kei uMBS ffryri.n .Unj OLTC: een „gezellige grijsaard" HELEEN VAN DE BERG nog te lief voor de top STEFAN FAAS zoekt aansluiting met A w>rs-AWfrjr»r/, El VNIDVd M 996i iswh ui ovaaaaNoa DONDERDAG 27 MAART 1986 PAGINA 12 i whim i nw.i'j li LEIDEN Heieen van de Berg wordt op de regionale tennisparken nogal eens als het achtste wereldwonder beschouwd. Op weg naar de tennisbaan met een twee keer zo grote tegenstand ster, wordt zij regelmatig meewarig nagekeken. Een maal op de baan verleggen de toeschouwers hun mede lijden dikwijls naar de oppo- nente. Nauwelijks twee tur ven hoog pleegt de pas 14 jaar geworden Heieen de ballen in een straf tempo over het net te jagen; daar bij de opponente tot ballen- raapster degraderend. Heieen van de Berg stapte op achtjarige leeftijd voor de eerste keer in een tennis- broekje („een rokje staat me echt niet") de tennis baan op. Echt enthousiast onderging de kleine Noord- wijkerhoutse de eerste bele venissen op tennispark De Boekhorst nog niet. „Ik vond er vroeger nooit wat aan, gewoon een stomme sport. Ik ging ook nooit uit mezelf naar de baan om zo maar eens te oefenen". De echte interesse werd pas gewekt, toen Heieen in de districtstraining werd opge nomen: „Toen begon ik ten nis leuk te vinden. In de win ter trainde ik ook nog twee keer in de week bij het dis trict en had ik nog eens twee uur privéles in de week van Harry Verdegaal. Bij de districtswedstrijden eindig de ik het eerste jaar als tweede, achter Fleur Meij er". In het district was Heieen van de Berg de daarop vol gende jaren van aparte klasse. Zij eindigde in haar eigen leeftijdsklasse en zelfs een leeftijdscategorie hoger als eerste. Nationaal be hoorde zij eigenlijk steeds tot de top acht. Merkwaar dig genoeg speelde zij bui ten „Leiden" nooit haar beste wedstrijden. Vader Piet van de Berg: „Vorige seizoen speelde Heieen in de districtsfinale B2 tegen Christel Verwoert. Zo fel en fanatiek heb ik haar buiten dit district eigenlijk nooit zien spelen. Op nationaal ni veau vind ik haar vaak te lief en te rustig. Op belangrijke punten maakt zij fouten en dan lijkt het haar niets te doen. Nationaal zijn er een paar meisjes, waar ze het niet van kan winnen. Tegen de mindere speelsters boekt zij op papier vaak de beste resultaten van iedereen". Op de baan is Heieen van de Berg inderdaad een voorbeeld voor iedereen: nooit een onvertogen woord, geen gegooi met het racket, altijd even rustig. Ze ziet zelf ook wel in dat ze soms iets feller moet zijn: „Die rust, dat zit in me. Op sommige momenten zou het iets agressiever moeten. Ik zou eigenlijk wel zo willen spelen als Jan Siemerink. Die legt af en toe wel felheid in z'n spel en gedraagt zich meestal toch wel netjes". Haar trainer Carel de Bruijn heeft gemerkt dat er veran dering is gekomen in dat laatste: „Ze heeft de laatste weken van twee meisjes ge wonnen, waar ze daarvoor steeds van verloor. Nu ze aan wat goede resultaten geroken heeft, komt die fel heid vanzelf". Eventuele na dere mentale problemen wil De Bruijn oplossen met be hulp van een sportpsycho- loog: „Ik hoop de psycho loog Ferdi Oyen aan onze school te verbinden. Als trainer kan je het geven van mentale adviezen beter aan specialisten overlaten". Heieen komt dit seizoen voor de eerste maal uit voor Dekker-tennis.Afgelopen jaar speelde zij nog derde klasse Voor De Boekhorst en promoveerde 'met dat team naar de tweede klas se. Bij Dekker komt zij dit jaar in de overgangsklasse A uit. Ook haar trainingen hebben dit jaar in Warmond plaatsgevonden. Carel de Bruijn wil tijdens de