Ik heb nooit met de
vuist op tafel gebonkt"
r>r>
Judoka
Henn y Pleiziek
haakt af
SPORT LEIDEN
£etdóc@ou*a/nt
ZATERDAG.15 MAART 1986 PAGINA
LEIDEN „AL je eerlijk
bent en niet te beroerd
om je armen uit de mou
wen te steken, bereik je
altijd je doel". Als Cock
van der Hulst, voorzitter
van de wielrenafdeling
^an de 66-jarige Leidse
Hen en Toer Vereniging
Swift, bij de opening van
het nieuwe wielerparcours
nog eens terugkijkt in het
verleden, is hij ervan
overtuigd dat hij en zijn
medebestuurders de juiste
weg hebben gevolgd: „Wij
hebben erg lang moeten
wachten voordat het par
cours er was, maar uitein
delijk is het er gekomen,
omdat we ons bij de tallo
ze vergaderingen geduldig
en eerlijk hebben opge
steld. Een agressieve aan
pak zou alleen maar ave
rechts hebben gewerkt".
Vandaag, als wethouder D.
Tesselaar van Volkshuisves
ting en Sportzaken het tradi
tionele lint heeft doorgeknipt,
wordt Swift beloond voor het
lange, lange wachten. Vanaf
de oprichting in 1919 immers,
zijn de wielrenners uit Leiden
en omgeving steeds weer ver
jaagd van hun „parcoursen" op
de openbare weg, zonder dat
zij een veilige uitwijkmogelijk
heid hadden. Lange tijd hield
de gemeente Leiden zich Oost-
indisch doof voor de roep om
een afgesloten baan, waar de
wielrenners zich geen zorgen
hoefden te maken om het
openbare verkeer. Verkeer,
dat meerdere malen haar
bijna dodelijke tol eiste.
Van der Hulst verklaart:
„Wielrenners werden vroeger
beschouwd als uitschot. Nie
mand wilde er zich om be
kommeren. En: de wielrenners
zelf wisten niet beter. Overal
in Nederland reden zij op de
openbare weg en dat dat ge
vaarlijk was, accepteerden zij
als een voldongen feit. Net zo
als zij zich soms nu nog tevre
den moeten stellen met een
teiltje lauw water in plaats van
een warme douche".
Ongelukken
Vandaar, dat ook de renners
van Swift lange tijd genoegen
namen met de open polderwe
gen rond Leiden of hobbelige
industrieterreintjes als bij de
Groenoordhallen of in De
W^ard. Kort na de tweede we
reldoorlog reden zij hun club
wedstrijden zelfs op de open
bare weg tussen Leiden en
Utrecht. De toenemende ver
keersdrukte, protesterende
kerkgangers en verbaliserende
politie verjoegen de blauw-
hemden in de vijftiger en zes
tiger jaren naar de relatief rus
tige polderwegen. Wegen tus
sen De Zijl en Langeraar,
waar renners als Bart Zoet en
Gerben Karstens eerst, en
Joop Zoetemelk later tegen de
wind opboksten. Ook deze om
geving werd de renners te
heet onder de voeten, toen
zich enkele ongelukken voor
deden. Van der Hulst: „Ie
mand heeft eens een keer een
melkbus op z'n hoofd gekre
gen, toen die van een kar af
viel. Een ander kwam ernstig
ten val na een botsing met een
lijnbus. Toen was de maat
vol".
'Sinds die tijd hebben de
„Leidse" wielrenners hun heil
op industrieterreinen gezocht.
Plaatsen waar zij op zondag
ochtend weinig hinder onder
vonden van .het verkeer en
waar zij de enkele auto's en
fietsers die zich op de weg ver
toonden zelf in goede banen
konden leiden. Problemen die
de hardrijders hier ontmoetten
waren geparkeerde (vracht
auto's, de hard achteruit hol
lende staat van het wegdek en
de vestiging van bedrijven.
