Hebben we de smaak
alweer te pakken?
JANSIEMERINK
blijft grenzen verleggen
yurmKy^wprdy
i
PAGINA 3
geniet niet tennis, maar
school de eerste prioriteit.
De 15-jarige Siemerink zit in
de vierde klas van het VWO
en wil absoluut het diploma
op zak krijgen: .Wanneer
mijn opleiding in het ge
drang komt, zal ik minder
tijd aan het tennis besteden.
Ik wil iets hebben om op te
rug te vallen. Mijn ouders
zijn dezelfde mening toege
daan en zorgen er wel voor,
dat ik de school niet ver
waarloos".
Zijn school mag dan niet ten
koste gaan van zijn hobby,
het voetbal heeft hij moeten
opgeven. Een besluit, dat de
niet van talent gespeende
Rijnsburger ernstig betreurt:
„Voetbal is altijd een sport
geweest, die ik graag beoe
fende. Je maakt deel uit van
een team, leert iets voor een
ander over hebben. Van de
winter kreeg ik echter" een
schop tegen mijn enkel,
waardoor ik twee maanden
rust moest houden en enke
le belangrijke tennistoer
nooien miste. Toen ben ik
maar gestopt".
Om prestaties te leveren,
dienen heel wat opofferin
gen gedaan te worden. Sie
merink traint gemiddeld ne
gen uur per week. Vaak
komt daar ook nog één
maal in de week een centra
le bondstraining bij. Marian
Laudin brengt zijn pupillen
de fijne kneepjes van het
vak bij en fungeert als
coach bij de wedstrijden
van de Nederlandse jeugd-
teams. Siemerink is opgeto
gen over de werkwijze van
de voormalige Tsjech: „Ma
rian is een enorme kenner.
Hij heeft zelf als speler op
niveau gespeeld, weet dus
wat je als speler voelt en
geeft nuttige tips. Daarnaast
leeft hij erg mee, wat toch
een stimulans is".
Speelstijl
Aan de speelstijl van Sieme
rink kan nog wel het één en
ander gesleuteld worden.
Zijn service-volleyspel is van
uitstekend niveau, maar
achterin het speelveld voelt
hij zich minder op zijn ge
mak. Zijn merkwaardige fo
rehandtechniek kan hem in
de toekomst misschien par
ten gaan spelen. De back
hand-crosspassing mag er
echter wezen evenals zijn
smash-werk. Voorts is het
een onomstotelijk voordeel,
dat hij links is. Rechtshandi-
net zo goed
worden als Herman van der Capel-
Nuchter
Ondanks al die successen
blijft Jan Siemerink een
nuchtere jongen, die wars is
van elke vorm van hoog
moedswaanzin. Indien hij
zich toch zou laten gaan, is
pa er als de kippen bij om
als corrector op te treden:
„Ik heb een hekel aan cap-
sones. Bekers blijven een
paar dagen in de huiskamer
staan, dan zet ik ze weg. Je
moet niet achterom blijven
kijken; de eerstkomende
wedstrijd is het belangrijk
ste. En laten we nu wel we
zen. Waarom zou Jan meer
zijn dan een ander. Omdat
hij toevallig goed tegen een
balletje slaat?"
Peter Klein
Districtstrainer Peter Klein
weet zich nog goed te herin
neren hoe hij werd geatten
deerd op Siemerink: „Tho
mas de Mooy belde mij
's nachts om één uur op. Hij
had een knaapje van een
jaar of tien zien tennissen;
of die niet zou mogen voor
spelen. Zijn aanleg werd al
snel duidelijk en hij werd
geselecteerd voor de dis
trictstraining. Ja, dat waè
knaapje Jan Siemerink".
Een ingrijpende verandering
deed zich het jaar daarop
voor. Trainer Leen Parlevliet
werd opgevolgd door Her
man van der Capellen, die
de grondslag legde voor de
tennisser die Siemerink nu
is: „Herman heeft mij veel
geleerd. Ik heb drie jaar on
der hem getraind en veel
met hem gespeeld. Zomers
trainden we een paar maal
in de week en in de winter
speelden we in de Klinken
berg".
Over de kennismaking met
Peter Klein zegt Siemerink:
„Ik had niet het idee, dat hij
direct gecharmeerd was van
mij. Ik zat bijvoorbeeld niet
bij de groep, die na de trai
ningen nog een half uur
doorging. Pas toen ik in de
toernooien tegen jongens
uit die groep ging winnen,
zag Peter het echt in mij zit
ten. Sindsdien is hij erg be
langrijk voor mij geworden.
Hij begeleidt mij bij de toer
nooien, traint veel met mij,
bespreekt met mij de te vol
gen tactiek vóór een partij
en analyseert de wedstrijd
achteraf. Hij heeft ontzet
tend veel verstand van ten
nis en kent vrijwel iedere te
genstander".
was niet zo
ge tegenstrevers zijn altijd
in het nadeel, omdat ze re
latief gezien weinig tegen
linkshandigen spelen en hun
slag dus moeten aanpassen.
