PvdA: van regerings- tot actiepartij
I
Den Uyl moet nu „smakelijk lachen" om suggestie uit '56
Binnenland
CcidócSoivumt
40-JARIGE PARTU
PUBLICEERT GEHEIME NOTULEN Het oprichtingscongres van de PvdA op 9 februari 1946. Derde van links achter de bestuurstafel de vroegere vrijzinnig-democraat P.J. Oud. wiens doorbraak slechts tijdelijk zou
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1986 PAGINA 5
het een „mooie anecdote",
waar hij „smakelijk om
had gelachen".
Voor ecri goed begrip van de
PvdA-notulen dient men te
weten dat in oktober 1956 de
Hongaren in opstand waren
gekomen tegen hun Sovjet
overheersers. In Boedapest en
later ook daarbuiten werd he
vig gevochten. De woede in
het Westen, ook in Nederland,
over wat er in Hongarije ge
beurde, was zeer groot. De
„Grote Drie" van het Westen,
de Verenigde Staten, Groot-
Brittannie en Frankrijk had
den van de Hongaren de
smeekbede ontvangen gewa
pende hulp te bieden.
PvdA-voorzitter Evert Ver
meer vond de situatie ernstig
genoeg om zijn bestuur op za
terdag 27 oktober in spoedbe
raad bijeen te roepen. Hij wil
de dat de PvdA, die deel uit
maakte van de regering (derde
kabinet-Drees), een verklaring
zou uitgeven, waarin niet al
leen bezorgdheid maar ook
„solidariteit tot uitdrukking
zou komen met de Hongaarse
arbeiders, die de strijd om de
vrijheid hebben aangebonden
met de Sovjet-troepen".
Bestuurslid Joan Willems wil
de weten op welk? wijze de
Hongaren concrete hulp kon
worden geboden. Hij kreeg
antwoord van Joop den Uyl,
op dat moment 36 jaar en di
recteur van de Wiardi-Beck-
manstichting, het wetenschap
pelijk bureau van de PvdA.
„Effectieve hulpverlening kan
alleen door het zenden van
Amerikaanse bommenwerpers
naar Moskou".
Uit de reacties van bestuurslid
Geert Ruygers en fractieleider
Jaap Burger blijkt dat Den
Uyl'gewapende interventie be
schouwde als een serieuze mo
gelijkheid. Ruygers informeer
de bezorgd of er echt geen
„andere alternatieven" waren
en Burger noemde het „buiten
proportie thans te beraadsla
gen of wij al dan niet een oor
log met Rusland moeten aan
gaan". De fractieleider voelde
meer voor een inzamelingsac
tie ten behoeve van de Hon
gaarse vluchtelingen.
Het partijbestuur besloot tot
een compromis. Er kwam een
verklaring dat „alle mogelijke
middelen dienen te worden
overwogen die dienstig zijn
voor de hulpverlening aan de
strijders om de vrijheid in
Hongarije". Die formulering
bood dps zowel ruimte voor
steun aan een eventueel Wes
ters gewapend optreden tegen
de Sovjet-Unie als voor een
collecte.
De Partij van de Arbeid viert vandaag in het Haagse
Congresgebouw haar 40-jarig bestaan. Dat is eigenlijk één dag te
vroeg, want de offteiële oprichting geschiedde niet op 8 doch op 9
februari 1946. Maar de partijtop vond het niet gepast het
(ibileumfeest op een zondag te houden. Dat lijkt wat vreemd voor
ten socialistische partij die geacht wordt een afschuw te hebben van
ermenging van religie en politiek. Maar wie de geschiedenis van
Ie PvdA bestudeert, merkt al snel dat dit soort tegenstrijdigheden
iu juist zo kenmerkend is voor de partij van onder anderen Drees,
H|L Burger, Vondeling en Den Uyl.
f! Speciaal ter gelegenheid van dit feest heeft het partijbestuur zijn tot
nu toe geheime notulen openbaar gemaakt. Deze stukken vormen
de basis van het boek „Een Partij in de Tijd" van de journaliste Anet
Bleich, dat vandaag wordt uitgereikt aan PvdA-voorzitter Max van
den Berg. Op die manier wordt onder meer eindelijk duidelijk dat
zo ongeveer de hele partijtop heeft meegeholpen het totstandkomen
m een kabinet-Den Uyl II te voorkomen. En zo bevat het boek nog
eer pikante zaken, die menig oud-partijbons, voor zover nog in
[even, een wat ongemakkelijk uurtje zullen bezorgen.
blijken. Hij richtte enkele jaren later de VVD op.