Vooral het laatste feit was er
de oorzaak van, dat Swift in
Cock van der Hulst voor „zijn" trots, het nieuwe clubhuis van Swift: „Ik wist, dat het er eens zou komen".
SWIFTVOORZITTER VAN DER HULST BU OPENING NIEUWE ACCOMMODATIE:
1972 het 700 meter lange rond
je op het industrieterrein De
Waard vaarwel diende te zeg
gen. Een plaats waar de Leidse
club overigens voor het eerst
de beschikking had over een
half verrotte bouwkeet, die
voor clubhuis diende door te
gaan. Van der Hulst: „Tot die
tijd maakten we gebruik van
café's of voetbalkantines. De
dienst Sport en Recreatie
schonk ons die keet, die we
zelf in elkaar hebben gezet en
opgelapt".
Terwijl de gemiddelde voet
balclub moord en brand zou
hebben geschreeuwd over een
dergelijke geste, was men bij
Swift allang blij met het
bouwval: „Wij hadden niets.
Niemand bekommerde zich
om Swift. Ja, ze wisten wel
van Karstens en Zoetemelk,
en die waren toch ook zonder
parcours en clubhuis groot ge
worden? Wij hadden de ge
meente niets te bieden, wii
konden alleen maar onze hand
ophouden". Vandaar dat Van
der Hulst, die zich later na
mens Swift het drukst zou be
zig houden met het nieuwe
parcours en clubhuis, zich bij
de 'onderhandelingen met di
verse instanties bescheiden op
stelde. „Je kunt wel een grote
mond opzetten, maar daar
krijg je alleen een grotere voor
terug. Mij is in de loop der ja
ren gebleken, dat, als je je ge
duldig en constructief opstelt,
men best bereid is zijn best
voor je te doen".
Harde actie
Die onderhandelingen, met ge
meente, overheid en bewoners
van aanpalende wijken, start
ten in 1979, kort nadat Swift
het 60-jarig jubileum had ge
vierd. Een gelegenheid waar
bij wethouder D. Tesselaar
toen al van sportzaken het
jubilerende bestuur een ma
quette aanbood van een nieuw
parcours op de voormalige
vuilstortplaats Roomburg. Ein
delijk leek Swift van de pro
blemen bevrijd. Niets was
minder waar dan dat. Van der
Hulst: „De gemeente had de
bewoners van Meerburg en de
Rivierenwijk beloofd, dat daar
een park zou komen. Toen die
mensen over de plannen van
een wielerparcours hoorden,
schrokken ze zich een onge
luk. Ze vreesden een invasie
van auto's en grote overlast
van lawaai".
Moeizaam verlopen overleg
met gemeente en buurtvereni
gingen resulteerde in een aan
passing van het plan: er zou
slechts zeer beperkt gebruik
worden gemaakt van een ge
luidsinstallatie en de route zou
in plaats van een cirkel rond
de gehele belt, een lus rond
het zuid-westelijke gedeelte
worden. Vooral die laatste
maatregel zette kwaad bloed
bij de wielrenners, waarvan
enkelen aandrongen op harde
actie. Van der Hulst: „Mij was
al duidelijk geworden dat dat
geen zin had: het geld was
eenvoudigweg op bij de ge
meente. Toen ondervond ik
ook dat ik beslist niet van het
kastje naar de muur werd ge
stuurd, zoals men wel beweer
de: vooral Piet Biegstraaten
van de Sportstichting deed er
alles aan om de zaak toch nog
rond te krijgen". En dat lukte,
tot grote tevredenheid van
Van der Hulst: „Biegstraaten
lanceerde het plan om oude
straatstenen voor het parcours
te gebruiken en de breedte in
te perken van 6 naar 5 meter.
De keus was niet moeilijk,
want er was geen alternatief".
De gemeente ontwierp een
plan, dat Swift financieel zeer
welgezind is. Het parcours is
officieel een recreatieve fiets
route, die Swift weliswaar
dient te onderhouden, maar
waar geen huur voor hoeft te
worden betaald. Swift heeft
het recht de route als parcours
te gebruiken en het dan af te
sluiten voor ander verkeer. De
overige tijd is het toegankelijk
voor recreatieve gebruikers.