trainin gen vooral haar speelstijl aanpassen: „Technisch is ze misschien wel te goed. Ze beheerst alle slagen, alle ef fecten. Tegen meisjes die verdedigen is haar speelstijl niet effectief. Ze moet leren soms ook verdedigend te slaan. Bettina Sonneveld (Europees kampioene bij de jeugd, red.) doet niet veel meer dan de bal in het spel houden. Dat levert toch re sultaat op". Rigoureus ver anderen wil De Bruijn de spelopvatting van Van de Berg niet: „Het flitsend naar het net gaan. dat moet In haar spel blijven". Voor de toekomst heeft He- leen maar één plan getrok ken. De MAVO-scholiere heeft geen ambities om ver pleegster, dokter of bus chauffeur te worden: „Ik wil proberen zo ver mogelijk te komen in het tennis, dat is mijn plan voor de toe komst". is goed om ook toernooien te spelen, die je moet winnen". LEIDEN Binnen een jaar heeft Stefan Faas zijn doel stellingen kunnen verleggen. Aan het begin van vorig sei zoen was nog de vraag of de Nieuw Vennepper nu ook in de B-klasse eens wat meer rondjes zou winnen. Een jaar later is het doel van de speler van Dekker- tennis een heel ander: aan sluiting krijgen bij de A-spe lers. Toch verliep die doorbraak van Stefan Faas tamelijk on gemerkt. Natuurlijk was het opgevallen dat de Nieuw- Venneper regelmatig ver doorstootte In de B-toer- noolen. De aandacht richtte zich echter voornamelijk op het trio Tönjann, Siemerink, Lugthart. Pas toen Faas zich kwalificeerde voor de natio nale A-kampioenschappen op de Mets-banen in Sche- veningen en daar vervol gens nog een rondje won ook, was het ook in de ten niswereld duidelijk: Stefan Faas had zich overtuigend in de top van het regionale tennis gevestigd en leek op weg naar de nationale (sub- flop. Complimenten De MEAO-scholier had al tij dens de competitie gemerkt aanmerkelijk beter te spelen dan een jaar daarvoor. „In de wedstrijd tegen Son speelde ik tegen Paul Meijs, een zeer goede speler. Thuis won ik in drie sets. Er stond toen veel wind en ik dacht mijn overwinning mede aan de weersomstan digheden te danken te heb ben. Ik vroeg me af of ik wel beter was dan die jongen. De uitwedstrijd in Son klop te ik Meijs vervolgens met 6-1, 6-0. Ik speelde toen erg goed en ook mijn tegen stander overlaadde me met complimenten. Dat krikte mijn zelfvertrouwen enorm op". „Zelfvertrouwen" is volgens Faas ook het sleutelwoord tot zijn betere prestaties: „Natuurlijk is ook mijn spel vooruit gegaan. Eigenlijk zijn al m'n slagen wel iets beter geworden. Vooral mijn volley en voetenwerk kun nen nu nog beter. In de trai ningen probeer ik steeds het tempo op te schroeven. Tegen trainingsmaatje Wim Groeneveld (top A-speler, red.) gaat dat vaak erg goed. Nu moet ik nog pro beren dat ook in wedstrij den toe te passen". Ook wil de speler van Dekker-tennis zijn aanvallende spel beter ontwikkelen: „Met mijn speltype vergt ook het win nen van zwakkere tegen stander nogal wat tijd. Het „service-volley" spel kost minder inspanning". Doorbraak Als jeugdspeler de 18-ja- rige Faas is dit jaar voor de eerste keer senior be hoorde hij tot en met zijn veertiende jaar bij de beste acht van zijn leeftijdscatego rie. Een knieblessure wierp hem echter terug. Faas: „De motivatie nam af, ik begon andere dingen leuker te vin den. Ik ben toen bij Dekker gaan spelen. Daar ging het langzamerhand wat beter. Ik speelde toen tijdens een toernooitje tegen Carel de Bruijn en had zelfs een matchpoint. Dat stimuleerde me om er weer fanatieker tegenaan te gaan". De doorbraak kwam dan oök het voorbije seizoen. Stefan Faas geeft toe dat er ook