(Vervolg van de voorpagina)
DEN HAAG PvdA-lei-
der Joop den Uyl ver
klaarde gisteren niet meer
te weten dat hij in 1956
tijdens de Hongaarse op
stand voorstander was van
een Westerse interventie
door „Amerikaanse bom
menwerpers naar Moskou
te zenden". Hij noemde
tot „actiepartij" ontnam Den
Uyl het initiatief aan nieuwe
partijen als D'66 en PPR. De
club van Hans van Mierlo, die
de traditionele politieke partij
en wilde doen „ontploffen",
werd gepaaid met de belofte
van één grote Progressieve
Volkspartij. Een loze belofte
bleek later, toen de PvdA in
1972 als grote winnaar (43 ze
tels) uit de bus was gekomen.
Die winst ging gepaard met
een afbrokkeling van de KVP
(27 zetels) en die twee ontwik
kelingen tezamen maakten
uiteindelijk het kabinet-Den
Uyl mogelijk. Dit volgens for
mateur Burger „eerste, echte
socialistische kabinet" heeft
meer gedaan dan velen den
ken. Want al kwam er weinig
terecht van de zogeheten
maatschappijhervormende
voorstellen (VAD, Grondpoli-
tiek), de inkomensverschillen
werden wel grondig aange
pakt. Het minimumloon en de
modale inkomens stegen, de
middeninkomens bleven gelijk
en de maximuminkomens
daalden. Nog nooit was er zo
sterk genivelleerd en nooit
eerder werden de overheids
uitgaven zo sterk opgevoerd,
met name voor welzijn, volks
huisvesting en ontwikkelings
samenwerking. Voorts trok de
aandacht het verhinderen van
de door vice-premier Van Agt
nagestreefde sluiting van de
kliniek Bloemenhove, waar
door ook de zogeheten late
abortus in feite werd gelegali
seerd.
Mislukking
Het veelvuldige geruzie met
de nieuwe CDA-coryfee Dries
van Agt deed al vermoeden
dat de kabinetsformatie van
1977 bepaald niet eenvoudig
zou worden. Maar het vvas
toch uiteindelijk de PvdA zelf
die de zaak deed mislukken.
En ook js het niet terecht, zo
als de partij geprobeerd heeft,
Piet Reckman de schuld in de
schoenen te schuiven. Nee, al
lang voordat Reckman tijdens
een partijraad zijn beruchte
motie indiende (voor een nu
merieke meerderheid van de
PvdA in het kabinet), hadden
het kamerlid Hans Kombrink,
voorzitter Ien van den Heuvel
èn partijleider Joop den Uyl
zich zo hard opgesteld dat de
formatie bij voorbaat tot mis
lukken gedoemd was. Den Uyl
zelf heeft, zo blijkt nu, als eer
ste uitgesproken, dat „de tien
zetels winst van de PvdA te
rug te vinden moesten zijn in
de zetelverdeling in het kabi
net".
Het was ook Den Uyl die zijn
mond hield, toen het partijbe
stuur later besloot dat Van Agt
niet zou mogen terugkeren op
Justitie en dat de conservatief
geachte Andriessen en Krui-
singa niet allebèi minister
konden worden. Van Agt zag
daarin aanleiding op 4 novem
ber 1977. definitief „neen" te
zeggen, waarna in buitenge
woon korte tijd een coalitie
van CDA en VVD tot stand
kwam. Dat tien leden van de
CDA-fractie het daarmee niet
eens waren, verhinderde niet
dat het kabinet-Van Agt-Wie-
gel de rit volledig uitzat.