Zo kon, vijf jaar nadat Tesse
laar de maquette had gepre
senteerd, eindelijk begonnen
worden aan de aanleg van de
fietsroute annex wielerpar
cours. Dat die handeling zo'n
anderhalf jaar in beslag heeft
genomen vorst en geldge
brek stagneerden de aanleg
diende voor lief genomen te
vf orden.
Paleiszaal
Terwijl stratenmakers de laat
ste hand legden aan het zware
klinkerrondje, inclusief een fel
klimmetje, sloeg Tesselaar in
maart van het vorig jaar de
eerste paal van het nieuwe
clubhuis de grond in. Vergele
ken met de bouwkeet in De
Waard is het een paleiszaal,
maar» ook die is niet zonder
slag of stoot opgebouwd. Van
der Hulst: „Nadat de bouw
commissie eenmaal een aanne
mer de opdracht hadden ver
strekt, hebben we een loterij
georganiseerd om de hoge kos
ten te drukken. Toen hebben
de leden mij in de steek gela
ten. Nadpt ik in 1978 de be-
stuurshamer van Joop Rietho
ven had overgenomen hebben
zij mij steeds gesteund en is
het clubleven er alleen maar
op vooruit gegaan. Maar tij
dens die actie hebben er maar
weinig hun inzet getoond".
Door een hoge lening af te
sluiten beschikt Swift nu over
een schitterend clubhuis. Kaal
opgeleverd door de aannemer,
hebben zo'n 30 leden zich over
de afbouw ontfermd. Grote
voortrekker was Van der
Hulst. Zelf aannemer, heeft hij
wekenlang zijn vrije tijd opge
offerd aan de laatste, zwaar
wegende loodjes. „Het is jam
mer dat ik het moet zeggen,
maar in die periode heb ik bij
na niemand gezien van de toe-
rafdeling. Ik hoop, dat de ver
houding met hen verbetert
met de komst van het club
huis".
Vorig jaar al hebben de wiel
renners intensief gebruik ge
maakt van het parcours. Dit
seizoen zal dat nog toenemen.
Elke zondag houdt men een
clubwedstrijd voor Swiftren-
ners. Doordeweeks hebben
clubontmoetingen plaats en
staan ook wedstrijden voor
niet-licentiehouders op het
programma. Verder zal Swift
er een aantal nationale wed
strijden en jeugdtoernooien or
ganiseren. Van der Hulst: „Ik
verwacht dat het ledental
hierdoor zal toenemen en, nog
belangrijker, dat de sfeer zal
verbeteren. Die is nu al goed,
maar de betrokkenheid zou
beter kunnen".
Van der Hulst en de zijnen
hebben nog een grote wens:
een clubsponsor: „Wij hebben
nu veel te bieden: een prima
accomodatie en zo'n 100 ren
ners waaronder meerdere
koerswinnaars. En ik kan ge
gadigden verzekeren, dat wij
niemand belazeren..." Een an
dere wens van het Swiftbe-
stuur zal waarschijnlijk nog dit
{'aar vervuld worden: de aan
eg van een toegangsweg van
af de Hoge Rijndijk, die aan
sluit op rijksweg A4 (Amster
dam-Den Haag). „En zo zie je
maar", aldus Van der Hulst,
„dan is alles toch op z'n pootjes
terecht gekomen".
PI ETER EVELEIN
„JE HEBT IN NEDERLAND
NIETS AAN EEN SPORTCARRIÈRE'
|en
tre(
HA/
Koote
itverk
taaaki
de k
bedt
uit
Hj
Koot<
end s
is. H'
is O'
lezen
Koot
op
HAARLEM De lande
lijke judotop is sinds de
Nederlandse kampioen
schappen van afgelopen
zaterdag een varkenshou
der rijker en een judoka
in hart en nieren armer.
