;T LICHTENDE
AD NAAR DE
WAAR KOMT DE HAARD VANDAAN?
finale'
Rampen. Hotelbranden. Steeds weer blijkt uit de
verslagen van overlevenden dat er minder
slachtoffers gevallen zouden zijn als de weg naar de
nooduitgangen beter te vinden was geweest. Maar
er is een oplossing in zicht en niet alleen voor dit
probleem. Mensgericht denken luidt het recept
waarmee de veiligheid in de samenleving vergroot
kan worden. Immers: de fouten zitten niet in de
systemen, maar in het gedrag van de mens.
DOESBURG - „Paniek? De mensen
hebben het altijd meteen over paniek,
maar paniek bestaat niet". Drs. H. W.
Holman schuift het krantebericht kregel
terzijde. Er wordt in beschreven hoe bij
een brand in het luxe, tien verdiepingen
hoge Siddharta Continental Hotel te
New Delhi achtendertig gasten de dood
hebben gevonden omdat ze door de ver
stikkende rookontwikkeling de nooduit
gangen niet wisten te vinden. En het kan
erger, zoals de dodenlijst van de laatste
jaren leert. Bij een hotelbrand in Las Ve
gas vijfentachtig slachtoffers. In Atlanta
honderdnegentien. In Sao Paulo twee
honderdvijftig. Noch bleef Nederland
gespaard. Hotel Polen te Amsterdam
drieëndertig doden. Het Silveren See-
paert te Eindhoven elf.
En geen paniek? Wat dan wel? Holman
is van huis uit econoom, maar het ant
ivoord komt met een aplomb alsof hij
zijn titel had behaald met een gecombi
neerde studie in de biologie en de psy
chologie. Op het tekenbord naast de ver
gadertafel verschijnen driftige lijnen. De
termen ACTH-hormoon, bijnierschors,
adrenaline en vechthouding vallen. Om
het eenvoudig te houden: „Naarmate bij
een brand de tijd voortschrijdt, naarma
te de mensen meer verstoken blijven
van informatie en naarmate er minder
met ze wordt gecommuniceerd, gaat de
adrenalinespiegel in het bloed omhoog.
Het vermogen om verstandelijk te den
ken en waar te nemen, vernauwt. De
mensen gaan instinctief denken en han
delen".
Een nieuwe haal over het tekenbord.
„Een van de reacties is vaak dat de men
sen vluchten. „Ze vluchtten in paniek",
schrijven de kranten dan. Nee, die men
sen reageerden instinctief en daarmee
handelden ze zeer juist. Veel juister in
elk geval dan met de instinctieve reactie
die ook veel voorkomt, met name bij
kinderen en bejaarden. Die vluchten
niet, maar bevriezen. Ze raken in een
toestand van volslagen apathie. Ze wor
den stijf als een plank, zijn niet meer
aanspreekbaar. Ze reageren nergens
meer op. De brandweer treft ze vaak aan
in een kast of onder een bed. Dat is het
enige zekere dat ze nog hebben. Wan
neer je roept: brand, brand, en verder
niks, dan krijg je dit soort reacties. Dat
is volkomen natuurlijk. Wat moetje dus
doen? Je moet de mensen informatie ge
ven. En je moet met ze in contact blij
ven. Dan is er al veel gewonnen. Maar
vooral de factor tijd blijkt heel belang
rijk te zijn. Bij een brand vermindert de
kans om informatie te geven en te com
municeren met het voortschrijden van
de tijd".
Holman staat aan het hoofd van het
piepjonge bureau VDN-International dat
gevestigd is in het oude Hanzestadje
Doesburg en zich specialiseert in de ont
wikkeling van ontsnappingsprodukten.
Evacuatieprodukten, heet dat deftig. En
zo jong is zijn bureau nog niet of het
heeft al wereldwijd patent aangevraagd
op wat even sjiek „een pad-markerende
noodverlichting" heet. Een proef ermee,
dezer dagen uitgevoerd op Schiphol,
maakt duidelijk wat hier wordt bedoeld.
Twintig mannen gingen een met triplex
nagebouwde vliegtuigcabine binnen.