Vechtkabinet
Bij de verkiezingen van 1981
leverden de socialisten negen
van de tien zetels winst in.
Maar doordat D'66 onder lei
ding van Jan Terlouw een
fantastische winst boekte, ver
loren CDA en VVD toch hun
meerderheid. Met grote tegen
zin ging Van Agt weer met
„links" onderhandelen en liet
dat duidelijk merken. Zo groot
was echter de regeerbelustheid
van de PvdA dat zij zo onge
veer alles slikte, ook het pre
mierschap van de CDA-leider.
Den Uyl, als minister van soci
ale zaken en werkgelegenheid,
■deed zijn best er iets van te
maken, evenals André van der
Louw (CRM). Beiden kwamen
met voorstellen (ingreep in de
ziektewet en terwerkstellen
van jeugdige werklozen) die
goedkeurend door „rechts"
werden ontvangen. Maar het
PvdA-bestuur reageerde pre
cies tegenovergesteld, vooral
toen de partij bij de statenver
kiezingen van maart '82 een
verpletterende nederlaag leed.
Twee maanden later hielp
PvdA-voorzitter Max van den
Berg het kabinet-Van Agt II
uit zijn lijden.
Uit de hand eten
Grote winnaar bij de daarop
volgende verkiezingen was de
VVD, die met zijn nieuwe lij
strekker Ed Nijpels tien zetels
winst boekte. Een moegestre
den. Dries van Agt wachtte tot
dat een kabinet van CDA en
VVD in de steigers stond en
vertrok toen naar Noord-Bra
bant. De nieuwe sterke man,
Ruud Lubbers, en zijn no-non-
sense ploeg begonnen de over
heidsuitgaven zo daadkrachtig
te verminderen, dat de PvdA
haar aanhang weldra sprongs
gewijs zag groeien. Zoals het
er nu naar uitziet, veroveren
de socialisten op 21 mei aan
staande 55 a 60 zetels.
Die riante uitgangspositie is er
de reden van dat Den Uyl zich
ook nu heeft kunnen handha
ven als partijleider. Niet Jos
van Kemenade, niet Marcel
van Dam en niet Wim Kok
trekt de PvdA-lijst maar de
66-jarige Amsterdammer, in
middels gepromoveerd (hono
ris causa) tot doctor in de eco
nomie. Droomt hij dan nog al
tijd van een tweede kabinet-
Den Uyl? Zo ja, dan toch ver
moedelijk tevergeefs, want
zijn partij is, nog meer dan in
1981, bereid alles op te geven,
ook het premierschap.
„Ze zijn zo bang door wat ze in
het verleden fout hebben ge
daan, dat ze nu uit de hand
eten. Ze willen tegen elke prijs
in het kabinet. Dat begrijp ik
wel, maar ja de tegenpartij
kan ze laten doen wat ze wil
len. Want ze moéten in het ka
binet. Laat het maar aan het
CDA over om dat te benutten,
hoor!" zegt Jaap Burger (81)
met een terzake kundig ge
grinnik.
RIK IN T HOUT
Den Uyl: „Mooie anecdote".
DEN HAAG De Partij
van de Arbeid mag zich
socialistisch of zo men wil
sociaal-democratisch noe
men, toch is zij heel lang
een wezenlijk andere par
tij geweest dan Labour in
ïngeland, de SPD in
Duitsland of de PS in
Frankrijk. De oprichters
van de PvdA stond veel
meer een bundeling voor
ogen van progressieve
krachten uit aLle gezind
ten. De Duitse bezetters
hadden ervoor gezorgd
dat heel wat Nederlanders
(sociaal-democraten, vrij
zinnig-democraten, katho
lieken en protestanten)
uitgebroken waren uit
hun eigen „zuil". Ontmoe
tingsplaatsen waren het
verzet en het gijzelaars
kamp Sint Michielsgestel,
waar men merkte dat „die
anderen" zo slecht nog
niet waren.