Terwijl Willy Wilhelm in
de Haarlemse Spaarnehal
met een liesblessure aan
de kant bleef, wisselde de
25-jarige Elzendorpse
agrariër Gerard van
Deurzen in de zwaarge
wichtklasse stuivertje met
nationaal kampioen Hen-
ny Pleizier. De voor het
Amsterdamse Muscle Po
wer uitkomende judoka
besloot gedesillusioneerd
tot beëindiging van zijn
actieve judocarrière. „Dit
was mijn afscheidstoer-
nooi. Achteraf bezien was
het dom van me dat ik
heb meegedaan".
De 28-jarige Pleizier legde di
rect nadat hij in de eerste ron
de door de Hagenaar Barry
Oudshoorn uit de strijd was
geknikkerd, zijn vele grieven
op tafel. De sportleraar in de
Amsterdamse Bijlmer-bajes
oordeelt dat zijn judoloopbaan
hem eigenlijk slechts windeie
ren heeft gelegd. De bonds
coach liet hem ondanks zijn
nationale titel links liggen en
er is geen maatschappelijke
begeleiding, vindt hij.
„Je hebt in dit land helemaal
niets aan een carrière in de
sport. Ik probeer in Amster
dam een eigen sportschool te
beginnen, maar de gemeente
stuurt me van het kastje naar
de muur. Als je je arm volspuit
met heroïne, word je van alle
kanten geholpen, maar sport
prestaties tellen in dit land ab
soluut niet mee".
Ex-Wassenaarder Pleizier
stapte zestien jaar geleden
voor het eerst op een judomat
en deed mee aan talloze bui
tenlandse toernooien. Vorig
jaar zette hij de kroon op het
werk met het behalen van de
landelijke titel en Pleizier re
kende vervolgens op uitzen
ding-naar de wereldkampioen
schappen in Japan. „Ik had
duidelijk de beste papieren,
maar uit de krant moest ik
vernemen dat er al een ploeg
vertrokken was. Met Wilhelm
en zonder mij. Terwijl ik met
de bondcoach (Chris de Korte,
red.) duidelijke afspraken had
gemaakt. Later kreeg ik nog
een briefje van de bond. Of ik
het maar sportief wilde opvat
ten... Dat zijn van die momen
ten waarop je je gaat afvragen:
waar ben ik nou mee bezig? Ik
had zelfs mijn gezin naar de
achtergrond geschoven. Als ie
als Pool in je eigen land derde
wordt, krijg je een huis en een
auto en hoef je niet te werken.
Bij ons levert een investering
in de sport helemaal niets op".
Poen
Toch wil Pleizier, die behalve
het horeca-diploma ook het
papiertje van de „NSF-coach-
Cursus" en de ClOS-studie in
bezit heeft, in de nabije toe
komst beslist een eigen judo
school gaan oprichten. In Am
sterdam-Zuid, zijn
woonwijk. Hij wil er zelfs j
huidige werkkring voor verl
ten. „Dan maar zonder hi§
van de overheid".
Pleizier vindt dat
school het accent moet ligi
op de wedstrijdsport. „Er
in Nederland maar heel
nig scholen waar op de goi
manier wordt gewerkt. HetF
haast allemaal recreatie,
maar bezigheidstherapie. F
gaat het alleen maar om I
poen. Haast overal is randi
(de oefenpartijtjes) een
woord en leren ze de kinder!