Siemerink stapte de afgelo
pen winter naar Unicum
over. „Met „De Rijnkanters"
speelden wij Overgangs
klasse B. Ik wilde het eigen
lijk wel eens een stapje ho
ger proberen en aangezien
Unicum mij vroeg, was de
keus niet zo moeilijk". „Er
zijn echter wel enkele voor
gesprekken aan vooraf ge
gaan", springt vader Sieme
rink in. „ik heb alles op pa
pier laten zetten en natuur
lijk enige eisen gesteld. Ik
wil namelijk niet hebben,
dat wanneer het niet zo best
mocht vlotten met Jan, hij
keihard de grond in wordt
geboord". De bedoeling
was oorspronkelijk, dat Sie
merink in het tweede zou
spelen, maar door de de
gradatie van dat team, vorig
jaar, is toch maar gekozen
voor het standaardteam.
Opbouw
De Siemerinks hebben dui
delijk gekozen voor een
stelselmatige opbouw van
Jan 's carrière. Iedere fase
moet worden doorlopen en
keer op keer worden de
grenzen een beetje verlegd.
„Vroeger had ik maar één
doel", zegt Jan „en dat was
het niveau van Herman van
der Capellen halen. Ik dacht
echt nooit aan de nationale
top, laat staan de internatio
nale. Er zijn zoveel mensen
die tennissen en ik denk
daarom, dat de spelers in
de top steeds dichter naar
elkaar toe gaan groeien".
De Europese topjeugd weet
in ieder geval wie Jan Sie
merink is. Tijdens het toer
nooi om de Karl Hülpert
Cup, het Europees Kampi
oenschap voor landenteams
tot en met 16 jaar, eindigde
Nederland op een fraaie
tweede plaats achter Frank
rijk. Siemerink won drie van
zijn vier single partijen en
bleef bijvoorbeeld de Frans
man Christophe Sabastiani
de baas, die er kort geleden
in slaagde een set te winnen
tegen zijn befaamde landge^
noot Henri Leconte. In fe
bruari deed Siemerink ook
al van zich spreken door bij
de Nederlandse winterkam
pioenschappen tot 18 jaar
de tweede plaats, achter
Roger Warmenhoven, voor
zich op te eisen.
RIJNSBURG Insiders we
ten het al enige jaren; Ne
derland 'barst' weer van het
sluimerend tennistalent. De
vraag is alleen wie zich in
derdaad zal ontwikkelen tot
een speler van allure, wie
het voortouw neemt en als
voorbeeld zal gelden voor
de rest. Rijnsburger Jan
Siemerink wellicht? Zeker
niet onmogelijk, daar er in
huize Siemerink voorzichtig
en doordacht wordt omge
sprongen met de talentvolle,
15-jarige telg. Het hele gezin
staat voor 100% achter zijn
tennisactiveiten, stimuleert
hem en dénkt met hem
mee. Vooralsnog werpt deze
gang van zaken zijn vruch
ten af, want met de carrière
van de inmiddels in de Eu
ropese jeugdtop belandde
Jan Siemerink gaat het in
ieder geval voortvarend.
De allereerste kennismaking
met de tennissport vond
plaats bij het Katwijkse Zee
en Duin, waar Siemerink se
nior geregeld een balletje
sloeg. Jan was een trouwe
metgezel in die periode en
het duurde dan ook niet zo
lang voor hij lid werd van
„De Rijnkanters". Negen
jaar oud, kreeg hij te maken
met Leen Parlevliet: „Ik
kreeg een jaar lang groeps
training van hem en speelde
buiten de trainingen veel
met een iets oudere jongen
uit de buurt, die van gelijk
niveau was en waarmee ik
heel wat uren op de baan
heb gestaan".
hoeft niets zo lang hij er
maar niet met de pet naar
gaat gooien. Als hij dat doet
dan is het over en kan hij
het vergeten. Ik weet wel, er
zijn mensen die denken dat
ik hem in de watten leg. Wij
weten dat dat niet zo is. Het
is alleen wel zo, dat wil die
iets bereiken hij niet te veel
zorgen aan zijn hoofd mag
hebben".
Pa Siemerink en Jan zijn el-
kaars tegenpolen. Bij wed
strijden is junior vaak de
rust zelve, terwijl senior zijn
emoties maar nauwelijks de
baas kan. Toch botsen ze
nooit met elkaar, omdat ze
problemen direct uitpraten.
„Wanneer wij een goede fi
guur vinden, waar Jan tegen
aan kan praten en die hem
daadwerkelijk helpt, dan
word ik weer alléén zijn va
der. Zolang wij zo iemand
nog niet hebben gevonden,
zorgen Klein en ik voor de
begeleiding. De Bond moet
eindelijk eens met een goed
beleid komen en dit soort
problemen oplossen. Voor
lopig is het een chaos met al
die privé-trainers en tennis-
scholen, die elkaar het licht
in de ogen niet gunnen".
Prioriteit
Hoewel de schijn bedriegt.
Tegenpolen
Naast Klein steunt Sieme
rink op zijn vader, die zijn
zoon met raad en daad bij
staat: „Ik ben inderdaad erg
dicht betrokken bij Jan zijn
tennisactiviteiten. Er is vrij
wel geen wedstrijd die ik
oversla, ik breng hem overal
naartoe en ontlast hem van
zaken die niets met het ten
nissen op zich van doen
hebben. Hij mag alles en