Toen ze gezeten waren, blies de brand
weer rook in de ruimte. Geen hand voor
ogen te zien. En toen gebeurde het. Als
bij toverslag verschenen er op het tapijt
in het gangpad grote pijlen en de tekst
„exit". Kruipend over de vloer konden
de twintig mannen de pijlen naar de
nooduitgangen volgen en zo ontsnappen
aan de in scène gezette ramp.
Wat werd aldus gedemonstreerd? Hol
man: „Het vermogen van de mens om
zich in rook voort te bewegen, is be
perkt. Het kan hoor, als je laag blijft,
want rook stijgt op. Maar proeven heb
ben uitgewezen dat mannen na zeven
meter in de rook op hun schreden terug
keren en vrouwen al na vijf meter. Dat
komt doordat je bij de ontwikkeling van
rook verstoken raakt van informatie.
Het nare van de huidige noodverlichting
in vliegtuigen, op schepen en in gebou
wen is dat hij hoog is aangebracht. Wan
neer er zich rook ontwikkelt - en dat
gaat razend snel - is die hoog gemon
teerde noodverlichting niet meer te zien.
Per definitie moet je hem dus laag aan
brengen. Maar dan wordt hij weer kapot
gestoten of zetten de mensen er iets
voor, zoals blijkt uit de praktijk".
De proef op Schiphol werd bijgewoond
vliegtuigfabrieken. Ze hoopten
verlossende woord te horen, want dat,
weten ze, wordt tijd. Uit gesprekken met
overlevenden van vliegtuigrampen blijkt
elke keer weer dat er in de cabine pro
blemen waren met het vinden van de
nooduitgangen; de noodverlichting die
de passagiers de weg had moeten wijzen,
werd niet gezien. Hierdoor wijs gewor
den heeft de FAA - zeg maar: de Ame
rikaanse rijksluchtvaartdienst die voor
alle vliegtuigbouwers en luchtvaartmaat
schappijen ter wereld maatgevend is -
aangekondigd dat de veiligheidseisen
voor vliegtuigen zullen worden ver
scherpt. Ook de zichtbaarheid van de
noodverlichting bij rookontwikkeling
TGANG
valt daaronder. Blijft de vraag: hoe
maak je die zichtbaar? Verschillende be
drijven hebben inmiddels nieuwe syste
men ontwikkeld en bidden om goedkeu
ring door de almachtige FAA. Maar het
gaat daarbij nog steeds om lampjes. Er
valt geen doorbraak te bespeuren.
Doorbraak
Zo'n doorbraak zou het patent van Hol
man kunnen zijn. Het werkt heel een
voudig. De vloerbedekking van vliegtui
gen (maar het kunnen even goed sche
pen of gebouwen zijn) wordt bedrukt
met een verfstof die bij normaal licht
onzichtbaar blijft. Dit bedruksel bevat
alle informatie die nodig is om de weg
naar buiten te vinden: pijlen, andere
symbolen en tekst. De noodverlichting
bestaat uit ultravioletlampjes waarvan
het licht evenmin zichtbaar is voor het
menselijk oog. Zodra die aanfloepen en
•op de vloerbedekking schijnen, licht
daar helder en duidelijk de onzichtbare
verf met de informatie op. Holman: „In
beginsel kun je met behulp van dit sys
teem het hele vloeroppervlak voor infor
matie en communicatie benutten. Denk
aan de looproutes naar de sloependek-
ken op veerboten en cruiseschepen. De
vluchtwegen in hotels, bioscopen of dis
co's. En het werkt altijd, want in tegen
stelling tot het normale, zichtbare licht
wordt dit hoogfrequente ultraviolette
licht niet door rookdeeltjes verstrooid.
Hoe dichter de rook. hoe beter de infor
matie op de vloer af te lezen is".
Hier aangekomen, durft Holman de vol
gende boude bewering te doen: „Ik denk
dat er bij luchtvaartrampen twintig pro
cent minder slachtoffers hoeven te val
len als er geïnvesteerd zou worden in
pad-markerende noodverlichting. En in
gebouwen zou dat cijfer nog beduidend
hoger kunnen zijn - zeker dertig procent
- minder doden". Merkwaardig. Waarom
is nooit iemand eerder op dit letterlijk
lumineuze idee gekomen? Want de on
zichtbare verfstoffen van Holman (beter
zou zijn: de luminescerende pigmenten)
kent de chemische industrie al lang en
ook de eigenschappen van ultraviolet
licht hebben geen geheimen. Waarom is
dan de mensheid tot nu toe blijven aan-
tobben met een peertje achter een plaat
je en nog op de verkeerde plaats gemon
teerd ook? „Ik denk dat de zichtbare in
formatie verwaarloosd is ten gunste van
de hoorbare", zegt Holman. „Zie de ste
wardess met haar microfoon. De luid
sprekers op de perrons. Het wijst op een
gebrek aan mensgericht denken. Het
gaat voorbij aan het gegeven dat de
mens zijn primaire informatie via de
ogen krijgt. Probeer maar eens in het
donker door een bos te lopen. Wat heb
je dan aan je oren? Je wilt iets zien".