alleen wat technieken aap
Gezien zijn teleurstellende T
varingen en z'n heilige ovi
tuiging dat zelfs topjudokl
niet van hun sport kunnen
ven, lijkt Pleizier's streven i p°m'
konsekwent. „Nee hoor", 1
strijdt hij. „Ik wil de jeu
juist meegeven dat er na
judo ook aan andere zak
moet worden gedacht". fYïY
Bondscoach Chris de Koi^*-*-
deelt gedeeltelijk de meni
van Pleizier. „Je komt er n
als je niet helemaal leeft *«S<
het wedstrijdjudo. Het buite
land dwingt ons daar nou ee
maal toe. Inderdaad, als
om de directe financien ga I. V-
is het een lachertje. Als je z
hoeveel geld er naar de prop
ganda van de Olympische Sdrfg
len in Amsterdam gaat G"
dat liever aan de sporters". 1
coach ontwijkt aanvankel
de gewetensvraag of het, dyEI
zien de maatschappelijke p< jc_^
spectieven, wel verantwoord
honderd procent judo-inspaf?se
ningen te eisen. „Daarin ad^is e
seer ik niemand. Ze moetftaar)
het zelf weten of ze er aan in
ginnen. Maar volgens n jjie
slaagt een topsporter vanze* - l
Topsport zorgt immers vc*
ontplooiing en daarom blijf fet F
het voorstaan". jrt
ferzc
Wilhelm
Het grote voorbeeld voor
Korte is en blijft Willy
helm. Full-time judoka,
hoopt op grond van zijn naaboos
later ergens aan de slag te kn he
men. „Hij draait momente lal
zeer goed'De kolos kwam zjdvoc
terdag niet in actie. Pleizifoiro<
twijfelde echter aan de opg
geven reden. „Hij weet toch
dat hij naar het Europe
kampioenschap gaat. Zoiets
absurd. Dat van die liesblessjens
re is vast niet waar". H
slachtoffer zelf vertelde net
blessure vorige week bij e >pij
toernooi in Hongarije te he ten
finale ook opgerecht
ven". Wilhelm rekent er ebbe
voor het EK op 8 mei in B^é g<
grado „fit" te zijn. „Ik wo jsie-
tweemaal per dag in Papenc ij o<
behandeld. Dat moet lukken >n ir
Ook Papendal is één van rogr
onderwerpen waarover Pli V
zier zich kan druk maken. „Bkon
turnschool daar moet ejfelev
voorbeeld zijn. Er moet in N
derland één groot Papenc as I
komen voor alle sporters. Dayuui
moet zowel aandacht aan (kost
sport als aan scholing wordferen
gegeven". Hij blijkt er onbfchol
wust net zo over te denkftin^
als De Korte. „Het geld mabesti
nu zonodig worden gebruiflagh
om de Olympische Spel de
naar Amsterdam te krijgeiwei
Maar we hebben niets ov
voor de eigen sportlieden".
ROB LANGEVElJgez.
dste
Onder redactie van Gert-Jan
Beschaafd (1)
Hebben wij van Hutspo(r)t
vorige week waterpoloërs,
handballers en basketballers
tot de orde geroepen, omdat
zij zich hadden misdragen,
ditmaal nemen wij enkele,
weliswaar meer ludieke, ac
ties van hockeyers en volley
ballers onder de loep. Want,
laat de lezer zich niet vergis
sen: mogen met name hoc
keyers bekend staan als be
schaafde tot zeer beschaafde
sportlieden, in de praktijk
blijkt dat soms tegen te val
len.
Beschaafd (2)
Neem nu die actie van num
mer 8 van Schaerweyde te
gen LMHC-aanvoerder Bou-
dewijn van Eyck. Zo te zien
een soort tackle met de be
doeling Van Eyck onder het
kunstgras te schoffelen. Nu
hebben wij van Hutspo(r)t
ooit zelf de hockeystick
trachten te hanteren, maar
dat in het edele hockeyspel
rugby-achtige acties als deze
voorkomen, is ons toch niet
bijgebleven. Anderzijds, wij
herinneren ons als de dag
Invlee en Pieter Evelein
van gisteren terwijl het al
weer zo'n zeven jaar geleden
is waarom de sporttas van
een hockeyer vaak zo zwaar
is: niet door de pakjes bruine
boterhammen met kaas of de
broodnodige „legguards", die
been beschermers van de
doelman of -vrouw, want die
plegen los te worden meege
nomen. Maar wel door de
scheenbeschermers. Normaal
gesproken, bij voetbal bij
voorbeeld, attributen van be
perkte omvang, maar bij hoc
key meer gelijkend op de
beenplaten waarmee ridders
zich ooit plachten uit te dos
sen: van vlak onder de knie
tot over de enkel, van achte
ren vastgemaakt met riemp
jes. Op bijgaande foto is niet
één speler op genoemde wijze
beschermd. Dus toch een be
schaafd spelletje? Wij van
Hutspo(r)t hebben zo onze
twijfels: langs de lijn mag
men zich misschien zo gedra
gen, erbinnen valt dat tegen.