wat geluk bij kwam kijken: „Tijdens de nationale jeugd kampioenschappen tot en met 18 jaar lootte ik niet slecht. Ik kwam bij de laat ste acht en mocht een week later in Scheveningen mee doen. Daar had ik weer het geluk tegen Bart Theelen te loten; die speelde niet zo sterk. Want laten we wel wezen; in één jaar op de Mets in Scheveningen be landen, dat klopt niet". Tijdens de finales van het Leidse Courant Master- stoernooi viel Faas iets te rug. „Voor het eerst van het seizoen stond ik onder druk. Ik heb toen niet goed ge speeld, had een slecht toer nooi". Afgelopen winter concentreerde de speler van Dekker-tennis zich op het spelen van A-toernooien. In Asten eindigde hij zelfs bij zo'n toernooi als eerste: „Ik won daar onder meer van Frank Stienen. Dat is eigen lijk m'n beste prestatie tot nu toe, al speelde ik daar niet m'n beste spel. De overgang van C naar B is bij mij moeizaam verlopen, maar naar A lijkt het ge makkelijker te gaan". Ook deze zomer wil Faas zich richten op de A-toernooien: „Ik wil in eerste instantie proberen aansluiting te krij gen bij de mindere A-spe lers. Dat zijn jongens, waar best van te winnen is. Ze kunnen eens een slechte dag hebben en zelf kan je in topvorm zijn". Toch wel Stefan Faas niet de gehele zomer buiten Leiden vertoe ven: „Ik wil ook hier spelen. Ik ben niet van plan alleen A-toernooien te spelen, waar ik mag verliezen. Het is goed om ook toernooien te spelen, die je moet win nen". OEGSTGEEST Het is niet recht duidelijk of de Oegstgeestse Lawn Tennis Club zich nu in leeftijd de vijfde club mag, of de zesde vereniging van Neder land moet noemen. Lan ge tijd hield voorzitter Jacques Vissers het zelf bescheiden en voorzich tig op de zesde plaats, maar van die gewoonte stapte hij dit jaar af. Vis sers spreekt nu van een vijfde plaats, „omdat het de vraag is of het één week eerder opgerichte Rotterdamse Victoria op het moment van oprich ting wel een tennisvere niging kon worden ge noemd". Heerst over de juiste plek op de ranglijst derhalve eni ge onzerheid, die twijfel be staat niet waar het de exac te leeftijd van OLTC betreft. Want, de op „De Krogt" tennissende club mag dan pas in 1974 OLTC zijn gaan heten, de mede in OLTC op gegane Leidsche Lawn Ten nis Club werd op 17 sep tember 1886 opgericht. Zo dat duidelijk is dat de Oegstgeestse Lawn Tennis Club in september van dit jaar het honderdjarig jubile um mag en zal vieren... Hoewel in die honderd jaar natuurlijk het nodige is ge beurd, blijkt de vereniging zich toch voornamelijk kalm door de tennisjaargangen heen te hebben geslagen. Speurend naar opmerkelijke gebeurtenissen, komen im mers slechts twee saillante details naar voren. Het eer ste, absolute hoogtepunt kon reeds in 1900 worden genoteerd. De Leidsche Lawn Tennis Club nam toen niet alleen met vijf andere „vereenigingen" deel aan de eerste heuse (handicap- Jcompetitie, maar slaagde er ook nog eens in die wed strijdenreeks winnend af te sluiten. „OLTC mag zich dus de eerste kampioen van Nederland noemen", con cluderen Vissers, Wim Riet dijk de voorzitter van de jubileumcommissie en commissielid Wim Blanken, de man die animator Huib van Rees terzijde stond bij diens speurtocht naar oud, maar bruikbaar archiefma teriaal. „Een opmerkelijk feit, zeker als wordt bedacht dat OLTC in de loop der ja ren toch voornamelijk een recreatief ingestelde vereni ging is geweest". Dieptepunt Het tweede opmerkelijke detail betreft onmiddellijk het absolute dieptepunt. Want voorzitter Vissers mag dan stellen dat het op zich geen verdienste is om hon derd