Iri de SDAP waren het Wim
Thomassen, de latere burge
meester van Zaandam, En-
schede en Rotterdam, Koos
Vorrink, de laatste voorzitter
van de oude arbeiderspartij, en
de theoloog prof. dr. W. Ban
ning, die de basis legden voor
de PvdA. Thomassen onder
hield het contact met vooruit
strevende katholieken en pro
testanten en Vorrink hield de
SDAP voor dat dit dé kans
was om nu eindelijk aantrek
kelijk te worden voor andere
lagen dan alleen buitenkerke-
I lijken. Banning zorgde voor de
ideologische onderbouwing,'
door de uitvinding van het
personalistisch-socialisme, dat
zich niet baseerde op de klas
senstrijd maar op (christelijke)
waarden als persoonlijke ver
antwoordelijkheid, gemeen
schapszin en gerechtigheid.
Geen wonder dus dat de op
richters grote verwachtingen
- hadden. Zij meenden oprecht
dat de kiezers van alle zijden
zouden toestromen. „Er is een
Doorbraak. Er wordt een
nieuw begin gemaakt, een
nieuwe weg wordt geopend.
Hier is de PvdA!", aldus Ban
ning. Een misvatting, zo bleek
in mei 1946 bij de eerste na
oorlogse verkiezingen. De
PvdA veroverde 29 zetels, on
geveer evenveel als SDAP.
Vrijzinnig Democratische
Bond en Christen-Democrati
sche Unie tezamen voor de
oorlog hadden. In kwantitatie
ve zin was de „Doorbraak" dus
vooralsnog mislukt. De band
van de confessionele arbeiders
met hun „eigen" politieke or
ganisaties bleek veel taaier te
zijn dan de PvdA-oprichters
hadden gedacht.
Ook hadden zij over het hoofd
"gezien dat de katholieke elite
op haar eigen manier had in
gespeeld op de progressieve
golf die het land overspoelde.
De vooroorlogse Rooms-Ka-
tholieke Staatspartij werd ver
vangen door de Katholieke
Volkspartij. Pater Stokman,
KVP-voorman van het eerste
uur, verklaarde dat de nieuwe
partij niet voor alle doch
slechts voor „zoveel mogelijk"
katholieken bestemd was. Ook
de KVP pretendeerde een
vooruitstrevende groepering te
zijn en behoudende katholie
ken moesten dus maar elders
hun heil zoeken. Gezien het
aantal van 32 zetels dat de
KVP in 1946 veroverde is het
overigens de vraag of die an
dere katholieken dat gedaan
hebben.
Rooms-rood
Maar ook al werd die preten
tieuze PvdA dan niet eens de
grootste partij, zij kwam wel in
de regering èn zij bleef er.
Twaalf jaar werd het land be
stuurd door wat in de wande
ling heette Rooms-Rode kabi
netten, hoewel er vrijwel altijd
ook andere partijen (VVD,
ARP of CHU) deel van uit
maakten. En het zij erkend:
die machtspositie van de PvdA
is ontegenzeglijk een prestatie,
zeker als men daar de langdu
rige machteloosheid van de
partij in latere perioden tegen
over stelt.
Maar de PvdA moest voor de
vanzelfsprekendheid waarmee
zij in de jaren veertig en vijftig
als regeringspartij werd be
schouwd wel een prijs betalen.
De partij wilde van haar voor
oorlogse, isolerende „rooie"
imago af en benadrukte daar
om voortdurend de aanwezig
heid van confessionele leden,
verenigd in zogeheten werk
gemeenschappen. Deze socia-
listen-nieuwe-stijl moesten
niet veel hebben van een aan
tal oude symbolen. Zo kon het
gebeuren dat het partijbestuur
in het begin menige vergade
ring wijdde aan de vraag hoe
het nu moest met de rode vlag,
de Internationale en de
VARA-haan...
Ingetogen
In 1949 wist men op het nip
pertje te voorkomen dat het
NVV de eerste mei zou vieren.
