gezegd werd, wat eigenlijk niet voor ons bestemd was, maar zo hard werd geroepen dat we het wel moeste» horen?" Irma vult aan. „Een voorbeeld", zegt ze voorzichtig. „Een meisje wordt afge keurd voor topsport vanwege een zwak ke rug. De oyders gaan echter net zo lang op zoek naar een arts die haar wel wil goedkeuren. „Sterker nog,", zegt pa Borgsteede, „dat is geen voorbeeld, maar een concreet geval. Dat soort dingen ge beuren. Er werden dit jaar meisjes in de nationale ploeg opgenomen zonder dat ze gekeurd waren. Ja, door hun eigen huisarts. In het begin hebben we vaak gebruik gemaakt van de diensten van de bondsarts van de KNVB, Frits Kessel. Nu is er niets meer. Er wordt alleen rondom Pasen aan keuringen gedaan, ge loof ik. Kom je na die tijd in de ploeg, dan zonder medisch te zijn gekeurd". Irma valt haar vader bij: „Er is zelfs geen fysiotherapeut. Ontslagen wegens geldgebrek. Niemand die een zwakke en kel kan intapen, of een bloeduitstorting kan behandelen. Achteraf verbaas ik me erover dat ouders nooit in opstand zijn gekomen". Een verwijt die ook aan haar eigen ouders gericht lijkt. Vader, zorge lijk: „Ik heb vaak gedacht: Waar zijn we eigenlijk mee bezig? Aan de andere kant geef ik toe, dat ik nooit de macht heb bezeten om te zeggen dat ze thuis moest blijven. In bed hebben mijn vrouw en ik ons de vraag vaak gesteld of we niet ver keerd met Irma bezig waren en zijn. Maar topsport is het balanceren tussen die top en de afgrond. Het willen win nen heeft altijd in Irma gezeten. Toen ze drie was, kreeg ze een autoped. In no time had ze haar knie open en even later werd een pleister op de andere gedrukt. En ze bleef steppen. Ze zou en ze wilde het leren. Die ambitie om de top te ha len zit blijkbaar in haar". Irma Borgsteede: „Ik voel me ook schul dig als ik een keer niet train, óf als het iets minder gaat. We hebben alleen met Kerst en Pasen twee dagen vrij. Dat zijn de enige dagen van het jaar. Toch voel ik me niet prettig als ik dan niets heb ge daan. Een schuldgevoel overvalt me dan. We zijn in karakter ook zo anders dan bijvoorbeeld de Westduitsers. Die worden geboren met de mentaliteit dat ze beter dan een ander zijn. In Neder land mag je hooguit gewoon doen. Top sport zegt de mensen hier niets. Als je stopt, val je in een diep gat. Geen mens die naar je omkijkt. Je wordt niet eens voor een interland uitgenodigd. Als je ziet hoe Maud van Helvoirt is behan deld. Een bosje bloemen tijdens een of andere achterafwedstrijd als afscheid. Ik moet er niet aan denken dat ik na al die jaren op zo'n manier aan de kant wordt geschoven". Het feit dat de naam Borgsteede in offi ciële stukken na elf jaar nog steeds met één „e" wordt geschreven, zegt boekde len, vindt Frans. Is het voor Irma ach teraf allemaal de moeite waard geweest? Zonder aarzelen zegt ze: „Ja, ik zou het, ondanks alles, toch weer overdoen. Vriendjes of een baan of uitgaan interes seerden me vroeger niet". En even later pakt ze Katja, haar tweejarige poes, die ze ooit in een sporttas uit de Sovjet- Unie heeft gesmokkeld, in de armen en zegt: „Dit is het liefste wat ik aan de sport heb overgehouden". HENK WAGEMAN De afgelopen week die Westduitsers nog zien spelen tegen Zwitserland? Nou, dat was smullen geblazen. Regelrechte kan didaten voor de wereldtitel zijn het. Dat werd tegen die brave Zwitsers wel bewe zen. De enige, die zich enigszins in mijn sym pathie mag verheugen is Dieter Hoeness. Dat is een man naar m 'n hart, een kerel uit één stuk. Alleen die fraaie kop al van die man met die dunne haardos, dat hoge voorhoofd en die markante neus. Welk geheel staat op een romp. die door zijn verschijning zo imposant is, dat zelfs een beetje gerespecteerde voor stopper het bijna in de broek doel als hij in het gan- fetje naar het speelveld de indrukwek- ende tors vanuit de ooghoeken gade slaat. Echter, zodra die massa van Hoeness zich in beweging zet is hel ideaalbeeld weg, de illusie vervluchtigd. Dan is die imposante verschijning niet meer dan een verzameling wat slordig in mensen vel verpakte botten en spieren. Die steeds de indruk wekken precies het tegenover- gestélde te gaan doen van wat achter dat grote voorhoofd wordt bekokstoofd. Zo ontstond ook dat merkwaardige