Vrienden (1)
Nee, dan de volleyballers van
Leython en Tornado. Die ko
men elkaar hoogstens in de
lucht tegen, en dan nog van
elkaar gescheiden door een
net. En juist dat net leidt nog
wel eens problemen in.
Beschaafd...
Vrienden (2)
Zo ontstond jongstleden zon
dag een discussie tussen aan
voerder John Groen van
Leython en scheidsrechter
Nolten. De vraag: was de ge
klutste bal nu vier, dan wel
het toegestane aantal van
drie maal door Tornado ge
speeld? Groen na afloop: „Je
probeert er alles uit te halen,
dus ga je verhaal halen". Ge
zien de gezichtsuitdrukking
verliep de discussie op rolle
tjes, zelfs de toegesnelde Tor
nado-speler kon dat niet ver
hinderen. Groen weer: „Ja,
bij volleybal verlopen dat
soort gesprekken nu eenmaal
in een vriendelijke sfeer". En
dat volleyballers vrienden
zijn, dat willen we weten.
Op tijd
De sportredactie van de
Leidse Courant ontvangt re
gelmatig aankondigingen van
festiviteiten als huldigingen,
recepties en jubilea van
sportverenigingen. Haast on
vermijdelijk met het verzoek
hiervan kond te doen in de
sportkolommen. Uiteraard,
want anders verstuur je zo
iets niet. Nu wil het ongeluk,
dat deze berichten nogal eens
laat worden verzonden en
daardoor niet meer kunnen
worden geplaatst. En dat is
jammer. Hulde daarom aan
de heren Veefkind en Stik-
kelorum van De Sleutels, die
ruim vijf maanden van tevo
ren hun aankondiging van
hun reünie verstuurden. Men
notere in zijn agenda: vrijdag
22 augustus vanaf 19.30 uur
Vrienden...
feest in het clubhuis aan de
Voorschoterweg.
Veteranen-
kampioen?
Iedere bowlingkenner weet,
dat je zeker tot je 45e jaar ,op
niveau" kunt blijven mee
draaien. Toch had de inmid
dels 38-jarige René van der
Horst het gevoel, dat het nu
moest lukken of anders nooit
meer. De bowlingcrack hikte
al acht jaar aan tegen de we
tenschap, dat hij best wel
veel toernooien had gewon
nen, maar nog nooit een offi
ciële titel had binnengesleept.
Zelfs was de Zoeterwoude-
naar een keer zeer dicht bij
de nationale titel, maar ging
twee games voor het slot
„stuk" op de spontaan gere
zen gedachte, dat hij en niet
de inmiddels zevenvoudige
Ton Plummen dat kampioen
schap binnen bereik had.
Plummen werd het ook die
keer alsnog, Van der Horst
eindigde als vierde. Afgelo
pen zondag heeft talent Van
der Horst zich dan toch nog
van zijn frustatie ontdaan.
Hij versloeg vier van zijn
teamgenoten en een „buiten
staander" tijdens de kampi
oenschapsfinale van de
BBLZW en verzekerde zich
na al die jaren dan eindelijk
van de grootste bondsbokaal.
Nu er geen psychologische
barrière meer bestaat voor de
Menkenspeler en gezien de
jonge" status van Van der
Horst zouden er theoretisch
nog een stuk of zeven bij
kunnen. Zou hij zijn grootste
successen dan gaan behalen
in de herfst van zijn bowling-
carrière?