In dat jaar immers viel die da
tum op een zondag. Later gin
gen er zelfs (tevergeefs overi
gens) stemmen op om de Dag
van de Arbeid maar te ver
plaatsen naar een wat minder
controversiële datum (21 juni),
mede omdat begin mei „in de
regel de weersomstandigheden
tegen zijn".
Deze ingetogenheid kwam ui
teraard ook goed van pas in de
samenwerking met de KVP en
haar leider prof. Carl Romme.
Zelfs de Indonesische kwestie,
die voor de socialisten heel
pijnlijk was, vermocht geen
wig te drijven in de coalitie.
Dat gebeurde zelfs niet, toen
het behoud van de kolonie al
leen nog mogelijk was met be
hulp van „politiële" acties.
Voor sommigen in de partij,
onder wie het Indonesische
Tweede-Kamerlid Nico Palar,
was dit het moment te gaan
twijfelen aan het nut van ver
dere samenwerking met de
KVP, maar de partijtop pie*
kerde daar eenvoudig niet
over. „Nee, dit is geen serieuze
overweging waard", zei voor
zitter Vorrink op 19 juli 1947
in een speciale vergadering
van het partijbestuur.
Ook op andere tereinen, waar
over de PvdA nu (totaal) an
ders denkt dan het CDA, trok
ken de socialisten destijds één
lijn met de confessionelen: de
(atoom)bewapening en het be
strijden van het communisme.
De toelating van Amerikaanse
atoomwapens op Nederlands
grondgebied achtte Drees zelfs
geen zaak voor de Tweede Ka
mer. „Dat vloeit immers recht
streeks voort uit het NAVO-
verdrag".
En ook aan de communisten
jacht na de Hongaarse opstand
deed de PvdA van harte mee.
Dat was trouwens al eerder
gebeurd, na de communisti
sche machtsovername in Tsje-
choslowakije (1948). PvdA en
VARA introduceerden toen
hun eigen „McCarthy-isme"
door de vermaarde hoboïst
Haakon Stotijn, die lid was
van een vredescorriité, te ver
bieden nog langer voor de mi
crofoon van de arbeidersradio
te spelen!
Mandement
Slechts één keer in de periode-
Drees is de rooms-rode samen
werking tussentijds in gevaar
geweest. Dat was op 29 mei
1954, toen de PvdA via een be
vriende pastoor de tekst in
handen had gekregen van een
bisschoppelijk Mandement, dat
daags daarna zou worden ge
publiceerd. In dat stuk werd
het katholieken verboden lid
te zijn van organisaties als het
NVV en de VARA; lidmaat
schap van de PvdA werd „ten
sterkste ontraden".
Het Mandement was voor
fractieleider Burger, oud-pre
mier Schermerhorn en minis
ter Mansholt aanleiding een
Cleidooi te houden voor een
reuk met de KVP. „Wanneer
er geen plaats meer is voor ka
tholieken in de Katholieke
Werkgemeenschap van de
Nieuw Links
maakte het Den
Uyl tijdens het
congres van
februari 1971
knap lastig. Op
de voorgrond, in
het gangpad,
Han Lammers
(nu commissaris
van de koningin)
en André van der
Louw Toen al
toonde Den Uyl
de soepelheid
van geest, die
hem tot de dag
van vandaag in
staatstelt aan de
macM te blijven.
„Het Is de PvdA
gelukt een brug
naar een jongere
generatie te
slaan", sprak hij
glashard, in zijn
slotrede tot het
congres.
PvdA, dan treed ik uit de re
gering," aldus Mansholt in het
partijbestuur. Maar minister
president Drees dacht er ge
heel anders over. „Als wij op
een kerkelijke uitspraak zou
den reageren door samenwer
king met een polilieke partij te
weigeren, komen wij in een
slop". Drees had een tegen
voorstel: „Onmiddellijk een le
denwerfactie beginnen".