doel punt van Dieier Hoeness tegen Zwitser land. Waar iedere normale spits de bal uit zo'n voorzet tracht met het voorhoofd in het doel te koppen doet Hoeness dat anders. Hij gooit dat hele onevenwichtige lijf naar voren en als hij dan met de kin ene bal kan beroeren zal hij het niet la ten. Afgelopen woensdag scoorde hij zo, tot zijn eigen stomme verbazing. Waar schijnlijk het eerste ooit met de onder kaak gemaakte doelpunt uit de geschie denis. Maar Hoeness verdient zo iets. Want ga daar maar eens aan staan. Je bent 33 jaar en je hebt zeven jaar eerder je twee de interlandwedstrijd gespeeld. Je weet dat er van alles op je spel is aan te mer ken. Je hebt een beperkte techniek, je motorische vermogens laten ook aan alle kanten te wensen over, je loopsnelheid is omgekeerd evenredig aan je denksnel- he'id. Kortom, ie bent een anti-voetballer. Maar je stelt daar één ding tegenover. Je staat steeds op de juiste plaats. En dat is van vitaal belang voor een spits. Want er gaat niets boven de man op de juiste plaats. Zeker in het voetbal. Want dan pik je regelmatig je goaltjes mee. En dan ben je goud waard, zelfs voor een zo dure ploeg als Bayern München. Dieier Hoeness. Hij stond afgelopen week te boek als een noodgreep. De zo veelste poging de Mannschaft van een spits te voorzien die scoort. Maar tegelij kertijd een bewijs van armoede. Want la ten we wel zijn: een sieraad voor je elftal is Hoeness niet. Al zijn ijver en al zijn goede bedoelingen ten spijt. Maar ook bij Hoeness valt een opvallen de ontwikkeling waar te nemen. Een pro ces, dal een aantal jaren geleden ook bii een noodgreep in het Nederlands elftal, ram, een fors gebouwde aanvaller, die blind op efke hoge bal afgaat die voor het vijandelijke doei neerdwarrelt. Maar een maal op de leeftijd der sterken aangeko men ineens beschikkend over meer dan een gemiddeld inzicht en zelfs over een grotere vaardigheid dan ooit vermoed. Want hoe slecht die Westduitsers ook waren tegen Zwitserland, Hoeness was een lichtpunt. Hij sjouwde dat het een lieve lust was, kaatste als de beste én scoorde. En de blijdschap daarover won het bij Hoeness zó snel van de verbazing, dat het voor de buitenwacht haast niet zichtbaar was. Voor mij heeft Hoeness tegen de Zwitsers een plekje in de Westduitse ploeg ver diend voor de Mundial in Mexico. Al zou hij daar maar zijn als pinch-hitter. Die zijn tenslotte in het internationale voet bal net zo nodig als de spelmaker, om maar iemand te noemen. Als je het trouwens over een Spielmacher hebt, dan springen de tranen je trouwens in de ogen bij het zien van de Mann schaft. Want wat daar in het Sankt-Ja- kobstadion over hel veld hobbelde als zo danig zou een gekke oosterbuur bijna spontaan doen besluiten een nationale inzameling te organiseren om een mil joen Duitse Marken bij elkaar te garen. Daarmee zou Bernd Schuster kunnen worden overgehaald om zich alsnog te hullen in het nationale wit en zwart. Hoewel dat slechts een staaltje nostalgie zou zijn. Want wat die Schuster onlangs met Barcelona presteerde tegen IFK Go thenburg was nu ook niet bepaald om over naar de Heimat te schrijven. Het leek er wel op alsof de voormalige golden wonderboy een nachtje aan de boemel was geweest. Hij kon nauwelijks een been voor het andere krijgen. Alsof hij elk moment onder de loden last van zijn lange haardos kon bezwijken. Schuster oj het hoofdstuk dat uit is. Een grote mond op twee al wat te dikke benen. Die de weelde van de Costa Brava niet hebben kunnen dragen. Nee, dan kan die Schuster maar beter een voorbeeld nemen aan Dieter Hoe ness, de verpersoonlijking van het beeld van de karaktervoelballer. Von Kopf bis Fuss Charakter zogezegd. Iemand boven dien die zelfs bereid zou zijn een miljoen mee te brengen om mee te mogen. Het verschil tussen Hoeness en Schuster: twee miljoen. De Mannschaft mag dan nooit hebben uitgeblonken in stilistisch, oogstrelend voetbal. Naar het WK in Mexico wordt een ploeg afgevaardigd die overloopt van karakter, maar tenonder gaat aan gebrek aan talent. Maar daar zal ik niet wakker van liggen. Het zou alleen jammer zijn voor Dieter Hoeness. Mist hij zijn goal met de neus gescoord. BUYS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 27