jaar te worden, die honderd jaren van OLTC hebben wel degelijk aan een zijden draadje gehangen. Sterker nog: zelfs de vijftig jaar was bijna (bij lange na) niet gehaald. In 1929 dreig de de vereniging wegens gebrek aan animo te wor den ontbonden. De vijf op die algemene vergadering aanwezige leden besloten evenwel het tennisbeen „nog even" stijf te houden, waardoor Vissers c.s. nu in derdaad de honderd jaar kunnen volmaken. Een jubi leum dat vanzelfsprekend mede een feit is kunnen worden, dankzij enige zo'n honderd jaar terug gepleeg de activiteiten. Bij deze een gedeelte van een „ooggetui- geverslag" van G. Gerlings. Geschreven op 12 juni 1936 te 's-Gravenhage en in sep tember van dat jaar gepubli ceerd in het jubileumnum mer van „Passing Shot". Dit ter gelegenheid van het vijf tig jarig bestaan. „Mij kwam ter ore, dat de Leidsche Lawn Tennis Club in dit jaar 50 jaren zal bestaan. Onge twijfeld een gedenkwaardig feit en het is daarom, dat ik een en ander betreffende de oprichting en de eerste be staansjaren van de Club wil memoreeren, althans voor zoover op mijn leeftijd mijn geheugen mij niet in den steek laat. Zoo kwamen dan in het najaar van 1886 enke le jongelui te samen ter be spreking van de oprichting van een Tennis-Club, het geen geschiedde op 17 sep tember van dat zelfde jaar. Bij de oprichting traden als leden toe, de Dames en Heeren Hermine en Cecile Hartevelt, Marie Hagen, Cor en Wilhelmina Ie Poole, Henriette en Suze Gerlings, D. Hartevelt H. C. zn, H. G. Hagen, S. J. Ie Poole, G. Gerlings, en werd op den voorgrond gesteld dat slechts broeders en zusters leden zouden kunnen zijn, overeenkomstig de toen maals heerschende opvat tingen omtrent den onder- lingen omgang van jongelui van beiderlei kunne. Slechts een uitzondering werd ge maakt voor Theo van Hoyte- ma, een neef van een der le den". Vleermuisbranders De omstandigheden waar onder in die beginjaren werd getennist, konden niet direct optimaal worden ge noemd, zo leert het verslag van mede-oprichter G. Ger lings verder. „De eerste oe feningen werden gehouden 's Zaterdagsavonds in het Sted. Gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht bij gasverlichting van zooge naamde vleermuisbranders, de primitiefste gasbrander, een steeds flikkerend licht verspreidende. De lijnen op den vloer waren zwart ge lakt, maar wegens gebrek aan ruimte deugden de af metingen niet, echter was dat voor ons beginnelingen slechts bijzaak. Er werd ge speeld met roode ballen, welke in die zaal met houten vloerbedekking beter te zien waren. De rackets waren breeder en minder ovaal van vorm dan de tegen woordige. Weinig hadden wij toondertijd kunnen ver moeden dat de L.L-T.C. on bewust de voorloopster zou zijn van de thans meer en meer in zwang komende overdekte banen. De zaal werd schoon gehouden en op de speelavonden geo pend en weder gesloten door Louis (bijgenaamd Louis met weglating van de o, tengevolge van 's mans hoogst onfrisch voorkomen), overigens een brave sup poost die steeds op zijn post was". Het spelen op de overdekte banen aan de Pieterskerk gracht zou niet lang duren. Zoals de verhuizing naar een grasveld op het terrein aan de Stedelijke Gasfa briek niet de enige verhui zing zou blijven. In volgorde van opkomst deed de LLTC ook de Witte Singel (hoek Vreewijkstraat), het Posthof (aan de Rijnsburgerweg), het terrein van Wernink en de Noordwijkse Casino-ba nen aan, voordat in 1937 het drie banen tellende Oegstgeestse tennispark „De Krogt" kon worden be trokken. Na vijftig jaar was er dus aan de reislust van de „Leidsche" een einde gekomen: die drie banen worden nu immers, onder de cijfers 4, 5 en 6 nog altijd door het nu twaalf banen „bezittende" OLTC be speeld. Fusie „De Krogt" zou niet alleen voor de LLTC het onderko men gaan vormen. Ook de „Leidsche Studenten Mixed Lawn Tennis Vereniging" en de „Parkkaarthouders" (een grote groepering niet-com- petitiespelers) bevolkten het park. Toen de gemeente Oegstgeest in de beginjaren zeventig besloot dat het ge wenst was de gemeentelijke sportterreinen rechtstreeks aan de gebruikers te verhu ren, schrok zij terug voor de daar ontstane complexe si tuatie, die de verhuur aan een groot aantal gebruikers zou betekenen. Mede op ini tiatief van de gemeente werd de stuurgroep „Het Oegstgeester Sportpark De Krogt" gevormd om aan die moeilijkheden eenvoudiger het hoofd te kunnen bieden. Nadat de Studenten om hun subsidie veilig te stellen hadden afgehaakt en waren verhuisd naar de universitai re banen aan de Wasse- naarseweg en de hockeyers van LMHC zich in hun eigen clubhuis en de eigen, aan palende accommodatie had den teruggetrokken, res teerden nog slechts de LLTC en de Parkkaarthou ders op de tennisbanen van „De Krogt". Twee sterk ver schillende groeperingen die eind 1974 na talloze ver gaderingen om de bij aan vang schier onoverbrugbare meningsverschillen langza merhand weg te poetsen tot een fusie besloten, om dat de uitbreiding van het park naar twaalf banen en de realisering van een nieuw clubhuis dat puur noodzake lijk maakten. Die fusievereniging nu, zal dit tennisseizoen benutten om het honderdjarig be staan „op gepaste wijze" te vieren. Bestaande evene menten zullen in een spe ciaal „100-jarig licht" wor den gesteld, terwijl voor de eigen leden tevens aparte jubileum-activiteiten op het programma staan. Een mi nieme greep uit het zeer uit gebreide programma levert in dit verband een 100+ mixed-toernooi op (de dub belspelers moeten samen ouder dan 100 zijn), een nachttoernooi en (natuurlijk) een receptie en een feest. Gezellige grijsaard Jubileumcommissie voorzit ter Wim Rietdijk: „We heb ben heel bewust gekozen voor activiteiten voor onze leden. Alleen het traditione le 30+ toernooi en het Mas- terstoernooi van de Leidse Courant zijn open activitei ten". De interne activiteiten heeft de door zeer veel commissies gesteunde jubi leumcommissie zeer „di vers" gehouden. Rietdijk, verklarend: „In zo'n jubi leumjaar moet voor elk lid wat wils worden georgani seerd. Dat doel hebben we steeds voor ogen gehad. Tot en met de feestavond aan toe. Of je nu van muziek houdt, van hobbelen of van babbelen: dat kan dan alle maal". Tijdens die feesta vond in het Rijnlands Ly ceum dus, maar ook, het hele seizoen door, in het ei gen Oegstgeestse „home". Het in de laatste jaren toch al fraai verbouwde clubhuis kent nu ook nog eens een aanzienlijk verruimde keu ken. Een uitbreiding die, evenals bijvoorbeeld de bin nenkort uit te voeren reno vatie van de „Krogt-villa", toch al op de rol stond, maar „In het kader van het jubileum versneld is uitge voerd'. Hetgeen nog eens ten over vloede duidelijk maakt dat OLTC zich ook dit jaar weer als een „gezellige grijsaard" wenst tq presenteren. OLTC-voorzitter Jacques Vissers (rechts) en de voorzitter van de jubileumcommissie, Wim Rietdijk: „Het is op zich geen verdienste om honderd jaar te bestaan. Dat gaat vanzelf". „Passing Shot". Gezamen lijk maandblad van de Leidsche Lawn Tennis Club en de Leidsche Mixed Hockey Club. Omslag van het jubileumnummer, sep tember 1936.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 29