Matras
Holman noemt het tekort aan mensge
richt denken een vanzelfsprekend voort
vloeisel van de technocratische koers die
de samenleving is ingeslagen. En daar
rook de econoom in hem een markt.
Met grote stelligheid: „Het tijdperk van
mensgericht denken staat voor de deur
en er moet op worden ingespeeld. Doen
we dat niet, dan vragen we om proble
men. Welke? Neem Schiphol. Een gigan
tisch, ruim stationsgebouw. Maar wan
neer het de trend wordt dat Palestijnen
met machinegeweren rond gaan maaien,
is zo'n gebouw een onding want je kunt
er een probleem of een crisis niet isole
ren. Of neem bejaardentehuizen. Vanwe
ge de bezuinigingen is er een soort pun
tensysteem ingevoerd waaraan bejaarden
moeten voldoen, willen ze voor plaat
sing in aanmerking komen. Ze moeten
bijvoorbeeld slecht ter been zijn. Daar
door neemt de algemene mobiliteit in
die tehuizen af. Vraag: Hoe krijg je de
mensen eruit als er iets gebeurt? Mij zijn
percentages bekend van tehuizen waar
nog geen vijf op de honderd bewoners in
staat zijn om zelfstandig via een trap
van boven naar beneden te komen".
Met mensgericht denken echter vallen er
oplossingen voor zulke problemen te
verzinnen. Holman tenminste: „Wat is
er logischer bij de ontruiming van zo'n
hoog verpleegtehuis dan dat je gebruik
maakt van datgene waarop de patiënt
ligt? Van zijn matras?". Springt op en
komt terug met foto's. „Kijk, wij hebben
een matras ontworpen dat tegelijk als
transportmiddel dienst kan doen. De
sjorbanden zitten er al in verwerkt. Bij
een calamiteit hoef je de patiënt alleen
maar vast te gespen en dan kun je hem
zo meetrekken. Ook de brandtrap af, ja.
Die is dan net een glijbaan. De patiënt
voelt er niets van. Het matras waaraan
hij is vastgeregen, zit als een soort cocon
om hem heen. Je moet alleen even op
het idee komen".
Vroeger hield Holman zich onledig met
het geven van adviezen aan bedrijven
voor hun beleid op lange termijn. Toen
ontmoette hij zijn huidige compagnon
die al bijna een kwart eeuw in het tech
nisch ontwikkelingsvak zijn sporen ver
diend had. Het adviseren kreeg een ver
lengstuk naar de techniek. „We vonden
dat in onze samenleving de persoonsge
richte veiligheid veel te weinig aan bod
kwam. Brandweerwagens, zo groot en
rood mogelijk, dat wel, ja. Brandweren
de schotten die zich sluiten zodra een
detector rook bespeurt. Schitterend.
Maar als je een zak met wasgoed of een
fraaie plantenbak tegen zo'n detector zet,
gaan de schotten bij brand niet dicht. En
dat gebeurt. Ik verzin het niet. Als ge
volg van normaal menselijk gedrag
vindt er iets plaats en dan kun je heel
dat perfecte technologische systeem wel
vergeten. Uiteindelijk wordt de veilig
heid van een omgeving bepaald door het
gedrag van de mens. Daar zitten de fou
ten. En daar richten wij dus onze aan
dacht op".
PIET SNOEREN
Links boven: Het aantal doden bij
vliegtuigongelukken zou drastisch kunnen
verminderen als de weg naar de
nooduitgang duidelijker was gemarkeerd.
Twintig procent minder zelfs, meent drs.
H. W. Holman als gebruik wordt
gemaakt van zijn „pad-markerende
noodverlichting".