Einde
Achteraf bekeken heeft het
Mandement echter wel dege
lijk invloed gehad op de relatie
tussen PvdA en KVP. Het bis
schoppelijk schrijven markeert
het begin van het einde van
het twaalfjarig bestand tussen
Rooms en (Roze)Rood. Vanaf
dat moment beginnen de irri
taties tussen de coalitiepart
ners toe te nemen, niet in de
laatste plaats omdat de KVP
allang niet zo progressief meer
was als in 1946. Voor Drees en
de ministers Suurhoff (Sociale
Zaken) en Hofsira (Financiën)
was dat overigens niet zo'n be
zwaar. Zij waren het van harte
eens met.de noodzaak van een
bestedingsbeperking (inflatie
niet compenseren in de lonen).
Maar de gewone leden namen
het niet langer zij begonnen
en masse de partij te verlaten,
hetgeen de kamerfractie niet
onberoerd liet. Eind september
1958 kondigde Burger aan dat
hij zich zou verzetten tegen
verhoging van de huren en de
melkprijs. Anderhalve maand
later viel het kabinet en was
het einde aangebroken van de
periode-Drees. De PvdA rea
geerde aanvankelijk opge
lucht, omdat zij de eigen ach
terban nu weer recht in de
ogen meende te kunnen kij
ken. Zou die reactie echter ook
zo geweest zijn, als men had
geweten dat het tot 1973 zou
duren eer de PvdA weer echte
macht zou krijgen?
Want door de almaar toene
mende welvaart viel het de
vervolgens aantredende cen
trum-rechtse kabinetten niet
moeilijk de verzorgingsstaat te
voltooien. Tevens boden zij de
werknemers voor het eerst de
gelegenheid mee te profiteren
van de gestegen inkomsten,
door de lonen geleidelijk aan
vrij te laten. Er viel geen eer
te behalen voor een linkse op
positie en de PvdA geraakte in
een isolement. Pas in 1965,
toen KVP, ARP en CHU weer
eens ruzie kregen met de VVD
over de omroep, mocht de
PvdA even op komen draven,
in het kabinet-Cals. Deze
ploeg werd echter het jaar
daarop al weer naar huis ge
stuurd, omdat KVP-leider
Schmelzer het beleid toch iets
te links vond.
Onder die omstandigheden
was het niet verwonderlijk dat
de PvdA een forse afkeer
kreeg van katholieke politici.
Een groep jongeren speelde
daar handig op in en verkreeg
daardoor een grote machtspo
sitie. Nieuw Links was gebo
ren en maakte het de in 1967
aangetreden nieuwe partijlei
der drs. Joop den Uyl knap
moeilijk. Groot geworden in
de sfeer van het harmoniemo
del kon de econoom uit Bui-
tenveldert niet zomaar over
schakelen op de plotseling zo
populaire „polarisatie".
Een mooi voorbeeld van dit
generatieconflict is een con
gres in februari 1971. De lin
ker vleugel diende daar een
motie in, waarin .het beleid
van het kabinet-De Jong „ten
zeerste wordt veroordeeld".
Den Uyl verzette zich hevig;
hij streefde immers naar een
coalitie met diezelfde gehoon
de KVP en ARP. Maar het
kon het congres niets schelen:
het moest de arbeiders nu
maar eens duidelijk worden
gemaakt waar hun vrienden
zaten. De motie werd aangeno
men en indiener Jan Nagel
kwam tezamen met negen an
dere Nieuw-Linksers in het
partijbestuur. André van der
Louw, de nieuwe partijvoorzit
ter, voerde de inmiddels be
faamd geworden „berendans"
uit.
Maar ook toen al toonde Den
Uyl de soepelheid van geest,
die hem tot de dag van van
daag in staat stelt aan de
macht te blijven. „Het is de
PvdA gelukt een brug naar
een jongere generatie te
slaan", sprak hij glashard, in
zijn slotrede tot het congres.
Kabinet-Den Uyl
Op die manier slaagde Den
Uyl erin zijn partij tot de lei
der te maken van de beweging
van vernieuwing en democra
tisering, die aan het eind van
de jaren zestig geheel Neder
land in de greep had gekregen.
Door de PvdA om te bouwen