Rechts boven en midden: Het grote
probleem in vliegtuigen, gebouwen en op
cruiseschepen is dat de noodverlichting
hoog is aangebracht. Bij brand is er van
die aanwijzingen niets meer te zien omdat
rook opstijgt. Veel mensen raken dan ook
het spoor bijster en komen in de vlammen
DE GESCHIEDENIS
IN HUIS (3)
Enig idee hoe de mensen
etenswaren koel hielden
voordat elk huis z'n
koelkast had? Was het
bekend dat de rolveger
nooit was uitgevonden als
een handelaar in
porselein niet toevallig
allergisch voor stof zou
zijn geweest? In de serie
over het huishouden en
huishoudelijke zaken is
het vandaag de beurt aan
de haard.
zijn
nauwverwante woorden. Evenals wens
en gewoon zijn ze afgeleid van „wen",
hetgeen betekende: zich behaaglijk
voeleni, zich ergens lang ophouden. Dit
wijst ons op de kern van het wonen: een
duurzame bescherming tegen regen,
wind en koude. Vandaar dat
verwarming vanouds het hart van de
woning vormt.
Warmte was in het begin ook letterlijk
het middelpunt, want midden in het
(enige) woonvertrek lag het vuur. De
rook trok weg door een gat in de
zoldering. Dat vuur is in de loop der
eeuwen bedwongen. Eerst verhuisde het
van het centrum naar een zijmuur, waar
het een gemetselde schouw kreeg. Die
ontwikkeling voltrok zich slechts heel
geleidelijk. Nog in het midden van de
zestiende eeuw kwamen losse vuren
voor en was de schoorsteen, hoewel
reeds in de elfde eeuw uitgevonden, nog
niet algemeen. Juist die schoorsteen is
uiterst belangrijk, niet alleen voor de
brandveiligheid, maar ook omdat dank
zij de schoorsteen een huis uit meer
verdiepingen kon bestaan! Het is
waarschijnlijk de Amerikaanse graaf
Rumford geweest die als eerste. Op het
idee kwam de haard grotendeels dicht te
metselen. Door aan de voorkant het
vuur af te schermen, werd opnieuw de
veiligheid verhoogd en kon het
rendement worden vergroot. Ook was
een minder grote schoorsteenpijp nodig.
Deze ontwikkeling ging verder totdat het
vuur geheel opgeborgen kon worden in
een losstaande kachel. Vooral op het
Europese continent was de kachel in
trek. In Engeland bleven velen nog lang
trouw aan de grote monumentale haard.
Een volgende grote verbetering was het
gebruik van gas als brandstof in plaats
van kolen en hout. Geen gesleep meer
met zware kitten, nooit meer
houthakken! De eerste gaskachels
dateren van rond 1880, maar pas tegen
de laatste decennia, dank zij de
aardgasvondsten, heeft de gaskachel
onze huizen veroverd. Hooggespannen
verwachtingen had men in onze eeuw
aanvankelijk vande elektrische
verwarming. Het stopcontact zal ook de
schoorsteen uit het huis verbannen, zo
verkondigen heren van
elektriciteitscentrales. Maar op dit punt
bleek elektriciteit te duur om serieus te
kunnen concurreren met kolen, olie of
gas. Door de komst van centrale
verwarming en blok- en
stadsverwarming, zijn de schoorstenen
later toch vaak uit de huiskamers
verdwenen. Zowel haarden als kachels
werden op grote schaal vervangen door
bescheiden radiatoren, liefst kunstig
weggewerkt. Dank zij de thermostaat
heerst overal exact de gewenste
temperatuur. Het enige waar men in de
beginperiode van het „verborgen vuur"
nog wel aan moest wennen was dat afval
in een pedaalemmer en prullen in een
prullenmand moesten worden gegooid
aangezien de moderne verwarming voor
dergelijk vuil te goed is.... Maar het
verrassendste van de geschiedenis is dat
de open haard alle vooruitgang in
verwarmingstechniek heeft overleefd. De
geur van brandend hout, de smaak van
een goed glas wijn en het flakkerende
licht van de vlammen blijken samen een
onvervangbaar genoegen te vormen. De
eigen haard bleef goud waard.
MAURITS VAN ROOIJEN
Een grote monumentale haard uit
Engeland waar men dit soort verwarming
nog het langst trouw bleef.
ficidóc Qowtant